Mentaliteit doet afbreuk aan
werk in O.R. en C.O.R.
Nieuwe aanpak PB's komt
positief over
UIT DE COR
flitsen
Mening van Tilburg's lid:
NIEUWE
OPSTELLING
PRODUKTIE
BEDRIJVEN
Presentatie
halfjaarcijfers
in COR
pagina 2
FLITSEN
"Dat de Ondernemingsraad niet functioneert zoals zou kunnen,
is te wijten aan de mentaliteit van de mensen dat zij zich te
weinig voor elkaar inzetten. De Centrale Ondernemingsraad
valt het laatste jaar op door een log functioneren en het feit dat
zij zich voor het werkkarretje van de Ahold-directie laat span
nen". Dat is zeer openhartig de mening van de heer H. C. J.
van den Hoven [29], plaatsvervangend chef bedrijfsbureau in
het Tilburg 's Produktiebedrijf, en daar al sinds drie jaar lid van
de Ondernemingsraad.
Vanaf begin september zullen 4 opera
tionele eenheden binnen de nieuwe or
ganisatie Ahold Produktiebedrijven en
Grootverbruik B.V. i.o. werken n.l.:
AH Grootverbruik,
een handelsmaatschappij voor de ver
koop naar het buitenland (voorlopig
onder de naam Hermetica),
een kruidenierswareneenheid geves
tigd te Zaandam (voorlopig onder de
naam AH Produktiebedrijven),
een bakkerijeenheid gevestigd te Til
burg en Zwanenburg (voorlopig onder
de naam AH Brood- en Banketfabrie-
ken).
Deze vier operationele eenheden worden
geleid door een algemene leiding die
ondergebracht is in een aparte eenheid.
De directeuren zijn: J. M. K. Niks voor
ondernemingsstrategie en commerciële/
financieel economische zaken en P. C.
Vink voor produktie-technische en per
sonele zaken.
De algemene leiding als operationele
eenheid beperkt zich tot algemene be
heerstaken zoals b.v.: planning en kon-
trole, de financiële administratie, bege
leiding van grote technische projekten
en personeelszaken en merkenbeleid.
De operationele eenheden staan alle
onder leiding van een bedrijfsdirecteur.
Personeelsblad Ahold NV
Oktober 1976
33e jaargang no. 8
verschijnt 10x per jaar.
Oplage: 25.500
Redaktiesecretariaat:
Ankersmidplein 2,
Kamer 1719
Zaandam
Tel. 075-593026
Hoofdredaktie:
Mevrouw T. Plooijer
Redaktieleden.
H. M. Christiaanse
R. Dinsbach
J. D. Dreijer
D. van Dijk
W. Haeser
Mej. T. Harder
B. van der Knaap
P. Koster
Th. v.d. Lee
H. Malag
M. de Ruyter
J. J. F. Snepvangers
M. D. A. Sneijder
W. v.d. Ster
J. van Wel
Redaktie en vormgeving in
samenwerking met
Commas van Hulzen,
Den Haag.
De heer Van den Hoven formuleert zijn
opmerkingen zorgvuldig en weet zijn
grieven te dekken door een positieve
instelling omtrent een aantal verbeter
ingen.
"De O.R.,gestart als een contact-com
missie, moet nu onderhand de kinder
ziektes teboven zijn", zegt hij." De
verhouding O.R.-leden en kader kan
door een soepele begeleiding, begrip en
waardering nog heel wat verbeteren. Het
is eigenlijk alles een kwestie van men
taliteit. Het egoïsme, dat een soort
maatschappelijk verschijnsel aan het
worden is, viert hoogtij. Dat is eigenlijk
de hoofdreden waarom de O.R. onvol
doende functioneert. Het zit in de
achterban, dringt ook bij de O.R.-leden
door, en woekert tot mijn grote ergernis
steeds verder. Het heeft een verlam
mende werking; het O.R.-werk wordt
meestal onderschat, als je het echter
goed wil doen kost het zeeën van (vrije)
tijd, daar is dan weer weinig waardering
en begrip voor, en dat weer doet ernstige
afbreuk aan een goede motivatie.
ondervoede gesprekspartner
De huidige O.R. is naar de mening van
de heer Van den Hoven een ondervoede
gesprekspartner tegenover de leiding
van het bedrijf.
"De informatie die wij krijgen is nog
lang geen honderd procent. Niettemin
worden onze mening en advies gevraagd
over zaken, waarover wij onvoldoende
zijn geïnformeerd. Wij kunnen dan de
gevolgen van onze eigen inbreng niet
overzien en nemen die verantwoordelijk
heid dan ook niet", betoogt het O.R.
-lid. Dieper liggende oorzaak naar zijn
mening: "Binnen het concern is de
leiding niet overtuigd dat de O.R. het
totale bedrijfsbelang nastreeft, en dat
omgekeerd het totale bedrijfsbelang ge
koppeld wordt aan een klein groepje. In
alle opzichten geldt dat nog lang niet
alle communicatie-lijnen zijn openge
steld."
C.O.R.: spruitkool
Als de heer Van den Hoven z|jn beden
kingen over de werking van de Centrale
Ondernemingsraad kenbaar maakt,
wekt dat het beeld op van een spruitkool
die geactiveerd wordt door de directie.
In de vorm van commissies verschijnen
steeds meer spruiten aan de stam, die
niet meer als doel doch als middel
functioneert.
Deze gedachte is niet van het O.R.-lid
zelf, want hij omschrijft het aldus: "De
C.O.R. werkt steeds logger. Zaken die
een jaar geleden werden aangesneden,
hebben nog geen uitzicht op beslissing.
De kwestie van cadeaubonnen voor het
personeel is daar een voorbeeld van. De
Ahold-directie laat de C.O.R. werk
doen, dat ze zelf zou moeten verrichten,
omdat het een onderzoek betreft. Nu
blijven de problemen te lang in be
handeling, en de C.O.R. toont geen be
sluitvaardigheid. Een toenemend aantal
mensen is lid van een toenemend aantal
commissies, want dat is mode. Er zijn
geen duidelijke procedures en afspraken
De C.O.R. dreigt te verzanden. Geen
wonder dat er zo'n groot verloop is van
O.R.- en C.O.R.-leden", meent de heer
Van den Hoven. „Elke commissie zou
van elke vergadering maar eens verslag
van bevindingen moeten uitbrengen".
cursussen
Dat brengt hem op het punt van de jaar
lijkse cursussen voor O.R.-leden.
"Elk jaar is er dezelfde cursus met de
zelfde problematiek. Ik ben er voor
stander van om de cursus elke twee jaar
te geven en dan het tussenliggende jaar
te benutten voor bijvoorbeeld een cursus
sociaal recht of ondernemingsrecht.
Onderwerpen die zeer belangrijk zijn
voor elk O.R.-lid." Een onwerkbare
situatie in O.R. en C.O.R. wordt
volgens het Tilburgse lid tenslotte nog in
de hand gewerkt vanwege de ongecoör
dineerde verkiezingen. Zittende C.O.R.-
leden zijn niet meer vertegenwoordigd in
een O.R. omdat allerlei verkiezingsdata
verschillend zijn. "Het zou al een hele
verbetering zijn als alle verkiezingen op
één dag of binnen één korte termijn
gehouden zouden worden", adviseert de
heer Van den Hoven al degenen die het
aangaat.
De presentatie van de halfjaar
cijfers in de Centrale Onder
nemingsraad - die op 26 augustus
j.l. bijeenkwam - leidde tot een
aantal belangwekkende vragen
De heer L. Coren nam de toe
lichting voor zijn rekening.
Aan de hand van een aantal
duidelijke grafieken schetste hij
de ontwikkeling van de diverse
concernonderdelen, wees op de
nog aanwezige wat zwakkere
plekken en stelde vast waar men
"goed geschoten" had.
De heer L. Coren kwam tot de
conclusie, dat de gerealiseerde
omzetstijging de oorzaak is ge
weest van het goede resultaat.
Vervolgens ging hij wat dieper in
op het effect van de getroffen
maatregelen ter omzetstimu-
lering.
De heer A. Heijn herinnerde er
aan, dat door de Vereniging voor
Effectenbescherming al eens was
gevraagd om iets te doen aan de
vermogensstructuur van de on
derneming. Het geplaatste kapi
taal was in verhouding minder
toegenomen dan het concern was
gegroeid, met name ook gezien te
toeneming van het eigen ver
mogen.
Dit heeft geleid tot de beslissing
dit najaar een uitkering aan aan
deelhouders te doen uit de agio-
reserve. Binnen het eigen ver
mogen dat door deze uitkering
ongewijzigd blijft, vindt een over
heveling plaats van reserves naar
aandelen- kapitaal
De heer Heijn gaf desgevraagd te
kennen, dat de agio-uitkering
geen gevolgen heeft voor de hui
dige winstdelingsregeling voor het
personeel.
Deze is namelijk gekoppeld aan
het rendement op het eigen ver
mogen. De verwachting is, zo zei
hij, dat de uitkering dit jaar wel
boven het minimum zal kunnen
uitkomen.
De COR-vergadering werd
grotendeels bijgewoond door de
commissarissen mevrouw prof.
drs. C. W. Visser en dr. J. de
Vries.
"Wy z|jn heel erg ongerust geweest
over de toekomst van de produktie
bedrijven. De onzekerheid is b|j de
mensen nog niet helemaal weg, maar
de nieuwe aanpak komt positief
over".
Dit was in de Centrale Ondeme-
mings Raad (COR) de reactie op de
toelichting, door de heer A. Heijn,
op de nieuwe organisatorische opzet
van de produktiebedrijven.
AI eerder in de vergadering was een
gunstig geluid over de produktie
bedrijven te horen geweest. In de
toelichting op de halfjaarcijfers zei
de heer L. Coren namelijk: "De pro
duktiebedrijven hebben veel beter
gedraaid, hetgeen te danken is aan
de hogere omzetten in de detailhan-
delsgroep".
Aan de hand van enkele vragen ging
de heer Heijn daar dieper op in. In
de produktiebedrijven wordt een
scheiding gemaakt tussen de z.g.
"verse" produkten en de wat meer
houdbare artikelen. Deze hebben nu
elk een eigen leiding, elk ook een
eigen verkoopstaf. Er blijven ge
zamenlijke diensten; alleen in de
dagelijkse gang van zaken werkt men
onder verschillende leiding.
De heer He|jn benadrukte, dat in het
niet langzaam worden afgezwakt
antwoordde de heer Heijn: "We zijn
dat beslist niet van plan. We moeten
een zodanig pakket gaan produce
ren, dat de investeringen in de PB's
zo rendabél mogelijk zijn. De opera
tionele eenheden willen we zo zelf
standig mogelijk laten opereren,
winkelapparaat meer aandacht is
gegeven aan het "verse" produkt.
Dit zal ook in1 de opbouw van de
produktiebedrijven tot uiting komen.
Doordat Ahold met zijn winkels zo
dicht bij de klant zit zal men in de
produktiebedrijven dingen kunnen -
en moeten - doen waar een ander niet
in slaagt. Op de vraag of de activitei
ten in de produktiebedrijven toch
waardoor deze zich flexibel kunnen
opstellen ten opzichte van de detail-
handelsgroep en eventueel ook de
restaurants. Binnen het totale beleid
willen we de verantwoordelijkheid
met betrekking tot de afzet zo Taag
mogelijk in de organisatie krijgen."
Verder ingaande op deze problema
tiek zei de heer Heijn met betrekking
tot de "verse" produkten met name
te doelen op de bakkerij-sector. De
verkoop van de PB's zal rechtstreeks
contact gaan onderhouden met de
inkoopafdelingen van de winkel
maatschappijen.
Daarnaast komt er een nieuwe ver
koopmaatschappij voor de bevorde
ring van de afzet onder "private
label", waaronder met name de niet
onder de naam Ahold uitgevoerde
export zal vallen. AH Grootverbruik
wc ook bij de PB-organisatie on-
de. ,ebracht. Het sterkste deel van de
afzet van AH Grootverbruik betreft
artikelen van de produktiebedrijven.
De heer Heijn: "De PB's gaan meer
een eigen leyen leiden, waardoor we
meer omzet hopen te bereiken om
tot de toch wel nodige rendements
verbetering te komen. En wanneer de
mensen in de PB's het nog niet zien
zitten, dan moeten wij als bedrijf
zorgen dat zij het spoedig wél zien
zitten!"