Stoomcursus Bedrijfsopleiding
Middenkader hele klus
Toko-seizoen
van start
"45 jaar in dienst van Albert Heijn
"Middle
management
cursus
een succes"
AFSCHEID HEER G. J. VAN ALPHEN
pagina 10
FLITSEN
Op 2 mei 1977 zullen er in Vlissingen heel wat zweetdruppels geplengd worden door
21 afdelingschefs van MIRO en Albert Heyn, die dan tentamens afleggen voor de
cursus bedrijfsopleiding middenkader. Mochten ze daarvoor slagen, dan hebben ze
een fraai stukje werk geleverd. Voor die cursus staat n.l. een normale studieduur van
2 jaar. "Nee", zeiden de 11 chefs van de Vlissingse Miro. "Dat doen wy niet in 2 jaar,
maar wy wassen dat varkentje even in 7 maanden".
V.l.n.r. de heren G. Henning van de
afdeling food, J. Kemeling en W.
Meeuse van de afdeling non-food en L.
Rison van de groente-afdeling.
Het idee werd in augustus vorig jaar
geboren en in september ging de cursus
al van start. In die ene maand van voor
bereiding is er heel wat gebeurd.
"We wilden de opleiding, die normaal
voor Zuid-West Nederland in het cen
traal gelegen Brabant wordt gegeven in
verband met de tijdsbesparing naar
Zeeland halen," vertellen de vier van de
21 bij ons gesprekje aanwezige cursisten,
de heren J. Kemeling, W. Meeuse, L.
Rison, J. de Hamer. Oké zeiden ze van
het Instituut voor Bedrijfswetenschap
pen. Zorg maar datje 25 kandidaten bij
elkaar krijgt, dan kan de cursus wat ons
betreft in Vlissingen gegeven worden.
"Je hebt steeds meer kennis nodig. Daar
om ben ik bly, dat ik een steentje heb
kunnen bydragen om een cursus
"middle-management" voor afdelings
chefs van de grond te krygen. Het is wel
gebleken, dat er veel behoefte aan was."
Dit zegt de heer J. Sierat, afdelingschef
in de Simon aan de Rijnstraat te
Amsterdam. In zijn vorige standplaats,
filiaal Kinkerstraat, zag hij hoe zijn BL
aldaar nauw betrokken was bij de
organisatie van een cursus voor bedrijfs
leiders. Toen er stemmen opgingen ook
iets voor afdelingschefs te organiseren
was de heer Sierat graag bereid daar
actief aan mee te werken. De inhoud van
de cursus werd besproken met het
l.B.W. Basis werd de algemene cursus
middle-management van dit instituut.
Er kwamen enkele op het bedrijf afge
stemde wijzigingen.
enthousiasme
Men had aan een cursus voor maximaal
20 mensen gedacht, aldus de heer
Sierat, maar er kwamen 28 aanmel
dingen. De normale cursus middle-
management duurt ongeveer twee jaar,
maar in samenwerking met het l.B.W.
kwam men nu tot een opzet van zes
series van vijf lessen in een halfjaar. De
cursus wordt afgesloten met een serie
tentamens, die nu ook al weer ongeveer
achter de rug zijn. Mede door de korte
cursusduur is iedereen enthousiast ge
bleven en zijn er geen uitvallers. Onder
werpen van deze opleiding zijn: perso
neelsbeleid, leidinggeven en motiveren,
creativiteit en besluitvorming, mana
gementtechnieken, management en de
communicatie.
De heer Sierat heeft al geconstateerd,
dat sommige deelnemers ook vervolg
cursussen willen gaan volgen, hetgeen
hij een bewijs acht, dat men met de
cursus goed in de roos heeft geschoten.
"Ik kan het iedereen aanraden," zegt
hij, "Niet alleen afdelingschefs, maar
ook andere functionarissen hebben er
veel aan."
zware opgave
Maar waar haal je zo gauw 25 mensen
vandaan, die bereid zijn om naast hun
gewone werk, nog eens 7 maanden lang
het grootste deel van hun vrije tijd, aan
de studie op te offeren? Er werd druk
gebeld naar andere grote bedrijven in
Zeeland, zoals de HEMA, VenD e.d.,
maar daar bleek men geen interesse te
hebben voor deze "onderneming". Wel
bij de supermarts van Albert Heijn in
Terneuzen, Vlissingen en Middelburg
en met de 11 mensen van de MIRO
Vlissingen, kwam men aan het be
nodigde aantal van 25 cursisten. Inmid
dels zijn er vier afgevallen. De 21 andere
staan nu op het punt om toch wel een
beetje uitgeput over de eindstreep te
gaan.
"Het is achteraf toch een ontstellende
zware opgave geweest", zegt de heer G.
Henning wnd. bedrijfsleider, tevens cur
sist. En daarmee vertolkt hij de gevoe
lens van alle andere cursisten. We
hebben vanaf september bijna geen mo
ment vrije tijd meer gehad. Ook voor
onze gezinnen vormde het volgen van
deze stoomcursus een zware belasting.
Daar kwam nog bij, dat de cursisten bij
de cursusleiding bedongen hadden, dat
er in december, als de drukte op de zaak
een hoogtepunt bereikt er geen lessen
zouden zijn. De 21 cursisten zijn overi
gens vol lof over hun leraar, Ir. J. Tim
mermans uit Roosendaal, die iedere week
trouw naar de personeelscantine in de
Vlissingse MIRO komt en daar zijn
leerlingen, in de, naar hij zelf ook vindt,
te korte tijd van studie, de stof eigen
probeert te maken. De cursus zelf be
staat uit 6 onderdelen. Voor elk onder
deel moesten er afzonderlijk tentamens
worden afgelegd. De resultaten tot nog
toe, zijn goed te noemen. Dat biedt
uiteraard goede perspektieven voor het
laatste tentamen in mei.
voordelen
De 11 van de Vlissingse MIRO hebben
overigens nu al veel plezier aan hun
studie beleefd, met name waar het de
bedrijfsvoering betreft. Wil een van hen
n.l. aan de hand van gegevens en ad
viezen van de cursus, veranderingen
aanbrengen, dan snappen de anderen
onmiddellijk waar hij heen wil. Dat
werkt natuurlijk wel even makkelijker,
dan wanneer je tegenover mensen met
33
39
Regelmatig krygen de medewerkers
van Toko-kampwinkels de vraag ge
steld of de afdeling al weer uit de
winterslaap is ontwaakt. Als hoofd
van de Toko-exploitatie weet de heer
M.M. Koster [34] maar al te goed
dat er door de beperkte personeels
bezetting van deze tak van het bedryf
juist ook in de ogenschynlyk stille
maanden veel werk moet worden
verzet om tydig klaar te zyn voor het
nieuwe seizoen.
Daarby zit er nog steeds groei in het
aantal Toko's, de kampwinkels. In
1973 waren er 28, dit jaar zyn het er
40. Ongeveer de helft bestaat uit z.g.
meervoudige objecten, d.w.z. dat er
naast de winkel ook een kantine, een
restaurant of nog iets anders in
exploitatie is.
Het "Toko-seizoen" loopt over het
algemeen van 1 april tot 1 oktober.
Een vijftal objecten zijn het gehele
jaar door geopend.
"Het valt niet mee om het wiel weer
op gang te brengen," zegt de heer
Koster, "Als de zaak éénmaal draait
gaat het wel, dan is het een kwestie
van bijhouden en voor je het weet
zijn de sluitingsdata al bekend en dat
vergt ook weer de nodige aan
dacht".
Toko-ploeg
Naast de heer Koster bestaat de
Toko-ploeg op het hoofdkantoor uit
heel andere ideeën staat. Doordat de
cursus in Vlissingen aan branche-ge
richte mensen wordt gegeven, kunnen er
tijdens de les adviezen worden gevraagd
die speciaal betrekking hebben op het
eigen bedrijf. Dat zijn dan de grote
voordelen van deze cursus. Na de 2de
mei gaan de 21 cursisten het wel een
poosje kalmer aandoen. "Nu komt het
gezin weer eens aan de beurt", zeggen
ze. "Tegelijkertijd kunnen we dan onze
opgedane kennis op de zaak in praktijk
brengen".
55
Begin april heeft de heer G. J.
van Alphen na een langdurige
loopbaan bij Albert Heijn af
scheid genomen als groeps
leider Zelfbedieningszaken.
Hij heeft de pensioengerech
tigde leeftijd bereikt.
In 1932 kwam de heer Van Alphen als
bediende bij het filiaal in Tiel. Zijn
volgende standplaats was Langestraat in
Amersfoort.
Van Alphen: "Daar kreeg ik vrij onver
wacht een telefoontje van de heer ter
Wee. Maandag moetje naar Sliedrecht,
zorg datje met 14 dagen getrouwd bent.
Maandag praten we wel verder."
Het trof. dat de heer Van Alphen ver
kering had, zodat het "trouwbevel" zon
der problemen kon worden opgevolgd.
'tijden van weleer'
"Ja, dat waren andere tijden dan tegen
woordig," filosofeert de heer Van
Alphen, "Je werkte van 8 tot 8 en op
zaterdag tot 's avonds 10 uur. Er was
geen vrije middag, geen vijfdaagse werk
week. Per jaar had je drie dagen
vakantie. Je kon neen zeggen, maar in
die vooroorlogse jaren stond men wel in
de rij om zonodig je baantje over te
nemen. Als je die situaties aan jongeren
vertelt dan zeggen ze dat je gek was om
dat allemaal maar te nemen. Maar het
was toen heel gewoon."
De heer Van Alphen was bij de mobili
satie in 1939 betrokken en verliet
daardoor enige lijd het bedrijf. Toen de
Duitsers in 1940 de macht in handen
hadden gekregen kwam hij uit het leger
terug en werd hij bedrijfsleider in de
Laan van Meerdervoort te Den Haag.
Die periode duurde tot na de oorlog.
Toen kwam de eerste speciaal als Z.B.
gebouwde zaak aan de Theresiastraat
in het Haagse Bezuidenhout in gebruik
en daar werd Van Alphen bedrijfsleider.
Dat liep uitstekend. Maar in 1956 kwam
cr plotseling toch een grote verandering.
De heer Van Alphen vertelt daarover:
"Op een ochtend kwamen de heren
Daalhuijsen en Legerstee bij me met de
vraag of ik naar de supermart aan de
Grote Houtstraat wilde. Dat was de
derde S.M. van het bedrijf en op dit
gebied zo'n beetje het vlaggeschip. Ik
kreeg niet veel lijd om er over na te
denken. AI de volgende dag moest ik in
Haarlem aan de gang. Het was een grote
zaak met een flinke slagerij er bij. Fiks
het maar, zeiden ze en daar stond ik.
Maar ik geloof wel, dat het goed is
gegaan.
Het was voor mij wel een enerverende
tijd. want ik kwam met allerlei nieuwe
problemen in aanraking." Ongeveer
twee jaar leidde de heer Van Alphen dit
filiaal met vaste hand en toen kreeg hij
weer een andere taak: rayonleider in het
gebied Den Haag/Rotterdam met om
liggende plaatsen. Zijn voorganger was
d lar de heer G.J. Heijn. In 1972
verhuisde hij naar het rayon Gooi-
Utrecht. "Ik wilde wel weg uit het
westen en ik heb dankbaar ja gezegd
toen ik die kant uit kon," zegt hij. Het
gezin Van Alphen verhuisde naar Vee-
nendaal en dat werd voor mevr. Van
Alphen de eerste benedenwoning (een
gezinshuis) sinds het begin van haar
huwelijk. Altijd had zij boven filialen
gewoond.
Terugkijkend vindt de heer Van Alphen
de periode als groepsleider toch wel de
mooiste uit zijn AH-tijd. Veel afwisse
ling, geen dag was gelijk aan de andere,
met veel mensen contacten. "Dat laatste
heeft me vooral altijd erg geboeid."
merkt hij op. "Het geeft variatie in je
werk."
Aan dat werk is nu een einde gekomen.
De heer Van Alphen heeft niet tegen zyn
pensionering opgezien: "We hebben een
flinke tuin, waar ik lekker in rommelen
kan. Verder houd ik veel van lezen en
daar komt nu ook meer tyd voor.
Verenigingswerk is cr ook te doen, zodat
ik me zeker niet zal vervelen."
de heren L. Nonnekens en M.
Pasman. Zij hebben alle drie een
dubbelfunctie. De heer Koster on
derhoudt in het "gesloten seizoen"
contacten met de verpachters, met de
verwerving van nieuwe objecten en
het aantrekken van bedrijfsleiders.
In de zomer vervult hij de funktie van
districtsleider, evenals de heer Pas
man. Deze is in de andere maanden
belast met onderwerpen als samen
stelling assortiment, prijsstelling, in
koop food voor een groot gedeelte via
de Ahold-kanalen, e.d.
De heer Nonnekens is buiten het
zomerseizoen de man van het af
handelen van "het oude" en de
administratieve voorbereiding van
het nieuwe seizoen. Tevens is hij
belast met de inkopen voor de
non-food-sector. Ook hij maakt daar
bij gebruik van de diensten van de
Ahold-inkoopafdeling. Voor wat be
treft winkelinrichting en filiaal
administratie is hij de intermediair
tussen de resp. steunafdelingen en
TOKO. Wanneer het seizoen een
maal van start is gegaan is de heer
Nonnekens de "praatpaal" voor de
BL's, die met al hun problemen bij
hem kunnen aankloppen (en dat ook
doen!). In de meeste gevallen lost hij
deze direkt op en anders geeft hij de
weg aan waarlangs het probleem
weggenomen kan worden.
gezonde groei
Er is niet alleen groei in het aantal
winkels (en deze zal naar verwach
ting de komende jaren doorgaan),
volgens de heer Koster verwacht de
camping-consument ook groei in
kwaliteit, assortiment, service, pre
sentatie e.d. Hij zegt dit: "De klant
wil een winkel hebben die hij in de
stad gewend is. Daar moet je gewoon
rekening mee houden. We hebben
dit jaar een aantal Toko's een face
lift gegeven. Daarnaast hebben wij
ons eigen beeldmerk en eigen kleur
stelling. We willen daarmee berei
ken, dat we duidelijk naar buiten als
Toko herkenbaar zijn. Het is ons
doel om mede daardoor onze lei
dende positie op het gebied van de
kampwinkels te handhaven. Daar
naast willen we ook tevredenstellende
resultaten blijven boeken en daar
voor is het nodig, dat wij het "be
stand" aan Toko's gezond houden.
Het komt er op neer, dat wij alleen
kampwinkels met bepaalde omzet-
mogelijkheden kunnen hebben.
Anders komen we niet uit met onze
kosten."
bedrijfsleiders
De heer Koster verheelt niet, dat in
het geheel van de Toko-organisatie
een zeer belangrijke taak is wegge
legd voor de bedrijfsleiders. Die
moeten van alle markten thuis zijn.
Zij werken in feite bij twee "bazen":
de Toko exploitatie en de verpachter
van de winkel. Naast hun normale
werkzaamheden spelen de bedrijfs
leiders veelal een rol bij het "enter
tainment" op de camping.
Koster: "Een BL moet bij ons een
diplomaat zijn, die overal goede con
tacten onderhoudt. Hij moet niet
alleen zelfstandig kunnen werken
maar moet ook kunnen inhaken op
allerlei mogelijkheden om de omzet
en het resultaat te vergroten".
Ook de huisgenoten van de BL zijn
haast vanzelfsprekend nauw bij het
werk betrokken. De heer Koster
merkt terzijde op. dat er ook twee
dames als TOKÓ-BL fungeren.
Het gaat er tenslotte om, dat de klant
het gevoel moet hebben dat hy |of
zy| welkom is en dat hy niet aan de
kampwinkel is "overgeleverd". Want
zegt de heer Koster, -"we moeten
voortdurend attent zyn op de con
currentie in stad en dorp. De klant is
mobiel en kan overal terecht. We
vertrouwen er echter op, dat wy ook
dit seizoen weer heel wat mensen tot
tevreden Toko-klanten kunnen ma
ken. We zyn er voor klaar."