|-"OR bij Meester—j I nuttig en I Inoodzakelijk"1 "A/ doende leert men Ahold-organist op Belgische TV Opening 25e vlees ZB Marktkraam uitstekend verkooppunt De heer H. Helmink lid van OR Meester Wij he: FLITSEN pagina 11 "Lk ben een groot voorstander van de overlegeconomie, geen polarisatie. Het be langrijkste van een ondernemingsraad vind ik het gestalte-geven aan een stukje medezegeenschap. De O.R. is de enige gelegenheid om mee te Draten en soms te be slissen." Dit komt met overtuiging uit de mond van de heer H. Helmink [53] uit Zwolle, beheerder van het technisch magazijn by Meester Wjjhe en lid van de O.R. van dat bedrijf. De heer Helmink zit vol kernachtige uit spraken, zoals: "Als je kritiek hebt op de maatschappij moet je er zelf ook wat aan willen doen." Dit laatste heeft hij eigenlijk zijn gehele leven in praktijk gebracht. In zijn vroe gere woonplaats Gorkum was hij enige maanden lid van de gemeenteraad voor de ARP. Bij bedrijven waar hij werkte zat hij wanneer er geen O.R. was in be- drijfskernen. Toen hij bij Meester in dienst kwam wist men hem ook al spoedig weer te vinden en sinds drie jaar maakt hij deel uit van de O.R. Voorts is de heer Helmink bestuurslid van de plaatselijke afdeling van de Voedings- en Genotmiddelen- bond van het C.N.V. Op 1 april staan bij Meester verkiezingen voor een nieuwe O.R. voor de deur en het is haast van zelfsprekend, dat dan ook de naam Hel mink weer op de kandidatenlijst voor komt. Dat houdt tevens is, dat hij de O.R. bij Meester nuttig en noodzakelijk acht, want een van zijn uitspraken is: "Als we alleen zouden praten over putjes en dekseltjes stapte ik er meteen uit." "Meester-man" Ondanks de voorkeur voor overlegsitu aties schroomt de heer Helmink niet om "hard" op te treden wanneer hij daar aanleiding toe ziet. Dat was het geval begin 1977 bij de stakingen in het con flict om de automatische volledige prijs compensatie. Ook bij Meester werd toen gestaakt. Helmink was lid van het actie comité, waarin ook leden van de FNV zaten. "Ik heb die ervaring achteraf als een hoogtepunt beschouwd," zegt hij, "Het onderlinge vertrouwen tussen de leiding en de O.R. - zeg maar het gehele perso neel - was zoek. Gelukkig is nadien weer veel verbeterd. Maar er kwam bij die staking toch ook een stuk solidariteit en betrokkenheid bij het bedrijf naar bui ten. Dat heeft me goed gedaan. Ik moet trouwens zeggen, dat ik mij eerder "Meester-man" dan "Ahold-man" voel." Door de staking is men naar de mening van de heer Helmink als O.R. en ook als vakbeweging een stuk zelfbewuster ge worden. Bij de mensen in het bedrijf was dat ook merkbaar." De bevoegdheden van een Onderne mingsraad zijn nog lang niet zodanig dat O.R.-lid Helmink tevreden is. Hij zegt: "Het principiële doel is uiteindelijk ge lijke rechten voor kapitaal en arbeid. Daar zijn we nog lang niet aan toe. Aan de andere kant maken we vaak nog veel te weinig gebruik van de bevoegdheden die de wet ons biedt. Ervaring en durf ontbreken wel eens. Maar dat komt vanzelf, naarmate je langer in een O.R. zit. Dat is een geleidelijk proces." Volledige medezeggenschap is nog niet bereikt, maar juist daarom is de heer Helmink zo actief in het vakbondswerk. "Wij zetten ons in voor doelstellingen, die misschien pas over 10 of 15 jaar wor den bereikt. Dat hindert niet. Maar je moet er wel wat voor doen, want anders gebeurt het nooit." persoonlijke voordelen De heer Helmink meent dat bedrijven die in dit opzicht voorop willen lopen en niet altijd afwachten wat de wet precies voorschrijft, tenslotte misschien wel tot de beste resultaten komen dankzij een dergelijk open overleg. "Die bedrijven gaan het winnen," stelt hij. In het lidmaatschap van een O.R. ziet hij ook persoonlijke voordelen: "Je leert veel. Er zijn cursussen van de vakbeweging - ge richt op de bewustwording en de moge lijkheden in de O.R. - en van het bedrijf. De laatste behandelen meer de techm sche aspecten van de onderwerpen, die aan de orde kunnen komen. Je kennis neemt er door toe. Je komt in aanraking met bijv. aspecten van sociaal beleid, met financiële vraagstukken, je doet ver gadertechniek op enz." Bij Meester Wijhe zijn geen problemen met betrekking tot het deelnemen aan O.R.-werk, integendeel. "Je krijgt alle medewerking," aldus de heer Helmink, "Maar als je het goed wilt doen kost het je toch wel wat tijd. Thuis lees ik erg veel, brochures, vakbondsbladen enz. In contact met de achterban gaan ook wel wat uurtjes zitten, maar wat mij betreft vallen die gesprekken vaak in schafttijd. Op 1 april gaat het personeel van Mees ter Wijhe naar de stembus. "Ik hoop dat iedereen daar gebruik van maakt," al dus Helmink, "Wanneer we als werkne mers ooit volledige zeggenschap willen realiseren dan zullen we moeten begin nen met ons in te zetten voor het gebruik maken van de mogelijkheden die we nu hebben." En daarom hoopt hij ook dat zich vol doende mensen kandidaat zullen stellen om de O.R. te bemannen (al mogen dames zich ook melden!). "Het O.R.- werk geeft je, ondanks het vallen en op staan, een bevrediging, waar je toch met plezier op terugkijkt," besluit hij. 55 Op zondag 15 januari was tydens een Belgische TV-uitzending een minuut of zes orgelmuziek te horen die ten gehore gebracht werd door de 27-jarige Assen- delver Dick Heyne, in het dagelyks leven werkzaam op de afdeling logistiek van Ahold. Hy houdt zich daar met name bezig met file-maintenance [be standsonder houd] en heeft momenteel \eel te maken met het Heemskerkse Sigma-projekt. Op die 15-de januari had BRT I een programma met de titel "Studio Vrije Tijd", en dat was ditmaal gewijd aan mensen die electronische orgels en syn thesizers bespelen als hobby. In België hebben die mensen zich in een vereni ging ondergebracht. Dat Dick Heijne uit Nederland eraan te pas moest komen om een stukje te spelen, vindt zijn oorzaak in het feit dat hij twee jaar geleden zelf een orgel in elkaar zette. Dick: "Het was zo'n bouw pakket. Een kind kan de was doen." Hij kocht dat pakket in Utrecht bij de Nederlandse vertegenwoordiger van het Duitse merk dr. Böhm. Hij komt daar nu nog regelmatig, als hij zijn appara tuur wil uitbreiden of verbeteren. "En dan spring ik wel eens achter zo'n orgel, zo'n compleet ding, waar alles in zit." De eigenaar van die zaak, de heer Ziher, had hem zodoende een paar keer bezig gehoord. Toen die dan ook iemand moest leveren voor de Belgische TV- uitzending, en z'n eigen bedrijfsorganist op toernee was, dacht hij aan Dick Heijne. En die zag dat wel zitten. "Ik speel bijna elke dag," vertelt hij, "voorzover de tijd het toelaat. Dat is wel eens een probleem, want ik zit ook nog op avondschool. Ik speel soms in ker ken. Van origine ben ik pianist. Als kind heb ik pianoles gehad. De muziek zat er van huis uit in, mijn vader was dirigent van drie fanfarekorpsen. Ik zat nog op de kleuterschool toen ik al een piano kruk beklom en "boer daar ligt een kip in 't water" speelde." Een belangrijk onderdeel van de kerstaanpak Albert Heijn 1977 was het thema "Gourmetten". Om over dit gezellige en sfeervolle tafelen de klanten een goed ad vies te kunnen geven en weten waarover men praat, moet men dit ooit aan den lijve ondervon den hebben. Om de chefslagers van bedie- nings- en geïntegreerde slagerijen deze ervaring op te laten doen, werden er landelijk per zone of area werkbijeenkomsten belegd onder de naam 'gourmet-party', want vlees is nou éénmaal een hoofdbestanddeel van dit gebeu- Foto: de bijeenkomst van chef slagers (met echtgenotes) uit de area West-Nederland in Motel 'Alkmaar' tijdens de gourmet party onder leiding van de FM's Goossens en C. Ott. Het orgel trok hem meer dan de piano, door z'n andere sound, en de andere speeltechniek. Om zich er verder in te bekwamen, besloot hij dus twee jaar geleden er zelf één te maken. "Ze zijn verschrikkelijk duur, als je een goeie wil hebben. Ik ben een paar fabrieken langs geweest, en bij Böhm is een stap-voor- stap aankoop mogelijk. Je kunt 'm steeds uitbreiden en verbete ren. Ik heb nu voor een kleine 7.000 gulden een orgeltje waar je in de winkel 25.000 voor zou betalen". Heeft hij aspiraties om beroeps te worden? "Dan moet je wel akelig goed zijn hoor. En je moet veel tijd hebben om te studeren. Dat zit er gewoon niet Op 2 december j.l. opende filiaal 5520 opnieuw zijn deuren nu als Vlees ZB. Het was het 25e filiaal dat in 1977 is omgebouwd tot vlees ZB. H. Helmink, Lid van OR Meester Wijhe In het Albert Heyn filiaal in Zaandam staat sedert kort voor in de winkel een marktkraam waarin men iedere week een speciale aanbieding heeft. Het blijkt een groot succes want er zijn reeds belangrijke omzetten behaald met verse vis, drop, schuim, kaas. speculaas, stroopwafels en dergelijke. Op de foto de worstaanbieding waarbij men ook stukken warme worst kon kopen. Achter de kraam waren op dat moment in actie mevrouw Dénneman en de vakslager Piet Blij. De heer Tol, die deze activiteit hanteert, merkte nog op: "Deze rechtstreekse benadering van de klant past precies in de lokale marketing. Het wat statische beeld van de winkel wordt wat doorbro ken en het geeft gezelligheid". Wellicht een voorbeeld ter navolging. In Zaandam maakt men op maandag al de nieuwe aanbieding bekend en blijft dit met de omroepinstallatie ondersteunen.

Personeelsbladen | 1978 | | pagina 11