Noodzaak toen ik op kamers ging wonen "Ik heb maar één hobby en dat Albert Heijn" Verkoper Jan Does (27) Verkoopster Lia van Beek-Snoek (40): Flitsen extra editie pagina 11 Een it. -aalbeeld van supermart-opbouw, waarin de rol van elke medewerker optimaal wordt benut. Dat tekent zich steeds scherper af in het brein van Jan Does, sinds vier jaar verkoper bij AHSM in het winkelcentrum Leidsenhage bij Leidschendam. Jan, die sinds enige jaren aan de afdeling bouwkunde van de TH-Delft studeert, zou niets liever willen dan zijn gedachten dienstbaar te maken aan degenen, waarvoor dat in de toekomst van belang kan zijn. Toen Jan indertijd op kamers ging wonen, werd hij door vrienden op het idee gebracht zich te laten inschrijven als part-timer bij AH. Hij werd aange nomen op het moment, dat de veel kleinere SM aan de Leidschendamse Damlaan werd verplaatst naar het gloednieuwe winkelcentrum Leidsenhage en een personeelsuitbrei ding noodzakelijk was. Jan was tevreden; zijn huur was gedekt. "Voor het werk op zichzelf deed ik het niet." Zolang hij het zich voor zijn studie kan veroorloven en inmiddels daarbij gekomen activiteiten niet in het gedrang komen, blijft hij de zaak voor lopig trouw op koopavond (donderdag) en zaterdags. Hij staat bij de wijn. Daarom heeft hij in het begin zelf gevraagd. "Ik heb het gevoel dat er aardige mensen komen, die je ook fijn kunt helpen. Dat doe ik met plezier." Bezwaren Toch groeien Jan's bezwaren met de jaren. "Het heeft misschien te maken met een door mijn studie steeds meer verkregen ruimtelijk inzicht en natuurlijk met het gedemocratiseerde bestel dat op een universiteit heerst. Daarmee is de supermart-opbouw niet te vergelijken. Ik heb me altijd al gestoten aan het hiërarchische systeem. Door het bestaan en benadrukken van verschillende rangen, van verkoper tot BL, ontstaat onzekerheid en angst tussen de mensen uit die verschillende geledingen. De onderlinge afstanden zijn veel te groot, iets waaraan ook een OR weinig kan doen. Het is daarom te moeilijk om je mond te roeren of zelf standig op te treden. We vechten moeilijkheden in eigen kring uit in de kantine of op een kantoortje. Maar wat er in de hele zaak nou eigenlijk aan de hand is, kan niemand overzien. Er is wel eens - twee keer om precies te zijn - ge probeerd om de koppen bij elkaar te steken, van hoog tot laag. Maar dat is allang weer verwaterd. Men stuitte teveel op wederzijdse gevoeligheden en dan klapt iedereen dicht." Verkeerd principe "Maar goed, laten we ons tot de part timers beperken, de scholieren en studenten dan, want met de gehuwde hebben we eigenlijk nooit kontakt. Dit is nu zoiets datje zou kunnen onder vangen door wekelijks met elkaar om de tafel te gaan zitten, maar dan ook met éllemaal. Er wordt geloof ik van uitgegaan, dat part-timers te weinig bij de gang van zaken betrokken zouden zijn. Of dit terecht is, mogen we betwijfelen. We worden ook nauwelijks over de gang van zaken geïnformeerd. Ik vind het bij voorbeeld fout, dat wij niet van tussen tijdse reclames op de hoogte worden gebracht of van essentiële verschuivingen in de winkel. Je weet van toeten noch blazen en moet er zelf dan maar zien achter te komen. Een ander stokpaardje van mij is de inrichting van de winkel. Die is bij ver bouwingen of zo altijd op de klanten gericht - kijk maar naar de winkel wagentjes. Waarom niet wat meer op het personeel? Dat zou ons gevoel dat we bij de hele gang van zaken betrokken zijn, beslist vergroten. En uiteindelijk zou dat weer positieve uitwerking hebben op het publiek". Andere werkwijze In Jan's ogen zou het de moeite waard zijn te zoeken naar een andere werkwijze, waarin ieder het zijne voor de zaak inbrengt en ieder van de praktijk van een enorm bedrijf wat leert. ,,Als je de hele dag in de wijn staat en er zou je ineens iets over panties worden gevraagd, dan zou je daarvan net zo goed iets moeten afweten. Dat kan een stukje opleiding via de praktijk zijn. Nu zitten we soms eens voor zo'n teletripapparaat, maar dat is m.i. veel te beperkt. Ik weet wel, het is alles mijn visie, maar waarom wordt het niet eens onder zocht? Op de manier zoals het nu gaat, heb ik het gevoel dat we door onze achtergrond een bepaald intellect in brengen, maar we krijgen er nooit iets voor terug. Zou het nou zo gek zijn als iemands mening - al naar gelang zijn achtergrond, die onder part-timers een groot aantal gebieden omvat - eens werd gevraagd bij veranderingen op een bepaald gebied? Het zou werkelijk leuk zijn om mee te kunnen helpen een plan uit te werken. Daar moetje op blijven hameren. Als het deze zomer niet lukt, houdt het voor mij op. Voor het geld hoef ik het nu niet meer te doen, maar wat ik zie en meemaak, laat me gewoon niet los. Vandéér!" Mevrouw Lia van Beek-Snoek zou best langer willen werken dan ze nu doet op de deli-afdeling van AH's supermart in Leidschendams winkelcentrum Leidsenhage: iedere morgen, donderdagavond en de hele vrijdag van 6 uur 's morgens tot 4 uur 's middags, om voor te snijden. En dat heeft heel oprecht eigenlijk maar één reden: zij is fanatiek voor Albert Heijn en alles wat er mee te maken heeft. Op rolletjes "Oh, het loopt allemaal op rolletjes. Ik sta elke morgen om kwart over zes op - vrijdag wat eerder - en maak dan meteen het huis aan kant. Mijn man heeft erg wisselende diensten bij de Haagse bus, dus die neemt ook wel wat uit handen. Maar ik ben nu eenmaal doodgewoon geen huisvrouw. Een mens móet er iets anders bij hebben. Dat hoort bij je hele leven. In mijn geval hebben de kinderen er ook geen last van. Mijn dochter is nu 17 en als het moet kan zij een beetje op haar jongere broertje passen. Bovendien ben ik bijna alle vakanties van de kinderen wel vrij. Er zijn soms echt werkdagen bij, dat ik denk - hè bah, moet ik nu naar huis?!" Overigens is Lia van Beek er van overtuigd dat de zaak als geheel goed loopt, dankzij de part-timers. Enige kritiek laat zij horen over het feit dat, zolang zij op de deli werkt, er al vier chef-wisselingen hebben plaatsgehad. Het stoort haar, omdat die medewerkers telkens opnieuw ingewerkt moeten worden, voordatje kunt zeggen dat ze "het onder de knie hebben". Als het zover is, komt er weer een nieuwe. "Hoe kan iemand nou baas zijn, als hij er niets van weet", vraagt Lia zich af. Ze heeft er wel eens met de chef-vers over gepraat, maar die weet geen oplossing. "Een echte chef die zegt wat je moet doen, mis je gewoon. Daarom doe ik 't nu zelf". Langs elkaar heen In hetzelfde vlak vindt Lia dat het best nuttig zou zijn als part-timers en full-timers wat meer overleg zouden kunnen hebben over hun eigen of andermans afdeling". Soms wordt er langs elkaar heen geleefd. Maar ik moet zeggen dat de sfeer in de zaak verder fantastisch is. Er zijn nooit woorden. Misschien ligt het aan de mensen zelf als ze met problemen blijven zitten. Ik loop altijd meteen naar de bedrijfsleider. Dan ben ik het kwijt". Het feit dat Lia verdient, beschouwt ze als een aangename bijkomstigheid. "Ik ben een beetje een ijdeltuit en - hoewel hij er niets op tegen zou hebben - ik vind het vreselijk om aan mijn man geld voor kleren of zo te moeten vragen. Ook dét is zoals ik het nu doe, opgelost. Dankzij.... Ja, ik kan er niets aan doen; ik ben eigenlijk alleen maar vol lof - ik heb maar één hobby en dat is AH. En, ik lees graag - los en vast. Liefst als de tv aan staat". Op het moment dat ze dit zegt, is ze aan de beterende hand van een wekenlange reeks ziektes en opgelucht verzucht ze; "Gelukkig dat ik weer kan gaan werken". Ze is er vier jaar geleden mee begonnen. "Eerst als caissière en nu al driejaar op de deli en gebak. Dat is een gezellige afdeling en je ontmoet er nóg meer mensen. Ik maak een kleine kans om afdelingschef te worden. Dan komt er dus ook schrijf- en bestelwerk bij. Heerlijk". Hoe doet ze het allemaal? - Haar huis ziet er perfect uit...

Personeelsbladen | 1976 | | pagina 11