UITBREIDING
JOBBY DELFT
UIT DE COR
Alles over de nieuwe
winstdelingsregeling'
fSTTSSaBTLn
pagina 2
FLITSEN
Er zullen weinig mensen bij Ahold zijn die beter weten hoe de
nieuwe winstdelingsregeling in elkaar zit dan de heer D. J. van
der Tuin, hoofd Arbeidsvoorwaardenbeleid Centrale Perso
neelsdienst CPDhij heeft op papier vastgelegd hoe men deze
regeling wilde hebben. Hij lichtte toe hoe het een en ander nu is
vastgesteld. De nieuwe winstdelingsregeling is afgesloten voor
tenminste 3 jaar en zal reeds dit jaar gelden. De regeling is van
toepassing voor het personeel in dienst van Ahold N. V. of één
van de Nederlandse dochterbedrijven. Het personeel deelt mee
in de nettowinst die in Nederland in dat kalenderjaar wordt
behaald.
Fraai interieur in
Delftse Jobby
Vanaf de opening in november 1976
heeft men in de Jobby Delft tegen een
vrijwel lege verdieping zitten aan te
kjjken. Van de 500 m2 werd maar 100
m2 benut als showroom van keukens.
Dit is een uitstekend lopende afdeling,
reden waarom uiteindelijk werd besloten
ook de overige 400 m2 voor de Jobby in
gebruik te nemen. Aanvankelijk werd
gedacht aan verhuur aan concessionairs.
De nettowinst wordt nog verhoogd met
een vergoeding gebaseerd op de in het
buitenland geïnvesteerde beleggingen
(deze beleggingen staan vermeld in de
balans van Ahold N. V.).
Nadat de nettowinst (aldus gecorrigeerd)
is verminderd met de vennootschaps
belasting ontstaat de grondslag voor de
winstdelingsregeling.
Is de gecorrigeerde nettowinst na belas
tingaftrek méér dan 10% van het eigen
vermogen dan wordt winstdeling aan het
personeel uitgekeerd.
Meer dan 10% winst van het eigen
vermogen wordt overwinst genoemd.
De aandeelhouders, verschaffers van het
eigen vermogen, ontvangen maximaal
10% van het eigen vermogen als redelij
ke beloning.
Afhankelijk van de hoogte van de over
winst zal deze gedeeltelijk -maximaal
50%- beschikbaar komen voor de winst
delingsregeling.
De uitkomst van deze berekeningen is
altijd een bedrag in geld.
Dit bedrag zal na aftrek van de verschul
digde sociale lasten een percentage
vormen van de loonsom per periode. Het
berekende percentage ontvangen de per
soneelsleden die op de laatste dag van de
12e periode en de eerste dag van de 13e
periode van het jaar in actieve dienst zijn.
Over het salaris 12e periode inclusief
vaste vergoedingen zoals ploegen- en
koudetoeslag, wordt de bruto winstuit
kering berekend.
Personeelsleden die in de loop van het
jaar met pensioen gaan vallen normaal
onder de winstdelingsregeling naar rato
van het aantal perioden dat zij hebben
gewerkt. Dit geldt ook voor mensen die
in de loop van het jaar in dienst zijn
gekomen.
Wanneer er weinig of geen overwinst is
zal er in de komende drie jaren vanaf dit
jaar te rekenen toch een uitkering
worden gedaan. Volgens de oude rege
ling was het laagste bedrag dat werd
uitgekeerd 26% van het periodesalaris;
in de nieuwe regeling wordt -wanneer
deze hoogte van 26% niet wordt ge
haald- het verschil met 26% in 1977
geheel, in 1978 voor tweederde en in
1979 voor éénderde aangevuld. Is de
Personeelsblad Ahold N.V.
December 1977
34e jaargang no. 11
verschijnt lOx per jaar
Oplage: 25.500
Redactiesecretariaat:
Ankersmidplein 2.
Kamer 1701
Zaandam
Tel. 075-593026
Hoofdredactie:
Mevrouw T. Plooijer
Redactieleden:
J. Breeschoten
H. M. Christiaanse
D. van Dijk
W. Haeser
Mej. T. Harder
B. van der Knaap
J. Kragten
A. W. Kuipers
Th. v. d. Lee
H. Malag
A. de Roo
D. N. Rövekamp
M. de Ruyter
F. van Rijk
J. J. F. Snepvangers
M. D. A. Sneijder
Redactie en vormgeving in
samenwerking met
PR Bureau v. Hulzen.
Voorschoten
berekende winstuitkering in 1978 bijv.
17% dan is het verschil met de oude
regeling 9% (26-17) de aanvulling is dan
6% (tweederde van 9%); de uitkering
wordt 23%. Een andere garantie die
geldt is dat wanneer het rendement op
het eigen vermogen minder dan 10%
bedraagt doch meer dan 4% er toch
winstdeling wordt uitgekeerd.
Tenslotte wordt er nog op gewezen dat
wanneer er in een CAO die voor een
bepaalde groep personeelsleden van toe
passing is een bepaling is opgenomen
over winstdeling en eindejaarsuitkering,
deze in mindering zal worden gebracht
op de Ahold winstdeling (voorzover deze
hoger is).
De winstuitkering zal omstreeks Kerst
mis van elk jaar worden uitbetaald.
Volgens de garantieregeling zal dit jaar
de winstdeling in elk geval 26% van het
periodesalaris bedragen.
Indien de bedrijfsresultaten tot een
hogere winstdeling zouden leiden dan
wordt u hierover nog dit jaar geïnfor
meerd. [Inmiddels medegedeeld 46%
van het periodesalaris].
Op 24 november is de Jobby Delft
officieel van start gegaan met de verkoop
op de eerste etage van een voor de
Jobby-zaken geheel nieuw assortiment.
Dit is gericht op hetgeen in het Engels
uitstekend kan worden omschreven als
"home-improvement", dat men zou
kunnen vertalen door "woningverbete
ring".
Op een vloeroppervlakte van 400 m2 is
een showroom tot stand gekomen, waar
in Jobby een uitgebreid assortiment
artikelen toont op het gebied van badka
mers, open haarden, tegels, wandbekle-
dingsmaterialen, parket, houten deu
ren, zonweringen e.d.
Alles is als "show" opgesteld om de klant
in staat te stellen uit de verschillende
mogelijkheden om zijn woning op een
bepaalde manier te "verbeteren" en te
verfraaien een verantwoorde keuze te
maken. Ook is er in ruime mate
voorlichtingsmateri aal voorhanden
Wanneer de klant zijn keus heeft
bepaald dan wordt op bestelling gele
verd. De verkoop is gericht op de
doe-het-zelver, uiteraard op de meer-ge-
vorderden op dit gebied, mensen die ook
voor een klus van grotere omvang hun
hand niet omdraaien.
Groepsleider A. van Dam van Jobby
heeft goede verwachtingen van de uit
breiding in de Delftse Jobby. Aan de
totstandkoming daarvan hebben vooral
bijgedragen mej. M. Spek (Dienst Tech
nische Projecten Ahold), en de heren J.
Glijm (beheerder Jobby Delft) en B.
Eken (afd. Vormgeving).
COR VERSLAG -
2 NOVEMBER
Ook het niet-gekozen COR-lid, in
casu voorzitter A. Hejjn, was voor
stander van de winstdelingsregeling.
"Ik meen, dat deze voor het perso
neel gunstiger is dan de andere
mogelijkheid," verklaarde hij.
Er waren ook in deze laatste verga
dering over dit onderwerp nog wel
enkele vraagpuntjes. De heer A. Jong
(PB) wilde weten hoe het zat bij
onvrijwillig ontslag.
Drs. P. J. van Dun, directeur Perso
neelszaken, -aanwezig om waar no
dig de zaak te verduidelijken- ant
woordde, dat men in dergelijke
gevallen de "Regeling Sociale Gevol
gen" (RSG) toepast. Hierin is ook
een bepaling opgenomen over de
voormalige Kerstuitkering.
De heer F. J. Petra meende, dat de
R. S. G. alleen gold voor groepen
personeelsleden, die in een arbeids
voorwaardenpakket vallen waarover
Ahold met de Decom onderhan
delt. De heer Van Dun stelde, dat dit
niet helemaal zo was: er zijn meer R.
S. G-regelingen binnen het concern;
de met de Decom overeengekomen
regeling staat daarbij model.
Ook met de Vereniging van Hoger
Personeel is overleg gevoerd, evenals
bijv. met de horecabóndën; met deze
organisaties is ook een R. S. G.
overeengekomen.
De heer Heijn: '"We hebben ze wel,
maar we hopen weinig gebruik te
maken van die R. S. G.-regelingen!"
Een vraag namens de OR DGD of
ook gepensioneerden mee zullen
doen in de winstdeling.
De heer Van Dun antwoordt: "Een
ieder krijgt nu reeds een gelijk
bedrag." Dit komt niet ten laste van
de winstuitkering.
Een andere vraag van de heer Petra
leverde binnen de COR wel enige
discussie op: "Is het mogelijk een
déél van de winstuitkering in een
voor ieder vast bedrag te geven en het
resterende deel in procenten van het
periodesalaris?"
De heer Jong verklaarde zich daar
namens de PB voorstander van,
evenals enige andere COR-leden.
De heer J. W. Brinkhuis had het
verbaasd, dat dit onderwerp niet
eerder in de COR was besproken. Dit
werd door de heer P. Maas bestre
den: men had het er volgens hem in
een voorgaande vergadering wel'over
gehad, maar het was toen niet verder
uitgediept.
Hét kwam op een stemming aan.
De uitslag van de stemming leverde
als resultaat (rekening houdend met
het aantal stemmen dat de diverse
OR'en in de COR hebben): 11
blanco, 5. voor centen/procenten, 10
voor procenten.
Secretaris J. Ph. Ypma constateer
de, dat dit een rechtsgeldige stem
ming was: er waren voldoende afge
vaardigden aanwezig; de uitslag gaf
een ruime meerderheid voor één van
de twee mogelijkheden, waardoor
volgens de regels een bepaalde keuze
was gedaan.
De heer H. A. Ipenburg informeerde
welke toeslagen meetellen bij de vast
stelling van het periodesalaris waar
over de winstuitkering wordt bere
kend. Hij had gehoord, dat.over-
soortgelijke uitkering (momenteel 2
procent) ook in andere CAO's wordt
opgenomen. In de winstdelingsrege
ling is echter bepaald, dat een derge
lijke uitkering in mindering komt op
de eventueel uit te keren winstdeling.
Men krijgt de uitkering ingevolge de
CAO niet extra bovenop het bedrag
van de winstdeling.
De heer Heijn wilde nog wel eens
precies nagaan hoe men een en ander
in de winstdelingsregeling moet for
muleren. Dat moet op korte termijn
gebeuren.
Het is wel al mogelijk om met de
regeling te gaan werken, maar een en
ander moet toch snel goed op papier
gezet worden. Met deze constatering
was het onderwerp "winstdelingsre
geling" afgerond. De betreffende
commissie moet dan ook zo spoedig
mogelijk nog eens bij elkaar komen
om de zaak af te ronden.
werktoeslagen in principe niet wor
den meegerekend.
Wat meetelt voor de pensioengrond
slag zal ook meetellen voor de winst
delingsregeling.
De heer Petra constateerde een ver
schil tussen de maatstaf van 12
procent rendement -zoals die in het
lange termijn plan staai vermeld- en
de vergoeding op de buitenlandse
investeringen: het rendement op
staatsleningen plus anderhalf pro
cent.
"Die 12 procent is een streefcijfer,"
aldus de heer Heijn, "Met de formu
le voor de vergoeding op buitenland
se investeringen komen we echter op
een redelijk percentage uit, dat aan
de Nederlandse winst wordt toege
voegd".
Een ander probleem werd aangesne
den door de heer R. Beumer (Wijhe):
"Hoe zit het met de eindejaars
uitkering. die bij ons -en mogelijk
ook bij anderen- in de CAO is
opgenomen. Dit is zeer beslist geen
"winstdeling" te noemen".
Het is heel goed mogelijk, dat een
In de COR-vergadering van
2 november j.l. kwamen te
vens onderstaande punten
aan de orde.
De Commissie "Medische keuringen"
was nog niet rond met een voorstel
omdat onvoldoende reacties waren
binnengekomen van de overige COR-
leden. Het is de bedoeling in een vol
gende vergadering al dan niet met een
voorstel te komen.
In de commissie "Profiel Commis
sarissen" werd rar. J. J. de Boer opge
volgd door de heer T. Verhoef.
De nieuwe autoregeling leverde ook
wel wat stof tot spreken, maar in grote
lijnen was men er mee akkoord. Enke
le puntjes zullen nog nader worden be
sproken met de betreffende afdeling.
Het rooster voor de COR-vergadering
in 1978 werd als volgt samengesteld:
13 januari. 21 maart. 19 april, 8 juni,
17 augustus, 20 september en 22 no
vember. In de bijeenkomst van 8 juni
wordt de COR in nieuwe samenstel
ling geïnstalleerd
Tijdens de rondvraag kreeg de heer J.
W. Brinkhuis de lachers op zijn hand
door mee te delen, dat het in 1973
behandelde Pensioenreglement inmid
dels door "Den Haag" is goedgekeurd.
Er moesten van het Ministerie nog
enkele kleine wijzigingen worden aan
gebracht, maar die waren volgens
hem "erg eenvoudig".
Na 1973 zijn in het Pensioenreglement
alweer wijzigingen aangebracht (op
neming part-timers, pensioenleeftijd,
ongehuwden e.d.), waarmee al wordt
gewerkt. Deze veranderingen kunnen
nu ter goedkeuring worden ingezon
den.
De heer L. Luyendijk maakte het Pen
sioenfonds een compliment voor het
feit, dat de regeling door het minis
terie vrijwel ongewijzigd is goedge
keurd. De heer Brinkhuis gaf dit com
pliment mede door aan de Pensioen
commissie van de COR, die ook eeil
belangrijke inbreng had gehad.
Tijdens de rondvraag bracht de heer
C. Ott het beveiligingsaspect ter
sprake, zowel van de personen als van
zaken. De heer Heijn antwoordde, dat
de veiligheid steeds alle aandacht
heeft, in het gehele concern. "We kun
nen nief alles' voorkomen", zei hij.
Veel staat of valt met de discipline.
Voor iedereen zijn er veel mogelijk
heden om de veiligheid te bevorderen:
achterdeuren sluiten wanneer dit kart,
branddeuren vrij houden enz."
V
De heer F. Brandsma bleek al bij
enkele OR's op bezoek te zijn geweest
om de veiligheidsproblemen toe te
lichten en te bespreken. Hier kan op
verzoek mee worden doorgegaan.
Aan het eind van de vergadering nam
de heer T. J. van der Laan (Simon)
afscheid als COR-lid, daar hij niet in
de OR van Simon is teruggekeerd. De
heer Heijn dankte hem voor het vele
werk, dat hij in de COR heeft verricht.