„We zijn op weg naar een
succesvolle situatie"
„Schouders onder
de zaak"
HO
„Het is een levend bedrijf"
Miro-directeur Govers:
Algemeen bedrijfsleider Andriesse:
Hoofd projekten Miro:
pagina 5
FLITSEN
Het is inmiddels al meer dan zes jaar geleden dat Nederland z 'n
eerste Miro-hypermarkt kreeg. Die kwam te staan in het
Zeeuwse Vlissingen. Het zijn er nu tien. Volgend jaar komt er
in Veenendaal weer één bij, en als de plannen werkelijkheid
worden, telt ons land over tien jaar twintig Miro's en zal
daarmee ongetwijfeld de grootste hypermarkt-organisatie van
Nederland blijven. Miro-directeur C. Govers over de filosofie
waarmee dit alles begon: "Het was allemaal het gevolg van de
visie dat Albert Heijn niet langer kruidenier was, niet langer
levensmiddelen-handelaar, maar distributeur van goederen
naar de consument. Dat ons vak veel breder ging worden. Die
visie vinden we ook bij anderen, er zijn warenhuizen die het
precies andersom beleven, waar men op grote schaal levens
middelen is gaan verkopen.
Bij de Miro-hypermarkt - de naam geeft
de verwantschap met de supermarkts
nog aan - is het levensmiddelenpakket
belangrijk gebleven, maar er is door het
grotere assortiment een nieuw winkel
type ontstaan, de winkel waarin men
alles onder één dak vindt.
'opstaan'
"Na negentig jaar kruidenierswaren,
waarvan zo'n 20 jaar supermarkten,
betekent dat dat je een geweldige ont
wikkeling tegemoet gaat. Je gaat 50 a 60
information systems" moeten andere
wegen bewandeld worden. De heer
Govers: De informatie-systemen in het
levensmiddelenvak wijken belangrijk af
van de systemen die nodig zijn om de
non-food op z'n weg te volgen. Er
worden andere eisen gesteld aan de
administratie en aan de computer
programma's.
'gelijkvloers
Een moderne grote winkel, met alle
afdelingen van de detailhandel in zich,
en dan anders dan de klassieke
warenhuizen. Dat werd Miro. Een
"must" bij een Miro-vestiging is bijvoor
beeld een ruime parkeerplaats, waar een
500-tal auto's ondergebracht kunnen
worden. Inmiddels is gebleken dat 70%
van de klanten met de auto komt. Dat
hoge percentage hangt samen met de
opzet van de zaak: "Men gaat bij ons
niet met een pakje onder de arm de deur
uit, maar met een aanzienlijke hoeveel
heid goederen." Daarom streeft men er
ook naar alles op één verdieping te
houden: verticaal vervoer is lastig voor
de winkel en onaangenaam voor de
kl^nt. Deze opzet heeft tot gevolg dat
voor een Miro-vestiging 2¥i a 3 hectare
grond nodig is. En de heer Govers
benadrukt dat bestaande misverstanden
rond de "weilandwinkels" langzamer
hand uit de wereld geholpen worden:
"Het is al een aantal keren bewezen dat
hypermarkten wel degelijk aansluiting
met de bebouwde kom en met de
bestaande winkelstand kunnen hebben.
En dat ze in een goede samenwerking
met die winkelstand kunnen functio
neren."
De gevestigde winkeliers staan meestal
huiverig tegenover de komst van een
Miro-hypermarkt. Men schrikt van de
omzetcijfers en vreest voor het eigen
bestaan. De heer Govers: Gelukkig
laat men zich in de meeste gevallen wel
overtuigen van de functie van een
dergelijke hypermarkt als trekker. We
worden meermalen benaderd door ge
meentebesturen die behoefte hebben
aan een belangrijke trekker, om de
koopstadfunctie te versterken."
'werkgelegenheid'
En uiteraard worden ook initiatieven
vanuit Ahold genomen. Daarbij han
teert men een "vlekkenplan" waarop
een dertigtal optimale vestigingspunten
staan aangegeven.
Een belangrijk argument om voor een
gemeente de vestiging van een Miro
aantrekkelijk te maken, is de te bieden
werkgelegenheid: men geeft werk aan
twee- a driehonderd mensen, die voor
het overgrote deel in de naaste omge
ving gezocht worden.
Is er tevredenheid over de Miro-resulta-
ten tot nu toe? "We zitten nog altijd in
een evolutie. Het zal nog jaren duren
voor Miro kan zeggen dat het alle
nieuwe markten feilloos onder de knie
heeft. Maar we zijn wel op weg naar een
zeer succesvolle situatie. De reacties van
het publiek stemmen ons duidelijk opti
mistisch."
Dat publiek reageert aldus op de lage
prijzen èn de goede kwaliteit die Miro
voorstaat. Die lage prijzen moeten be
reikt worden door de kosten zoveel
mogelijk te drukken, en dat wordt voor
een belangrijk deel gevonden in de
personele sfeer: een efficiënt zelfbedie
ningssysteem in zoveel mogelijk afde
lingen. "Voor veel van die afdelingen
kennen we dat in Nederland pas kort.
Het zelfbedieningssysteem is afkomstig
van het kruideniersvak. Via vlees en
groente is het nu ook doorgedrongen tot
de nonfood-afdelingen."
[voor vervolg zie pag. 7]
De heer F. Andriesse, algemeen be
drijfsleider van Miro Leeuwarden, heeft
in feite aan de wieg van de hypermarkt
gestaan. Al in 1970 maakte hy deel uit
van de stuurgroep die zich beijverde om
de eerste Miro's van de grond te krijgen.
Voorheen was hy o.m. BL in een
AHSM, en toen Leeuwarden in 1972 z'n
Miro had gekregen, ging hy een maand
of acht later daar als ABL fungeren.
"Door de toevoeging van non-food was
dat wel een duidelijk andere taak dan by
Albert Heyn. Het was een totale om
schakeling van supermarkt naar waren
huis."
Ook ten aanzien van de levensmiddelen
moest hy in een andere orde van grootte
gaan denken: "We brengen ze op veel
grotere schaal. Ons assortiment heeft
z'n gelijke niet by Ahold. En ook niet
wat betreft de hoeveelheden waarin het
de deur uitgaat." Grootschaligheid in
ruimte en in assortiment, maar ook het
werken met meer personeel, uitbreiding
van de specialismen, vooral in de non
food-sector, maakten dat de heer An
driesse voor een totaal nieuwe job kwam
te staan.
'eigen inbreng van
groot belang'
"Daar komt bij dat iedere Miro op zich
vrij zelfstandig functioneert. Dat stelt
ook andere eisen aan je functie. Je moet
zelf veel meer ondernemen om de
geplande resultaten te bereiken. We
kunnen wel gebruik maken van een
aantal steundiensten, maar. een groot
deel komt op je eigen schouders te
recht."
Hij noemt een paar voorbeelden: "We
hebben in Leeuwarden net een ingrij
pende verbouwing gehad. Je inbreng
daarin is van erg groot belang, en die
wordt ook wel gehonoreerd. De uitvoe
ring en begeleiding van zo'n projekt
komt helemaal op je neer, de bewaking
van de kosten, de beveiliging van de
routing, de verantwoordelijkheid daar
voor ligt bij de ABL."
Ander voorbeeld: "We zijn momenteel
bezig met een proef om de prijzen te
verlagen, om zo een omzetverhoging te
creëren, het rendement op te voeren.
Om zo iets te bereiken, moet je veel
ingrediënten aandragen-, om het verteer
baar te maken. Je verzorgt de hele
planning van de omzet, het personeel,
de marges, de hele follow-up."
Vanwaar deze prijsverlaging? "We on
dervinden vooral in de food-sector een
flinke concurrentie. En bij de non-food
zie je in verschillende groepen steeds
meer discounts."
Verder ligt de taak van een ABL bij
Miro vooral in het beleidsvlak: "We
worden intensief betrokken bij de ont
wikkeling van allerlei beleidszaken,
vooral ook omdat Miro nog zo'n prille
loot aan de stam is. Op beleidsgebied
moeten nog zoveel dingen uitgekristal
liseerd worden. We zijn er nog lang
niet."
De heer Andriesse voelt zich lekker in
die ontwikkeling: "Het werken op grote
schaal is een uitdaging. Je kunt met je
capaciteiten lekker uit de voeten bij
Miro."
non-food-afdelingen exploiteren. Dat
heeft ons tevens voor de werkelijkheid
geplaatst: het zijn in feite allemaal
verschillende winkels. Voor iedere af
deling is een filosofie. Iedere afdeling
heeft een eigen publieke benadering. Je
kunt stoffen van de rol niet op dezelfde
manier verkopen als grammofoonpla
ten. "De heer Govers verheelt niet dat de
tot nu toe doorgemaakte periode er één
van vallen en opstaan is geweest: "We
hebben veel teleurstellingen gehad,
maar er zijn ook de plezierige momenten
van slagen."Men raakte ervan door
drongen dat er afgestapt moest worden
van het idee van massadistributie van
alle goederen. De omzetcijfers waren
niet, zoals bij de levensmiddelen, alleen
zaligmakend.
Voorraadbeheersing, doelmatig beheer,
dat werden begrippen in de non-food-
sector die beslissend waren voor het
boeken van succes. Ook ten aanzien van
de informatiesystemen, de "management
"Je moet in deze funktie een dui
zendpoot zön," zegt de heer A. B. G.
dat houdt in dat hy zich bezighoudt
met nieuwbouw en verbouw van
Miro's en lobby's* terwp hy bovcn-
vestig! m >rb
In de loop van het gesprek raakt de
tafel tussen ons su-edv /waarder
beladen met bouwtekeningen en
schema's, Ze zijn. voor de heer
Janssen het raamwerk van wat hij
vertelt. Over dat "duizendpoot zijn",
bijvoorbeeld: Je moet weten welke de
filosofie van Miro is, hoe er gedacht
en gewerkt wordt. Je moet inzicht
hebben in de verkoop van lood en
non toud. Dan heb ie no? te maken
met allerlei normen (en aanzien van
bouw en techniek en 'n groot aantal
weuolijke bepalingen. Dat alles moet
je dan steeds trachten -erulen"
in, ho-out. presentatie, aankleding
en techniek, waarbij de financiën een
zeer belangrijke rol in het j totaal
speten. Sameuwerkend in een team
met de prospector van de Diens;
Onroerend Goed en de manager
van de Dienst technische projecten,
praat je met architecten, beleggers.
gemeentelijke instanties e.d. over
hoe een project gerealiseerd moet
worden. Zo moet je vroegtijdig diver
se maatvoeringen vaststellen, vloer-
belastingen bepalen, hoeveelheid en
type verlichting vaststellen. Je moet
regelmatig op de boogie blijven yah
allerlei technische ontwikkelingen
zoals b.v. op het gebied van energie-
verbruik, besparing daarvan Is im-
mm van groot belang. Het komt er
allemaal op neer dal je van een
heleboel wat weet. en van weinig
alles." i:-' i: dsGobGpd;;:;'
by de tm
We stellen als oen logisch feit Vast
dat de Miro van zes jaar geleden niet
meer de Miro van vandaag is:
"Sommige zijn ai twee koer ver
bouwd in die tijd. Het is nu eenmaal
een levend bedrijf, met steeds nieuwe
ontwikkelingen. Hel bedrijf wordt
ook steeds groter. Hn dat vraagt
Dat maakt het ook nodig om in het
schema, dat begint bij de' eerste
onderhandelingen en eindigt bij de
opening van de zaak, de inrichting
van de verkoopafdelingen zo lang
mogelijk blanco te houden: "Dat
moei kunnen, anders open je mei een
verouderde zaak. De bouw van een
Miro duurt ongeveer een jaar. en je
will het inrichten volgens de laatste
gegevens. Dan pas heb je een winkel
die bij de tijd is."
De latere verbouwingen ook bedoeld
om met de eisen van de lijd mee Ie
gaan, vormen een hoofdstuk apart,
In tegenstelling tot nieuwbouw moet
men dan immers uitgaan van een
bestaande situatie, met alle proble
men vandien. Daarbij heeft men
weer wel het voordeel dat gebruik
gemaakt kan worden van de erva
ringen die inmiddels in die Miro zijn
opgedaan. Er wordt goed geluisterd
naar de mensen die er in werken. En
hun opmerkingen worden niet alleen
gebruikt in bet verbouwplan, maar
ook in meuwbouwontwerpen kan er
rekening mee gehouden worden. De
heer Janssen, doordrongen van bet
belang van de praktijkervaring,
komt nogal eens in dc bestaande
Miro's: "En dan vang ik veel op waar
ik later op kan inspelen."
nieuwbouw
De tekeningen op tafel gaan over de
nieuwbouw die nu aktueel is m
Veenèndaal komt de elide Miro-ves
tiging. ondergebracht in een winkel-
centrum, waaronder een grote par
keergarage. "Bouwkundig is het vrij
wel rond," zegt de heer Janssen. Hij
wijst daarbij op het verschil met Miro
Vlissingen, waar men in de vrije
ruimte bouwde, "Het is nooit zo
geweest dat we maar op één manier
bouwden, In Maastricht hebben we
bijvoorbeeld ervaring opgedaan met
twee verdiepingen. In het begin
waren we daar niet zo gelukkig mee,
maar nu kunnen we die. ervaring
gebruiken in andere projekten."
andere projekten
Andere projekten, en dat 'zijn er
nogal wat. Het zijn er heel wat meer
dan ooit gerealiseerd zullen worden.
Maar elke keer moet de heer Janssen
er wet vanuit gaan dat hij met een
reëel plan bezig Is. Directie en Raad
van Bestuur moeten dan op een
gegeven moment het groene licht
geven. Zo niet, dan blijft het bij de
schetsen. De heer Janssen is daar;
zeer blijmoedig onder: 'Tedere keer
moet weer de balans opgemaakt
worden, moeten weer nieuwe situa
ties ontwikkeld en bestudeerd wór
den, moet er met vee! mensen zowel
van binnen als vau buiten het bedrijf
gesproken worden. Daar gaat na
tuurlijk wel veel tijd in zitten. Maar
wanneer liet dan zover is dat er een
projekt wei kei ijk gerealiseerd kan
worden, ga je er vanuit dat alle
kennis, opgedaan in de niet te reali
seren projecten, verwerkt zit in deze
nieuwe vestiging, waardoor al het
werk toch niet helemaal voor niets is