Wij hebben een grote verantwoordelijkheid" Wegrestaurant Holten heeft tien tafels voor niet-rokers Nieuwe organisatiestructuur levensmiddelenindustrie Ahold b.v. Een dagje distribueren met de Scania van Gerrit de Lange pagina 6 Half maart kreeg het nieuwe wegrestaurant Holten landelijke publiciteit met het besluit om tien tafels te reserveren voor niet-rokers. Inmiddels is gebleken dat dit initiatief door de klantenkring bijzonder op prijs is gesteld. 'Op een totaal van 320 zitplaatsen mag het aantal rookvrije plaatsen nog bescheiden zijn hier in Holten, uitbreiding op den duur en navolging in de andere wegrestaurants is echter niet ondenkbaar", aldus assistent manager Ton Vonk. In het kader van de bundelingen van de Ahold activiteiten in een aantal hoofdgroepen, is reeds eerder aangekondigd dat het in de bedoeling ligt om de besturing van alle produktiebedrijven onder één noemer te brengen. Gezien de omvang en de complexiteit van de activiteiten zal de leiding hierover worden opgedragen aan een directie, bestaande uit de heren J. M. K. Niks. P. C. Vink en R. Zwartendijk. Deze directie zal rapporteren aan de Raad van Bestuur in de persoon van de heer J. van Meer. Ook hier zal gestreefd worden naar een verdere verzelfstandiging van de werkmaatschappijen c.q. profit centers. (Albro Bakkerijen. AH Groot verbruik. Holland Food Products, Marvelo, Meester Wijhe en Sterovita). Hierdoor zal het in de toekomst mogelijk worden zowel met een kleinere divisiedirectie als een kleine -staf te volstaan. Nadat de nieuwe organisatiestructuur van de Detailhandel Nederland en de Levensmiddelenindustrie Ahold in de praktijk voldoende is uitgekristalli seerd, zal in 1979 een bestuurlijke bundeling van deze twee groepen worden bestudeerd. directie De leden van de directie zullen naast hun collectieve verantwoordelijkheid voor het geheel, primaire verantwoordelijkheid gaan dragen voor de onder hen ressorterende onderdelen. Als uitgangspunt bij de taakverdeling heeft enerzyds gegolden de duidelijk heid met betrekking tot het rapporteren binnen de organisatie; anderzijds, samenhangend met de collectieve verantwoordelijkheid, de deskundigheid van ieder directielid. Aan de respectievelijke directeuren zullen onderstaande functionarissen rap porteren: J. M. K. Niks: G. Oudega (Albro Bakkerijen) J. Pieters (AH Grootverbruik) W. Wachter (Marvelo) P. C. \ink: S. Eusman (Personeelsdienst) G. Hoorn (Financiële zaken) A. i. de Lint (Technische zaken) W. Haeser (Speciale Efficiency projecten) M. A. Léger (Inkoop verpakkings- matenaai) R. Zwartendijk: Mw. I. Barendregt (Sterovita) P- van den Berg Meester Wijhe) E. THonig (Holland Food Products) Daarnaast zal in het kader van de collectieve verantwoordelijkheid de heer Niks zich binnen de directie met name bezighouden met de strategische zaken, de heer Vink met produktietechnische- en sociale zaken en de heer Zwartendijk met commerciële zaken. Hoewel de onafhankelijke profit centers de contacten met hun afnemers onderhouden, zullen de noodzakelijke contacten met afnemers vanuit de divisiedirectie in onderling overleg tussen de heren Niks en Zwartendijk worden bepaald. De representatie in diverse organisaties zal in hét algemeen door de heer Vink worden onderhouden. Als we tegen zessen 's-morgens het DC binnenlopen, is de oplegger al geladen met een twintigtal pallets, bestemd voor de MIRO in Beek. ETOS in Maastricht en MIRO in Maastricht. Nog even een kopje koffie in de kantine, die nog grotendeels in duisternis gehuld wacht op de mensen met "normale" werktijden. half zeven om tien over zeven Die tijd ligt inmiddels enkele tientallen jaren achter hem. Het aantal kilometers dat hij inmiddels heeft afgelegd moet door één van de Ahold-computers nog maar eens opgeteld worden. Om tien over zeven passeren we Oudenrijn. "Hij ligt prima op de weg." heeft Gerrit inmiddels nog eens vastgesteld. Onder Eindhoven worden we op een slecht stuk weg even gruwelijk door elkaar geschud. De truck is niet luchtgeveerd. "Dat komt nog wel," denkt Gerrit, "maar voorlopig veert de chauffeur nog orthodox. Op dit stukje kun je beter in de oplegger zitten. Die ligt plat stil." Het is tien uur als we in Beek de eerste zeven pallets lossen. De afstanden lijken groter dan ze zijn. Gerrit vertelt hoe vroeger zo'n reisje naar Limburg om vijf uur 's morgens startte. "Dan was je tot zeven uur 's-avonds bezig. Je ging met de trein terug. Een andere chauffeur, die met de trein hierheen kwam, reed de auto terug." Hij vertelt met wat voor een allegaartje de Simon-de-Wit- chauffeurs kort na de oorlog de weg op gingen: "We hebben allerlei soorten legerwagens gehad die eerste jaren. Je was al blij als je wat had". Iedere chauffeur rijdt steeds op z'n eigen auto. "Ieder op z'n eigen knol," zegt Gerrit. "dat is het beste voor het materiaal." Na een paar uur hobbelen vragen we hem of al dat rijden, elke dag, al die jaren, hem nooit eens gaat vervelen. Hij hoeft over het antwoord niet lang na te denken: "Dat kan ik jou ook vragen over het werk dat jij doet, alle dagen mensen uithoren. Chauffeur is één van de zwaarste beroepen, al is dat nooit zo erkend. Maar ik doe mijn werk met plezier. Je moet je werk ook zo maken, dat je er altijd plezier in hebt. Voor mij is het m'n lust en m'n "Het is een machtige fiets". Hij constateert het met een soort tederheid. Gerrit de Lange rijdt nog maar sinds kort op de Scania waarmee we tegen half zeven 's morgens het DC in Zaandam achter ons laten. Maar hij is tevreden over z'n nieuwe "knol", zoals hij 'm ook wel noemt. We vragen en krijgen wat technische gegevens: 205 PK, tien versnel lingen, een luchtgeveerde oplegger, ruim acht ton zwaar, lengte trekker oplegger 15 meter, oplegger 12.20 of 12.90 meter. Gerrit de Lange, 54 jaar oud, geboren Zaandijker, onlangs gehuldigd vanwege zijn veertigjarig dienstverband bij Simon, vanaf 1947 chauf feur. Op z'n veertiende is hij dus al aan de slag gegaan. Aan de Westzijde in Zaandam is hij begonnen, in het magazijn van Simon de Wit. Het is bijna half zeven als de portier de achterdeuren van de oplegger verzegelt. Dat zegel zal pas weer verbroken worden in Beek, door degeen die daar de eerste pallets in ontvangst neemt. En bij vertrek doet die er ook weer een nieuw zegel op. Zo werkt dat. We maken deze dag ritnummer 411, vermeldt het vervoersmanifest, en dat houdt in de praktijk een kleine acht uur rijden in. Heen en terug maken we een stop voor een bakkie koffie. De boterhammen gaan onder het rijden naar binnen. We halen onderweg nog wat herinneringen op van vroeger. Vroeger bij Simon de Wit. Hij kwam er te werken via een buurjongetje, die vertelde dat zijn baas nog iemand nodig had voor de pakkerij. Op z'n veijaardag stapte de kleine Gerrit erheen. Hij werd gelijk aangenomen, voor drie gulden per week. "Maar binnen het jaar was dat al 4,50," vertelt hij met tevredenheid, "dus dat was een flinke opslag." Het vervoer van de Simon de Wit artikelen gebeurde in die tijd nog grotendeels over het water. Daarvoor had men de Voorwaarts 1, 2, 3 en 4 ter beschikking. Twee 60-tonners en twee 100-tonners. De Voorwaarts 3, die nog steeds in de vaart is, was het vlaggeschip. Gerrit vertelt dat men in de 'echte' Simon-winkels nog steeds roept dat "de schipper" voor de deur staat, als hij met z'n blauwe oplegger goederen komt afleveren. Lhteindelijk hebben de auto's het van de boten gewonnen. Gerrit: 'Die boten waren verhoudingsgewijs veel te duur. Het was allemaal dubbel werk, omdat de spullen weer door expediteurs verder gebracht moesten worden." Gerrit is waarschijnlijk de enige chauffeur van dit moment die ook nog als hulpschipper met de Voorwaartsen gevaren heeft. Net voor de oorlog had Simon de Wit drie auto's. In 1947 ging Gerrit als bijrijder mee de weg op. Na vijf lessen haalde hij met lof de bevoegdheid om zelf te chaufferen. Toen was hij eerst nog een tijdje reserve-chauffeur: "Je reed mee, en als de chauffeur een goede bui had, mocht je wel eens een stukje rijden."

Personeelsbladen | 1978 | | pagina 6