Albert Heijn gaat groeien
in Spanje en Amerika
Groente en fruit te kust en te keur
FLITSEN
pagina 3
Het 'feestelijkeinterieur van een
Bi-Lo supermarkt
De Bi-Lo Supermarkten voeren een opmerkelijk groot
assortiment van ongeveer 1000 diepvriesartikelen
Een blik in het hoofdkantoor, dat in Mauldin staat
en waar 138 mensen werken
[Vervolg van pag. 1]
hebben, wordt het tjjd voor de tweede
stap in Spanje. We zullen dan weer naar
een grote bevolkingsconcentratie zoe
ken. Of dat Barcelona wordt of Sevilla of
Valencia, valt nu nog niet te zeggen."
Peperdure plannen allemaal, die Albert
Heijn de eerste jaren geheel uit eigen
portemonnaie zal moeten betalen. Al
leen onder deze voorwaarde mocht Cada
Dia van de Spaanse autoriteiten een
honderd procent dochter van Ahold
worden. Vrijwel altijd geven de Span
jaarden alleen toestemming voor joint-
ventures. De heer Van Meer, die „bui
tenlandse zaken" beheert binnen de
Raad van Bestuur, schrijft deze bereid
willigheid van de Spanjaarden ook toe
aan het feit dat de regering, „verdraaid
goed ziet dat deze winkels een middel
zijn om de prijsstijging van de primaire
levensbehoeften in de komende jaren in
de hand te houden."
van de grond af
Toelichtend vertelt de heer Van Meer
dat de politiek van de Spaanse midden
standers nog steeds gericht is op winst
maximalisatie. „Wij werken met lage
marges bij een hoge omzet, maar de
Spanjaarden zoeken naar zo hoog moge
lijke marges."
Gezien deze instelling en simpelweg
door het feit dat er geen landelijke
winkelketens bestaan, besloot Ahold
vorig jaar geheel van de grond af te
beginnen in Spanje. Van Meer: „Wat er
is, is zo klein van schaal, dat als je dat
wilt gaan uitbouwen, moetje de mensen
een hersenspoeling geven om ze bij te
brengen wat jij wilt en je moet enorme
bedragen aan goodwill betalen omdat de
Spaanse levensmiddelenzaken allemaal
erg veel geld verdienen."
dicht bevolkt
Ahold heeft in Madrid gekozen voor het
bouwen van winkels in de zeer dicht
bevolkte steden rond het eigenlijke cen
trum van de hoofdstad. Ook hier gelden
twee overwegingen. De ene is dat de
grondprijs in het centrum zeer hoog ligt
Van Meer: „stukken hoger zelfs nog
dan in het centrum van Amsterdam"
terwijl juist daar al een aantal super
markten bestaan, die zich dan echter
richten op de welgestelden. De tweede
overweging is die van de door Ahold
gekozen doelgroep.
Van Meer: „Als we even de bekende ver
deling van de mensen van A tot en met D
aanhouden (groep A omvat de hoogste
inkomensklasse, groep D de laagste
red.), dan richten wij ons in Spanje
beslist niet op A, maar zelfs op C met
een klein snufje B. In Nederland richten
de winkels van Albert Heijn zich bijvoor
beeld op B met een knipoog naar A en
naar C, terwijl onze Simonwinkels zich
richten op C met een knipoog naar B."
„Er wordt me vaak gevraagd waarom
wij ons in Spanje nu bezig gaan houden
met het opzetten van supermarkten ter
wijl geen enkele andere buitenlander dat
doet. Fransen, Engelsen en ook Italia
nen investeren juist in hypermarkten in
Spanje. Ik denk dat er geen hypermarkt
bestaat die niet door buitenlanders
wordt beheerd of beheerst. Ik vertel dan
altijd dat een hypermarkt buiten de
steden wel leuk is, maar dat de Span
jaarden in de steden in zulke dichte be
volkingsconcentraties leven dat het een
enorme inspanning kost om deze woon
gebieden te verlaten en weer in te
komen. Bovendien is er nog vrijwel geen
enkele vrouw die een eigen auto heeft
waarmee ze in die winkels boodschappen
zou kunnen doen."
Met al deze overwegingen in het hoofd
bouwt Albert Heyn nu vlijtig aan vyftig
winkels in Madrid als voorbereiding van
een penetratie in heel Spai\je. Hoewel de
eindverantwoordelijkheid in Zaandam
blijft liggen, zal CadaDia toch een
bedrijf worden met louter Spanjaarden
als personeel. „We hebben bepaald niet
de opzet om vanuit Nederland de Span
jaarden wel even te vertellen hoe ze hun
werk moeten doen," aldus de heer Van
Meer.
Naast Spanje richt Ahold zich op de
Verenigde Staten van Amerika. Van
Meer over deze keus: „Onze hele studie
naar Spanje heeft zich afgespeeld in het
Franco-tijdperk, waarbij de toekomst
van het land nog vol vraagtekens was.
Maar omdat we uit tal van gesprekken
met het jonge ambtenarendom konden
proeven dat zij democratisch was inge
steld met een voorkeur voor een stabiele
overgang na de dood van Franco,
hebben we deze risico's aanvaard. Toch
hebben we toen direct het besluit geno
men daarnaast activiteiten te ontplooien
in een meer stabiele maatschappij. En
bovendien ga je zoeken naar een markt
die zich anticyclisch beweegt. Dan valt
de keus op de Verenigde Staten. De
economische neergang komt er altijd
eerder dan in Europa, maar ook zet het
herstel er eerder in."
lesje
Nu een lesje hoe je een bedrijf in de
Verenigde Staten koopt.
„Wij hebben eerst onze eisen opgesteld
ten aanzien van wat we wilden kopen.
Het bedrijf mocht niet te klein zijn,
maar ook niet zo groot dat we het niet
meer konden behappen, het moest in
een groeigebied liggen en er moest een
goed management zijn dat, om het
populair te zeggen, in staat is zelf de
broek op te halen."
De staten waar Ahold de aandacht op
richtte, waren die in de zogeheten Sun
belt, een gordel van zuidelijke staten die
momenteel een duidelijke toeloop ken
nen van Amerikanen uit het noorden.
„Vervolgens kijkje dan naar de meest
rendabele bedrijven in zo'n gebied. Je
onderzoekt jaarverslagen en je brengt
alle cijfers boven water; zelfs van beslo
ten vennootschappen ligt dat in de
Verenigde Staten vrij eenvoudig. Daarna
maak je een acquisitielijstje en je huurt
een Amerikaans bureau dat, zonder nog
de naam Ahold te noemen, overal eens
gaat kijken waar er mogelijkheden
liggen."
Tot verbazing van Van Meer, bleken er
tal van mogelijkheden te bestaan voor
het voeren van een serieus gesprek over
overname.
„Vergeet niet dat er in Amerika nog
steeds concentraties plaatsvinden en
omdat veel basisindustrieën tegenwoor
dig zoeken naar diversificaties, is er bij
tal van bedrijven een constante angst
van: „waar zal ik straks terecht ko
men?" Als wij dan komen, denken ze:
„ach, het moederbedrijf ligt op vier
duizend mijl afstand"; dat zorgt toch
voor wat je een milde dreiging kan
noemen. En dan is er bij het manage
ment altijd de dreiging dat ze ontslagen
kunnen worden als een Amerikaans
collegabedrijf de zaak overneemt. Die
kans is met Ahold nauwelijks aanwezig.
Dat zijn dus onze plussen."
De keus viel uiteindelijk op Bi-Lo, een
concern met 93 forse supermarkten in de
staten Georgia en South en North
Carolina. Winkels met een oppervlakte
van 1850 tot 3000 vierkante meter. Ter
vergelijking: een forse supermarkt in
Nederland is zo'n 1500 vierkante meter
groot. Bi-Lo bokste in 1976 in deze
winkels een omzet bijeen van bijna een
miijard gulden. Ahold haalde in dat jaar
3,4 miijard gulden.
Van Meer over het vervolg: „Je moet
dan een heel aantal stappen zetten.
Eerst ga je kijken of je met het manage
ment overeenstemming kan bereiken.
Als de leiding namelijk niet mee wil
werken, moet je het helemaal maar
vergeten. Vervolgens ga je dan onder
handelen met de directie. Loopt dat alle
maal goed af dan wordt een principe-
akkoord getekend en wordt het uitein
delijke contract voorbereid. We zitten
nu in de fase dat dit uitbundig moeilijke
contract vrijwel gereed is."
„De volgende stap is dat het contract
wordt voorgelegd aan de SEC (de Secu
rities and Exchange Commission) een
soort Amerikaanse Vereniging voor de
Effectenhandel. Geven die ook hun
goedkeuring, dan kunnen de stukken
worden gedrukt en naar alle aandeel
houders worden gestuurd met een op
roep voor een algemene aandeelhouders
vergadering, waar men „ja" of „nee"
tegen ons voorstel kan zeggen."
geen walk-over
Zegt tweederde „ja", dan is de zaak
beklonken. Haalt men dit cijfer niet,
dan is alle moeite voor niets geweest.
Ook bestaat de mogelijkheid dat een
belangrijke groep een rechterlijke uit
spraak eist of de prijs die de bieder wil
neerleggen, wel een eerlijke is. En de
allergrootste dreiging: een onverwachte
overbieding door een concurrent. Ahold
heeft 35 dollar voor een aandeel Bi-Lo
geboden en dat is royaal boven de koers
op het moment dat de eerste besprekin
gen werden gevoerd. Van Meer: „Toen
we begonnen, stonden ze op 23 tot 24
dollar. Daarna schoot de koers omhoog
tot 29 dollar, dus er is kennelijk ergens
een lek geweest."
Op dit moment hebben al tal van Ameri
kaanse effectenmakelaars hun cliënten
geadviseerd het bod van Ahold te accep
teren. Wel heeft een internationaal vak
tijdschrift geschreven dat de Zaankan-
ters voor deze prijs (totaal 150 miljoen
gulden) zeer goedkoop aan het zeer ren
dabele Bi-Lo komen. Een opmerking die
de heer Van Meer met een glimlach en
stilzwijgend laat passeren.
Wel geeft hij toe dat Bi-Lo een zeer
gezonde reserve, liquiditeit en cash-flow
heeft, waardoor na de overname zeer
veel middelen Ahold binnenstromen.
nieuwe fase
Volgens Van Meer heeft Bi-Lo (waar
men in '76 twee procent netto winst
maakte over de omzet tegen Ahold 0.84
procent) het extra voordeel dat de
winkels buiten de grote steden zijn
gevestigd, waardoor de kans gering is
dat men wordt betrokken in een prijs
oorlog. En omdat er in de USA geen
minimumprijzen bestaan, drukt zo'n
keiharde prijsoorlog alle deelnemers
langdurig tot op of zelfs onder de rode
streep.
By Ahold wordt de stap over de Neder
landse grenzen volgens Van Meer zeer
duideiyk beleefd als een geheel nieuwe
fase in het negentigjarige voorspoedige
leven van dit bedryf. „Na het introdu
ceren van de supermarkten in Neder
land, betekent dit weer een hele schok,
haast een revolutie voor ons Allemaal."
PIET DE WIT
Inmiddels is de 4e supermarkt geopend