'Ahold aktiviteiten in het buitenland" "Spaans jubileum" VERSLAG COR-VERGADERING 1 SEPTEMBER Barbecue voor meer dan 200 personen pagina 2 FLITSEN De leden van de Centrale Ondernemingsraad CORzijn in de vergadering van donderdag 1 september uitvoerig ingelicht over de opzet van een internationale struktuur bij A hold. Voor het verstrekken van informatie over de hierbij spelende financiële belastingtechnische aspekten was hierbij de heer L. Coren aanwezig. De Spaanse werkmaatschappij Ahold Espana is nog maar nauwelijks aktief of er valt binnen afzienbare tijd al een liV^-jarig dienstverband te vieren in Madrid. Dit opmerkelijke feit kwam ter sprake bij de mededeling van de heer Heijn in de COR, dat in Spanje eerder met de bouw van een distributiecentrum moet worden begonnen dan werd verwacht. Om mede dit DC te bemannen zal uit Tilburg de heer Perez naar Madrid ver huizen. De heer Perez is Spanjaard van geboorte en hij en zijn gezin willen graag terug naar hun zonnige land. "Die kans wilden wij hem graag geven." aldus de heer Heijn, "en daardoor kan in Spanje al spoedig de vlag uit voor het eerste jubileum!". COR-voorzitter de heer A. Heijn zette uiteen dat de doelstelling van de nieuwe opzet is de in de verschillende landen werkzame ondernemingen zoveel moge lijk zelfstandigheid te geven opdat plaat selijk geldende regels en opvattingen in acht genomen kunnen worden. Dit laatste houdt in dat elke onderne ming zich in het land van vestiging moet kunnen ontplooien als ware het een nationale onderneming, uiteraard bin nen de door Ahold te geven richtlijnen, maar toch met een zo groot mogelijke vrijheid van handelen. Om dit te berei ken bleek aanpassing van de juridische struktuur van het konsern nodig te zijn. Hoewel Ahold al enige jaren aktiviteiten in het buitenland ontplooit werd deze zaak aktueel door de overneming van BI-LO, daar de eerdere buitenlandse aktiviteiten relatief gering van omvang waren. Ahold streeft in de juridische organisatie naar een zuster-zusterverhouding met als rechthebbenden op het vermogen de aandeelhouders Ahold. Een en ander wordt als volgt opgezet: de buitenlandse vennootschappen worden ondergebracht in twee holdingsmaat schappijen, om belastingtechnische re denen gevestigd resp. in Curacao en in Zwitserland. Naast werkmaatschappijen kunnen hierin ook worden onderge bracht vennootschappen, die service verlenen aan het gehele Ahold-konsern (b.v. im- en exporthandel, verzeke ringen e.d.). De twee buitenlandse houdstermaat schappijen zullen een betrekkelijk be scheiden aandelenkapitaal hebben (de Zwitserse van 100.000,-.. die op Curacao van 400.000.-.). In de vermo gensbehoefte van deze twee holdings zal verder worden voorzien (tijdelijk) via door Ahold te verstrekken leningen. Ahold draagt de aandelen in de holdings over aan een op de Nederlandse Antillen gevestigde stichting die tot doel heeft "de voorspoedige ontwikkeling van de vennootschappen waarvan zij aandeel houdster is". Het bestuur van de stich ting bestaat uit de leden van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur Ahold. Ahold draagt het participatierecht op dit vermogen vervolgens over aan de aan deelhouders. Om dit te kunnen doen is aandeelhouders voorgesteld de statuten te wijzigen. De heer Coren maakte duidelijk dat het aandeelhouders toekomende dividend in de toekomst uit twee bronnen kan komen: uit de Nederlandse vennoot schap Ahold en uit de stichting. Dit is de formeel juridische kant van de zaak. In de praktijk zal Ahold met één jaarre kening naar buiten treden. Het aandeel Ahold zal in de toekomst tevens het participatiebewijs in de stich ting zijn. Een dergelijke konstruktie wordt wel genoemd een "twin-aandeel" (twin tweeling). De heer Heijn merkte op dat er tussen Ahold en de stichting een overeenkomst is gesloten, waarin de besturen zich verplichten verslag te doen van eikaars aktiviteiten. Het verslag van de stichting wordt opgenomen in het verslag Ahold, waardoor één totaalverslag zal verschij nen. Een vraag uit de COR-gelederen was of het in de nieuwe opzet,mogelijk zal zijn bepaalde winsten niet in Nederland maar in het buitenland tot uiting te laten komen. "In theorie wel," bevestigde de heer Heijn, "maar onze accountant -gebonden aan beroepsregels- zal dat niet goedkeuren." De heer Coren voegde er aan toe dat verschuiving van winsten in feite alleen maar mogelijk is bij onderlinge leveranties en verrekeningen. Dat is bij de Aholdmaatschappijen .niet van betekenis. De kernvraag uit de COR was: "Waar om gebeurt dit allemaal zo?" Zoals wij al hebben gepubliceerd, is in verband met de aankoop van Bi-Lo gezocht naar een opzet, die in de toe komst ruimte laat voor slagvaardigheid en flexibiliteit op juridisch, financieel en fiscaal gebied. Uiteraard alles binnen de bestaande wettelijke mogelijkheden. In de COR-vergadering van 1 september kwam men nog niet tot de vaststelling van een nieuwe winstdelingsregeling. Inmiddels werden wel enkele "vraag- puntjes" opgeruimd. Zo bleek uit een mededeling van de heer L. Coren, dat bij de berekening van de winstdeling even tueel in het buitenland gemaakte winst niet meetelt: basis voor de Nederlandse winstuitkering is de Nederlandse winst. De heer Coren antwoordde bevestigend op de vraag of in verband met de mogelijke invoering van de Vermogens Aanwas Deling (VAD) een nieuwe winst delingsregeling tot stand mag komen. Hij stelde daarbij dat het zelfs mogelijk is een eventueel verplichte VAD-af- dracht te ontgaan door de winstuitke ring tot een bepaalde hoogte op te voeren. Dit is evenwel een theoretische mogelijkheid, die in de praktijk niet vaak zal voorkomen, zo zei hij. De heer Heijn wees er tenslotte op dat het op betrekkelijk korte termijn nodig zal zijn de nieuwe winstdelingsregeling vast te stellen, daar de oude inmiddels (tijdig) is opgezegd. Zonodig zal hiervoor een extra COR-ver gadering bijeengeroepen worden. Door P. C. de Jong Organisatie- en Consumentenpsychologie B. V. te Aar- landerveen zijn diverse gesprekken met OR-leden gevoerd over de problematiek van de "dubbelfunktie" van OR-leden (n.l. OR-lid en een funktie in het be drijf). In deze gesprekken is gebleken dat er voor de betrokkenen vrij vaak proble men zijn om beide taken goed te ver vullen. De door de heer De Jong uitgebrachte samenvatting moet nog worden besproken in de Raad van Bestuur en door Voorzitters van onder nemingsraden. In de COR-vergadering is het rapport in het kort besproken. De problematiek als zodanig achtte men goed "herkenbaar" weergegeven. Drs. P. J. van Dun (direk- teur Personeelszaken) stelde dat Ahold tegen "vrijstelling" van OR-leden is. Motief voor dit standpunt: men krijgt dan "beroepsoverleggers" die uiteinde lijk geen achterban meer hebben. Ahold erkent echter de problemen die men heeft bij het goed vervullen -willen ver vullen- van beide taken. Er komen dan ook zeker voorstellen voor bepaalde spelregels die de mensen in staat moeten stellen hun OR-werk goed te doen en er tevens voor moeten zorgen dat zij daar door toch geen nadelen ondervinden in hun werk en hun promotiekansen. bedrtffspsychologische rapporten Rapporten, uitgebracht in het kader van een bedryfspsychologisch onderzoek, zullen by Ahold voortaan na drie jaar worden vernietigd. Deze periode is te beschouwen als de normale geldigheids duur van een dergelyk rapport. Dit is een van de belangrijkste punten uit de "procedure bedrijfspsychologisch onderzoek", zoals deze door de Centrale Personeelsdienst is opgesteld en waar mee de Centrale Ondernemingsraad (COR) in de vergadering van 1 septem ber akkoord ging. Dit ging overigens niet zonder slag of stoot, want er waren aanvankelijk nog wel enkele bedenkingen tegen sommige onderdelen van de procedure. De voortaan te volgen werkwijze is door Ahold overeengekomen met het Advies bureau voor Organisatie-psychologie. AVOP, dat de meeste bedrijfspsycholo- gische onderzoeken voor het konsern verricht. De procedure geldt echter ook voor door andere bureau's uit te brengen rapporten. Overeengekomen is dat slechts een beperkt aantal funktionarissen (van de personeelsdienst) gemachtigd is een be drijfspsychologisch onderzoek aan te vragen. Een onderzoek wordt alleen verricht wanneer van de funktie waar voor wordt getest een goede funktiebe- schrijving aanwezig is en eventuele specifieke eisen bekend zijn. Een heel belangrijk punt is, dat van bedrijfspsychologische rapporten onder geen beding kopieën mogen worden gemaakt. De rapporten dienen in het bezit te blijven van de personeelfunk- tionaris, die de aanvrage tot het onder zoek heeft ingediend. De besprekingen van de rapporten zijn ook met bepaalde waarborgen omkleed. Vastgesteld is verder dat kandidaten inzage krijgen in de over hen uitge brachte rapporten tijdens de bespre king tussen het bureau en de kandi daat. De kandidaat moet daarna verkla ren akkoord te gaan met doorzending naar de opdrachtgever. Tenslotte mogen de rapporten niet worden opgeborgen in de personeels dossiers; zij dienen apart te worden geregistreerd bij degenen die het rapport hebben aangevraagd. Voor de beantwoording van vragen uit de COR was als gast in de vergadering aanwezig drs. P. J. van Dun, direkteur Personeelszaken. Het eerste probleem werd hem door de heer C. R. Koorn voorgelegd: "Waarom ontvangt de kandidaat geen kopie van het over hem uitgebrachte rapport?" De heer Van Dun wees er in de eerste plaats op dat de kandidaten de inhoud van "hun" rapport kennen voordat het naar de opdrachtgever gaat. Het gevaar is echter dat een sollicitant -wanneer hij het rapport uitgereikt zou krijgen- dat bij een latere sollicitatie meestuurt. Een rapport is een momentopname voor een bepaalde funktie. Men kan er later niets meer mee doen, daar de omstandighe den dan zijn veranderd. Het is gevaarlijk wanneer iemand het toch zou gaan gebruiken. Dit is een ethisch punt. Er is geen enkele garantie dat zo'n rapport op een bepaald moment wordt vernietigd. Om deze redenen heeft de testende psycholoog, wiens handtekening onder het rapport staat, bezwaar tegen uitrei king van kopieen. De heer Koorn vroeg zich af of er bezwaar tegen zou zijn wanneer een sollicitant aantekeningen maakte van het gesprek waarin de inhoud van het rapport met hem werd besproken. Drs. Van Dun meende van niet: "Die aantekeningen zijn van hem, maar zo'n rapport is van een psycholoog." De heer Koorn toonde zich niet over tuigd maar legde zich toch neer bij de procedure. De heer Van der Laan vroeg zich af welke garanties er zijn dat een rapport na drie jaren inderdaad wordt vernie tigd. Drs. Van Dun stelde dat men een bepaalde kontrole op het vernietigings- voorschrift zal (moeten) uitoefenen, maar dat een echte "garantie" uiteraard niet te geven zal zijn. COR-voorzitter de heer A. Heijn viel hem bij: "Er zijn misschien wel meer voorschriften bij Ahold die niet altijd direkt voor de volle 100 procent worden opgevolgd. Maar daarom moeten we er wel naar streven dat dit gebeurt!" Als groot verschil met de tot nu toe gevolgde procedure zag de heer Van Dun het voorschrift dat de kandidaat nu vooraf informatie krijgt en dat het onderzoekbureau zonder toestemming niet gerechtigd is onderzoekingen, ad vies of informatie van welke aard dan ook over de betrokken sollicitant aan Ahold door te geven. Wanneer deze toestemming niet wordt gegeven blijft Ahold toch geïnteresseerd in een gesprek met de kandidaat. Dit mede omdat er van wordt uitgegaan dat het onderzoek een relatieve plaats inneemt bij de be sluitvorming" en nooit de enig doorslag gevende faktor zal zijn. Met de nieuwe procedure, die naar verwachting 1 januari 1978 officieel zal ingaan, is al een half jaar op proef gewerkt. Dat is goed bevallen. Slechts een enkeling weigerde het rapport toe te zenden aan opdrachtgever Ahold. Bedrijfspsychologische onderzoeken kunnen niet alleen voor sollicitanten van buiten worden aangevraagd -voor be paalde funkties althans- maar ook bij interne sollicitaties. Wanneer een al bij het bedrijf werkzame sollicitant geen toestemming wil geven een rapport aan Ahold door te zenden, dan geeft het onderzoekbureau er de voorkeur aan dat de sollicitant dit zelf doorgeeft, eventu eel met begeleiding van de funktionaris van het bureau. Zo mogelijk kan dan nog een gesprek volgen van sollicitant met psycholoog en personeelschef. Een weigering om het rapport naar Ahold te laten gaan be hoeft niet altijd een negatieve faktor te zijn maar kan in sommige gevallen zeker wel positief worden uitgelegd, aldus drs. Van Dun. Bedrijfspsychologische onderzoeken zullen in het algemeen worden verricht voor funkties waarvoor leidinggevende kapaciteiten nodig zijn (in veel gevallen bij het middenkader, altijd bij het hoger kader). De heer Heijn zei op een desbetreffende vraag nog geen behoefte te hebben aan een aparte registratie van de in omloop zijnde rapporten. Dat zou tot een dag taak kunnen uitgroeien. "We nemen aan dat een ieder - wij zullen daar steeds op wijzen - zich houdt aan de regel, dat de rapporten na drie jaar moeten worden vernietigd. Dat zal wel niet op de dag af gebeuren, maar het mag niet voorkomen dat er rapporten van jaren her gaan rondzwerven. Dat moet voor komen worden en met deze procedure zal dat beslist wel lukken." Om een barbecue voor zoveel personen te organiseren moet je wel in het vak 'ilttCÏJ. Dat was dan ook inderdaad het geval zaterdagavond 3 september. De personeelsvereniging van de Centrale Slagerij Zaandam maakte van haar jaarlijks evenement een geslaagde barbecue op het terrein van de CS. Meer dan tweehonderd gasten genoten van heerlijke hapjes en voortreffelijk vlees. Vooral het laatste werd beaamd door twee speciale genodigden, de heren Van der Broek en Hagenaars, de vlees verkoopspecialisten. Ook de heer Fritschy toonde zich een kunstenaar aan het 'spit. Het feest kreeg een heel byzonder tintje door de spontane medewerking van dé Square dancers een groep Nederlanders die in Amerika hebben gewoond en op voortreffelijke wijze met zangen dans Amerikaanse volksdansen lieten zien en horen. Op het terrein van de Centrale Slagerij stond een grote tent, waarvan de heer Waldhobe, de voorzitter van de personeelsvereniging, met trots vertelde dat de leden die zelf op aanwijzing van de verhuurder in twee dagen hadden opgezet. Bij de daar in gelegde dansvloer speelde de band Clock House en traden 's avonds op Imca Marina, Lee Towers en Robert Pauw. Het werd onder prachtig weer een zeer geslaagde en goed georganiseerde avond. Zelfs voor vervoer per bus was gezorgd.

Personeelsbladen | 1977 | | pagina 2