BEDRIJVENWERK
3Inkoopmethode Etos niet onrechtmatig3
De heer D. Bier verkoopleider bij Etos
Enkele jaren geleden werd bij Ahold het
protocol "Bedrijvenwerk", een overeenkomst
tussen Ahold en de DECOM, ondertekend.
De DECOM is een samenwerkingscommissie
van de werknemersorganisaties [vakbonden],
die actief zijn in de detailhandel: de diensten
bonden van het C.N. V. [H.B. V. het N. V. V.
[Mercurius] en het N.K.V. Het protocol
"Bedrijvenwerk" hield in, dat de bij Ahold
werkzame leden van de DECOM-bonden uit
hun midden medewerk[st]ers konden aan-
Wat is Bedrijvenwerk
wijzen, die als contactpersonen fungeerden
tussen de professionele vakbondsbestuurders
en de georganiseerde Ahold-personeelsleden.
Ahold verklaarde in het protocol, dat zij
vergaderruimte en publicatiemogelijkheden
beschikbaar stelde voor de activiteiten van de
contactpersonen. Zij stelde de contactperso
nen - die zoals u zult lezen een onmisbare
schakel in het werk en de activiteiten van het
Bedrijvenwerk" zijn - tevens in de gelegen
heid jaarlijks cursussen van de vakbonden te
volgen.
Binnen het Ahold-concern vraagt men
zich wel eens af wat nu precies "Bedrij
venwerk" inhoudt. Simpel samengevat:
het vakbondswerk binnen de onderne
ming.
Het "Bedrijvenwerk" op het hoofdkan
toor met als stuwende motoren Jan
Nijdam en Jan Belier streeft naar een
betere behartiging van de belangen van
de vakbondsleden en andere personeels
leden die daar werken, met als uiteinde
lijke doel: meer invloed te kunnen uit
oefenen op het beleid van Ahold. Cen
traal staat eigenlijk de democratisering
van het bedryf.
Het "Bedrijvenwerk" op het hoofdkan
toor richt zich tot en met het niveau van
het middenkader: het personeel, dat
"valt" onder de rechtspositieregeling
"Hoofdkantoor, salarisgroepen 1 t/m
7".
Het "Bedrijvenwerk"steunt vooral op de
contactpersonen, die voortkomen uit
alle lagen van het hoofdkantoor.
Deze personen staan dus zeer dicht bij
hun collega-medewerkers, hetgeen het
praten over problemen en andere voor
de vakbonden belangrijke zaken verge
makkelijkt.
Het "Bedrijvenwerk" verkrijgt op die
maniereen schat aan informatie. Helaas
heeft het "bedrijvenwerk" hier en daar
binnen Ahold nogal een negatieve klank.
Men denkt soms, dat de personen die
zich met dit werk bezighouden kost wat
het kost de mening van de vakbonds
leiding moeten propageren en door
drukken. Dit wordt ten stelligste door
Jan Nijdam en Jan Belier ontkend. Im
mers, niet de vakbondsleiding maar de
leden bepalen uiteindelijk het beleid
van deze werknemersverenigingen. Nij
dam en Belier volgen daarom niet alleen
kritisch het bedrijfsgebeuren, maar ook
de ontwikkelingen binnen de vak
bonden.
Nogmaals wordt door hen benadrukt,
dat het contact met de leden-medewer
kers, maar uiteraard ook met de niet
georganiseerde collega's, uiterst belang
rijk is. U weet misschien, dat er bij
Ahold over bijvoorbeeld een CAO onder
handeld wordt door een bezoldigd vak
bondsbestuurder. Deze man weet alles
over reglementen en arbeidsvoorwaar
den. Maar wat weet hij eigenlijk over de
werksfeer bij Ahold? Zoals reeds ge
zegd, de contactpersonen (op dit mo
ment zijn het er ca. 20) komen bijzonder
veel te weten uit het bedrijf. Welnu, deze
informatie vormt een welkome aanvul
ling voor de vakbondsbestuurder. Maar
hij kan ook op de hoogte worden
gebracht van iets, dat bij Ahold uit
stekend werkt, en dat de vakbonds
bestuurder dan weer aan andere instel
lingen kan doorgeven.
Wat heeft het bedrijvenwerk
gedaan
De afgelopen jaren hebben de contact
personen op het hoofdkantoor verschil
lende activiteiten ontplooid. Zo voerden
ze regelmatig gesprekken met de vak
bondsbestuurders (onderhandelaars)
over de inhoud van de nieuwe dit jaar
tot stand gekomen rechtspositierege
ling (CAO), voor het personeel, dat res
sorteert onder de Hoofdkantoorsalaris-
regeling voor overig personeel en mid
denkader.
Tevens ondernamen de contactpersonen
in januari 1977 bemiddelingspogingen
toen het overleg tussen Ahold en de
vakbonden over de arbeidsvoorwaarden-
verbetering voor 1977 was afgebroken.
Mede dankzij het werk, dat de contact
personen toen verrichtten, werd het over
leg tussen Ahold en de bónden weer her
opend, met als resultaat: overeenstem
ming over de arbeidsvoorwaardenver-
belering bij Ahold.
De contactpersonen werden de afgelo
pen tijd ook geconfronteerd met indivi
duele problemen van op het hoofdkan
toor werkzame medewerk(st)ers.
Soms losten de contactpersonen deze
problemen zelfstandig op, in enkele
andere gevallen schakelden zij voor de
oplossing een professionele vakbonds
bestuurder in.
Op langere termijn ziet het "Bedrijven
werk" zich tevens als taak door
middel van bepaalde contactpersonen
deel te nemen aan de onderhandelingen
van de vakbond met de directie van
Ahold.
Momenteel worden deze onderhande
lingen, waarin onder andere de arbeids
voorwaarden ter sprake komen, namens
de werknemersorganisaties gevoerd door
uitsluitend professionele bestuurders.
Zodra de contactpersonen binnen
Ahold's hoofdkantoor hun plan de cam
pagne voor 1978 in concept gereed
hebben, zullen ze dat ter goedkeuring
voorleggen aan de daar werkzame vak
bondsleden.
Belangenbehartiging:
Directie Ahold
Onderhandelaar
vakbond
V ooroverleg
met onderhandelaar
vakbond
Onderne
mingsraad
V oorove
georga
OR-
rleg met
niseerde
eden
Bedrijvenwerk
Bestuur
Contactpersonen
Vakbondsleden
Staatssecretaris Hazekamp heeft het onlangs by het verschijnen van het vierde
en laatste deel van het Perspectiefonderzoek Drogisterybranche nog eens dui-
delyk gezegd: "Parallelimport is niet onwettig en kan niet worden verboden."
De heer D. Bier, verkoopleider bij
Etos, is toch wel blij met deze uit
spraak van de staatssecretaris. Hij
zegt: "Parallelimport is invoer buiten
de officiële handelskanalen van een
fabrikant om. Niet-deskundigen heb
ben wel eens de indruk, dat het om
een soort illegale activiteit gaat,
waarbij sommige bepalingen worden
ontdoken. Niets is minder waar.
Parallelimport is gegrondvest op het
vrije verkeer van goederen, in de
EEG en ook daarbuiten. We vinden
het bij Etos helaas een noodzakelijk
kwaad, dat wij ons er mee moeten
bezighouden, maar als het niet an
ders kan dan doen wij het zonder
problemen."
Het liefste gaat men bij Etos in zee
met de fabrikant en/of importeur in
Nederland. Dat is de eenvoudigste
weg. Die weg is soms echter afgesne
den en dan wordt zo mogelijk over
gegaan op parallelimport.
De heer Bier onderscheidt vier geval
len waarin dit kan gebeuren:
1. de artikelen zijn wel in Nederland
verkrijgbaar, maar men moet zich
houden aan de door de fabrikant/
importeur vastgestelde verkoop
prijzen.
2. de artikelen zijn niet in Nederland
(voor Etos) verkrijgbaar, omdat de
fabrikant/importeur een ander
handelskanaal gebruikt om de
consument te bereiken.
3. de goederen kunnen goedkoper
ingekocht worden dan via de offi
ciële kanalen, waardoor deze goe
deren ook weer goedkoper aan de
klant aangeboden kunnen worden.
4. de bewuste artikelen zijn nog niet
in Nederland op de markt.
De onder "een" en "twee" genoemde
groep is de grootste, aldus de heer
Bier.
Het gaat daarbij vooral om bekende
merkartikelen in de cosmetische sec
tor (huidverzorgende en decoratieve
cosmetica en parfums, de zgn. kleu
ren en geuren). Etos wil deze merken
graag in het assortiment hebben en
kan dit vaak alleen door parallel
import bewerkstelligen.
In de sector van de toiletartikelen
(tandpasta, zepen, shampoos, bad-
schuim enz.) zijn de meeste artikelen
vrij in verkoopprijs, slechts met een
kleine groep artikelen zijn wij nog
gebonden aan de vaste prijs van de
fabrikant/importeur.
Bier: "Ook deze situatie vinden wij
niet prettig en ook dan gaan we zo
mogelijk over tot parallelimport.
Tenslotte wil Etos zich van de con
currentie onderscheiden door zijn
prijspolitiek."
"De drogisterijbranche is voor de
consument altijd erg ondoorzichtig
geweest," aldus de heer Bier, "even
als in de kruideniersbranche 15 jaar
geleden is men nog traditioneel
ingesteld; men vindt er nog veel
"exclusieve" artikelen en situaties.
Bij Etos zijn wij druk bezig die
toestand te doorbreken. Met succes,
want we hebben in korte tijd in
diverse artikelen al een aardig markt
aandeel opgebouwd."
Hij wijst erop, dat de winstmarges in
deze branche historisch altijd hoog
zijn geweest. Dat maakt het z.i. voor
Etos moeilijk om zich in zijn prijs
stelling te onderscheiden van de tra
ditionele drogisterijen. Met name
geldt dit in de sector van de cosme
tica met zijn vele "dure" merken.
"Wij kunnen vaak guldens goed
koper zijn en dan leggen we er nog
beslist geen geld op toe," aldus de
heer Bier.
Overigens "leeft" men vaak ook in
een concurrentiepositie met de an
dere sectoren van het concern, die
soms dezelfde artikelen voeren. De
heer Bier: "Daar valt niet aan te ont
komen. Wij zijn zelfstandig genoeg
om ons eigen beleid te kunnen
bepalen."
Al enkele malen heeft hij, bijv. met
sommige luxe zeepmerken en par
fums, kunnen constateren, dat een
artikel verschuift van luxe-artikel
naar gebruiksartikel. Een ontwikke
ling die hij toejuicht en die de des
betreffende fabrikanten en/of im
porteurs - ondanks hun bezwaren
tegen parallelimport - ook niet altijd
afwijzen; zij zien immers de merk
bekendheid van hun product stijgen.
De heer Bier gelooft trouwens, dat
veel "weerstand" tegen parallel
import ook wordt opgewekt door
"angst" voor de branche, die mis
schien afkeurend zou reageren. Over
de omvang van de parallel-import
zegt hij, dat deze betrekking heeft op
ongeveer 10% van de omzet van
Etos; van deze 10% gaat het voor een
belangrijk deel om cosmetica. Het
komt wel voor, dat na enige tijd de
fabrikant/importeur toch liever zelf
rechtstreeks met Etos zaken doet dan
dit aan een parallel-exporteur over te
laten. Het afgelopen jaar heeft Etos
op dit punt een paar leuke "door
braken" kunnen realiseren, aldus de
heer Bier. Vandaar dat in feite de
parallelimport niet zo sterk meer toe-
neemt. "Maar als het niet anders
kan dan doen we het beslist", zegt de
heer Bier met nadruk, "wij willen
onze eigen in- en verkooppoliliek
bepalen. Dat laten we 'niet aan
anderen over."
De stuwende motoren van het bedrijven
werk Jan Nijdam en Jan Belier [rechts].
Terwille van de fotograaf hebben ze even
het bureau van de heer Thijssen 'ge
kraakt".
Bedrijvenwerk in de
toekomst
Tijdens een bijeenkomst van de Ahold-
contactpersonen op het hoofdkantoor is
men tot de conclusie gekomen, dat het
"Bedrijvenwerk" wel goed, maar niet
optimaal heeft gefunctioneerd. Er moet
wat gebeuren. Duidelijk is in ieder
geval, dat er meer contactpersonen
moeten komen. De heren Nijdam (075-
592957) en Belier (075-592281) zijn
graag bereid nadere informatie te ver
strekken.
Met de nieuwe contactpersonen zal dan
de organisatievorm van het "Bedrijven
werk" op het hoofdkantoor of de werk
wijze en de taakverdeling besproken
worden. Maar ook zal een plan de cam
pagne voor 1978 (uiterst belangrijk jaar
voor Ahold, omdat er nieuwe onderne
mingsraden gekozen moeten worden)
gemaakt worden. Zo wil het "Bedrijven
werk" de candidaatstelling door de vak
bonden voor de nieuwe OR's gaan bege
leiden. In de praktijk is het vaak zo, dat
ieder lid van een bond, die interesse
heeft voor het lidmaatschap van de
ondernemingsraad, veelal zonder meer
candidaat wordt gesteld door de vak
bond. Hier ligt duidelijk een taak voor
het "Bedrijvenwerk".
Kritischer
"We zullen kritischer zijn bij de selectie
van vakbondscandidaten voor de onder
nemingsraad.
Bovendien zullen we deze kandidaten
begeleiden en enigszins opleiden voor
hun taak in de OR. Met als doel: de
goede man op de juiste plaats.
Daarnaast zullen we steeds voordat een
OR-vergadering plaats vindt overleg
hebben me( de georganiseerde (vak
bondsleden in de ondernemingsraad
over de onderwerpen, die in deze ver
gadering aan de orde komen". Het is
pertinent niet waar, zo benadrukten de
heren Nijdam en Belier, dat het "Be
drijvenwerk" opdrachten gaat verstrek
ken aan de leden van de OR. Wel kan
het "Bedrijvenwerk" zeggen "zo en zo
zouden we het graag willen". Het OR-
lid bepaalt echter zelf welk standpunt
hij/zij inneemt in de OR-vergadering.
De contactpersonen op het Ahold-hoofd
kantoor willen in 1978 dus zowel een
goede communicatie met de vakbonds
bestuurders (onderhandelaars) als de
georganiseerde vakbondsleden in de
OR hebben.
Verbeterd contact
Om de contacten tussen alle betrokke
nen (medewerkers, contactpersonen,
OR en Vakbonden en uiteindelijk de
leiding van Ahold) nog verder te verbe
teren willen de contactpersonen uit hun
midden een soort "initiërend" bestuur
vormen. Enkele mensen dus, die initia
tieven moeten gaan ontplooien.
Belangrijk is, dat zowel de vakbonds
bestuurders (onderhandelaars) als de
georganiseerde OR-leden beslagen ten
ijs komen en de taal spreken van de
achterban in de onderhandelings-
gesprekken, respectievelijk OR-vergade-
ringen.
Bovenstaand schema laat u zien hoe
Nijdam en Belier zich de nieuwe organi
satievorm/werkwijze van het bedrijven
werk voorstellen: