Winkeldiefstal gebeurt
bijna altijd uit hebzucht
Met
bed
Samenwerkingspa
in ontwikkelin
3Ik hou van m'n vak3
EX-POLITIEMAN BRUIN:
Bedrijfsbeveiligingsdiens
pagina 6
Sinds twéé jaar heeft de Raad voor het Grootwinkel»
bedrjf, waarbij ook Ahoid aangesloten is, een
technische commissie die zich speciaal bezig houdt
met winkeldiefstallen. Als vertegenwoordiger voor
Ahold zit de heer H.J. Sluis in deze commissie.
Als intructiemateriaal voor het winkelpersoneel heeft
de commissie inmiddels een audio-visueel vervaardigd
stuk voorlichting samengesteld. Via de tele*trip zal dit
ook gebruikt gaan worden by de instructie van het
Ahold-personeei. Momenteel is men aan het bekyken
in hoeverre het beschikbare materiaal voor dit doel
nog aanpassing behoeft. De heer Sluis hoopt daar na
de vakantie mee het land in te kunnen.
Bij een confrontatie met de heer A. Bruin,
één van de leden van het viermanschap dat
Aholds Bedrijfsbeveiligingsdiensten bemant,
dringt zich al gauw een vergelijking op met
speurder Maigret. Zijn pijp speelt daarbij een
belangrijke rol, maar ook in praten en
denken brengt de heer Bruin ons in Simenon-
sferen.
Voordat hij in 1963 het bedrijfsleven binnenstapte, was de
heer Bruin ook echt politieman. Eerst bij de Rijksver
keersinspectie. later bij de Rijkspolitie te water, in
Amsterdam.
Bij dat laatste korps werkte hij eerst vanaf een boot, en later
als rechercheur te land, waarbij havendiefstallen en crimi
naliteit met betrekking tot scheepvaart zijn werkgebied
vormden.
Zo vond hij ook zijn springplank naar het burgerbestaan: na
het oplossen van een grote zaak, waarbij een bepaalde
Amsterdamse firma betrokken was, trad hij bij dat bedrijf in
dienst als bedrijfsrechercheur.
In 1970 kwam hij over naar Ahold, in dezelfde functie, waar
hij ging werken in het DC. in Zaandam, en later ook in de
andere DC's. de centrale slagerijen en productiebedrijven.
Dat gebied bestrijkt hij ook nu nog, samen met de heer Sluis,
maar nu overkoepeld door de BBD.
Op onze vraag of dit werk moeilijker is dan hetzelfde werk bij
de politie, zegt hij na enig nadenken: "Dit is moeilijker, ja.
Bij de politie krijg je aangiftes, hier meestal niet. Als hier iets
aan de hand is. moetje er direct al zijn. Maar ik loop nu zo'n
zeven jaar mee in de DC's, 't draait al aardig. Men weet dat
we er zijn. Het is heel belangrijk dat we ons laten zien."
Verder is de heer de Bruin huiverig om over zijn werk in
details te treden: "Je zegt gauw te veel. En het is allemaal
narigheid, daar kun je maar beter niet over uitwijden. Maar
ik hou van m'n vak. Als ik opnieuw moest beginnen, zou ik 't
weer kiezen."
"Het motief van winkeldiefstal is bijna altijd
hebzucht. Stelen uit armoede is er bijna niet
meer bij. De mensen die betrapt worden,
kunnen het meestal gemakkelijk betalen.
Dat is de ervaring van de heer H.J. Sluis,, één der vier
beveiligingsdeskundigen aan de top van Aholds BBD. Zijn
taak is vooral gericht op de winkels. Ook houdt de heer Sluis
zich bezig met het veiligheidsaspect in de opleidingen van het
personeel. "Maar verder is die taak niet zo nauw begrensd,
zegt hij. "Als ergens hulp nodig is, ga ik er ook heen." Dat
zal dan met name in het zuiden des lands wel eens het geval
zijn. want de heer Sluis opereert vanuit Eindhoven, hoewel
Zaandam op papier zijn basis is. "Ik ben erg veel op stap.
Zaandam ligt ook niet zo centraal, dus vond men het goed
dat ik in Eindhoven bleef."
De heer Sluis is in oktober 1973 met ETOS overgekomen
naar Albert Heijn. Aan ETOS waren dertien jaren
Koninklijke Marechaussee voorafgegaan.
bedrijfsbeveiliging
Toen men bij ETOS iemand zocht om de bedrijfsbeveiliging
op poten te zetten, leek hem dat wel een aantrekkelijke baan.
"Ik had bij de marechaussee een prachtige tijd gehad, maar
op den duur ga je er toch anders tegenaan kijken."
"In feite begonnen ze met het beveiligingswerk bij ETOS dus
eerder dan bij Albert Heijn. Dat is te verklaren uit de
omstandigheid dat er in Eindhoven nogal wat Philips-
mensen bij betrokken waren, en daar had men al vanouds
een bedrijfsbeveiliging."
Bij Etos kreeg hij uiteraard met het fenomeen winkeldiefstal
te maken, maar ook met zaken als inbraakbeveiliging,
brandbeveiliging, het sleutelbeheer etc.
Eind 1973 kende Albert Heijn nog geen BBD, en de heer
Sluis is in feite in z'n eentje met het voorbereidende werk
daarvoor begonnen. Dat hield in dat hii alle werkmaat
schappijen ging bezoeken, met veel mensen kennis maakte
en zo op een rijtje zette welke zaken op dit gebied prioriteit
verdienden.
"En zo kwamen we al gauw op winkeldiefstal terecht, de
lekkages in de winkels. Ik heb het hele hoofdstuk daarover in
het handboek herschreven. Ik heb voor alle BL's in het
land lezingen gehouden met dia's. Daarbij is veel aandacht
besteed aan afhandeling. Veel mensen weten eigenlijk
niet wat ze moeten doen als ze iemand betrappen. Daar-
bestonden nogal wat misverstanden over. Voorop staat dat
het personeel zichzelf niet in de waagschaal mag stellen. We
willen niet dat onze mensen ook maar een schrammetje
oplopen. Dat is een utopie, want ze zullen best wel eens
ongewild in een situatie komen dat het mis gaat. Maar in
principe hoeft het personeel alleen maar op te letten, en 't te
melden als er wat gebeurt. Ze hoeven niet in te grijpen. Ze
kunnen al genoeg doen om het fe voorkomen, of het snel te
ontdekken."
De door het personeel gewaarschuwde bedrijfsleider heeft
nauwkeurige instructies wat hij in zo'n geval allemaal wel en
niet kan doen. De heer Sluis: "Daarbij hebben we wel te
maken met de politiek van een winkelbedrijf: als het
enigszins kan geen "stennis" in de winkel. Rustig houden,
we hebben niks aan vechtpartijen. De bedrijfsleiders hebben
voldoende richtlijnen, men is theoretisch beter gewapend
dan vroeger. Dat is in de praktijk ook al gebleken."
inbraakproblematiek
Een tweede hoofdstuk waar de heer Sluis in de winkels mee
te maken heeft, is dat betreffende de inbraakproblematiek.
"Het aantal inbraken neemt hand over hand toe. De
bedragen waar het om gaat, worden ook steeds groter, al was
het alleen maar door de prijsstijgingen. Maar de super
markten zijn ook veranderd. Men heeft tegenwoordig een
aardig pakket non-food artikelen. Camera's, wekradio's, dat
zijn leuke dingen om een zak vol van mee te nemen. En bij de
laatste inbraken mis je ook regelmatig koffie. Vroeger zat dat
er nooit bij. Toen waren alleen sigaretten een gewild artikel."
In BBD-verband staat men nu voor de taak over alle in
braken gegevens te verzamelen, en aan de hand daarvan
preventieve maatregelen te treffen. De heer Sluis: "En
daarbij is het van groot belang dat we niet achter de feiten
aan blijven hollen. Je moet proberen die lui voor te blijven.
We kunnen niet achter elke inbraak aan gaan, net zo min als
achter elke winkeldiefstal. Maar als uit de gegevens blijkt dat
het ergens erger is dan gemiddeld, gaan we wel kijken of we
er iets aan kunnen doen, aan de inrichting, de plaatsing van
de artikelen, en eventuele hulpmiddelen, zo als spiegels. Na
een inbraak is het zaak te zorgen dat er zoveel mogelijk
bewaard blijft voor de politie. Daar hebben we de BL's ook
een apart hoofdstuk over. Het is net als bij EHBO: je moet
vooral weten wat je niet moet doen."
opleiding bedrijfsleiders
In de huidige opleiding van BL's is een hele middag gewijd
aan de beveiliging, en dan met name aan winkeldiefstal. Hoe
herkennen we het. hoe kan het voorkomen worden, welke
trucjes worden veel gebruikt, hoe grijpen we in? De heer
Sluis: "Het helemaal voorkomen zal nooit lukken. We zullen
altijd mensen moeten blijven betrappen. Dat is de enige
manier om ze te laten ophouden. Het scheelt wel dat we niet
zo gauw met beroeps te maken hebben, het zijn meestal
klanten die om de een of andere reden in de fout gaan. En
De afdeling B
staat onder sup
en dat is niet
me al zo'n der
zelf. De heer
Zaanstads bran
voor de westka
korps doorliep
geeft hij nu ooi
ging bij Ahold
de heer Eijben
instelling van i
baan voor hem
"Binnen het kader van de doelstelling van de
onderneming het voorkomen en bestrijden
van interne en externe gevaren, welke de
onderneming en haar bedrijfsonderdelen in
haar functioneren [kunnen] bedreigen en der
halve schade kunnen berokkenen. Aldus de
officiële formulering van het doel van de
Bedrijfsbeveiligingsdiensten Ahold N. V.
"We streven naar total security," zegt de heer F. Brandsma,
die officieel sinds 1 mei aan het hoofd van deze kerverse
diensten is gesteld. Totale veiligheid dus, een niet gering
streven. Daarbij zij vooropgesteld dat noch de heer
Brandsma, noch zijn secondanten van het eerste uur H.
Eijben, H.J. Sluis en A. Bruin natuurlijk de illusie koesteren
die volmaaktheid ooit te bereiken. Maar zo een streven
schoon genoemd mag worden, dan is het wel dat van deze
heren.
B.B.D.
Het Ahold-concern heeft er weer een atkorting bij, B.B.D.,
en die zullen we vanaf hier hanteren ter aanduiding van de
beveiligingsdiensten, die ressorteren onder de Dienst Al
gemene Zaken. De heer Brandsma, hoofd van deze dienst,
rapporteert aan de secretaris van de Raad van Bestuur van
Ahold en geeft leiding aan het tot de BBD behorende
personeel.
Daarmee is dan ook de plaats van de BBD binnen het grote
geheel officieel bepaald.
De heer Brandsma was tot voor kort beter bekend als
personeelsfunctionaris, en in een iets verder verleden ook
betrokken bij de filialen. Over de voorgeschiedenis van de
BBD zegt hij: "Er was voorheen geen speciale dienst voor in
het concern. Er werd natuurlijk wel aan veiligheid gedaan,
doch er was weinig coördinatie."
Daar moet nu een eenheid van gesmeed worden. Een karwei
dat, om de heer Brandsma te citeren, nog in "een
embryonaal stadium" verkeert, maar waartoe de eerste
aanzet wel duidelijk gegeven is. "We zijn een samen-
werkingspatroon aan 't ontwikkelen met alle daarvoor aan
gegeven leidinggevende functionarissen. Het gaat om de be
vordering van de veiligheid van personen, gebouwen en
goederen. Die volgorde alleen al is belangrijk. We willen
bescherming bieden tegen dreigende gevaren. Primair
houden we ons bezig met preventie, het voorkomen. Maar we
hebben uiteraard ook repressieve aktiviteiten. Daarvoor
hebben we een aantal mensen met opsporingservaring,
ex-politiemensen. Die kunnen ook een onderzoek instellen,
zelfstandig of in samenwerking met de politie."
criminaliteit
Een van de belangrijkste overwegingen die de Raad van
Bestuur deed besluiten tot het instellen van de BBD was
behoefte aan grotere preventie i.v.m. de stijgende criminali-
dat is het de kunst om zo attent te zijn dat het bijtijds
ontdekt wordt. Door de afwikkeling, eventueel via de politie,
moet je zorgen dat ze het geen tweede keer doen. Uit mijn
gegevens bij ETOS bleek dat herhaling heel weinig
vóórkwam."
Een probleem apart is het maken van onderscheid tussen de
diefstal door de klant en door het personeel. Er zijn be
trouwbare gegevens over de verdeling van balanstekorten
over criminele en niet-criminele oorzaken, maar de heer
Sluis durft niet te zeggen hoe groot bij diefstal het percentage
is dat voor rekening van personeel komt. "We kunnen
hoogstens voorzichtig zeggen dat het fifty-fifty is, dat bij de
klanten het aantal gevallen groter is. en dat het bij personeel
om grotere bedragen gaat."
teit. Brandsma: "He
de misdaad toeneerr
punt.
Hij is zelf ook een i
school gekomen kw£
politie van die tijd
recherchewerk bij d
wegen. In 1957 trad
"Door die achtergr
meer aan dan iemar
hij.
Sprekend over de ci
gaan de gedachten
en inbraken. Maar
ook naar dat elk fili
een bom-melding. I
zal bijvoorbeeld be
Bedrijfsbeveiliging,
deel zal gaan vorr
personeel.
Brandbeveiliging ka
onder dit hoofdstuk
gevallen andere ooi
laten we elders in de
Om het rijtje van cri
bedrijfsspionage en
die door de BBD
Berust de uiteindeli
heid in het bedrijf
narissen krijgen met
belangrijke stem. "fi
nóg zo veel adviezen
niets uit als de men1
zijn. Eén van onze 1
dat ze dat worden,
functionarissen in hi
vraagd wat in hun b
heeft ons een heleb