Voor Albert Heijn gaat men een „groter straatje" om Grote aandacht voor wegrestaurants Uit onderzoek onder huisvrouwen bliikt: Ahold's restaurantgroep breidt uit FLITSEN pagina 5 "Voor Albert Heyn gaat men een groter straatje om dan voor welke andere winkel ook". In deze bewoordingen geeft de heer F. I. Ahlqvist, directeur van Albert Heijn Supermarts, een der belangrijkste conclusies weer van een recent gehouden onderzoek naar de vraag hoe "men" [klanten en niet-klantenj over de winkels van Albert Heyn denkt. De wegrestaurants zullen in de naaste toekomst een steeds grotere rol gaan vervullen in de AC Restaurants-organi satie. Met trots kon de heer F.W.I. Lachotzki, sinds 1 april j.l. directeur van AC Restaurants onlangs, tijdens een kennis makingsbijeenkomst de dag en vakbladpers in „DE WAL VIS", meedelen dat binnen nu en twee maanden officieel geopend zullen worden het restaurant "DE KRAAI" en het AC Restaurant ZURICH, gelegen aan de Friese zijde van de Afsluitdijk. Over „DE KRAAI" heeft 'Flitsen' u reeds voldoende op de hoogte gebracht. Reeds nu kunt u in „DE KRAAT'terecht om er eens flink pannekoeken in verschillende variëteiten te proeven. Men is thans druk aan het proefdraaien voor de officiële opening. Onlangs werd in een zeer kort tijdbe stek binnen 14 dagen nadat de sleutel werd overgedragen het AC Restaurant "Grevelingen" op de Grevelingendam (u weet wel van die file van 15 km) in Zeeland geopend. Zulks kon alleen ge beuren dankzij o.a. de medewerking van de autoriteiten. Nederlandse formule "Ik geloof dat er in Nederland wel dege lijk plaats is voor een aantal restaurant ketens, mits deze hun formule afstem men op de Nederlandse eet- en drinkge woonten", aldus Fred W.I. Lachotzki, zijn eerste schreden formulerend op het horeca-pad. De onderzoeken die verricht zijn, waar bij de consument in zijn gedragingen ten aanzien van recreatieve of beroeps uitingen, doorlopend en regelmatig wordt gevolgd hebben ons wel tot enkele conclusies gebracht. Daarom zijn wij voor wat betreft onze wegrestaurants o.a. tot de conclusie gekomen dat het AC Restaurant dat nu gebouwd of 'remodelled' wordt, een multifunctio nele eenheid moet zijn, die aan de wensen van grote groepen van consu menten moet kunnen voldoen. Zo zult u er bediening naast zelfbediening aan treffen, terwijl naast voorzieningen voor de recreant er voor de beroepschauffeurs speciale faciliteiten getroffen zijn, die als straks Zurich opent, getuigen zullen van een verfijning van het pakket aan service-mogelijkheden voor deze langs- de-weg-werkers, die nu eenmaal ten aanzien van wegrestaurants iets andere wensen hebben dan de andere wegge bruikers. Juist in samenwerking met de Overheid is ernaar gestreefd dit concept van weg restaurant zo goed mogelijk aan te passen aan de soms technische noden en wensen van de weggebruikers. En de restaurantmarkt Een nadenkertje eigenlijk, want zó staat het natuurlijk niet in het officiële rapport. Maar toch erg kernachtig, to the point. Want uit de resultaten is ge bleken, dat de vaste klanten van Albert Heijn ook échte vaste klanten zijn, mensen die niet gemakkelijk een andere winkel binnenstappen, ook al is die dichterbij. Het merkwaardige is, dat de vaste klanten van al die andere winkels minder "trouw" zijn: zij stappen gemak kelijker elders binnen en dat behoeft dan niet per se Albert Heijn te zijn. Het behoeft geen betoog, dat de heer Ahlqvist blij met deze conclusie is, zo constateert Flitsen in een vraaggesprek, waarbij ook aanwezig zijn drs. H. v.d. Wees, hoofd Marktonderzoek van Ahold, en de psycholoog drs. P. C. de Jong, adviseur van de raad van bestuur en de directeuren van de werkmaat schappijen. Beiden hebben een belang rijk aandeel gehad in het image-onder- zoek, dat -door middel van mondelinge vraaggesprekken- gehouden werd onder ruim 900 op wetenschappelijk verant woorde wijze geselecteerde huisvrouwen binnen de invloedssferen van een dertig tal AH Supermarts in alle delen van het land. Mengeling van motieven Vraag: "Hoe komt het nou, dat de klanten van Albert Heijn trouwer zijn dan de klanten van andere levens middelenzaken?" "Ja, dèt is natuurlijk erg moeilijk te achterhalen, want daarbij spelen mo tieven van allerlei aard een rol. Een mengeling van meningen en ervaringen over en met de prijzen, de kwaliteit, het assortiment en de inrichting ervan, de sfeer in de winkel, de wijze waarop het personeel de klanten tegemoet treedt enzovoort, enzovoort. Het is algemeen bekend bijvoorbeeld, dat Albert Heijn niet op het prijsniveau van uitgesproken discountzaken e.d. zit. Tóch zijn de klanten van AH trouwer, hebben meer "binding" met AH, het beste bewijs dus, dat zoiets niet van één factor afhangt, zelfs niet van de overigens zeer belang- In zijn toespraak tot de pers, waarin hij Ahold's functie in de restaurantmarkt toelichtte, zei de heer Lachotzki; Eigen lijk moeten wij helemaal niet spreken over een restaurantmarkt. Consumenten blijken helemaal niet uit eten te gaan om primair voedsel tot zich te nemen. Zij gaan de deur uit voor een stuk sfeer, een stuk ontspanning een stuk afwisseling of bijvoorbeeld een stuk beloning voor het harde werken van de dag. Consumenten willen iets totaal, niet direct een maaltijd." Door dit volgen van de consumenten in al zijn gewoonten heeft AC Restaurant zich voor de toekomst een duidelijke weg gebakend in de restaurantmarkt.... rijke prijsfactor, maar van het totaal beeld. Een huisvrouw die altijd op "prijzenjacht" is, voelt zich alleen al daarom minder aan één winkel ge bonden: ze haalt overal - om het zo maar eens te zeggen- "de beste koopjes" en is dan graag bereid in de ene winkel met wat minder kwaliteit, in de andere zaak met een kleiner assortiment (en dus minder keuze) en in de volgende super- mart met wat minder dienstbetoon ge noegen te nemen. En de speciale aan biedingen van Albert Heijn neemt ze dan "in de loop weg" ook nog even mee". Vraag: "Mag je hieruit concluderen, dat AH Supermarts de meest "uitgekiende" verkoopformule gevonden hebben?" Drs. v.d. Wees: "We geloven datje het zó niet mag stellen. Diverse andere levensmiddelenwinkels - zoals Simon bijvoorbeeld - hebben ook een "uitge kiende" formule, afgestemd op de wen sen van een bepaalde groep klanten. Wél zou je misschien mogen zeggen dat de Albert Heijnwinkels -gezien de resul taten van het gehouden onderzoek- de meest evenwichtige formule oötwikkeld hebben. Hier vinden de klanten name lijk van alle elementen die in de beoor deling (en daarmee bij de image-vor ming) een rol spelen, net voldoende om tot een goed totaalbeeld te komen". Prijsbeeld gecorrigeerd Het image-onderzoek waarover we nu schrijven, is natuurlijk niet het enige dat door AH Supermarts gehouden is. Daar aan zijn verschillende andere onder zoekingen vooraf gegaan, want het is van het grootste belang de meningen en de wensen van de consument voortdu rend te peilen. Dat gebeurt op allerlei manieren, bijvoorbeeld ook via gerichte contacten met de klanten in de winkels zelf of op speciale klantenmiddagen. Zo moest in 1974 op een gegeven moment worden geconstateerd, dat de huis vrouwen wat minder gunstig begonnen te denken over de prijzen bij Albert Heijn, waardoor het "evenwicht" in de formule enigszins verstoord dreigde te worden. Zoiets kan natuurlijk verkeerd uitpakken en dan kan er maar één ding gedaan worden: het evenwicht zo snel mogelijk herstellen. De heer Ahlqvist: "We hebben dat o.m. gedaan door de prijzen van een groot aantal merkartikelen te verlagen. Daar mee zijn we heel bewust afgestapt van onze politiek van voorheen, die er op gericht was het verschil duidelijk te maken tussen de prijzen van merkarti kelen en die van de eigen merken. Bij deze verandering van prijsstrategie heb ben wij onze prijzen aangepast van het assortiment, dat door de discounter goedkoper dan bij ons gebracht werd, vanwege het volledige gebrek aan ser vice, assortiment en een plezierige win kel. Wij konden de prijzen van die artikelen verlagen omdat wij er rekening mee hielden dat wij méér klanten zouden trekken. Immers, drie keer 10 cent verdienen is altijd meer dat één keer 20 cent." Persoonlijke dienstverlening Vraag: "Is de prijs dan toch van groter belang dan de overige factoren die mede de image bepalen?" Drs. de Jong: "Nee, toch niet. De prijs stelling is uiteraard van zeer groot belang, maar niet van het grootste belang. Uit onze onderzoekingen blijkt, dat de consument weer meer en meer waarde gaat hechten aan een brok persoonlijke dienstverlening: een stukje terug naar vroeger, zou je kunnen zeggen, toen de sfeer van het winkelen voor een belangrijk deel mee-bepaald werd door het persoonlijk contact: een praatje met de bakker, het advies van de groenteman, een goede tip van de slager enzovoorts. We geloven, dat de moderne huisvrouw daarvan iets terüg wil. Zij wil liever niet even snel en zakelijk haar boodschappen doen, maar ze wil er even uit. Zij wil gezellig een beetje snuffelen, zich goed oriënteren en zij wil met goede spullen thuiskomen, zodat ze ook in dat opzicht als huisvrouw, als echtgenote en als moeder optimaal kan functioneren, ook eens met een onverwachte verrassing op tafel komen. Goede kwaliteit dus en keuzemogelijkheden uit een breed as sortiment waarin ook "bijzondere" dingen zitten. En bij dit alles - we zeiden het al- vooral ook wat persoonlijk contact: een praatje, een advies, een tip, hulp als ze eens iets niet kan vinden, een glimlach". Vraag: "Heeft dit niet als uiterste conse quentie dat de zelfbediening geleidelijk aan weer moet gaan verdwijnen?" De heer Ahlqvist: "Nee, dat zou on mogelijk zijn. De zelfbediening heeft zóveel vooruitgang gebracht (we hebben er een deel van onze huidige welvaart aan te danken), dat dit systeem niet meer terug te draaien is. Maar we vinden wel, dat de bediening zoveel mogelijk gehandhaafd moet blijven (of terug moet keren) op die afdelingen in het levensmiddelenbedrijf waar dat zin vol is en vanuit kostenoogpunt verant woord is en dan denk ik met name aan afdelingen natuurlijk, waar een advies of een brokje voorlichting op prijs wordt gesteld. We zijn al geruime tijd bezig dat stukje "vroeger" opnieuw in onze super marts te realiseren. Het gaat echter niet alleen om die enkele speciale afdelingen, het gaat in feite om het hele winkel- gebeuren. Onze medewerk (st)ers besef fen, dat iemand die de winkel binnen komt, niet "slechts een klant" is, maar een mens, die gewoon fijn wil winkelen, die geholpen wil worden als hij iets niet kan vinden of wat moeilijk z'n juiste keuze kan bepalen. En dan niet ge holpen wil worden op een, laat ik zeggen: strikt zakelijke manier, maar gewoon menselijk, prettig, met een glimlach. De klassieke waarheid, dat iemand die iets bij je komt kopen je vrind is, gaat in deze maatschappij, in deze tijd van verharding en vereenza ming, van verzakelijking en techniek, weer een belangrijke rol spelen, zo geloven wij. Tenslotte zijn wij een dienstverlenend bedrijf en dat moet blijken in de winkels. D&èr, en nergens anders, ook niet op het hoofdkantoor in Zaandam, wordt ,,de strijd gestreden." Dièr, in de winkels, wordt beslist of de klant trouw aan Albert Heijn zal blijven. En dat kan afhangen van een heleboel kleine dingen. Van een caissière b.v. die haar zakelijkheid vervangt door een "prettig weekend, mevrouw". Dienstbe toon is geen slaafsheid, maar gewoon: de ander, de klant, net zo tegemoet te treden en te behandelen zoals jezélf graag behandeld zou willen worden. Dat is het, meer eigenlijk niet". De psychologisch adviseur beaamt het. Maar voegt er wel aan toe, dat Neder land op dit gebied nog heel veel leren moet...

Personeelsbladen | 1976 | | pagina 5