"OVERZEES FILIAAL BESTAAT VIJFTIG JAAR Ahold kaasinkopers tot het Gilde van Franse kaasmakers toegelaten FLITSEN pagina 5 55 V. I. n. r.Jo Vroege, H. Dral, L. J. Pieterse, Anno 1929 woensdag terug. Dan werd alles uit het schip met de hand gelost en op vracht wagens geladen. Zo ging alles tenslotte naar Den Burg. Nu maakt men van meer moderne expeditiemethoden ge bruik, maar het eigen vervoer van Albert Heijn behoeft zich geen zorgen te maken over Texel. Hiervoor is namelijk de Verenigde Texelse Beurt diensten inge schakeld. Vanuit het DC te Tilburg wordt doorgegeven hoeveel colli de vracht voor Texel omvat en het bedrijf stuurt dan de auto die voor het vervoer daarvan nodig is. Er komen ook nog wat dagverse artike len aan via de levering aan AH in Den Helder. Wat voor Texel is bestemd wordt daar overgeladen. geschiedenis Mevr. Pieterse heeft uit de oude tijd nog veel dingen bewaard. Zij is er ook zuinig op, zoals op de mooie Delftsblauwe borden van de Omzet Prestatie Wed strijden (OPW's). Ook de borden die zijn uitgereikt bij het 50-jarig bestaan van het concern in 1938 zijn nog in haar bezit. De Personeelsafdeling was in de voor oorlogse jaren ook erg actief en stuurde regelmatig mededelingen rond in de trant van "Negen geboden voor een nette bediende." Dat papier is nu een koste lijk stukje leeswerk geworden voor een ieder, die belangstelling heeft voor de geschiedenis van de onderneming. Mevr. Pieterse-Borgman: "Ja, hoe ging dat vroeger. Als vrouw van de chef -mijn man volgde Dral op- werkte je gewoon mee, ook al stond je niet op de loonlijst. Je was altijd bezig. Boekjes ophalen, bestellingen klaarmaken, de volgende dag wegbrengen." kosthuis Daarbij kwam, dat de filiaalchef geacht werd ook voor onderdak te zorgen voor bedienden wanneer dat zo uitkwam. Het filiaal was in die tijd dus ook een soort kosthuis. Mevr. Pieterse: "Daar kreeg je 7,50 voor in de week. Maar het was wel verplicht. Albert Heijn zorgde voor dekens en bedden. Ik heb nog een deken met "Albert Heijn" er op." Tegen het weekeinde was het helemaal aanpakken geblazen: "Vrijdagavond de winkel vullen, daarna nog de boekjes optellen. Dan werd het wel 1 of 2 uur. En de volgende ochtend moest je weer om zes uur beginnen." Veel tijd ging er ook heen met het wegen van allerlei artikelen. De situatie waarin alles al verpakt is bij binnenkomst, was nog ver weg. Maar de modernisering schreed ook op Texel voort. De paard-en-wagen maakte plaats voor een bakfiets, later voor een motorbakfiets, nog later voor een bestel- wagentje. De huidige lieer Pieterse, die na ruim 3 jaar Sint Maartensdijk zijn vader op volgde op Texel en nu 26 jaar bij het bedrijf werkt, merkt op, dat rond 10 jaar geleden ook op Texel met bezorgen gestopt is. Hij zegt: "Het was niet meer te doen. Je had er eigenlijk vier mensen voor nodig. We hebben de mensen er goed op voorbereid en er was veel begrip voor. In een tijdsbestek van vier weken was de omzet weer even hoog als in de bezorgtijd. In de tijd van mijn vader zei men altijd, dat je wel bezorgen móest, maar het bleek ook zonder dat te kunnen. Ik moet er wel bij zeggen, dat het dorp ook uitbreidde en dat stimu leerde de omzet natuurlijk ook." monument Het Texelse filiaal is ook een bijzonder heid voor wat betreft het uiterlijk: het heeft een fraai aanzien met een oude trapgevel en het mag dan ook geen ver wondering wekken, dat het pand op de Monumentenlijst staat. Mevr. Pieterse-Borgman: "In de oorlog is het huis door een granaat getroffen, maar de gevel is toen niet beschadigd." Binnenburg 6 is het vertrouwde beeld van Albert Heijn gebleven. Als kind kon de tegenwoordige BL al aan de slag bij zijn vader: sorteren van leeggoed enz. Dat hoorde er bij. Zoon Ron (15) werkt als derde generatie Pieterse op zaterdag als part-timer in het filiaal, maar het ziet er niet naar uit, dat ook hij nog eens het gele chefs-jasje -bewaard gebleven van zijn grootvader- zal aantrekken. Hij heeft andere ambi ties. bezoek krijgen dan andere filialen. Tenslotte is het met de boot toch een tijdrovende zaak." Mevr. Pieterse: "We behoren bij Neder land, maar soms denk ik...." 40.000 toeristen Naar de mening van haar zoon is AH Texel voor bepaalde dingen toch wel enigzins een "zorgenkindje" in het concern. Hij merkt op: "Vorig jaar bestond ons gehele versassortiment uit verse kippen. Maar de leverancier vond het nu toch te duur worden." Toch leidt AH Texel een bloeiend bestaan. In het hoogseizoen zijn er 40.000 toeristen op het eiland en velen daarvan kopen bij Pieterse. Dan is het razend druk en menige vrije dag schiet er dan bij in. Men probeert echter toch de nodige "service" te geven en dat slaat aan. Er zijn trouwe bezoekers, die elk jaar hun komst weer even melden. De trouwste klant uit de geschiedenis van het filiaal is echter wel mej. Zuidewind, nu bejaard. Zij was in 1928 de eerste klant die binnenstapte en nog doet zij regelmatig inkopen in het filiaal. In feite jubileert zij dus mee. ruimte In 1962 is de zaak omgebouwd tot zelfbedieningswinkel en later is er nog eens verbouwd. Men is wel eens bezig geweest om te kijken of een groter filiaal tot de mogelijkheden behoorde, aldus John Pieterse, maar mede door de moeilijke aanvoer van verse artikelen is het daar nooit van gekomen. Toch zijn er problemen: het magazijn is op de bovenverdieping en het aangeleverde goed moet daar eerst naar toe worden gebracht en later weer naar beneden <worden gehaald. De ruimte in de winkel is ook beperkt: in de zomer is het wel eens "drie klanten er uit en dan pas drie er in." Een eigen parkeerterrein ont breekt. "Maar toch," zegt Pieterse, "Ik houd wel van het oude. Ik kan alles nog zelf pakken en verkopen. Ik weet waar alles staat." controle Wanneer mevr. Pieterse sr. in haar her inneringen duikt komt er nog heel wat boven: "Als het hier op maandag markt was brachten de boeren 'de briefies' in de winkel -ze noemden ons altijd de winkel van Pieterse- en als ze naar huis gingen namen ze de bestellingen mee." Zij weet ook nog hoe het ging -en haar zoon bevestigt het- wanneer er iemand van Albert Heijn onderweg was naar Den Burg: "Op de boot had men gauw in de gaten wanneer er iemand voor ons bij was. Dan kregen we vaak een tele foontje: "Er komt een controleur aan!" Dan konden we de zaak netjes hebben als hij binnenstapte." De heer Pieterse: "Ik geloof toch wel, dat wij wat minder Het 77-jarige Gilde van Franse Kaasmakers La Confrérie de Saint Uguzon heeft onlangs tij dens de Internationale Salon d'Agriculture in Parijs vijf Neder landers, waaronder de heren Schep en van der Velde van Ahold, het felbegeerde lidmaat schap van dit gezelschap ver leend. Vanwege hun langdurige ver diensten voor de propaganda van het Franse Kaasprodukt werden de heren Schep en Van der Velde door Gildepresident Pierre Art- drouet getooid met de sjerp van de broederschap der Franse Kaas makers. Tevens kregen zij een gezegeld plakkaat overhandigd, waarop hun specifieke kwaliteiten als Kaasambassadeur vermeld stonden. Gelijk met de vijf Nederlanders werden ook nog 31 andere Kaas meesters uit de gehele wereld tot het gilde toegelaten. Tot nog toe was Nederland in het gilde ver tegenwoordigd door twee vak broeders. Dit wijst erop dat de eisen, die aan het lidmaatschap worden gesteld, streng zijn. Links van de Gildepresident Pierre And roue t \in het middende heren v. d. Velde en Schep. In februari van dit jaar was het een halve eeuw geleden, dat Albert Heijn filiaal nr. 99 opende. Het was het eerste "overzeese"filiaal en deze uit zonderingspositie is tot op de dag van vandaag gehandhaafd gebleven. Het betreft het filiaal aan de Binnenburg 6 te Den Burg, de hoofdplaats van het eiland Texel. Bedrijfsleider is daar de heer J. Pieterse, wiens vader Leendert Jan Pieterse - inmiddels overleden - in dienst kwam bij Albert Heijn op de openingsdag van het filiaal, 27 februari 1928. Het jubileum is vrijwel onopgemerkt voorbijgegaan en mevr. A. Pieterse- Borgman (69), die met haar man jaren lang het filiaal heeft geleid, vond dat toch wel jammer. Zij draaide de zaken toen maar om en schreef een brief naar "de toren" in Zaandam om het concern te feliciteren met het feit, dat er al 50 jaar, steeds op hetzelfde adres, een bloeiend filiaal op Texel is. paard-en-wagen "Bedrijfsleider was toen de heer H. Dral; die is nu gepensioneerd en woont in Purmerend," vertelt mevr. Pieterse, "bedienden waren Jo Vroege uit Den Helder en Leen Pieterse, waar ik later mee getrouwd ben." Leen Pieterse "behartigde de bezorgwijk van het filiaal. Dat,gebeurde nog met paard-en-wagen. Mevr. Pieterse: "Dat paard werd drie dagen in de week van een boer .gehuurd, voor 15. 's-Morgens om 7 uur werd het paard dan uit de wei gehaald en voor de kar gespannen. Dan werden op zo'n dag heel wat kilometer tjes afgelegd." Als koetsier trad enkele jaren later ook wel op Jan Maat, tegenwoordig bus chauffeur op het eiland. Wanneer men hem in de bus vertelt op weg te zijn naar Albert Heijn in Den Burg haalt hij uit zijn portefeuille steevast een foto van de toenmalige bezorgwagen, het paard in gespannen, en op het linnen van de kar in grote letters: "Albert Heijn's Koffie en Thee de Beste." Mevr. Pieterse herinnert zich nog wel de viering van het 25-jarig bestaan van de zaak in 1953. Heel Den Burg leek wel een vlaggenzee. Ook de concurrenten hadden de driekleur gehesen. Hoe "het goed" van Zaandam naar Texel kwam is eigenlijk een verhaal apart. De verzending werd verzorgd door de beurtschipper. Die vertrok op maandag naar Zaandam en kwam op

Personeelsbladen | 1978 | | pagina 5