CURSUS LIGT GEREED Ridderkerk gaat nog op de oude manier Ik zou het best nogeens over willen doen5 'dëSl Area-manager Van der Putten: GEPENSIONEERD BEDRIJFSLEIDER F. VAN WORT: FLITSEN pagina 11 "De mensen hier zeggen: We hoeven niet de tweede zaak te zyn die op de nieuwe manier non-food gaat verkopen. Maar wel de derde." De heer F. de Klerk zegt het wat ironisch, maar tegelyk proeven we wat verbetenheid. Hy is bedrijfsleider in de AHSM in Ridderkerk, één van de SM's met groot-non-food. "Groot-non-food is vijf jaar lang een stiefkind geweest," vertelt hij, "er werd constant afgebouwd. Daardoor ver dween de motivatie bij de mensen in die afdeling. De kruidenierswaren pikten steeds meer ruimte in. Het non-food- assortiment was ook niet meer bij. Pas vorig jaar hebben ze het weer goed opgepakt." "kruideniersmanier" Een ambitieuzere aanpak van het nonfood-pakket in de Albert Heijn-filialen heeft ook z'n consequenties in de personele sfeer. Immers, je kunt een winkel nog zo mooi inrichten, met name in de nonfood-sector zijn bediening en service ook belangrijk. De heer A. H. J. van der Putten, areamanager AHSM in de zuidelijke provincies, heeft zich met name met dit aspect inten sief bezig gehouden. Zo komen er nu in de nonfood op leidingsmogelijkheden tot het niveau van eerste verkoper. De heer Van der Putten: "In de oude situatie is nooit veel aan opleiding gedaan. Nu zijn we ons daar concreter mee gaan bezighouden. De programma's voor de cursus, die drie of vier dagen duurt, worden in het voorjaar werkelijkheid. Dan zijn ze benoembaar tot eerste verkoper, dan is ook in de nonfood promotie mogelijk." Bij het samenstellen van de cursus heeft men zorgvuldig onderzocht wat de leem ten zijn in de kennis van de mensen die dit werk moeten doen. In de winkels wordt een voorselektie gehouden van degenen die voor de cursus in aanmer king komen. In de grootste zaken zal wellicht nog een hogere functie, nl. die van sector-chef, in de afdeling nonfood ingevoerd wor den. Omzet en beschikbare ruimte zijn daarbij de criteria, en de heer Van der Putten verwacht dat om te beginnen drie of vier zaken ervoor in aanmerking zullen komen. Dan is een projektgroep onder leiding van organisatie-deskundige Van Trot- senburg bezig geweest met een studie over de omzet per werkuur (OPWU) in deze sector, en daar kwam uit dat de oude norm vrijwel gehandhaafd kan opzet naar andere filialen te projekte- ren. Ook naar kleinere filialen, maar dan op een aangepaste schaal. "Het moet ook fysiek haalbaar zijn," zegt de heer Van der Putten, "het zijn tenslotte allemaal mensen die het moeten doen." Daarom legt hij ook grote nadruk op de motivatie van deze mensen: "Daar was een groot gebrek aan. Regelmatig gingen er assortimentsgroepen uit hun winkel. Daarom zorgen we nu voor een geregelde communicatie, met de BL's en ook met de afdelingshoofden. En dat verloopt erg prettig." Die nieuwe aanpak heeft inmiddels geleid tot een remodeling in het Eind- hovense filiaal aan de Limburglaan. Daarover elders meer. In Ridderkerk gaat het nog op de oude manier. "Wij verkopen nog non-food op de kruide niersmanier," omschrijft de heer De Klerk dat bondig. "Ondanks dat sta je versteld wat we verkopen. Ik denk b.v. aan een grandioze camping-artikelen verkoop en nu aan het speelgoed. Met de nieuwe aanpak zal het echter nog beter gaan. "Hier staan dure electrische appa raten in dezelfde stelling als goedkope artikelen. De mensen hebben niet het idee dat ze in een non-food-afdeling lopen. Ik heb de nieuwe aankleding ge zien, en daar waan je je in een waren huis. We hebben het steeds verkeerd gedaan. De vrijetijds-shop is daar een sprekend voorbeeld van. Die is in de nieuwe opzet erg mooi geworden, het is gewoon een winkeltje. Ook de evene mentenruimte komt straks beter tot z'n recht. De mensen wandelen van de ene boetiek naar de andere." goede voorlichting Ook van de personele bezetting in de nieuwe stijl verwacht de heer De Klerk een drastische verbetering: "Eén van onze grootste problemen was, dat de lay-out van non-food hetzelfde was als bij de kruidenierswaren. Er is wel ergens een inpakcentrum, maar vandaaruit heb je geen overzicht over de hele afdeling. We hebben nu een juffrouw die foto film en drogisterij-artikelen verkoopt. En daarnaast kan ze ook nog iets over non-food vertellen. Voorheen liepen er gewoon wat mensen rond. Maar bij non-food hoort een goed stuk voorlich ting. Hoe werkt iets, wat kan ik er voor hulpstukken bij kopen, enzovoort. En een klant die iets vraagt, moet niet als werk-onderbreking beschouwd wor den." 99 brengen, licht was er niet op die fiets, 'n zaklantaarn had ik niet, wel een bran dend waxinekaarsje in mijn hand, maar daar deed de regen weinig goed aan. Ik vloekte wel, toen ik doornat thuis kwam. Eén week 's jaars vakantie, in tweeën op te nemen, was toen normaal. Daarna vijf jaar bij van Amerongen, waar ik veel leerde. En op mijn 22e naar Simon in Haarlem, waar ik na 7 maanden be drijfsleider werd. Toen ging nog alles over de toonbank, maar later werd dit anders. Ik had de 10e ZB en ook de 10e supermart. Ruim 35 jaar in Amsterdam gewerkt, waarvan de laatste 16 jaar op het Mosplein fijne stad met mensen met humor maar nu wonen we toch liever hier buiten we wandelen veel, ik heb vroeger veel aan sport gedaan, ook gevoetbald. Natuurlijk is er veel veranderd in de kruideniersbranche en ook bij Simon, alles is natuurlijk mas saler, maar er zijn ook meer ont plooiingsmogelijkheden voor de mensen en vooral: Er is veel meer overleg en openheid. In mijn jonge jaren en ook vaak later werd je nergens bij betrokken en soms dacht ik: "Word ik nou van 't verlies betaald Maar ik vond het altijd belangrijk, in de "running" te blijven 'n mens moet bewegen. Toen ik mijn 40 jaar bij Simon vierde, zei ik: "Ik heb wel echt een loopbaan achter de rug ge lopen heb ik hier altijd graag en veel!" Dat zegt de zonverbrande gepensioneerde bedrijfsleider Fokke van Wort, die men de 65 jaar niet, doch de korte najaars vakantie op Ibiza, waarvan hij net terug is, best wél kan aan zien. "Ons vaste stekkie, Ibiza", voegt zijn vrouw er opgewekt aan toe, ,,wij zijn er al 14 keer geweest. Maar hier is het toch ook heel fijn was bouwvakker, we waren met z'n veer tienen thuis 7 broers en zeven zusters er waren dus vele monden te voeden. Omdat Overveen nogal een gegoede hoek was, voerden we naast de gewone spullen daar was toen ook petroleum bij ook wel delikatessen zoals Franse kazen en wijnen. Als jochie keek je in die tijd tegen die villabewoners op en ik herinner me nog, dat zo'n meneer eens, toen ik bij de "staatsiedeur" floot (welke 14-jarige fietsjongen fluit nou niet!) naar me toe kwam en zei: "Aan de deur wordt niet gefloten jongen!" Ik, gedwee: "Ik zal het nooit meer doen, mijnheer." "Enfin, je wist niet beter. Op de zaak van Kol prijkten twee borden, één met: "leveranciers achterom!" het andere met: "let op de hond!" een onder maats pekineesje, naar ik meen. Men nam wel de tijd om je wat te leren, maar dat kon ook, want je werkte van 8 uur 's morgens tot 9 uur 's avonds geen winkelsluiting in die tijd. Eens moest ik laat in de avond door de stromende regen 'n onsje ham naar Kraantje Lek worden. Maar dat houdt tevens in dat een snel stijgende omzet, even snel betekent dat er meer uren beschikbaar komen voor non-food. Het feit dat nu al de nonfood meer omzet per werkuur geeft dan andere afdelingen, was één van de redenen om er werk van te gaan maken. Proefne mingen gedurende een aantal maanden leverden bevredigende resultaten op. Die proeven werden genomen in Stads kanaal, Heemskerk, Amsterdam (Helm- holtzstraat) en Haarlem. De opzet zoals die nu voor Eindhoven, Limburglaan gekozen is, is een vervolg daarop, en kreeg daarom een maximale aanpak. In 1978 overweegt men de Eindhovense Hier dat is de ruime torenflat in Beverwijk, vlakbij de idyllische duinen van Wijk aan Zee, waar het echtpaar sinds de pensionering woont. "Aan het Mosplein in Amsterdam, waar ik 16 jaar bedrijfsleider was, woonde ik ook boven Simon," zegt de heer van Wort fijntjes" maar daar wilde ik toch niet blijven wonen na mijn pensionering. Ik zou er immers geen stap buiten de deur hebben kunnen zetten, zonder geregeld door mensen klanten en anderen te zijn aangeklampt. Dat komt, ik heb altijd graag met de mensen gepraat, ik ben erin geïnteresseerd voor mij is het kruideniersvak meer dan bruine bonen en rijst het is ook kommunikatie. Hoewel dat niet wil zeggen, dat bruine bonen geen rol in mijn leven hebben gespeeld kennis van het artikel was in mijn jeugd bijzonder belangrijk. Ik heb een halve eeuw in het kruideniers vak gezeten en ben op m'n veertiende als fietsjongen, als jongmaatje zogezegd, begonnen. Bij kruidenier Kol, 'n zelf standige zaak in Overveen. Mijn vader

Personeelsbladen | 1978 | | pagina 11