AC Restaurants opent eerste brug-wegrestaurant van België Interessant om aan hele denkproces deel te nemen ■- I -Jélr 4- Gebruiker dichter computer gebracht bij „Het is fijn werken in België" PIERRE TACK MANAGER AC RELAIS Bij LUIK: FLITSEN pagina 5 Sinds 23 juni heeft België z'n eerste brug-wegrestaurant. Het ligt vlak bij Luik, in Barchon om precies te zijn, en is gebouwd over de E5, die van Luik via Verviers naar Aken voert. De exploitatie is in handen van AC Restaurants BV, een werkmaatschappij van Ahold NV, dat daarmee z'n tweede Belgische vestiging heeft gekregen. Men had er al twee jaar één bij Leuven. AC Relais, wat de naam van de zaak bij Luik is, heeft een capaciteit van 400 zitplaatsen. Daarvan zijn er 300 in het restaurant op de tweede verdieping (de brug) en 100 in het grill-restaurant. Gelijkvloers vindt men een informatiedesk, en in het najaar zal daar ook een restaurant speciaal voor het vrachtverkeer geopend worden, een zogenaam de truckstop. Een verdieping hoger heeft AC Relais een winkel, telefoonaccor. -datie, toiletten en de verbindingsbrug tussen de twee kanten van de weg. Dit brugwegrestaurant is in hoofdzaak gebouwd door de Venrayse aannemingsmaatschappij J. P. A. Nelissen, volgens ontwerp van het Parijse architectenbureau A. Epstein Sons. Aan wee.szijden van het restaurant is ruim parkeergelegen heid, in totaal voor 260 personenauto's. Aan één kant heeft Shell een benzinestation. AC Relais wordt beheerd door manager Pierre Tack, en met hem hadden we een gesprek. *X |t *ti! HENK ACKERMANS MANAGER MOTEL HEVERLEE: Halï oktober werd Henk Ackermans aangesteld als manager van Motel Heverlee, een AC-vestiging by Leu ven, a'an de verbinding Brussel-Luik. Hy volgde er de heer Peperkamp op, die het motel vanaf de start in juni 1975 onder zyn beheer had gehad. Het is met deze eerste buitenlandse vestiging van AC Restaurants wat anders gegaan dan men gepland had. Ackermans: "De ontwikkeling en bleven achter bij de verwachting en. Enerzijds was dat te wijten aan het feit dat hier gewoon minder verkeer langs komt dan voorspeld was. En verder is het consumptie gedrag van de Belg anders dan van de Nederlanders." Over het consumptie-gedrag zegt Ackermans: "In Nederland is het zo dat om zes uur de eerste vrachtwa genchauffeurs al koffie komen drin ken. Later komen de andere automo bilisten. en dat gaat zo door tot elf uur. Dat missen we hier totaal. Je hebt hier alleen van zeven tot half negen een ontbijtfunctie. Dat is bij ons weer ondenkbaar. De Hollander ontbijt thuis. Maar goed, van twaalf tot twee gebruikt men hier de lunch, net als in Nederland. Alleen is dat hier een warme maaltijd. Men is georiënteerd op Frankrijk, waar de bedrijven ook een veel langere lunch pauze hebben. Wordt dan verder in Nederland de hele middag door wel koffie gedronken, hier valt het ge woon een aantal uren stil." aanpassing Kortom, de cijfers vielen tegen, en na een jaar besloot men dat er iets moest veranderen. De directe exploitatie kosten moesten teruggedrongen wor den. Ackermans: "Aan beide kanten van de weg is men de zaak gaan aanpassen. Er moest tegemoetgeko men worden aan de markt, er moest naar alternatieve markten in de omgeving gezocht worden. Er werd een markt gevonden in het verhuren van zalen voor meerdaagse bijeen komsten e.d. De bestaande ruimtes zijn herverdeeld, en nu hebben we een aantal goede zalen voor 25 tot 30 personen. Die kunnen ook bij elkaar getrokken worden." "Verder was gebleken dat de grill als wegrestaurant niet zo aansprak. Die is aangepast, en trekt nii meer mensen uit de omgeving. Aanvanke lijk was er aan beide zijden een grill, nu noe maar aan één kant. De plannen voor al deze verande ringen lagen er al toen de heer Ackermans in België kwam. Voor heen had hij sind?1971 in AC-zaken gewerkt in Utrecht. Voorburg, Lei derdorp, Enschede (voor 't eerst als manager) en Nederweert. Over zijn eerste Belgische ervarin gen: "De plannen lagen er dus, en we zijn aan de slag gegaan. Eerst heb ik het team op een meer Nederlandse manier georganiseerd, voorzover mo gelijk." Wat hield dat in? "De Belg in dit vak heeft volop aandacht voor de gast. Hij heeft veel interesse voor het horeca-vak. meer dan in Nederland het geval is. Maar ze zien het wel een stuk strakker dan wij. Als je kok bent, ben je kok, en dan doe je alleen het werk dat een kok behoort te doen. Dat is allemaal scherp afgeba kend. Toch heb ik geprobeerd de bemanning wat te beperken. Dat betekende dat iedereen regelmatig werk van anderen moest gaan op vangen. Daardoor kreeg men ook meer oog voor andere afdelingen en ze werden wat flexibeler in hun werk. En uiteraard leverde zo'n reorganisa tie o.ok besparingen op. Iedere afde ling heeft nu een minimale bezetting. Dat maakt het bedrijf wel kwetsbaar als er eens iemand ziek wordt, maar dat kan opgevangen worden doordat dan iedereen bereid is een stapje extra te doen. "Men is daar ook toe bereid, omdat er ook aan de top gesnoeid is," zegt manager Acker mans. "Je had hier een directeur, twee managers met hun assistenten en een hotel- en banquetingmanager. Daar is ook flink op besnoeid." Hoewel hij zelf Zuid-Nederlander is, heeft Ackermans moeten wennen aan de Belgische mentaliteit. Maar hij vind het er fijn werken: "Ze hebben een goed vakgevoel. Men heeft hier ook meer waardering voor de fijnere keuken. Je vakgevoel wordt meer gestreeld. En doordat er een motel is, heb je meer contact met je gasten. Verder is men hier wat minder strak dan bij ons. Met een leverancier moet je nooit een af spraak maken op een bepaald tijd stip. hoogstens voor 's ochtends of 's middags." "Ik wilde graag aan iets meewerken met een nieuwe formule. Ik ben volledig betrokken by de opbouw van deze nieuwe zaak. Ik vond het hoogst interes sant om aan dat hele denkproces deel te nemen." Aldus Pierre Tack, manager van AC Relais bij Luik. Hij is 44 jaar oud en werd geboren in het Vlaamse Kortrijk. Daar volgde hij een opleiding die onge veer overeenkomt met ons gymnasium. Vervolgens bezocht hij de hotelschool in Koksijde, aan de Belgische kust, waar hij op 21-jarige leeftijd afstudeerde. Daarop volgde de militaire dienst, waar in hij reserve-officier werd bij vliegveld- verdedigings-eenheden, een gespeciali seerde infanterie. "Een tamelijk streng onderdeel." volgens Pierre zelf, die hierbij achttien maanden doorbracht. En zoals het zovelen vergaat, begon hij na school en militaire dienst aan de opbouw van een maatschappelijke car rière. Tijdens zijn opleiding had hij al verplichte stages gelopen en nu werkte hij eerst een jaar in Zwitserland in diverse hotels en een jaar in Frankrijk, in het Parijse hotel Ritz. Hij deed dat in de functie van receptionair. In Parijs trad hij ook, in 1956, in 't huwelijk. Omdat Europa in die tijd weinig kansen bood om in zijn vak hogerop te komen, met name in de klassieke hotelsector waarin hij zijn contacten had, ging de heer Tack eind 1957 naar het toenmalige Belgisch Congo, waar hij in Leopoldstad (nu Kinshasa) een jaar receptionair en drie jaar chef-de-reception was. Hij werkte er achtereenvolgens in Guest house Sabena en in hotel Memling. "Daar heb ik ook in juni 1960 de "De gebruiker dichter bij de com puter brengen. Die filosofie heeft ertoe geleid dat sinds een aantal weken op het bureau van de heer J. de Jong, coördinator rechtstreekse zendingen op het Prijzenbureau PKU [ponskaarten-uitwisseling], een beeldscherm plus toetsenbord te zien is. Deze apparatuur is aangesloten op de IBM-computers van het hoofkan- toor, en maakt het de heer De Jong mogelijk met een paar handelingen alle gewenste gegevens van de hele goederenstroom zichtbaar te maken. Tot voor kort moest hij die gegevens uit een grote stapel papier te voor schijn zien te halen. Als men dan weet dat het in totaal gaat om zo'n 60.000 artikelen, met per artikel vijf a zes prijsregels, is het niet verwon derlijk dat de totale stapel computer- sheet meer dan een meter hoog was. Een dikke 11.000 pagina's, volgens de heer De Jong, die eenmaal per vier weken zo'n overzicht in zijn bezit kreeg, en dan tussendoor vele aan vullende gegevens en wijzigingen: per dag komen circa 5000 mutaties binnen. Men is nog volop aan het experimen teren met de mogelijkheden van de nieuwe apparatuur. Wordt die op dit moment nog slechts gebruikt voor het verschaffen van informatie, in de toekomst hoopt men ook de mutaties op artikelen er rechtstreeks mee aan te kunnen brengen. Die moeten nu nog op een formulier naar de pons- kamer, en zijn dan vele uren later verwerkt. Een andere wens die men hoopt te gaan realiseren, is het uit breiden van hel aantal beeldscher men op de afdeling. Een twaalftal contactfunctionarissen moet daar nu nog werken met genoemde papier rompslomp. De proef waar men nu mee bezig is, kan straks ook op andere afdelingen en bij andere functionarissen vruchten af gaan werpen, al waarschuwt de heer Koer- se ervoor hier realistisch tegenover te staan: "Natuurlijk is het van belang dat via een snellere informatie het bedrijf efficiënter gerund kan wor den. maar voordelen en kosten die nen voor elke toepassing zorgvuldig afgewogen te worden." Overigens zijn de huidige computers niet groot genoeg om op grote schaal beeldbuizen in het bedrijf te plaat sen. Ondanks deze beperking is de afdeling systeem-programmering, waarvan de heer R. Koerse het hoofd is, er toch in geslaagd om deze beeldbuis-toepassing te realiseren. Systeem-programmeur J. S. Beer- nink ontwikkelde dan ook een aange past besturingsprogramma dat het mogelijk maakte om reeds nu ge bruik te maken van de beeldbuis. Meer mogelijkheden t.a.v. het ge bruik van beeldbuizen zullen begin 1978 aanwezig zijn, wanneer de nu aanwezige computers eind 1977 ver vangen zijn door grotere en snellere systemen. onafhankelijkheid meegemaakt. Dat waren moeilijke tijden. Alles liep uit de hand. De mensen waren in paniek. Zelf had ik daar weinig tijd voor. Wij stonden aan de overkant van de toog. We hadden het druk. het hotel was vol We moesten dag in, dag uit moeilijke situaties oplossen. Het is ook een kwestie van persoonlijke iijstelling in je vak. Je bent nu eenmaal in een beroep waar de mensen service van verwachten. Dat moet je dan doelmatig doen, ook als de moeilijkheden extreem groot zijn." Eind 1961 keerde hij terug naar Europa. Toen koos hij voor ander werk, en dat vond hij in de petroleumwereld. "Ik ben prospecteur geworden bij Aral- België. Dat hield in dat ik terrein moest zoeken waar benzinestations gevestigd konden worden. Ik raakte betrokken bij het sluiten van contracten met raffina derijen. En bij het opbouwen van depots." Zo zat hij van 1962 tot 1968 "in de olie". En toen stak hij weer over naar Afrika, vooral omdat zijn vrouw niet tegen het noordelijke klimaat kon. In Kinshasa werd hij directeur van de voedingsdiensten aan de universiteit Lovanium. Na anderhalf jaar werd hij directeur van het hotelbedrijf Compag nie des Grands-Hotels Africa, waaron der vier hotels vielen. In Zaïre, de nieuwe naam van Congo, overleed zijn vrouw. Nog ruim een jaar bleef hij er werken, maar in een republiek die steeds meer geafricani- seerd werd. waren steeds minder plaat sen voor blanken in kaderfuncties, en uiteindelijk ging de heer Tack terug naar zijn vaderland. Dat was eind 1975. Na ëen periode van herbezinning, vooral om het verlies van zijn vrouw te verwerken, ging hij met nieuwe energie op zoek naar werk, en dat bracht hem in contact met AC Restaurants. Hij was een maand of vier manager in het restaurant in het Lim burgse Sevenum, zowel om ervaring op te doen in de AC-organisatie als om een daar bestaande vacature op te vullen. Daarna raakte hij betrokken bij de voorbereidingen voor de Belgische vesti ging, waar hij nu met een man of veertig personeel dagelijks de zorg heeft voor de inwendige mens van voorbijganger en omwonende. Want AC Relais in Bar chon moet het niet alleen hebben van de passanten of van de E5. Met name het grill-restaurant is afgestemd op bezoe kers uit de naaste omgeving: "Wij hebben daar een heel andere aanpak, qua sfeer en decoratie. De Belg verwacht een rijkelijk interieur, en is bereid daarvoor te betalen en er de tijd voor te nemen." Op 30 mei waren de 15 hoofdprijswinnaars van de kienrenwedstrijd te gast bij het produktiebedrijf en hel distributiecentrum in Zaandam. Al gauw bleek dal hei distributiecentrum er in werkelijkheid "iels" anders uitzag dan op de kleurplaat.

Personeelsbladen | 1977 | | pagina 5