NIEUWE VERKIEZINGEN OR-SIMON UIT DE In gesprek met Mevrouw G. A. W. de Beurs-Mersman, OR- lid Simon i i pdllrtSWMI pagina 2 FLITSEN "Men behoeft niet te stemmen, maar wij hopen wel dat men het doet. Dat geeft tenminste het gevoel, dat men het nut van de ondernemingsraad inziet en dat men het belangrijk vindt, dat de juiste mensen worden gekozen." Dit zegt mevr. G. A. W. de Beurs-Mersman, lid van de O.R. van Simon als afgevaardigde van de lijst van de vakbond "Mercurius" voor de groep Part timers. Mevr. De Beurs werkt ongeveer negen jaar bij het bedrijf, welke tijd zij vrijwel uitsluitend doorbracht in de Simon- supermarkt aan de Jan van Galenstraat te Amsterdam. Elke dag van half negen tot één uur is zij daar aanwezig voor het beheer van de afdeling brood/vlees/ diepvries. Mevr. De Beurs maakt deel uit van de verkiezingscommissie van de O.R. van Simon. Als zodanig maakt zij waar en wanneer propaganda voor de onderne mingsraad, want hoewel zij er van over tuigd is dat het allemaal misschien toch nog beter kan, de waarde en het belang van de O.R. staan voor haar vast. Het begon allemaal omstreeks oktober 1975, toen zij bij tussentijdse verkiezin gen in de O.R. werd gekozen. Die ver kiezing was nodig, omdat de eerdere lijst met kandidaten uitgeput was. "Er is een groot verloop in de O.R." merkt zij op. "We hopen dat daar verbetering in komt. Het is tenslotte de bedoeling dat een ieder die wordt gekozen ook zijn of haar drie jaren in de O.R. volmaakt. Dat is belangrijk, want er gaat toch wel heel wat tijd mee heen voordat je goed bent ingewerkt." spreiding OR-leden De O.R.-verkiezingen zullen bij Simon volgens een nieuwe structuur verlopen. Er zijn kiesgroepen gevormd voor di verse regio's. Daardoor wil men de O.R.-leden meer verspreid over het gehele land halen. Op het ogenblik is de regio Amsterdam en omgeving wel enigszins oververtegenwoordigd. "Wie kandidaat wil zijn kan zich opgeven," zegt mevr. De Beurs, "Maar men moet dit natuurlijk wel tijdig doen." Dividendbewijzen 15 en 16 moeten worden ingeleverd Op de algemene vergadering van aandeelhouders, die op 13 mei j.l. werd gehouden, is het dividend over het boekjaar 1976 per ge woon aandeel van 20,- nomi naal vastgesteld op 4,80 in kon tanten of - ter keuze van de aan deelhouder - 3,20 in kontanten en daarby een uitkering in aan delen uit de fiscaal vrye agio- reserve van 3 1/3%. Met ingang van 25 mei 1977 kan men als aandeelhouder bij de Amsterdam-Rotterdam Bank N.V. in Amsterdam en Zaandam het dividend opnemen en wel op de volgende manier: door overlegging van het divi dendbewijs nummer 15 ont vangt men 3,20 minus 25% dividendbelasting, hetgeen netto neerkomt op 2,40; door overlegging van divi dendbewijs nummer 16 ont vangt men 1,60 minus 25% dividendbelasting, dus 1,20 netto öf 3 1/3% in aandelen, hetgeen er op neerkomt dat men 30 dividendbewijzen nummer 16 moet overleggen om 1 nieuw aandeel van 20,- nominaal te verkrijgen. De nieuw uit te reiken aandelen zullen voor het eerst delen in de resultaten over het boekjaar 1977. Deze regeling geldt tot 1 decem ber 1977. Daarna zal men tegen inlevering van dividendbewijs nummer 16 uitsluitend netto 1,20 kunnen ontvangen. Inlevering van dividendbewijzen bij andere bankinstellingen is ook mogelijk, maar dan zullen hier voor door de banken kosten in rekening worden gebracht. Het is de bedoeling in de filialen veel "reclame" te maken voor de O.R.-ver kiezingen. Mogelijk gebeurt dit in de vorm van een strip. Voorts zal elk filiaal worden voorzien van een oranje map met allerlei gegevens over de O.R. teleurstellingen Mevr. De Beurs: "We hopen natuurlijk wel, dat iedereen die gekozen wordt zal beseffen dat het geen gemakkelijke zaak is, dat O.R.-lidmaatschap. Wanneer men dat inziet dan voorkomt men teleur stellingen achteraf. Ik denk dat ver scheidene mensen er wat te licht over hebben gedacht en dat dat een oorzaak is van het toch wel te grote verloop." ZU voegt er meteen aan toe: "Men moet echter niet in de O.R. gaan zitten om waardering te oogsten. Ik merk by myn collega's wel, dat men het niet altyd ziet zitten, dat O.R.-werk. Toch zyn we met belangryke punten bezig, zoals nu byv. een betere beloning voor bepaalde groe pen parttimers met meer verantwoorde- lyk werk. In de O.R. maak je natuurlyk ook teleurstellingen mee, want al je wensen kunnen niet direct worden uit gevoerd." Mevr. De Beurs kwam wel "als een kat in een vreemd pakhuis" in de O.R., maar zij is naar haar eigen oordeel goed opgevangen. Zij kreeg gelegenheid cur sussen te volgen, o.a, "spreken in het openbaar", waardoor zij toch al snel kon meepraten over allerlei onderwerpen. Zij vindt het plezierig, dat vermoedelijk ook de reservekandidaten op de diverse kies lijsten de nieuwe cursussen zullen kun nen bijwonen. Daardoor wordt hun inpassing in de O.R. vergemakkelijkt wanneer zij tussentijds moeten "inval len". "Vooral als parttimer ontkom je er niet aan, dat er ook privétijd in O.R.-werk gaat zitten," aldus mevr. De Beurs, "Dat zal voor fulltimers trouwens ook wel zo zijn. Daarom is het vaak jammer, dat het personeel zich zo weinig betrok ken voelt bij de O.R. Bijna niemand leest de verslagen. Daarom breng ik zelf wel eens punten uit de O.R. in de per soneelsvergadering. Dan luistert men wel en dan is er wel interesse. Ik geloof, dat we voortdurend moeten hameren op de betekenis die een O.R. kan hebben." Personeelsblad Ahold N.V. Juni 1977 34e jaargang no. 5 verschijnt 10 x per jaar Oplage: 25.500 Redactiesecretariaat: Ankersmidplein 2. Kamer 1701 Zaandam Tel. 075-593026 Hoofdredactie: Mevrouw T. Plooijer Redactieleden: J. Breeschoten H.M Christiaanse D, van Dijk W. Haeser Mej. T. Harder B. van der Knaap J. Kragten A.W. Kuipers Th. v. d. Lee H. Malag D.N. Rövekamp M. de Ruyter F. van Rijk J.J.F. Snepvangers M.D.A. Sneijder Redactie en vormgeving in samenwerking met Commas van Hulzen, Den Haag. "We kyken by een onderneming altyd eerst naar de winst. Het behalen van winst is echter geen doel op zich, maar een teken dat de met de onderneming gestelde doelen zyn bereikt". Dit zei drs. L. Coren, directeur Economische Zaken, woensdag 27 april in de vergadering van de Centrale Ondernemings raad [COR] in een korte inleiding by de presentatie van het jaarverslag. Drs. Coren zag als doel van de onder neming vooral: het leveren van een inkomen aan allen die bij de onder neming zijn betrokken. Voor vrijwel iedereen staat dat inkomen vooraf vast, maar er is ook een "restpost": de aandeelhouders, de verschaffers van het eigen vermogen. "Als er winst is betekent dit dat alle anderen die aan het bedrijf zijn ver bonden een min of meer redelijk inkomen hebben verkregen. Of ten slotte de winst redelijk is moet men afmeten aan de dienst die er voor is verricht: het beschikbaar stellen van een eigen vermogen," stelde drs. Coren, "Winst wordt wel aan allerlei andere zaken gerelateerd, maar dit laatste is toch wel het wezenlijke". jaarverslag 1976 Daarna begon hij aan een zeer uit voerige, met dia's toegelichte uiteen zetting over de in het jaarverslag 1976 neergelegde weergave van de gang van zaken. De bijeenkomst van de COR, die onder voorzitterschap stond van de heer A. Heijn, werd ook bijgewoond door de heer D. Vethaak (lid Raad van Bestuur) en mr. G. van 't Huil (lid Raad van Commis sarissen). De COR ging diep in op verscheidene punten uit het verslag. Waar dat nodig en mogelijk was verkreeg men nadere gegevens. Uit het cijfermateriaal van drs. Coren kwam tot uiting, dat de stijging van de loonkosten groter is geweest dan die van de produktiviteit. "Wat is daarvan de oorzaak?" wilde men in de COR weten. "Vooral de snelle stijging van de minimum (jeugd-)lonen," was het antwoord van de heer Heijn. "En kele jaren geleden hadden we dat minister Boersma al voorgerekend. Niemand wilde het geloven, maar de cijfers wijzen uit dat we toén gelijk hebben gehad. Om dit nu weer recht te zetten wordt er een subsidie gegeven aan bedrijven die veel met deze jeugdlonen te maken hebben!" Een kritische noot was de vraag waarom de Raad van Bestuur in het verslag had vermeid, dat in de nieuwe winkelsluitingswet het slui tingsuur op zaterdagmiddag "he laas" op 5 uur zal worden gesteld. "Het woordje helaas is toch wel op zijn plaats", meende de heer Heijn, "We hadden liever gehad dat het sluitingsuur zes uur zou worden." Hij gaf wel toe, dat uit de zin ook zou kunnen worden gelezen, dat Ahold een nog vroeger sluitingsuur dan 5 uur zou willen. De situatie by Ahold Productie- bedryven en Grootverbruik leidde tot de vraag: "Wat gaat er gebeuren als er eind 1977 nog niet - zoals de be doeling is - een hechte en gezonde basis voor de toekomst is ge schapen?" De heer Heijn meende, dat dit nog moeilijk te zeggen was. Hij zei onder meer: "De fabriek aan de Oostzijde te Zaandam is een typische Zaanse fabriek, met veel goed-jaars-endjes (aanbouwsel mogelijk gemaakt door de resultaten van een goed jaar, Red.). danig, dat er in één of twee jaar veel gebeurt. We moeten het vooral zoe ken in verbetering van werkmetho den. Dat moet mogelijk zijn, al weet je nooit in hoeverre je daarin slaagt. Verbetering van de coördinatie op concernniveau krijgt daarbij veel aandacht. Soms kan een verhoging van een kostenpost in de ene werk maatschappij leiden tot een in totaal grotere besparing bij andere werk maatschappijen". Desgevraagd merkte hij nog op, dat op sommige plaatsen in het concern externe bureau's worden of zijn ingeschakeld om deze afstemming van werkzaamheden te bestuderen. De heer Vethaak toonde zich tevre den over de ontwikkeling in 1976, maar hij waarschuwde voor een stem ming van "alles kan weer". Vandaar dat de vervulling van elke vakature op directie-niveau moet worden bekeken, benadrukte de heer Heijn.Het instellen van een nieuwe Het bedrijf aldaar is geen moderne produktie-eenheid. We bekijken hoe we daar weer een goed geheel van kunnen maken." De heer Vethaak voegde er aan toe, dat men tegen het eind van het jaar hoopt te weten hoe men verder wil gaan met dit bedrijf. openlngsplannen Dat Alberto ook in de COR is ver tegenwoordigd werd duideiyk uit deze opmerking: "Waarom staat er niets in over de openingspiannen van dit bedryf?" Antwoord van de heer Heijn: "Dat is ook voor Etos niet gebeurd. De reden is vooral: de "dracht" van een Alberto of Etos-filiaal is aanmerke lijk korter dan van een supermart of een Miro. Als je vandaag een goed vestigingspunt vindt kun je binnen drie maanden openen. Het is dus veel minder nodig en mogelijk om ver vooruit te plannen, al zijn er natuur lijk wel bepaalde gedachten over de toekomst". Vraag: hoe staat het met plannen voor efficiencyverbetering en produk- tiviteitsverhoging Staan er speciale dingen op stapel of wordt het nor male patroon gevolgd? De heer Heijn: "We bekijken alle mogelijkheden: automatische kas registers, automatisch bestellen, automatische DC's. De ontwikke lingen daarin zijn echter niet zo- funktie is zelfs een zaak van de Raad van Bestuur. Dit is een van de maat regelen waarmee men de kostenont wikkeling in de gaten wil houden. ziekteverzuim Commissaris mr. Van 't Hull kreeg enkele vragen voorgelegd, die in relatie stonden tot zijn dagelijkse werk als president-directeur van het Gemeenschappelijk Administratie Kantoor (GAK) te Amsterdam. Dit gebeurde naar aanleiding van de in het jaarverslag opgenomen cyfers over het ziekteverzuim. Gemiddeld is dat 7,3% geweest. Is dat normaal ten opzichte van landelüke cyfers? Mr. Van 't Huil: "Ik vind het niet zo gek. Er zijn niet onbelangrijke bran ches waarin het ziekteverzuim hoger is. Gezien de grote aantallen jeug digen en het vele vrouwelijke perso neel is het bij Ahold vrij redelijk." Toch zag mr. Van 't Huil wel moge lijkheden om het ziekteverzuim wat te beperken: "In de eerste plaats is er een goede communicatie nodig tus sen de leiding en het overige perso neel. Steeds moet men nagaan: waar zijn afwijkende cijfers en door welke factoren zouden ze kunnen zijn ver oorzaakt. Dat vraagt een voort durend alert zijn van chefs en andere leidinggevenden. Het is echter beslist de moeite waard dit te doen". Het gaat er volgens mr. Van 't Huil daarbij vooral om elke man of vrouw het gevoel te geven dat zijn of haar arbeid onmisbaar is om het geheel goed te doen funktioneren. "Men moet weten, dat collega's omhoog komen te zitten wanneer men thuis blijft. Dit werkt echter niet wanneer er in de groep geen goede sfeer is. Dan blijft men eerder thuis". Als voorbeeld noemde mr. Van 't Huil de zware machinebouw, waar in men het ziektecijfer wist te vermin deren door het invoeren van z.g. groepswerk, waarin men meer ar beidsvreugde kon beleven. "Belangrijk is echter vooral de com municatie tussen het leidinggevend niveau en de mensen," benadrukte hij. "Dit kan o.m. worden bereikt door het uitleg geven over het hoe en waarom van bepaalde maatregelen." Dit betoog van mr. Van 't Huil leidde tot de wedervraag "Er zyn steeds meer geschoolden die een stukje on geschoold werk moeten doen. Moet men niet proberen het werk voor de mensen geesteiyk zwaarder te ma ken In byv. de DC's is het erg moei- lyk om tot wissel ar beid te komen". Mr. Van 't Hull was het daar mee eens: "Dat is juist het moeilijke pro bleem van de herstructurering van de arbeid. Het vraagstuk is erg gecom pliceerd. De hoogte van de loonkos ten speelt een belangrijke rol, terwijl sommige mensen bij eenvoudig werk al op hun tenen lopen. Soms ook kan men wèl, maar wil men gèèn moei lijker werk. Het is niet eenvoudig om er uit te komen". buitenlandse werknemers De heer R. S. Cascone [AHSMj miste in het jaarverslag een opgave van het aantal buitenlandse werk nemers en hun nationaliteiten. "Wij zijn erg blij een buitenlandse werknemer in onze COR te hebben," antwoordde de heer Heijn. "Maar we hebben geen behoefte aan een onder scheid in het jaarverslag tussen bui tenlanders en Nederlanders. Allen hebben dezelfde rechten en plich ten." Mr. Van 't Huil zag een dergelijke vermelding eveneens als minder wen selijk. Aan het slot van de bespreking van het jaarverslag uitte mr. Van 't Huil woorden van waardering voor de wijze waarop een en ander was ge schied en het niveau van de discus sies. Voorts deelde hij mee, dat de brief van de COR aan de Raad van Com missarissen over het "profiel" van commissarissen bij dit college in behandeling is. Wanneer men daar mee klaar is gaat men dit onderwerp met de Raad van Bestuur bespreken en dan komt men er mee terug bij de daartoe ingestelde commissie van de COR.

Personeelsbladen | 1977 | | pagina 2