De familie Spooren is gek op klokken en kruiken Y ff' A 'Ik reis voor mijn hobby 18 tot 20.000 km per jaar AH fietsenverkoop groot succes FILATELIST JEAN OVERHOF: AH grootste 'melkboer' van Nederland pagina 10 FLITSEN "Of iets echt antiek is of niet, dat moet je zien, je moet het in je vingers hebben. Bij koperwerk bijvoorbeeld kun je het echt voelen. Dat is zacht als zijde. In de loop der jaren leer je het wel. En dan nóg word je wel eens gepakt". De heer H. L. J. Spooren, bedrijfsleider in de AHSM aan de Muzenlaan in Eindhoven, vertelt over zijn hartstocht voor antiek. Hoe ontstaat zo iets? "Dat ontstaat van huis uit. Mijn halve familie doet in antiek." De heer Spooren houdt zich overigens niet met antiek in 't algemeen bezig, hij heeft zich gespecialiseerd. Zijn grote liefde gaat al een jaar of tien uit naar aardewerken kruiken. Vooral de laatste vijf jaar is hij zich er intensief mee gaan bezighouden: "Toen ben ik ze echt gaan verzamelen. Ik haalde ze overal uit Europa vandaan. Op een gegeven mo ment had ik er zo'n 150 bij elkaar. Ik kocht alles wat los en vast was. De mooiste hield ik zelf, de rest deed ik voor een zacht prijsje weg. Ik heb ook wel eens een advertentie geplaatst om ze kwijt te raken, maar dat kun je beter niet doen. Dan krijg je alleen potte- bakkers op visite. Hoewel dat ook wel weer interessant kan zijn, omdat die een hoop weten van de manier waarop de kruiken gemaakt worden." In zijn woning heeft de heer Spooren nu nog een honderdtal kruiken. Men vindt ze door het hele huis. Vroeger stonden ze allemaal in een speciale kamer, in rijen op planken, maar nu komen ze ook decoratief beter tot hun recht. De kruiken die hij heeft, variëren in waarde van een paar tientjes tot zeg maar vijfhonderd gulden. Er bestaan wel duurdere - "ik heb er op een beurs wel eens één voor 12.000 Mark zien verkopen" - maar er zijn grenzen aan zijn budget. Hij heeft heel wat beurzen bezocht. Tegenwoordig wordt hij ook wel getipt als er iets interessants te koop is. Bij antiquairs moetje meestal niet zijn, zegt de heer Spooren: "Ze doen er niet veel in, omdat het gevaarlijk spul voor ze is. Het breekt zo gauw. Alleen de echte liefhebbers hebben ze. Zo heb ik in Goes bij een antiquair op zolder een echte Baardmankruik gezien. Die zijn vier-, vijfduizend gulden waard. Maar hij verkocht er niet één. Ik kan me dat ook niet permitteren, al is het wel mijn wens om er ooit nog eens zo één te kopen." De verzameling van de heer Spooren is niet beperkt gebleven tot kruiken: "Van het één komt het ander. Je koopt eens een dekenkist, of een klok. Op het ogenblik doe ik eigenlijk meer met klokken dan met kruiken. Daar kun je meer tijd aan besteden. Je gaat ze zelf repareren, smeren en weer op gang brengen. Ik heb er al zo'n dertig hier staan." Belangrijk bij dit alles is de daadwerke lijke en morele steun van mevrouw Spooren. Ze heeft gouden handen om de spullen op te knappen, verzekert de heer Spooren ons: "Ze is nog fanatieker dan ik. En dat is bijzonder prettig. Want niet alleen al m'n tijd gaat er in zitten, maar ook al m'n geld." Een stille wens van het echtpaar Spooren is om nog eens een winkeltje te begin nen. Handelen doen ze nu al een beetje. "Wil je bij handelaars aan de bak komen, dan moet je vaak drie of vier stuks van iets nemen. En die moetje dan ook weer zien kwijt te raken." Tot slot een waarschuwing voor de leek: "Echt antiek is haast niet meer te betalen. Trouwens, op antiekmarkten vindt je praktisch niets meer, dat is allemaal nieuw, nagemaakt. Je moet er ook niet naar koopjes zoeken, want die zijn daar niet. Denk nooit datje slimmer bent dan een antiquair." AH filiaal 1134 te Ridderkerk verkocht in twee weken zeer veel fietsen Bij een gemiddelde voorraad van 2000 fietsen traden hier en daar magazijn problemen op Er bestaan heel wat verzamelhobby's. De meest uiteenlopende zaken houden verzamelaars bezig, soms met een hevigheid die aan hartstocht doet denken. De meest verbreide tak in de familie der verzamelwoedes is ongetwijfeld die van de filatelie. In goed Nederlands: het sparen van postzegels. Zo'n verwoede filatelist vinden we in Geleen (fil. 1019). Hij heet Jean Overhof, is 28 jaar oud en werkt in de AHSM aldaar als eerste verkoper. Als scholier van een jaar of dertien, veertien kwam hij via vrienden in aanraking met het fenomeen "post zegels sparen". En zoals dat gaat op die leeftijd, deed hij er nu eens veel aan, dan weer een tijd niets. Maar acht jaar geleden is hij de 'zaak' meer professioneel gaan aanpakken. "Ik had me in het begin al gespe cialiseerd op Nederland," vertelt hij, "postzegels en eerste-dag-envelop- pen. Maar ik lette toen nog niet zo op kwaliteit. Later is daar Zwitserland bij gekomen. En West-Duitsland, Berlijn. Maar die bleken niet zo gevraagd, en die heb ik weer ver kocht. Van de opbrengst kocht ik Nederlandse zegels en enveloppen." Inmiddels heeft Jean z'n verzameling uitgebreid met Israël, een geliefd verzamelland in Nederland: "Het zijn kleurrijke zegels. En ze geven er niet zoveel uit als in Nederland." Jeans laatste liefde op dit gebied vormen de automaatboekjes: "Twee jaar geleden heb ik daar twee verza melingen van gekocht, en daar teer ik nog steeds op. In die boekjes handel ik." Want anders dan sigarenbandjes en luciferdoosjes vormen postzegels een geliefd commercieel objekt. De prij zen ervan kunnen astronomische hoogten bereiken. Ze maken ook deel uit van een gevoelig marktme chanisme, en de echte verzamelaar volgt de bewegingen van de prijsspi- raal nauwlettend. Per jaar reist hij voor z'n hobby 18 tot 20.000 kilometer. Hij bezoekt beurzen overal in Nederland, als hij daar iets van zijn gading verwacht. Hij maakt wel eens weekeinden van meer dan 1000 kilometer. "Dan zie je nog eens wat," lacht hij, "niet alleen van Nederland, maar ook op het gebied van postzegels." Hij vertelt hoe je altijd blijft hopen iets moois tegen 't lijf te lopen dat de anderen net niet gezien hebben. Maar verder is het meer harde handel dan speculeren op het toeval. Zijn verzameling zegels van Neder land is compleet op de eerste 80, 90 na. Die zijn gewoon te duur voor hem. Dat geldt ook voor de eerste zes eerste-dag-enveloppen die aan zijn verzameling ontbreken. "Die zijn vrij hard gestegen, maar ze komen wel weer vrij. Het is ook vaak wat de gek ervoor geeft." In zo'n vijftien albums ligt dit rijke bezit opgeslagen. Daarin bladeren betekent voor de echte liefhebber een avontuur. Voor de echte handelaar is het een showroom. Voor Jean Over hof ligt de waarheid ergens in het midden. Jaaromzet van 100 miljoen liter melk De grootste "melkman" van Nederland heet zonder twijfel Albert Heijn. Op grond van de tot nu toe behaalde omzetten zal Albert Heijn Supermart dit jaar meer dan 100 miljoen liter aan verse melk en verse melkprodukten (vla, yoghurt e.d.) aan de consument afleveren. "Een onvoorstelbare hoeveelheid," zegt de heer B. P. Velema, verkoopleider Kruidenierswaren Vers, "En dan te be denken, dat wij pas in 1973 voor het eerst het gehele jaar verse melk verkoch ten. De verkoopstijgingen zijn elk jaar boven verwachting geweest." Het be reiken van een jaaromzet van 100 miljoen liter is aanleiding geweest om de zuivelsector extra onder de aandacht te brengen van de klant. Dit gebeurde o.m. door elke "Nieuwe Zuivelweek" een vouwblad uit te geven, waarbij o.m. prijzen voor nieuwe zuivelrecepten be schikbaar werden gesteld. De filialen deelden zelf ook mee in de feestelijkheid, door middel van deel name aan een wedstrijd met een forse prijzenpot. Voor elke supermart-zone en z.b.-groep was een hoofdprijs uitge loofd, maar ook de filialen, die geen hoofdprijs wonnen, konden stuk voor stuk een kleiner of groter bedrag in de personeelskas stoppen ter vrije beste ding. Er werden ook bijeenkomsten gehou den, waarin aan alle medewerkers van de filialen een inzicht werd gegeven in de snelle groei van de melkomzet en hun bijdrage aan deze resultaten. En met 100 miljoen liter zijn zij bij AHSM nog niet tevreden. Velema: "Elk filiaal heeft een AH Zuivelmeter en daar wordt de stand op bijgehouden. Ieder een is er op gebrand goed voor de dag te komen!"

Personeelsbladen | 1978 | | pagina 10