Jongeren geven
het volle pond
MIRO
TIK"
c
c
pagina 12
FLITSEN
Zittend: v.l.n.r. Alma Lampe,
Doortje Ultee. Staand: Danielle
Trager, Kees Jongens. De 5e man
ontbreekt.
"Wanneer het de baas goed gaat,
gaat het mij ook goed". Dat zei men
vroeger. In een tijd zonder
ondernemingsraden. Meteen
minimale invloed van de
vakbeweging.
Tegenwoordig - met name de jeugd
vinden oudere collega's - wordt er
gewerkt onder het motto "veel poen
pakken en snel wegwezen". In ons
bedrijfvergeet het.
Veel jongeren bij AHOLD staan met
hun werk op en gaan er als het ware
mee naar bed. Ze geven hun
werkgever in deze turbulente tijd het
volle pond.
"Je moet honderd procent achter je
produkt staan," zegt
inkoop-assistente Danielle Trager
(19) uit Zaandam. Een van de vele
jongeren, die enthousiast is over het
beleid, maar kritisch durft zijn.
"Urentellers kunnen we hier niet
gebruiken," vult Kees Jongens (25)
inkoop-assistent uit Zaandam haar
aan. Ze kennen beiden geen
variabele werktijden. Ze hebben er
vrede mee. De buitenwereld moet
ons op normale kantoortijden
kunnen bereiken, vinden zij.
"Terecht".
Twee voorbeelden van jonge mensen,
die binding hebben met hun bedrijf.
Er ook iets voor óver hebben. Kees
benadrukt nog eens de slogan
"wanneer de baas het goed gaat,
gaat het mij ook goed". Voor hem
niet zo maar een kreet.
juiste man
Sprekend over het promotiebeleid,
merkt hij op te hopen dat de "right
man" op de "right place" komt te
zitten. "En dat hoeft niet altijd de
tweede man van een afdeling te zijn.
Tenzij die jongen of vrouw het
helemaal in de vingers heeft en niet
bedrijfsblind is. Een man van buiten
kan vaak met verrassende resultaten
komen. "Van die resultaten moeten
we allemaal eten. Daarom hoop ik,
dat de juiste man op de juiste stoel
komt te zitten".
Donkerogige Daniëlle kleurt een
beetje, wanneer Kees woorden nog
eens ter sprake worden gebracht.
"Meerderen hadden naar mijn
baantje gesolliciteerd. Na
gesprekken bleek het voor de
meesten geen promotie. Ik was
uitzendkracht. Na mijn reis naar
Israël, werd ik gevraagd hier te
komen werken. Je moet niet denken,
dat dit een vreselijk saaie job is. O
nee. Er was animo genoeg voor deze
baan".
zelfspot
Jongens - een vlotte prater op de
dertiende verdieping - noemt zichzelf
een Albert Heijn-idioot.
Zelfspot? Of hebben zijn
waterpoloënde vrinden hem zo
gedoopt? De waarheid zal misschien
in het midden liggen. In ieder geval
is het zo, dat Kees voor zijn sport
heel wat moet reizen. Kris kras door
Nederland. Na een wedstrijd "die
veel van je krachten vergt" ga je
natuurlijk een stukje eten. De
vrinden van Kees weten niet beter;
voor een hap gaan ze naar het
dichtstbijzijnde AC Restaurant.
Voor het vieren van een stevige
overwinning wordt dezelfde gang
gemaakt.
"De AC's zijn uitstekend. Er worden
hoge eisen gesteld aan de produkten
en het sanitairwerk is tip-top
verzorgd".
geen mooi-praters
Daniëlle Trager en Kees Jongens zijn
beslist geen mooipraters. Ze blijven
kritisch.
Kees bijvoorbeeld over de AC "in het
kader van het bedrijf - zelfbediening
- zijn de AC's O.K. Jammer dat deze
zaken voor half negen 's avonds
prima zijn, maar daarna volledig
overgaan op het koude schotelwerk".
Kees heeft uiteraard veel meer met
de Miro te maken dan met de AC.
Toch is hij geen vreemde in de
horeca. Tijdens zijn schooljaren
werkte hij onder meer in de keuken
van het bekende restaurant de
"Walvis" in de Zaanse Schans. Het
is zijn tweede natuur geworden om
de zaken zo veel mogelijk te vólgen.
Dat wil nog niet zeggen "met
oogkleppen voor". Voor een lampje
of andere kleinigheden zullen ze hem
niet bij de Miro zien. Hij komt er
alleen om er grotere dingen te kopen.
"Economisch niet verantwoord,
vanwege de scherpe prijscalculatie in
de stad zelf".
rommelig
Daniëlle - nog maar een paar
maanden in vaste dienst - durft
ronduit te zeggen, dat ze de Miro's
soms "rommelig en kil" vindt.
"Maar" zo laat ze onmlddelijk erop
volgen "mijn mening is niet
belangrijk. De klant is en blijft
koning. De mensen waar wij
confectie voor inkopen, willen juist
graag in die grote "bak" vol
spijkerbroeken graaien. Dat zijn per
definitie ook niet de mensen, die
honderd gulden voor een broek uit
willen geven. Daarom komen die
mensen naar de Miro. Maar het zou
leuk en... misschien heel belangrijk
zijn, wanneer diezelfde Miro wat
gezelliger wordt. Gelukkig dat men
van hogerhand daar ook aan
meewerkt". Daniëlle gelooft, dat
kleinigheden veel kunnen
veranderen. "De manier van
verkopen is belangrijk. Je spullen
leuk uithangen. Stellingen in kleur.
Kortom een tikkeltje meer
gezelligheid. En dat kan. Zeker
wanneer je jezelf geeft. Dat mag toch
van je worden verlangd?
franje betalen
Holwedel - merchandising assistent
voor onder meer schrijfbehoeften,
carnavalsartikelen en
kerstboomspullen heeft een andere
filosofie omtrent de Miro.
"Het is net watje ervan verwacht.
Die Miro's hebben een minimum aan
personeel. Voordeel is dat de kosten
gedrukt kunnen worden. Door zelf
wat te pakken, kun je veel geld
uitsparen. Wanneer de klant
optimaal bediend wil worden, moet
hij meer gaan betalen". Dat hoeft
voor Holwedel nog niet te betekenen,
dat de Miro geen service zou
verlenen. Denk maar eens aan de 3
punten garantie, merkt hij langs zijn
snor weg. "Dat is een van die vele
zaken in het servicebestel". Nog een
stérker punt is volgens hem, dat de
weinige mensen die zo'n Miro
bemannen allemaal vakgericht zijn.
Winkelen bij de Miro is een keus.
Het houdt in, dat hoe meer je aan de
franje gaat doen, de produkten
duurder worden. "De mensen,
waarvoor wij inkopen doen, hebben
duidelijk geen behoefte aan die
overtollige franje".
Alma Lampe van het Filialenburo
analyseert tenslotte in het kort de
Miro en de bovenstaande uitspraken.
"Het is een groot aantal winkels
onder één kap. Wie even snel zijn
boodschapjes bij elkaar wil
scharrelen, kan bij de Miro
uitstekend terecht. Je bent er zo in en
zo weer uit. Ze geeft toe, wanneer je
gezellig wilt winkelen en speciale
dingetjes wilt zien, dan ga je ergens
anders heen. De intentie ligt dan
duidelijk anders".
Bij een gesprek dat we met een
aantal jongeren op het HK hadden
bleek dat ze niet allen bijster warm
lopen voor de vakbeweging,
ondernemingsraad of
medezeggenschap
J. W. Holwedel (25)
merchandising-assistent Miro is geen
lid van een of andere organisatie.
Verder zegt hij meer dingen aan het
hoofd te hebben, dan het wel en wee
van de Ondernemingsraad op de voet
te volgen. Het is volgens hem ook
nauwelijks nodig. "Het bedrijf biedt
genoeg sociale zekerheden".
Kees Jongens denkt genuanceerder.
Hij zegt: "medeweten is belangrijk".
Meebeslissen hoeft voor hem niet.
Vakbeweging en ondernemingsraad
vindt Jongens nuttig om de vinger
aan de pols te leggen. De strategie
van het bedrijf is een zaak van de
directie, vindt hij. Vakbeweging of
ondernemingsraad moeten zich
volgens hem bepalen tot het sociale
vlak.
Ook andere jongeren laten zich in
diezelfde zin uit. Ze weten dat het
bedrijf genoeg "geborgenheid"
biedt.
Holwedel: "ik kan me voorstellen,
datje wèl lid van een of andere
organisatie bent bij een of ander
klein bouwbedrijf". Bij AHOLD
hoeft dat volgens hem niet direct.
Waarom de mensen bij het bedrijf zo
enthousiast zijn? Holwedel zegt, dat
je van begin af aan door je collega's
enthousiast wordt gemaakt.
"Er gaat een heilig vuur in je
branden. Je weet dat de spullen -
voor hem onder meer
schrijfbehoeften, camavalsartikelen
en kerstboomspullen - in drie k
vierhonderd winkels te koop liggen.
Je krijgt op die manier een soort be
wustwording, datje werkelijk het
beste moet inkopen".
Miro-tik
Hij vindt het dan ook geen vreemde
zaak, dat zijn toekomstige vrouw
zegt "Je hebt een Miro-tik".
Holwedel vindt het een goede zaak
om privé en zakelijk van elkaar ge
scheiden te houden. Maar wanneer
dat vuur eenmaal in je is gaan
branden, komt die Miro-tik toch
naar boven.
Stap je in je vrije tijd bij de
concurrentie naar binnen. V en D of
een ander. Noem maar op. Dan ga je
automatisch naar de hóek waar de
spullen liggen, die jij ook inkoopt. Of
dat nu schrijfbehoeften zijn of
kerstboomkaarsen. Je vergelijkt
prijzen en kwaliteit. Je gaat opnieuw
na, of je werkelijk goed hebt
gehandeld. Op deze manier blijf je
tegenover de baas en jezelf
voortdurend verantwoording
afleggen.
dapper
Daarom noemt Holwedel de
uitspraak van Jongens: de juiste man
op de juiste plaats met in sommige
gevallen het aantrekken van een man
van buitenaf een "dappere"
Gil miIJS
uitspraak. Natuurlijk ligt het aan de
situatie, maar hij ziet het als voor de
hand liggend, dat wanneer een eerste
man weggaat met de tweede man
overleg wordt gepleegd.
"Er zal in ieder geval een gesprek
moeten plaats vinden. Pas wanneer
je tekortkomingen aan de dag
worden gelegd, dan is het gebeurd".
Mogelijk kunnen er volgens hem bij
de directie ook nieuwe ideeën van
buitenaf leven die nodig zijn voor die
afdeling.
zich sterk voelend
Ondanks nuance-verschillen hebben
Holwedel en Jongens één ding
gemeen. Ze blikken beiden
zelfbewust in de toekomst. Daarvoor
hebben ze geen vakbeweging of
andere organisatie nodig. Ze weten,
dat capabele mensen op de juiste
plaats komen te zitten. Een
wetenschap, die hen nog meer
verbonden doet voelen met het
bedrijf.
Op de twaalfde verdieping wordt
over de ondernemingsraad even
anders gedacht. Met name de dames
Doortje Ultee 20 en Alma Lampe 21
jaar van het Filialenburo Miro zien
het met die ondernemingsraad
helemaal zitten.
Alma is het beslist niet met Kees
Jongens eens, dat de O.R. zich alleen
maar op sociaal vlak moet bewegen.
Het een houdt volgens haar nu
eenmaal verband met het ander.
Beide dames geloven, dat er voor de
O.R. in Zaandam weinig valt te
doen. "Hier op het hoofdkantoor
loopt alles op rolletjes". Met name
voor de mensen buiten het gebouw
valt een hoop te veranderen vinden
zij. Alma komt met een
karakteristiek voorbeeld.
beveiliging
"Ik vind het een terechte zaak, dat er
een noot is gekraakt omtrent de
beveiliging van onze mensen. Mede
door het feit, dat deze O.R. met de
directie meedenkt, zijn er - na een
overval in Amsterdam en nog enkele
gebeurtenissen - tijdsloten op de
kluizen geplaatst. Verder wordt er
hard gewerkt, de administratie
achter inbraakvrij glas te plaatsen.
Er wordt alles aan gedaan, om de
mensen die met geld te maken
hebben zo goed mogelijk te
beschermen".
Alma en Doortje leven met het wel en
wee van de ondernemingsraad erg
mee. Dat komt misschien door het
feit, dat op hun vloer twee mensen
zitten, die deel uitmaken van deze
raad.
De dames vinden het eigenlijk
vanzelfsprekend, dat het personeel
meedenkt met de directie.
zelf op kandidatenlijst OR
Wanneer Alma Lampe verklapt dat
ze wel eens op de kandidatenlijst van
de OR heeft gestaan, begrijp je dat
haar woorden geen loze kreten zijn.
"Doe je het niet voor jezelf, dan moet
je het doen voor die mensen die hun
mond niet kunnen of durven
roeren", merkt ze in het vuur van het
gesprek op.
De toevallige omstandigheid, dat
twee mensen van hun etage in dit
college zitten, brengt hen vaak tot
babbelen. Ze vinden het jammer, dat
het zo moeilijk is contact te krijgen
met andere verdiepingen. "Het is
ook geen wonder," merkt Doortje
op. "Er zitten hier zoveel mensen,
datje ze onmogelijk allemaal kan
leren kennen".
Ook het contact met de filialen loopt
voortdurend per telefoon. Vaak
moeten door die telefoon pasklare
antwoorden worden gegeven voor de
nodige problemen. Alma zegt
hierover, dat ze liever door de
telefoon praat, dan persoonlijk met
iemand contact te hebben. "Je kunt
je gewoon makkelijker en vrijer
opstellen". Tenslotte menen zowel
Alma als Doortje "leer je in de loop
der tijd de nodige mensen toch
persoonlijk kennen".
Het werken op het Filialenburo
vinden ze beiden geweldig. "Je hebt
gezellige contacten," zegt Doortje
Ultee. Mede door de variabele
werktijden is het werkklimaat erg
fijn.
naar de zin hebben
Doortje vindt, dat er een heleboel
factoren zijn, die bepalen of je het
naar de zin hebt bij AHOLD of niet.
"Veel ligt er aan het werk watje
doet. Hier op het Filialenburo heb ik
het hardstikke naar mijn zin.
Voorheen zat ik bij de "Pensioenen".
Daar heb je niet die contacten met
allerlei mensen. Daar heb je als jong
meisje ook niet zo'n
verantwoording". Alma
onderschrijft haar betoog. Ze merkt
verder op, dat het een natuurlijke
zaak is, dat ze binding hebben met
het concern. Behalve de
werkomstandigheden spelen ook
andere zaken een rol. Doortje: "heel
mijn familie loopt hier zo'n beetje
rond. Ik kwam als vakantiehulpje.
AHOLD...Miro... noem maar op...
ik weet niet beter".
Alma zegt nog zo jong te zijn, dat ze
beslist niet weet of ze heel haar leven
bij AHOLD zal uitdienen. "Mocht
ik", zo besluit ze haar verhaal "om
een of andere reden weggaan, dan
laat ik een stuk van mijn leven hier
achter".