Keldermeester De
"Weer menselijk
m
Groot
worden
Manager De Priester, Oosterhout:
"Veel kleintjes maken één grote"
Ondernemingsraden
zeer aktief in '75
ENERGIEBESPARING BIJ AC RESTAURANTS
BESTRIJDING ZIEKTEVERZUIM
(OR-PB-ZAANDAM)
Flitsen extra editie
pagina 5
Sinds de oliecrisis van '74 gaan we bewust of
onbewust steeds efficiënter om met elke vorm van
energie. Het streven in gezin en bedrijf is er althans op
gericht doelmatiger om te gaan met water en
electriciteit, gas en olie en met alle apparatuur die deze
grondstoffen verbruiken.
m
Energievreters binnen
Ahold zijn
onvermijdelijk de
AC restaurants. Ook
binnen deze sektor van het concern
probeert men zo economisch (lees:
'zuinig') mogelijk te werk te gaan. We
spraken met de heer A. J. de Priester,
manager van AC Oosterhout, tevens
zes jaar lid van de ondernemingsraad en
sinds eind vorig jaar deel uitmakend van
de COR.
Inventarisatie
"Ten tijde van de oliecrisis hebben we
de koppen bij elkaar gestoken om te
zien welke de besparingsmogelijkheden
zouden kunnen zijn op de enorme
hoeveelheid dure energie die de
AC's elk jaar opnieuw afnamen", aldus
de heer De Priester (34). "Naar
aanleiding van de grote kostenstijging
en de nog te verwachten stijgingen
hebben we met een aantal managers
een inventarisatie gemaakt van de
energievreters, zoals koeling en
diepvries, verwarming en
airconditioning, boilers en
warmwatervoorziening, fornuizen en
afzuigapparatuur, de electrische
bakplaten, grills enzovoort".
'Boeflijn'
De fa. Kroon Co. die alle electra
installeert voor AC Restaurants BV,
heeft een instruktiedag gehouden voor
bedrijfsleiding en managers, waarbij
men is ingelicht over pieken en dalen in
het totaalverbruik.
"De electriciteitsbedrijven houden een
gemiddelde aan, waar de klant het
restaurant niet boven mag komen wil
men niet betalen voor extra verbruik.
Dat gemiddelde noemen we sinds die
instruktiedag de 'boeflijn'. waarmee we
gemakkelijk kunnen herinneren aan een
bewust energiegebruik", zegt de heer
De Priester. "Door bijvoorbeeld de
spoelmachines buiten de piekuren te
laten draaien, realiseer je al direkt een
spreiding van energiegebruik. Dit
betekent overigens wél dat zich niet
alleen een buffervoorraad vuil goed
ophoopt, maar ook datje moet
beschikken over een buffervoorraad
schoon goed: dus méér ruimte voor
méér bestek en serviesgoed".
Kosten gelijk houden
De AC restaurants streven ernaar om de
kosten over 1976 gelijk te houden met
die van '75, zo mogelijk om ze te
drukken. Alle medewerkers moeten
zich in dit verband dan ook bewust zijn
van de extra kosten, die onnodig
energieverbruik veroorzaken.
"Het gebeurde wel eens dat men de
gaspitten hoog draaide om de keuken
wat meer te verwarmen", zegt
bedrijfsleider De Priester hierover. "De
mensen 'energiebewust' maken is
tegenwoordig een heel belangrijke,
'zakelijke' zaak. Zo proberen we zelfs
onze leveranciers zo ver te krijgen, dat
zij de artikelen geproportioneerd
aanleveren, zodat deze per eenheid
kunnen worden klaargemaakt".
Ideaalsituatie
"Het blijft streven naar een
ideaalsituatie", besluit de heer De
Priester, "maar die zou je hooguit in
elke nieuwe AC-vestiging kunnen
proberen te benaderen. Zo zal in de
toekomst misschien de
zonnewarmte benut kunnen
worden, terwijl betere
isolatiematerialen de warmte resp.
koude temperaturen langer zullen
kunnen vasthouden. Bovendien is
duidelijk geworden dat een
gescheiden airconditioning
systeem voordeliger kan zijn dan
"Wij zijn in het bedrijf bezig, alles via de computer te
doen. Er wordt gewerkt met codes, met nummers. Ook
de mens is een nummer. Hoe vaak hoor je bijvoorbeeld
niet "nummer 327 is vandaag afwezig". En daarmee
wordt dan een méns bedoeld, een médewerker! Wij
moeten echt oppassen dat we niet in nummers gaan
dénken. Het is de hoogste tijd dat we weer wat
menselijk worden".
Dat is de mening van
AH's chef-wijnkelder
J. C. M. de Groot
"keldermeester", zoals
hij zich zo graag hoort noemen. Als
vertegenwoordiger van het
produktiekader heeft hij zitting in de OR
van het PB-Zaandam. Daar is zijn
standpunt overbekend. De Groot laat
dan ook geen gelegenheid voorbij gaan
om er op te hameren. Zoals bij de
aanpak van de bestrijding van het
ziekteverzuim een van de
belangrijkste onderwerpen, waarmee
de OR zich het afgelopen jaar heeft
beziggehouden.
De Groot: "In 1973 bedroeg het
ziekteverzuim bij ons gemiddeld 11,8
procent, maar het jaar daarop was het
al 13 procent. Wéér eèn stijging dus, die
overigens léndelijk waarneembaar is.
Begeleiding
Niettemin werd duidelijk dat er iets
moest gebeuren. Mede via de OR is
daartoe nu de aanzet gemaakt: er is een
sociale begeleidingscommissie
ingesteld die tot taak heeft naar
middelen te zoeken om het
ziekteverzuim zoveel mogelijk terug te
dringen. Met een agressief woord heet
dat "bestrijden". Maar in die letterlijke
zin moeten we het natuurlijk juist niet
doen. Dan kweek je angst. En er is
tóch al sprake van een
communicatiestoornis; als ze de chef
zien, denken ze al aan controle. Zó
moet het dus niet.
Ik weet wel; er zijn natuurlijk
onverbeterlijke elementen, die bewust
misbruik maken van de goede sociale
voorzieningen. Maar die heb je overal,
déarvan mag je niet uitgaan.
Het kan ook énders, door te
onderzoeken wat de oorzaak van het
verzuim kan zijn, zonder je met de
medische kantte bemoeien. Daarvoor
is de dokter.
Via gesprek
Maar neem nou maar het geval van die
man die laatst in 13 weken tijd acht
maal heeft verzuimd. Hij maakte op
niemand de indruk ziek te zijn. Maar
hoe dan ook; hij bleek zijn vrije tijd
eerder te beginnen dan wenselijk is.
Wij zijn toen met de man gaan praten
ménselijk. En toen kwam er uit dat hij
een heel pakket huiselijke moeilijkheden
had, waar hij soms niet meer tegen op
kon. Nadien komt het nooit meer voor;
hij werkt nu weer alle dagen.
Ander geval: wij hebben hier een
medewerkster op een afdeling, die ook
vaak ziek was. Bij nader inzien bleek dat
ze daar altijd maar in haar eentje stond
te werken. Ze werd erg eenzaam,
daardoor chagrijnig en tenslotte
vluchtte ze maar in "ziekte". Nu wordt
er steeds gezocht naar speelruimte en
als die er is, mag ze wat meer het bedrijf
in, waardoor ze met anderen in contact
komt. Het gaat al veel beter, nu.
Alleen voor het opsommen van
OR-aktiviteiten zou op deze pagina
van het personeelsjaarverslag 1975
al één kolom nodig zijn geweest.
Daarmee zouden we o.i. onze lezers
geen dienst hebben bewezen.
Daarom zijn vijf onderwerpen
uitgekozen (en iets verder
uitgewerkt) waarover de
ondernemingsraad die het
behandelde, zich echt heeft
'gebogen', waarop de OR diep(er) is
ingegaan.
Onze keuze viel op:
1de sluiting van de Simon
vleescentrale;
2. bestrijding van het ziekteverzuim;
3. het probleem van de
personeelsbezetting;
4. de introduktie van het
werkoverleg, en
5. de energiebesparing.
Het was niet de opzet om bij deze
selektie voorkeur te hebben voor
bepaalde onderwerpen, maar uit
alle rapportages die wij ontvingen,
bleek duidelijk dat het zwaartepunt
niet ligt op "arbeidsvoorwaarden,
informatie en
arbeidsverhoudingen", hoewel
deze belangrijk zijn.
De OR-leden discussieerden als
Aholders uitvoeriger over
inkrimping, groei en reorganisatie,
waarbij inspraak en advies niet
'juridisch-formeel' gescheiden
werden maar waarbij leiding en
medewerkers sémen zochten naar
de beste oplossingen. Immers,
waar ligt de scheiding tussen het
ondernemingsbelang en het
personeelsbelang? U mag het
zeggen!
één systeem voor het hele
restaurant".
Dat een ideaalsituatie desondanks
nog lang niet is bereikt, erkent de
heer De Priester volmondig. "Maar
hoe belangrijk de energiebesparing
op alle fronten ook is, ik wil één
uitzondering maken: aan de
verlichting moetje niet komen,
want die bepaalt juist dat speciale
sfeertje waarin de mensen zich ir
alle AC's zo thuis voelen!"
m» «mm *^v «g
Boter op hoofd
Wij chefs hebben natuurlijk ook boter
op ons hoofd. Het is een kwestie van de
mentaliteit die zal moeten veranderen.
Het kader moet een stap terug weten te
doen. De mensen zijn immers mondiger
geworden en het zou best eens kunnen
dat de werksfeer die de chef schept,
niet deugt. Je moet je bijvoorbeeld
kunnen indenken dat de omgeving te
lawaaierig is,vdat het ergens teveel
tocht, te heet is of te koud. Kortom wat
meer aandacht schenken aan
omstandigheden of factoren die daarop
van invloed zijn. Zodra dat gebeurt,
zullen ze "op de werkvloer" al gauw
zeggen: "Eindelijk ze doén er tenminste
wat aan".
Aandacht
Die aandacht voor de medewerker
houdt trouwens niet op bij het werk.
Ook als hij ziek is, heeft hij er recht op.
Als iemand beter is geworden en zegt
"ik had wel verwacht dat U me een
avond was komen opzoeken" dan
denk ik; je hebt nog gelijk ook
Zo is de terugkeer van iemand
belangrijk. Hoe vaak hoor je nou
niet: "Zo, Annie bén je d'r weer? Pak
dit eens even snel in!"
Kijk, dat bedoel ik nou; dan mag je ook
weinig motivatie verwachten. De zaak
is tweeledig communicatie moet er
zijn, al is dat woord langzamerhand nóg
zo beladen. Maar ik heb de heilige
overtuiging dat je dichter bij je mensen
moet gaan staan. Niet, dat daarmee alle
problemen weg zijn.
Het is een kwestie van met elkéér
oefenen. Het moet in z'n totaliteit
nog groeien en het effect komt
waarschijnlijk pas na jéren. Ik ben
nu 60, dus ik zal het hier wel niet
meer meemaken. Maar heus, wij
proberen met z'n allen te werken
aan een verandering van de
mentaliteit. Ik blijf erbij: we moeten
weer menselijk worden".