Optimalisatie is het koninklijke woord Het is teamwork V Toch kun je niet al A. S. P. VAN TROTSENBURG: J. K. VAlj 0* J. ENGELBREGT: 33 33 De afdeling "Organisatie filialen" werkt voor, doet onder zoekingen en geeft adviezen t.b.v. de operationele eenheden in de Ahold familie. Al die activiteiten vallen onder de supervisie van de heer A. S. P. van Trotsenburg. En dat is nogal wat. In het kort gezegd heeft dat te maken met: het verschyningspatroon en de koopgewoonten van klanten de goederenbeweging in de winkels die daarmee in verband staat de daarbijbehorende werkzaamheden en de programme ring en leiding daarvan de noodzakelijke winkel- en werkruimte de daarby te gebruiken apparatuur De heer Van Trotsenburg: "Daarin is de factor arbeid bijzonder belangrijk. Daar moeten we dus de nodige richting aangeven teneinde de loonsom binnen noodzakelijke grenzen te houden. Daarvoor hanteren we een systeem waar in de filialen op een evenwichtige soepele wijze mee te werken valt en wat centraal inzicht verschaft. Twee belangrijke zaken die constant zorg'en aanpassing behoeven. Het systeem dient per filiaal rekening te houden met omzethoogte - assortiment - presentatiewijze en alle verdere invloedsfactoren waardoor ieder die werkuren toebedeeld krijgt (en deze eventueel zelf kan berekenen) die een zo goed mogelijk resultaat garanderen. Daarbij krijgen specifieke omstandigheden alle aandacht. Men zou het een maatcon- fectie-systeem kunnen noemen. Als stuurmiddel wordt daarbij het kengetal omzet per werkuur (OPWU) gehan teerd. winkelervaring De haalbaarheid van het genormeerde staat centraal. "Het moet kunnen". Men moet er in de winkels vertrouwen in kunnen hebben. Daarom is winkelervaring van de mensen die regelmatig de noodzakelijke onderzoekingen doen en die vertalen naar normeringen en handleidingen en die indien gewenst ter plaatse assisteren bij het programmeren een absolute must. systemen en normen De systemen die organisatie op deze wijze voor de filialen adviseert worden na overleg en goedkeuring in de resp. staven in opleidingen verwerkt en door organisatie-medewer kers gebracht daar waar dat nodig is dus evenzo bij verkopers en hoka's als bij sector-chefs of bedrijfsleiders. Voorop staat daarbij - naast de nodige training - dat kennis en begrip tot een betere motivatie leiden. Bij het maken van normen en systemen worden de mensen die ermee moeten werken in toenemende mate betrokken. Dit maakt het gemakkelijker om later met de nieuwe richtlijnen te werken. Ze hebben ze immers mede opgesteld. We maken niet alleen normen en systemen, we moeten ook zorgen dat men ze goed hanteert, dat men leert ermee om te gaan zodat men kan ontdekken dat werkzaamheden dan gemakkelijker en beheerster gaan verlopen en afwijkingen en/of storingen beter bijgestuurd kunnen worden. En als het ergens niet gaat wordt in laatste instantie onderzocht waar de narigheid zit. Er kunnen altijd specifieke situaties zijn die aanpassing vereisen. Normen zijn nu eenmaal gebaseerd op gemid delden. Tot zover de kwantitatieve normen. De heer Van Trotsenburg vervolgt: "Kwalitatief komt de vraag aan de orde welke mensen men voor het werk denkt nodig te hebben, specialisten of all-rounders, full-timers of part-timers."" Volgende vraag: Welk kader is daarbij nodig en hoe moet de leiding eruit zien. Er moeten programma's ontworpen worden. Wie doet dat - wanneer moet het gebeuren - hoe moet het uitgevoerd worden. Een bedrijfsleider en z'n kader moeten op basis van het voorgaande en met hun omzetkennis in staat zijn te bepalen hoeveel werkuren door hoeveel medewerkers er in de komende week of periode nodig zijn. 'dubbeltje' De heer Van Trotsenburg: "En zo blijven we steeds aan het rekenen en plannen. Optimalisatie dient een zwaarder accent te krijgen. De produktiviteitsontwikkeling is daarbij van belang. We worden geconfronteerd met een situatie waarin niet "harder" werken, doch "zinvoller" werken meer de aan dacht zal krijgen. Om toch "bij" te blijven moeten we noodgedwongen blijven zoeken naar: eliminatie of vereenvoudiging van werkzaam heden - mechanisatie van onplezierig werk - methoden waarbij de klant zelf het werk doet. Bij al deze zaken moet een constante afweging plaats vinden van voor- en nadelen. De cent die vroeger enige malen omgekeerd werd mag dan een dubbeltje geworden zijn, omgekeerd wordt er. Naast de omzet per werkuur kennen we de omzet per m2 winkeloppervlakte. Dit heeft vanzelfsprekend te maken met min of meer vaste kosten voor huren, huisvesting, inventaris enz. Het bedoelde cijfer wordt duidelijk beïnvloed als we kans zien meer omzet in dezelfde ruimte te realiseren of dezelfde omzet in een kleinere ruimte waarbij in het laatste geval dan meters vrijkomen voor nieuwe artikelen of groepen van artikelen. We noemen het metrage optimalisatie, een onderwerp waar- werk. De komende jaren krijgt daarnaast de kwaliteit meer aandacht. Het vinden van een goed evenwicht in de werk-formaties en de opbouw van personeelsbezettingen. Met elkaar zullen we de oplossingen moeten vinden. motivatie Zo leeft momenteel de gedachte om tot kleinere meer overzichtelijke werkeenheden te komen in winkels. Maar dat idee moet nog helemaal uitgekristalliseerd worden. Omdat we een arbeids-intensief bedrijf zijn met relatief veel personeel in filialen ontstaan soms op filiaalniveau bestuur baarheids problemen. Om tot een gevarieerd werkpakket te komen met betere verantwoordelijkheidsstelling van mensen moeten we met elkaar tot een goed resultaat komen. Dat geeft ook een betere arbeidsmotivatie. Het moet niet zo zijn dat opdrachten slaafs of ongeïnteres seerd worden uitgevoerd maar betrokken en geïnteresseerd. In winkels is evenals overal leuk en minder leuk werk. Daarover moeten goede afspraken gemaakt worden. Dat schept duidelijkheid, een betere sfeer en plezier in het werk. 99 op voortdurend wordt gestudeerd," zegt de heer Van Trot senburg. Concreet kreeg hij een jaar of vier geleden te maken met een situatie bij AH waarbij werk en arbeid o.a. door snelle groei van nieuwe en van kleine naar grote winkels niet goed meer op elkaar waren afgestemd; er waren te ruime bezettingen ontstaan. Daarin moest wel verbetering komen en dat is door een duidelijke aanpak met als richtlijn "meer omzet met dezelfde mensen en niet harder werken" uitstekend gelukt. Er is nu een goede begeleiding van de kwantitatieve kant van het Sinds 1 oktober zyn de heer J. Engelbregt en zyn groep reeds overgeplaatst naar de distributie-organisatie. Daaronder vallen de distributiecentra, het vervoer en de logistiek. In zyn werkzaamheden is overigens geen verandering gekomen. Met nog enkele mensen werd daar de afdeling BEO gevormd, een groep die zich bezig houdt met bedrijfs economische en organisatie-aangelegenheden. En wat doe die BEO nu? De heer Engelbregt: "Ons werk is gericht op organisatiestructuren, personeelsplanning, nor mering, in het algemeen beslissingsvoorbereiding. We onderzoeken investeringsmogelijkheden. Of veranderingen qua routing en lay-out in het bedrijf." Concrete voorbeelden daarvan: de inrichting van het ETOS-DC; verandering van het DC van Simon;het invoeren van arbeidsstandaards in de centrale slagerijen; het opzetten van een bedrijfsbureau in de Zaandamse centrale slagerij (waar men nog mee bezig is); reorganisatie van het pallet-gebeuren (beschreven in een vorige Flitsen). Het zijn allemaal onderwerpen die de heer Engelbregt ook in de afdeling "organisatie" op zijn bureau kreeg. "We hebben nu alleen betere contacten met onze opdrachtgevers," zegt hij. "Men had binnen de distributie-organisatie een dermate groot werkpakket, dat men het beter achtte zelf de kennis in huis te halen, dan die steeds weer in te huren bij de afdeling Organisatie. Daardoor werd ook de prioriteitsstelling ge makkelijker." De leden van zijn groep binnen BEO zijn HTS'ers, die daarnaast een stuk organisatie-opleiding achter de rug hebben en ook de nodige ervaring opdeden. Ze zijn in staat zelfstandig contacten te regelen, werk uit te voeren en vorm te geven aan de projekten. Een aantal van de andere BEO-leden was vóór de oprichting van BEO al bezig met zaken als mechanisatie en economische aangelegenheden, investeringen, kostenbewaking. Een ingrijpend projekt waar de groep nu bij betrokken is, is het D'80-onderzoek. Hoe gaan de DC's er in de toekomst uitzien? BEO draagt daarvoor gegevens aan, voert deelpro- jekten uit. Zo tracht men een beeld te krijgen van de behoefte aan capaciteit der DC's voor de komende jaren. Hoeveel tijd is er nog om eventueel maatregelen te treffen, en wat moeten dat dan voor maatregelen zijn. In het gesprek met de heer Claus blijkt al dat in dit verband gedacht wordt aan decentralisatie. "Het is een ploeg die tot een hecht verband aan het komen is," zegt de heer Engelbregt over BEO. "We zijn een teamverband aan het opzetten. Dat is overigens het karakter van organisatie-werk: het is niet iets dat je in je eentje doet. Twee jaar geleden kwam de heer J. K. van der Torren op de afdeling "organisatie", en zyn eerste opdracht was het maken van een draaiboek voor AHSM, waar een remodeling aan de orde was. Men was daar bezig met een grootscheepse operatie, er moesten per jaar zo'n 40 a 50 winkels geremodeld worden. Daar komt een hoop by kyken, meer dan de verbouwing alleen. Denk alleen maar aan de stopzetting van de goederen-bewegingen en het weer op gang brengen daarvan. De heer Van der Torren: "Er moeten veel details bij geregeld borden, en dat moet systematisch gebeuren. Ik ontdekte al gauw dat het maken van een draaiboek niet voldoende was. Het is niet zo dat iemand iets achter z'n bureau bedenkt. Er moet een wederzijdse betrokkenheid zijn. Het is teamwork. En in zo'n team is de organisatie-man vaak de motor. Hij zorgt ervoor dat het werk voortgang vindt, dat het de einddatum haalt. Zowel intern bij BEO als extern moet het teamwork zijn. Continue overleg. Ik hecht daar bijzonder veel belang aan. Het is een voorwaarde om tot een goede advisering te komen." "Wij kunnen de gereedschappen aandragen," besluit hij, "in de vorm van ervaring en kennis, op diverse gebieden, waarmee we het merendeel van de organisatorische proble men in het bedrijf aankunnen". Eerst moest een reekt vastgelegd. Er werd onderzocht i Dienst Technische Pij opdrachtgever. Hetoj die verhoudingen enj gevraagde draaiboeb winkel," zegt de heej Hij laat ons zien hoe is een aaneenschakel aangeven in welke v< geschieden, hoe lanj worden, etc. Kort< inmiddels ook elders Miro Zo maakte ook MII| realiseren van nieuwe "Er komt aan zo'n pri krijgt te maken met) daarbij niet steeds n dat nog gecompliceej Hij haalt het Mil indrukwekkender is 1 maar tot een leeg geb is nu Ahold." Een belangrijk aspect Torren opstelt, is d betrokken worden, instantie vrij ingewikl resultaat waar iederei het niet alleen. Bij zo we een club van een i Het volgende draaibi name het zo efficiënt: goederen-aanvoer, he is men nu nog volop: "En onderweg kom je zich weer een ondera naar de desbetreffend gaat er samen over betrokkenen, om zo know-how in het bi know-how, en dat mi 'in beweging' Een andere opdracht kingstrajekt voor heti op een gegeven mon artikel uit te brengen een hele procedure, b de verkoopleider en ring van de drukproe wat bladzijden draail Toen ETOS eind vc uitgebreid, zorgde draaiboek. "Toch kun je niet alh "dan wordt het te beweging. Maar het kingsverbanden tussi schappijen, daar gaa van alle diensten bii niet iedereen achter e niet zonder meer je Daarbij kan het wel

Personeelsbladen | 1977 | | pagina 6