Mïh t Voor mij is werken altijd -een uitdaging geweest" rtHf# Drie dagen in de Volksrepubliek China "IEDER RAS HEEFT Z'N EIGEN PROBLEEM" T. F. HUBERTS: .1 ii n •tftrftftiiil i i lii «tfiif Konijnenfokker P. J. Tijssen pagina 10 FLITSEN "Ook je werk kan je hobby zijn" zegt de heer T. F. Huberts, gepensioneerd AH-bedrijfsleider. "Je gaat een hobby bekijken als sport, en dat is in m 'n werk ook altijd zo geweest. Ik kon m 'n creativiteit er volop in kwijt. Ik wilde altijd nieuwe dingen gaan doen, ik kon er geen genoeg van krijgen. Soms vergat ik zelfs te eten, en dat is ook weer niet goed. Maar vrije dagen kenden we niet. Als je niet klaar was, ging je gewoon 's avonds en 's nachts door". P. J. van Wissen benoemd In verband met het vertrek van de heer drs. J. P. Verkuijl wordt de heer P.J. van Wissen per 22 mei 1978 benoemd tot bedrijfsdirecteur van Alberto bv. Naar de opvolger van de heer Van Wissen, momenteel Marketing Manager bij A.C. Restaurants bv, wordt nog gezocht. Een kwart eeuw geleden kwam de heer Huberts bij Albert Heijn in dienst. Hij werkte in diverse Limburgse filialen, met als start Venray en later Venlo. Vandaar als BL naar Horst en vervol gens Swalmen bij Roermond. In 1976 moest hij noodgedwongen stoppen, om dat hij werd afgekeurd. klokken Een wandeling over de verdieping waar het echtpaar Huberts woont, maakt wel duidelijk dat zijn hobby's vele kanten op gaan. Zo kom je tientallen klokken tegen, de één nog fraaier dan de ander. In de gang een rij oude kruideniers koffiemolens. In de slaapkamer beschil derde melkkannen. In de kamer een paar uit bruin hout gesneden koppen. In de kantine, die we onderweg passeren, hangen schilderijen die ook van zijn hand zijn. Zoals de zaken er nu voor staan, houdt de heer Huberts van al deze hobby's alleen de klokkenverzameling bij: "Als ik iets leuks tegenkom, en het is te betalen, dan koop ik het. Die dingen worden wel duurder, nooit goedkoper." Haantjesklok uit 1795 Een jaar of zeven geleden begon dat met één klok, een Franse comtoise van 275. Die is nu het vijfvoudige waard, zegt de heer Huberts. Het is er één uit ongeveer 1840. Inmiddels zijn het er al meer dan twintig. Veel meer dan ze kopen en op gang houden doet hij er niet aan, zeker geen ingewikkelde reparaties. Niettemin weet hij er wel een hoop van. We vangen technische termen als "spillegang" en "ankergang" op, zonder precies te begrijpen wat ze behelzen. Zijn oudste klok is een Haantjesklok, en die stamt uit 1795. curiositeiten Hoe kom je aan zulke apparaten? "In de winkels moet je niet zijn. Ik doe meer met kleine handelaars, die ze ook weer via via krijgen. In een echte antiekwin kel doen ze er zo twee-, driehonderd procent bovenop. Maar als ik vrij had, ging ik altijd op zoek. Ook in de vakanties. Ik koop ook andere curiosi teiten." In maart waren we met de Canberra van P O in Hong Kong en konden we een excursie van 3 dagen maken naar Kwangchou, het vroegere Kanton. Met 276 passagiers gingen we per trein naar de grens van de "New Territories", het gebied op het vasteland dat de kroonkolonie Hong Kong tot 1997 van China gepacht heeft. Daar moesten we over een brug die de grens vormt. Na de nodige formaliteiten stapten we in een andere trein en reden 2 uur door het Chinese land waar overal ijverig op de rijst- en tarwevelden werd gewerkt. In Kanton bezochten we een commune, een kleuterschool, een ivoorfabriek, acu punctuuroperaties en een acrobaten- voorstelling. De bevolking was bijzonder vriendelijk en opgewekt. Enige malen per dag moet je de theorieën van voorzitter Mao aanhoren. Voor hetgeen het regime bereikt heeft moet je wel respect hebben want in tegenstelling tot vroeger lijdt niemand meer honger. Wel moet je onze normen vergeten want een ieder is gelijk en eenvoudig gekleed. De overbevolking vereist werk waar veel mensen voor nodig zijn. Het krioelt dan ook overal van hard werkende Chinezen die liever een spade hanteren dan een machine het werk te laten doen en zelf in de WW te gaan. Ook de hogere ambtenaren zijn ver plicht elk jaar een paar weken op het land te gaan werken om te voorkomen dat zij het contact met de bevolking verliezen. Ondanks de, vergeleken bij ons, uitermate sobere levenswijze en het vette Chinese eten waarop we werden onthaald, waren we allen blij deze korte glimp van dit enorme land te hebben mogen opvangen. Een van onze medereizigsters vatte haar ervaringen in de volgende regels: Geen God om neer te knielen, De moeder, weg van huis, Want voedsel voor de zielen, Komt van het land, -Niet van het kruis. H.K.E. Op de schouw in de woonkamer staat een prachtig klokkenstel, waarop een jachttafereel is afge beeld. De heer Huberts: "Dat is een machtig stuk werk. Dat is niet alleen antiek, het is ook kunst. Daardoor ben ik eigenlijk geïn spireerd om houtsnijwerk te gaan verza melen." We proeven iets van het enthou siasme waarmee hij ook 25 jaar lang zijn werk bij Albert Heijn deed. Bladerend in een plakboek zien we dat hij met dat werk diverse malen in de prijzen viel. Zo kwam hij in 1955 in het personeels orgaan PIT door een record-verkoop wijn. Door erg veel tomaten te slijten, verdiende hij een reis naar Capri. "Dat krijg je als je enthousiast bent," legt hij uit. "Voor mij is het werk altijd een uitdaging geweest. Als ik een zaak op kon werken van 1000 naar 1500 aanslagen, kreeg ik loon naar werken. En mijn leuze is altijd geweest: Omzet is vakkennis en teamgeest." R. Hagenaars benoemd Met ingang van 24 april jl. is de heer R. Hagenaars benoemd tot verkoopleider AHSM. De heer Hagenaars zal een deel van het houdbare pakket kruidenierswaren van de heer Balledux overnemen. De exacte samenstelling van de twee houdbare groepen zal na de inwerk- periode van de heer Hagenaars bekend gemaakt worden. De heer C. Leenheer neemt de taak van assistent verkoopleider vlees over. Konijnen fokken, da's geen wiskunde. "Je kunt twee knappe mensen bij elkaar zetten, die dan toch lelijke kinderen krijgen. Dat geldt voor konijnen ook. En van een slecht vrouwtje en een goede man kun je prachtige jongen trekken." De kenner die hier spreekt, is de heer P. J. Tijssen. Overdag is hij assis tent-slager bij de AHSM in Heerlen. In z'n vrije tijd houdt hij zich bezig met konijnevlees achter zijn woning in het dorpje Voerendaal. En dat is allemaal de schuld van opa Roks (schoonvader). Want die ver raste een jaar of zes geleden zijn drie kleinzoons alle drie met een konijn. Die gingen aanvankelijk samen in een hok, maar toen ze groter werden, ging dat niet meer. Want de één was een mannetje en de andere vrouw tjes, en dat is vechten geblazen, verzekert de heer Tijssen ons. Hij had een kennis die voorzitter van de plaatselijke konijnenfokvereni- gmg was, en die vroeg hij om een paar hokken te maken. Daar was in de tuin toch ruimte genoeg voor. "Toen heb ik een paar jaar met verbasterd goed gefokt, voor de slacht. Maar op een gegeven moment kreeg ik het advies om op ras over te schakelen. Ik ben lid geworden van de vereniging "Nut en Sport" hier in Voerendaal." Van dezelfde voorzitter die de eerste hokken maakte, kreeg hij toen een zilveren ras vrouwtje. Dat werd door een goed mannetje gedekt, en dat was eigenlijk pas het echte begin. Met dit ras ging de heer Tijssen een paar jaar door, en hij won er ook enkele prijzen mee. Later schakelde hij over op het ras Alaska, dat nu al zijn hokken bevolkt. Gitzwart zijn 'Alaska-mannetje' Hoe win je nou met zo'n konijn een prijs? "Ieder ras heeft z'n eigen problemen. Bij deze mag er voor een tentoonstelling geen wit pluisje aan zitten. Daar worden ze helemaal voor ondersteboven gekeerd. Verder moet het een kort, gedrongen dier zijn, met een goede achterhand. En een bepaald gewicht, 2'/i tot 3lA kilo. De pels moet vol en zacht zijn, glanzend, goed van lengte en goed gesloten. Dat is-ie wel, nu het zo koud is, maar op een zomerdag staat-ie helemaal open. Het mannetje moet een mooie dikke kop hebben, daar moet hij zo aan te herkennen zijn." Twee jaar geleden kocht de heer Tijssen in Duitsland een heel zwaar Alaska-mannetje. Dat liet hij op een vrouwtje los, en dat leverde twee jongen op. Eén ervan was sprekend z'n vader, en dat konijn is de vader van alle konijnen waar de heer Tijssen in 1977 mee verder ging. Vier moeders kwamen daar aan te pas. In totaal bevat het hok nu 24 konijnen. Dat fokken intrigeert ons. We laten de heer Tijssen er verder over uitwij den: "In een seizoen kan een vrouw tje een of drie keer jongen krijgen. De dracht duurt een maand. Daarna moet je ze nog zes weken bij de moeder laten. Maar stel dat de ene moeder vier jongen heeft, en de ander twee, dan kun je ze ook alle zes bij één moeder leggen. Dan kan de ander weer gedekt worden. Je krijgt altijd vrij veel jongen, en de grove fouten doe je weg. Je blijft steeds weer selecteren, tot je aan het gewen ste aantal bent." 'successen' Over het dekken: "Als een vrouwtje vruchtbaar is, blijft ze stil in een hoekje zitten. Ik blijf er bij, want dat dekken is in tien minuten gebeurd. Gaat het om de een of andere reden helemaal niet, dan pak ik 'm eraf, en proberen we het de volgende dag weer." 's Morgens krijgen deze ko nijnen brood of een speciaal soort korrels, 's Avonds eten ze in de zomermaanden groenvoer, met om de andere dag hooi erbij. In de wintermaanden doen ze het met een winterpeen. Water hoeven ze niet, er zit genoeg vocht in dat groenvoer of in die peen. Het hok moet 's zomers elk weekend schoon gemaakt wor den, 's winters om de veertien dagen. De tentoonstellingen waar het alle maal om begonnen is, beginnen in september, en dat gaat door tot fe bruari. Tentoonstellingen worden ge houden in club- en kringverband, provinciaal en nationaal. De woon kamer van de heer Tijssen staat vol stille getuigen van de successen die hij de afgelopen jaren met zijn Alaska's boekte. "Ik zit elk jaar wel een paar keer in de prijzen." zegt hij bescheiden.

Personeelsbladen | 1978 | | pagina 10