ONDERNEMINGSRAAD GAAT ONZEKERE TOEKOMST TEGEMOET Bouw Miro Assen vordert gestaag Veel verschil van mening over plannen van kabinet twee kampen standpunt kabinet meningen fopspeen paqina 12 FLITSEN De plannen van het kabinet om de Wet op de Ondernemingsraden voor de tweede maal te herzien [in 1971 gebeurde het ook, doch veel minder ingrijpend] hebben al heel wat deining veroorzaakt en er wordt dan ook nog steeds in allerlei toonaarden over gediscus sieerd: de standpunten variëren van gematigd enthousiast vóór tot fel tégen. Het zal nog wel geruime tijd duren voor de eigenlijke wijzigingsvoorstellen bij de Tweede Kamer worden ingediend. In de eerste plaats omdat er over een aantal essentiële punten ook in het kabinet nog steeds principiële verschillen van mening schijnen te bestaan, en in de tweede plaats omdat als het kabinet de juiste formulering van de voor stellen op papier heeft het nieuwe wets ontwerp ook eerst nog door de Raad van State moet worden bekeken. Omdat het kabinetna enkele spannende weken, waarin een krisis als het zwaard van Damocles boven het Catshuis hingbegin februari niet meer dan in grote lijnen geschetst heeft op welke punten overeenstem ming was bereikt, weet niemand nog wat er nu precies aan de Tweede Kamer zal worden voorgesteld. Er is veel verwarring over en daarom leek het ons goed de belangrijkste ontwikkelingen en standpunten tot nu toe eens op een rijtje te zetten. Want dat er nog veel meer deining rondom de ondernemings- raad-nieuwe-stijl zal komen, dat is wel zeker. Drs J. Boersma, de minister van Sociale Zaken, had de vakbeweging beloofd dat hij nog vóór het einde van 1975 met voorstellen zou komen die het huidige karakter van de ondernemingsraad vrij ingrijpend zouden veranderen. Voordien was er al een uitgebreide discussie over de OR op gang gekomen, waarbij de meningen in grote lijnen in twee kampen waren verdeeld. 1. De ene groepering, waarvan o.m. de werkgeversorganisaties deel uitmaken, was van mening dat de ondernemingsraad een overleg- en sa menwerkingsverband tussen de onder nemingsleiding enerzijds en de werkne mers (via gekozen vertegenwoordigers) anderzijds moet zijn, waarbij het belang van de onderneming voorop staat. Uit gaande van de gedachte, dat het belang van de onderneming Aller belang is, ook dat van de werknemers. Zo gezien, is de OR in de wet thans goed opgezet (al valt er natuurlijk altijd nog wel wat te verbe teren) en deze groepering meende dan ook, dat er voorlopig geen enkele dringende reden is om de Wet op de Ondernemingsraden nu al weer te her zien. "Laten we eerst al ons best doen om de OR 'volwassen' te maken en daarvoor zijn alle kansen aanwezig, want in steeds meer bedrijven gaat de OR steeds beter funktioneren en raken werknemers en leiding steeds beter, op elkaar ingespeeld,", zo was de redene ring. 2. "Nee," zei de andere groepering (voornamelijk gevormd door de vakcen trales NVV en NKV en deels ook het CNV),"de ondernemingsraad funktio- neert niet goed." In de eerste plaats omdat de wet voor schrijft, dat de direkteur voorzitter van de OR moet zijn. Daardoor zouden veel werknemersvertegenwoordigers een ze kere angst hebben om het achterste van hun tong te laten zien. In de tweede plaats omdat (mede door onvoldoende informatie aan de werkne mersvertegenwoordigers) de direktie toch altijd meer feiten en achtergronden kent, mede als gevolg daarvan 'deskun diger' is en zo vrijwel steeds de discussies zodanig kan sturen, dat de beslissingen van de OR precies in haar straatje passen. En in de derde plaats, omdat naar de opvattingen van deze groepering de werknemers méér belang hebben bii een behartiging van hun belangen dan van die der onderneming. (De OR zou zich bijvoorbeeld in geval van een ingrijpend conflict zoals een staking nooit aan de zijde van de werknemers kunnen scha ren). Deze groepering wilde om al deze rede nen het liefst de ondernemingsraad ver vangen door een 'personeelsraad'. Het CNV maakte daarop een uitzondering: volgens deze vakcentrale zou de OR best kunnen blijven bestaan, indien er enkele bepalingen zouden worden gewijzigd (zoals het bij verkiezing benoemen van een voorzitter en dat zou dan ook wel eens de direkteur kunnen zijn) en het aantal bevoegdheden van de OR zou worden uitgebreid. Ziehier de nogal moeilijke problematiek waarmee het kabinet geconfronteerd werd. Maar het is er uit gekomen, al thans als we de verklaringen na afloop van het wekenlange kabinetsberaad mo gen geloven. Zoals gezegd: ingewijden geloven, dat de ministers het over een aantal principiële punten nog steeds niet eens zijn en dat de formulering van de nieuwe artikelen in de wet nog heel wat voeten in de aarde zal hebben. Hoe het ook zij, volgens de verklaringen is het kabinet het eens geworden over de volgende punten: De ondernemingsraad blijft bestaan, maar zal in de toekomst alleen worden gevormd door gekozen werk nemersleden, zonder direkteur dus. Daarnaast komt er een 'overlegver gadering', die wordt geleid door de direkteur als de leiding met de werk nemersvertegenwoordigers (met de OR dus) wil praten, en door de voor zitter van de OR als het initiatief van de ondernemingsraad uitgaat. De OR kan geen definitieve standpun ten innemen of tot besluiten komen zonder deze in de overlegvergade ring besproken te hebben. De bevoegdheden van de onderne mingsraad worden uitgebreid, o.m. met inspraak bij investeringsplannen van het bedrijf en benoeming en ont slag van direkteuren. In de huidige wet wordt de bedrijfs leiding verplicht het advies van de ondernemingsraad te vragen over zaken als fusie, sluiting, inkrimping of uitbreiding, reorganisatie, verhui zing van het bedrijf e.d. De hieraan toegevoegde bepaling "tenzij zwaar wichtige belangen van de onderne ming of andere belanghebbenden zich daartegen verzetten" komt te vervallen. De geheimhoudingsplicht blijft gehandhaafd. Wat het verplichte advies over een aantal 'lichtere' zaken als belonings- en beoordelingssystemen, aanstel- lings-' ontslag- en promotiebeleid wil het kabinet voor een deel de instem ming van de OR noodzakelijk ma ken. Als er tussen leiding en werknemers geen overeenstemming kan worden bereikt, dan zullen er twee procedu res kunnen volgen, één voor 'zware' gevallen en één voor 'lichte' gevallen. In 'lichte' zaken (waarbij het gaat om instemming van de OR) moet de knoop worden doorgehakt door de bedrijfscommissies (per bedrijfstak ingesteld door de Sociaal- Econo mische Raad). In 'zware' zaken (waarbij het gaat om advies van de OR) kan het ver schil worden voorgelegd aan de On dernemingskamer van het Gerechts hof te Amsterdam. Dat is dus in grote lijnen het compromis, dat in het kabinet over de ondeme- mingsraad-nieuwe-stijl werd bereikt. Zo als gezegd wordt daarover zeer genuan ceerd gedacht: de meningen lopen nogal uiteen. Daarom hier tenslotte enkele re- akties. "We zijn bijzonder ongelukkig met de geforceerde besluitvorming in het ka binet. Het resultaat is een zuiver poli tiek bepaalde constructie, waarin wei nig herkenbaar is van de praktijk van het ondernemingsgebeuren, terwijl de werkelijke belangen van de betrokke nen ondergeschikt zijn gemaakt aan de ideologische discussie. Er wordt een omslachtige, parlementachtige procedure voorgesteld, die de kans op problemen in het ondernemingsover- leg alleen maar kan vergroten' (Ver bond van Nederlandse Ondernemin gen, de grootste werkgeversorganisa tie). "Onze eerste indruk is positief. We constateren met voldoening, dat het kabinet heeft gekozen voor de verzelf standiging van de ondernemingsraad. Dit betekent immers, dat van de nieuwe OR alleen gekozen leden deel zullen uitmaken, die zelfstandig kun nen beraadslagen en adviezen uit brengen. Deze verzelfstandiging kan leiden tot een meer onafhankelijke standpuntbepaling. Het is een reële zaak. dat deze standpuntbepaling ge paard gaat met voorzieningen voor een op het beraad in eigen kring vol gend overleg tussen OR en onderne mingsleiding." (Federatie Nederland se Vakbeweging van NVV en NKV). De ondernemingsraad als instituut van de gehele onderneming is aan de kant gezet. Daarvoor in de plaats wordt voorgesteld een instituut dat nog wel de naam van ondernemings raad draagt, maar in feite een perso neelsraad is. Dat is een teleurstellende zaak. De voorstellen van het kabinet dragen duidelijk de sporen van een politiek compromis." (Christelijk Na tionaal Vakverbond). "Wij hebben met verbijstering kennis genomen van de tevredenheid van de Federatie Nederlandse Vakbeweging met het bereikte compromis. De woordenschat van de werknemers is opnieuw toegenomen, maar ze hebben nog steeds niets te vertellen.,, (Werk groep Maatschappijkritische Vakbe weging). "Geen wezenlijke veranderingen" (Prof.dr. H. J. van Zuthem, verwant aan het CNV). "Onmacht baart misbaksel" (Prof. dr. H. van den Doel, verwant aan het NVV). "Van de werknemers in bedrijven met een ondernemingsraad is 65 procent van mening, dat de direktie(al dan niet als voorzitter) in de OR vertegen woordigd moet zijn. Slechts 31 pro cent vindt, dat de direktie er niet in thuis hoort. Bijna 2 op de 3 werkne mers die met een OR te maken hebben, willen de direktie er dus in houden." (Resultaat enquête Neder lands Instituut voor Publieke Opinie, NIPO). Tenslotte vroegen we ook de mening van drs. P. J. van Dun, Ahold's direkteur Personeelszaken. Hij is van oordeel dat de nieuwe constructie zoals het kabinet die voor ogen heeft, in de praktijk kan betekenen dat de inspraakmogelijkhe den eerder worden belemmerd dan ver ruimd. Ook is z.i. het gevaar niet denk beeldig, dat de voorgenomen besluitvor ming eerder vanuit wantrouwen dan vanuit een objectieve stellingname wordt benaderd. De daarmee gepaard gaande polarisatie zal dan kunnen leiden tot een disfunktioneren van de overlegstruc tuur, waarmee de democratisering van de besluitvorming niet is gediend. In -dat geval is het de vakbeweging zelf die het personeel een fopspeen voorhoudt," al dus de heer Van Dun. Hij meent dat de ontwikkelingen ron dom het voortbestaan van de onderne mingsraden eerder een politiek dan een ideologisch gegeven is. Logischer zou het z.i. zijn om aan de ondernemingsraad - als middel tot verdere democratisering van de besluitvorming- geleidelijk aan grotere bevoegdheden toe te kennen. Ook vindt drs Van Dun, dat de kritiek op het huidige funktioneren van de OR ten onrechte té heftig is geweest. "In bepaalde opzichten heeft dit instituut zich binnen de huidige mogelijkheden - in feite als een overlegmodel met oppo sitiemogelijkheden- wel degelijk krach tig kunnen manifesteren. Te vaak gaat men voorbij aan de preventieve - en daar om vaak ook weinig zichtbare- funktie die de OR op het te voeren beleid blijkt te hebben. Bij de besluitvorming door de leiding wordt, méér dan men zich in feite realiseert, vóóraf ernstig rekening gehouden met de belangen van het per soneel. Juist doordat de leiding via de OR op direkte wijze in overleg kan tre den met het personeel, komen de gevoe lens en nuances- met name van de kant van het vertegenwoordigd personeel- beter naar voren. Indien het zo zou zijn dat door aanwezigheid van de leiding in de ondernemingsraad- middels de voor zitter- de onafhankelijke oordeelsvor ming wordt belemmerd, dan behoeft een 'personeelsraad' zeker niet het enige en juiste antwoord hierop te zijn. Indien binnen het kader van de huidige moge lijkheden de OR leden bijvoorbeeld des kundigen kunnen raadplegen, voorover leg kunnen houden zonder voorzitter e.d., wordt hun onafhankelijke oor deelsvorming dan wel zo wezenlijk be lemmerd?" aldus drs Van Dun, die zich bovendien afvraagt of het wel reëel is om aan ondernemingsraden te vragen om uitsluitend vanuit de positie van het werknemersbelang het beleid te oorde len en te beïnvloeden. "Men mag toch verwachten dat, men juist om tot een onafhankelijke oordeelsvorming te ko men, ook rekening mag houden met de beperkingen die zich zowel van binnen als van buiten de onderneming voor lei ding én personeel voordoen". Zo zal de Miro Hypermarkt in Assen er na de ingrijpende verbouwing en het gereedkomen van de nieuwbouw uit gaan zien. De bouw vordert gestaag en het ligt dan ook in de bedoeling om in septem ber a.s. de deuren van deze tweede Miro in het noorden volgens plan te openen. Het verkoopoppervlak zal dan van de huidige 2.000 m2 zijn vergroot tot 6.000 m2 waarop zo'n 17.000 verschil lende produkten voorradig zijn: van uien tot kleurentelevisies, van tanden borstels tot Perzische kleden. Een 3.000-tal artikelen vallen in de voedingsmiddelensektor en 18.000 in de categorie non-food. Tal van ervaringen die de laatste jaren in de andere zeven Miro vestigingen zijn opgedaan, worden in de Drentse Hypermarkt verwerkt. Het voor de regio toch al aantrekkelijke winkel- en warenhuisgebeuren in Assen zal met deze 'volwassenMiro een aan zienlijke versterking ondergaan.

Personeelsbladen | 1976 | | pagina 12