In Simon's Kraaiennest
werkt een fijne groep
kritische mensen
pagina 12
FLITSEN
"Je hebt hier ook een opvoedkundige
taak. We zijn jarenlang te
nonchalant geweest. Maar je werkt
toch met goederen en geld van een
ander. Die moetje goed beheren. Je
laat toch je eigen portemonnee ook
niet slingeren."
B. L. A. Nowee
De heer A. Nowee (34) is een jonge
bedrijfsleider aan het hoofd van een
jonge Simon-vestiging, namelijk die
in het winkelcentrum Kraaiennest in
de Bijlmermeer. Een jonge vestiging,
omdat de opening ervan in mei vorig
jaar plaatsvond. Maar jong ook
omdat zeker de helft van de ruim
vijftig medewerkers onder de twintig
jaar is. Die leeftijd ligt zo laag,
omdat men voor 70 procent met
part-timers werkt. De heer Nowee:
"Het is moeilijk om full-timers te
krijgen. Die werken liever in de stad.
Ik heb hier 's-zaterdags ongeveer 25
mensen aan het werk, en dat zijn
praktisch allemaal part-timers."
De heer Nowee kwam in oktober
1974 onder vrij trieste
omstandigheden in de Bijlmermeer
te werken. Zijn voorganger en
dochtertje waren bij een misdrijf,
gepleegd door een ex-werknemer, om
het leven gekomen. In de winkel, die
toen nog in een noodgebouw -was
ondergebracht, werd erg veel
gestolen. "Ik heb me in het begin wel
eens afgevraagd waar ik in terecht
gekomen was/' verklapt de heer
Nowee. "In de afgelopen twee jaar is
dit echter minder geworden."
Bylmerose
"Het was gewoon een
probleemgebied," gaat hij verder.
"Het aantal diefstallen is minder
geworden, hoewel al naar nieuwe
manieren gezocht wordt. De mensen
wonen hier in flats, zitten allemaal
op elkaar. Dat maakt ze
gefrustreerd. Ik merk dat aan het
papieren geld dat binnenkomt. Van
de tien tientjes zijn er acht
verfrommeld. Bij de kassa staan ze
nerveus met hun geld te spelen."
Ruud Witlox
Stringente maatregelen hebben het
percentage diefstallen verminderd.
Er is de hele dag bewaking in de
winkel. Daarvoor heeft men de
Bewakingsdienst Holland in de arm
genomen. "Dat gebeurt deels
adviserend." vertelt de heer Nowee,
"en deels uit preventieve
overwegingen. En natuurlijk ook in
verband met de veiligheid."
"En 's avonds om zes uur gaan we
met z'n allen tegelijk naar buiten.
Niemand gaat alleen, 's Morgens
gaan we ook met niet minder dan vijf
man tegelijk naar binnen. Niet
zozeer uit angst, maar meer als
preventie. Ze blijven zoeken tot ze
weten waar de zwakke plekken
zitten. Tot nu toe functioneert het
het wordt beter
Maar volgens hem zijn het niet alleen
de getroffen maatregelen die de
situatie veranderd hebben: "De
mensen zijn ook aan het veranderen.
Het is meer een groep aan het
worden. De klanten gaan je ook
groeten. In de vorige zaak wasje
gewoon een individu. Het waren zelf
Andrea de Ridder
ook allemaal individualisten. In zo'n
verandering heeft een
winkelcentrum, en zeker ook een
grootwinkelbedrijf als Simon, een
belangrijke functie."
"Maar verder werken we vrij hard
naar de regel van de instructies.
Neem bijvoorbeeld de caissières. We
hebben een vrij kritische
kassa-bezetting. Ze moeten hun
eigen lade opmaken. Ze hebben daar
hun eigen verantwoordelijkheid voor.
Als er een kasverschil is, moet er
gepraat worden. Maar tot voor kort
was het zo dat die laden niet goed
afsluitbaar waren. Ja, zeiden ze dan,
en terecht, iedereen kan in m'n lade
zittenNu hebben we het zo geregeld
dat ze verzegeld kunnen worden. Ze
komen zelf met zulke alternatieven.
Er is een stuk betrokkenheid."
en plezieriger
Om de arbeidsvreugde te
bevorderen, zorgt de heer Nowee dat
t Jb
->
de medewerkers regelmatig wat
afwisseling in hun werkpatroon
krijgen. "Je moet ze weghalen uit de
sleur. Na een paar maanden zuivel
moeten ze bijvoorbeeld eens naar de
groenten toe. Dat werkt uitstekend.
En ze krijgen over het onderdeel dat
ze behandelen, de volle
verantwoordelijkheid. Dus niet
alleen bijvullen, want dan is de
interesse gauw weg. Op die manier
hebben ze plezier in hun werk en
jaag je ze niet de deur uit. Het vraagt
van het kader wat meer inspanning,
maar uiteindelijk komt het 't bedrijf
ten goede. Je krijgt all-rounders in
dienst. Nu komen ze vaak al vragen
of ze eens een keer dit of dat mogen
gaan doen."
Tevreden beschouwt de heer Nowee
zijn jeugdige korps medewerkers:
"Het is een fijne groep kritische
mensen. Ik ben zelf ook vrij kritisch.
Ik vind datje recht door zee moet
gaan. Als men vindt dat ik iets moet
nakomen wat ik beloofd heb, dan
moet ik dat wel te horen krijgen. En
dat gebeurt ook. Het zijn
Amsterdammers. Ze zeggen recht
voor z'n raap wat ze denken. En wil
je de mensen zo ver krijgen dat ze
doen watje voorstaat, dan moetje ze
oprecht benaderen." De oprichting
van een personeelsraad begint in dit
filiaal overigens al vaste vormen aan
te nemen.
diefstal schiep gevoel van
onbehagen
Bevorderlijk voor de werksfeer is
volgens hem ook de rigoreuze wijze
waarop het aantal diefstallen tot
staan gebracht is: "Dat zit nu voor
99 procent dicht. Het dieven jagen
datje vroeger deed, ben je kwijt. Dat
brengt een brok rust in je winkel.
Negentig procent van de regels die we
nu consequent hanteren, hebben de
mensen zelf voorgesteld."
Deze Simon-vestiging was
bijvoorbeeld vorig jaar de eerste die
invoerde dat grote tassen die niet in
de tassenbox onder de winkelwagen
kunnen, ingeleverd moeten worden.
De klanten hebben nog wel eens
moeite met de strenge regels.
Daarover vertelt de caissière
mevrouw J. van Genne-de Vos:
"Alles moet op de band gezet
worden, en dan weer van de band.
Dat willen ze wel eens niet. Ze willen
het weer zo gauw mogelijk in hun kar
doen, en dan gaan ze wel eens
zeuren. Maar voorschriften moeten
er zijn. Anders loopt het uit de
hand.'-'
Verder heeft ze het bij Simon best
naar haar zin: "Het werk is
ontzettend leuk. De collega's hebben
alles voor elkaar over. En ook de
chefs zijn erg vriendelijk. Je bent vrij,
ze zitten niet achter je aan."
exclusief voor mannen
Eén grief heeft ze: "Ik zou graag
voor eerste assistent willen leren.
Vroeger heb ik niets kunnen leren
omdat ik moest gaan werken. Maar ik
heb gehoord datje dat als part-timer
niet uitbetaald krijgt. En als je
doorleert, wil je dat toch wel merken
in je loon."
Een ander probleem daarbij is dat
alleen mannelijke medewerkers
eerste assistent kunnen worden. Dat
houdt verband met de eis dat een
eerste assistent de bedrijfsleider moet
kunnen vervangen, en dat vergt vaak
fysieke capaciteiten die de meeste
meisjes niet op kunnen brengen. Op
het ogenblik lopen in Simon
Kraaiennest vier eerste assistenten.
Twee jongens zijn in de opleiding
voor deze functie.
In de vers-vlees-afdeling treffen we
de 17-jarige Ruud Witlox. Hij kwam
bij Simon als zaterdaghulp, twee jaar
geleden, en werkt momenteel vier
dagen. Hij is een sprekend voorbeeld
van het anti-sleur-systeem dat de
heer Nowee hanteert: hij begon bij
het brood, ging over naar de lege
flessen, deed in de oude zaak nog
even zuivelwaren en regeert nu met
vaste hand de afdeling vers vlees.
Deze zomer gaat hij een cursus
volgen om zich verder in het
kruideniersvak te bekwamen.
Marjan Vermeent
hij in september naar de cursus. Hij
staat momenteel in de
groente-afdeling, na eerst zuivel te
hebben gedaan. Peter heeft
aanvankelijk electrotechniek
gestudeerd, maar zag dat beroep bij
nader inzien niet zo zitten: "Ik heb
nu meer zekerheid. Dit blijft altijd,
de mensen van eten voorzien."
Ook Vincent van Vliet (19) behoort
Peter Struik
niet eens met kritiek op
Bülmer
Ruud vindt het aan de ene kant wel
begrijpelijk dat er regels zijn die
streng gehanteerd worden, maar
heeft aan de andere kant moeite met
het negatieve beeld dat de buiten
wereld heeft van de Bijlmermeer:
"Hier kun je 's avonds nog door het
park lopen. Dat hoefje in de
binnenstad niet te proberen. Al die
verhalen in de krant zijn zo
stompzinnig. Maar ze moeten wat
schrijven. Je woont hier veel vrijer
dan in de binnenstad."
Hij krijgt bijval van de 19-jarige
Peter Struik: "Je hoort zo veel
verhalen over de Bijlmer. Wij hebben
er helemaal geen last van. De
mensen die hier zitten, willen niet
meer weg. Het heeft zo veel
voordelen."
Peter volgt een assistenj-opleiding.
Na de praktische voorbereiding gaat
Vincent van Vliet
tot degenen die de cursus voor eerste
assistent volgen. In april doet hij
examen. Twee jaar was hij
part-timer, nu werkt hij in volledig
dienstverband. "Ik wil niet m'n hele
leven vakken bijvullen," is zijn
filosofie.
Heel wat minder Bijlmer-minded is
Andrea de Ridder (18), die blij zal
zijn als ze uit deze buurt vertrokken
is: "Het zijn hier gewoon
mensen-pakhuizen." Andrea is halve
dagen caissière, en werkt voor de
afwisseling graag in de winkel.
"Vooral als het niet zo druk is. Dan
heb je nog eens contact met de
mensen."
potig genoeg
De regel dat meiqjes geen eerste
assistent kunnen worden, wordt fel
aangevochten door Marjan
Vermeent [19]: "Ze moeten niet zo
discrimineren." Ze lacht spottend als
we het argument van de fysieke
bezwaren erbq halen. Marjan
voetbalt, handbalt en tennist. Ze
traint drie keer per week en heeft in
het weekend wedstrijden. Men kan
zich voorstellen dat het versjouwen
van een krat meer of minder haar
geen slapeloze nachten bezorgt...
Mevr. J. van Genne