Vraag is hoe we distributie in toekomst veilig stellen 5 Filiaalmedewerkers zouden met eigen ogen moeten zien hoe het werkt DC-BEDRIJFSDIRECTEUR N. J. VISSER: J. SCHILL WIJT KLACHTEN AAN ONBEGRIP: pagina 6 "Op het DC gaan ze w maar gedurende het gaat zo'n lading dans vracht er aan het, eint staat. En dan nog wat het al te dikwijls voor, z'n eentje mee moet zie pende hand zou toeste lopen en de schade z mensen er toch rekenir lemaal werken voor vraagtekens Uit eigen waarneming de filialen veel vraagte de goederenstroom. Zo er allemaal gebeurt of I er 's nachts een storing Direct gevolg is dan d waardoor de filialen Intussen hebben dan gestaan, wat uiteraard kost. Met kostbaar ov< nog worden geklaard. Legt men in zo'n g service-bureau, dan z niet van de lucht. "Logisch, maar het mi niet om dóen", aldus i Vandaar dat hij er vo van tijd tot tijd kenni: werken van het DC, zoi pen BL's - sectorchefs, dit verhelderend zal w< standen uit de weg rui niet zo groot, maar onl maakt de problem) worden vergroot. Daarnaast zal het resultaat moeten zijn, dat er minder fouten worden gemaakt bij de orderverzame ling. minder afwijkingen in aflevertijden ontstaan en ten slotte dat er sneller kan worden gereageerd op plaatselijke marktontwikkelingen. Slaagt dit alles, dan kunnen op meerdere plaatsen in Nederland dergelijke transhipmentcentra worden gestart. nevenstudie Een ander te bestuderen aspect is het distributiebelang van kleinere winkelvorinen als Alberto en Etos. Ook voor deze werkmaatschappijen zijn inkoop, logistiek, distributie, transport en administratie tot nu toe sterk gecentraliseerd. "Maar de betrokkenheid naar de filialen zou ook in dit geval wellicht kunnen worden vergroot, wanneer de verschillende functies dichter bij elkaar zouden worden gebracht, waar door misverstanden en tekort aan wederzijdse informatie mogelijk worden opgeheven", aldus de heer Visser. Desondanks stelt hij met nadruk: "Het zoeken naar verzelf standiging en mogelijk wat meer spreiding van DC-activitei- ten zou niet ten koste mogen gaan van de voordelen die we nu putten uit de integratiemogelijkheden die het gecentraliseer de transport biedt. Niettemin: we leven nu met een of-of-situatie die best eens en-en zou kunnen worden". misverstand Daarnaast heerst er volgens de heer Schill veel onbegrip over situaties waarover wordt geklaagd, doordat men de oorzaak niet kent. Hierbij als voorbeeld colli-verwisselingen. Een filiaal kan soms wel tien of meer verkeerde artikelen ontvangen en dan het servicebureau bellen hoe dit toch kon en of men op het DC loopt te slapen. Toch kunnen deze verkeerde artikelen eigenlijk neerkomen op maar één foutje van de betreffende ophaler in het DC. Hetzelfde geldt voor de veel gehoorde klachten hoe bepaalde lichte goederen toch onderop een pallet staan. In de praktijk blijkt dan vaak dat dit gewoon aan de samenstelling van de bestelling ligt. In dezelfde lijn zou men eens wat meer begrip moeten hebben voor het feit dat pallets soms niet meer goed staan als ze aankomen op de plaats van bestemming. - De heer Schill: Bij dit onderzoek werd de zending ter plaatse in het filiaal bekeken bij aankomst. Hierbij bleek dat op een enkele uit zondering na, over het algemeen de goederen toch redelijk aankwamen. "De beoordeling van de distributie in de laatste jaren rechtvaardigt de gedachte dat centralisatie van het distributie-apparaat een goede zaak is. Ondanks enorme uitbreiding van het dienstenpakket - verdubbeling van het aantal beleveringen aan de filialen van 10.000 artikelen, tegen tien jaar geleden 2000 en verkorting van de leadtime van 72 naar 32 uur - zijn de distributiekosten ongeveer gelijk gebleven Aldus DC-bedrijfsdirecteur N. J. Visser. Kijkend naar de situatie van vandaag, te- dan frioet men zich volgens de heer Visser afvragen of men moet vasthouden aan het (centrale) uitgangspunt of dat men juist moet gaan decentraliseren. Hij stelt dat, uit beheersoverwegingenuitbreiding van de bestaande faciliteiten weliswaar mogelijk is, maar of dat ook zou beantwoorden aan de wens tot meerdere service verlening aan de filialen, staat te bezien. Nog daargelaten of het hebben van grotere centra ook in het belang is van de mensen die er moeten werken. betrokkenheid Persoonlijk is de heer Visser van mening dat betrokkenheid van medewerkers op kleine schaal het grootst is. "Ik heb de indruk dat de mate van jezelf in het werk herkennen, afneemt, naarmate de aktiviteit zich uitbreidt". Met hulp van deskundigen wordt nu onderzocht welke weg het best kan worden ingeslagen. Dit betekent, aldus de heer Visser, dat we de filialen nu al zullen vragen naar hun wenspakket voor de jaren '80. Waarbij zal worden getracht dit zo doelmatig mogelijk in een distributie-organisatievorm te vertalen. experiment Om na te gaan of meer gespreide verwerving en distributie van om te beginnen groente en fruit zinvol zou kunnen zijn, zal in Zuid-Nederland een "transhipment-center" worden voorbereid, waarin de functies van inkoop, verkoop en distributie volledig worden geïntegreerd. Deze proef vormt een logisch vervolg op de ontwikkeling dat, doordat de bevoorrading van groente en fruit vanuit DDC Tilburg en DDC Zaandam niet aan alle wensen tegemoet komt, plaatselijke grossiers een deel van de bevoorrading aan de filialen hebben overgenomen. Voordeel van het experiment zou volgens de heer Visser moeten zijn, dat door toekenning van gespreide zelfstandig heid, de aktiviteit gaat toenemen, terwijl het concern de zaken toch in eigen hand houdt. Met andere woorden: door op kleinere schaal te opereren wil men uittesten of de betrokkenheid met de filialen kan is er een fase bereikt dat de capaciteit in de eigen DC's ten volle wordt benut. Er is geen reserve meer en met het oog op morgen moet men zich daarom nu al afvragen op welke wijze de distributie de komende jaren kan worden veilig gesteld. alternatieven De heer Visser zet de keuzemogelijkheden op een rijtje: meer rechtstreeks bevoorraden, zoals nu met diepvries- produkten uitbreiding geven aan de opslagmogelijkheden. Kiest men voor het laatste -vergroting van de DC-oppervlak- Uit gesprekken in de filialen blijkt dan vaak dat de manier van controle niet juist is of dat bij schade door breuk maar een bedrag wordt genoemd zonder dit juist vast te stellen. Op verzoek van de DC-bedrijfsdirecteur, de heer N. J. Vis ser, is onlangs een onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de afleveringen bij de filialen. meningsverschillen tussen de filialen en het DC. Volgens hem wordt het DC door de filialen vaak verkeerd beoordeeld. controle De heer Schill werkt reeds enkele jaren voor DC Beverwijk en DC Tilburg in de buitendienst voor het onderzoeken van klachten uit de filialen. Tevens is hij in DC Tilburg aangesteld als 'beveiligingsfunc tionaris'. Bij het onderzoeken van mancomeldingen, zowel als schade door breuk, blijkt echter in veel gevallen dat de geclaimde bedragen niet in overeenstemming zijn met de werkelijkheid. "Er zijn nog té veel medewerkers in de filialen, zoals ontvangstmensen en afdelings chefs die, hoewel zij dagelijks met de goe deren uit het DC te maken hebben, amper weten hoe er in het DC wordt gewerkt - laat staan dat zij beseffen wat er nou precies gebeurt. Dit meent de heer Schill, die nu al een paar jaar achtereen de soms ondankbare taak heeft om oplossingen te vinden voor

Personeelsbladen | 1977 | | pagina 6