5 VRAGEN 45 ANTWOORDEN
pagina 6
FLITSEN
Zoals op de voorpagina aange
kondigd, heeft de redaktie van
Flitsen een aantal vragen voorge
legd aan diverse directeuren over
de resultaten van '1975 en de ver
wachtingen voor 1976. Vijf in
dringende vragen, waar vijfen
veertig uitgebreide antwoorden
op zijn gegeven, die u op deze en
de volgende pagina kunt lezen.
Eerst stellen we even alle geïnter
viewde directieleden met foto en
functie aan u voor.
J. VAN MEER
tijdelijk belast met de leiding van
AC Restaurants.
F. I. AHLQVIST
lid Directie Detailhandelsgroep
Ahold, (AH Supermarts).
P. LIGTENSTEIN
lid Directie Detailhandelsgroep
Ahold, (Centrale Inkoop).
C. GOVERS
lid Directie Detailhandelsgroep
Ahold, (Simon en Miro).
W. A. SCHOLTE
lid Directie Detailhandelsgroep
Ahold, (Vlees. Distributie en
Transport, DOG, DTP, organisatie
afdeling en Personeelszaken detail
handelsgroep.
C. G. BOT
directeur Ostara (recreatie).
DRS. R. J..STOELENGA
lid Directie Detailhandelsgroep
Ahold, (Administratie, Alberto, Etos
en Lita).
P. VAN DEN BERG
directeur Meester Wijhe B.V.
Hoe beoordeelt u de
resultaten van de divisie
waarvoor u de hoogste
verantwoordelijkheid
heeft?
J. van Meer: Wij beschikken nu over een
beter bestand aan AC-restaurant, om
dat de meeste stadsrestaurants gesloten
zijn. Dit heeft tot een belangrijke bij
drage in de resultaten verbetering ge
leid. De start van het motel-restaurant
bij Leuven (België) was teleurstellend,
vooral omdat het autoverkeer op de
nieuwe E-5 ver beneden de raming bleef.
F. I. Ahlqvist: Uitstekend, zowel ten
opzichte van de resultaten van vorig jaar
als t.a.v. verbetering van het rendement
op geïnvesteerd vermogen.
C. Govers: De resultaten van Simon wa
ren zeer bevredigend. Deze konden on
danks de sterk gestegen kosten belang
rijk worden verbeterd. Hetzelfde kan
worden gezegd van Miro.
P. Ligtenstein: In het kader van de reor
ganisatie werd één Centrale Inkoop voor
de verschillende detailhandelsformules
gecreëerd. Hierdoor is een zeer intensief
samenspel met de diverse verkoopaf
delingen ontstaan. Deze nieuwe opzet
heeft zich uitermate bevredigend ont
wikkeld, hoewel er natuurlijk nog wel
het een en ander verbeterd moet worden,
worden.
W. A. Scholte: De resultaten van de
centrale slagerijen hebben sterk onder
druk gestaan van enerzijds de toene
mende vraag van de consument naar in
bediening verkocht vlees en anderzijds
vanwege de verwikkelingen rondom de
geplande sluiting van de verouderde cen
trale slagerij in Amsterdam.
De resultaten van distributie en trans
port zijn een positief bewijs van onze in
spanningen om door herstructurering
van taken en organisatie- ontwikkeling,
alsmede de invoering van moderne be
heers- en besturingstechnieken de kos
ten tussen producent en consument te
verminderen.
Drs. R. J. Stoelenga: Administratie:
zeer moeilijk jaar, doch een groot deel
der taakstellingen (w.o. integratie van
de afzonderlijke administraties van
AHSM. Simon en Miro) kon worden ge
realiseerd. Alberto: boven verwachting.
Etos: discounts bevredigend, traditio
nele drogisterijen tegengevallen. Lita:
postorderactiviteit gestaakt, goede win-
kelomzetten, maar resultaten bleven
beneden verwachting.
P. C. Vink: Door het praktisch weg
vallen van de verticale prijsbinding daal
de de afzet van eigen-merk-artikelen aan
AH Supermarts. Hoewel de afzet aan
Simon en Miro en ook die aan derden
steeg, was er toch sprake van een totale
omzetdaling. Gevolg: een geringer resul
taat dan in 1974.
P. v.d. Berg: De resultaten van Meester
Wijhe B.V. waren redelijk, maar aan de
lage kant.
C. G. Bot: De resultaten van de recrea
tiecentra waren beter dan we verwacht
hadden. Daarentegen is de verkoop van
caravans beneden de begroting geble
ven.
Wat vond u in 1975 het
belangrijkst?
A. Voor uw divisie.
B. Voor het personeel.
J. van Meer: A. Het creëren van een>
duidelijk marketing-concept voor de
restaurants.
B: Dat wij uit het het dal zijn gekomen,
hetgeen in deze tijd ook voor het perso
neel een geruststellende gedachte moet
zijn.
F. I. Ahlqvist: A. Dat er duidelijkheid is
geschapen omtrent de richting waarin de
verschillende activiteiten zich zullen
gaan ontwikkelen.
B. En dat is ook voor het personeel
uiterst belangrijk.
C. Govers: A. De integratie van het
Ahold detailhandelsbedrijf, waardoor
betere organisatie en grotere besluit
vaardigheid mogelijk werd.
B. Het winstherstel van de NV, waar
door de continuïteit van het bedrijf en de
daaraan verbonden werkgelegenheid
niet meer in gevaar is.
P. Ligtenstein: A. Ahold's positieverbe
tering in de detailhandel. De instelling
van de Groepsdirectie van de Detail
handelsgroep waardoor een betere af
stemming tussen de verschillende for
mules mogelijk werd.
B. De OW A-activiteit.
W. A. Scholte: A. De tijdige onderken
ning van het feit dat "verdeeldheid" van
diverse activiteiten bepaalde bedrijfs
onderdelen ernstig in gevaar had kun
nen brengen.
B. De start van vele projecten i.v.m.
functie- en taakbeschrijvingen en func
tie-evaluatie, waardoor: betere afstem
ming van taken, meer voldoening in
het werk en rechtvaardiger belonings
verhoudingen.
Drs. R. J. Stoelenga: A. De bevestiging
dat Alberto een echte discountslijter is,
de opening van 20 nieuwe Alberto's, los
lating verticale prijsbinding. De uit
breiding van de nieuwe Etos-discount
formule naar West-Nederland, het in
voeren in ruim 20 zaken van deze for
mule en de opening van 18 nieuwe za
ken.
B. Het rustige arbeidsklimaat, de vor
ming, van o.r. per operationele eenheid,
de opbloei van opleidingsactiviteiten.
P. C. Vink: A. Het van de grond komen
van de lange termijn planning.
B. De aanpassing van de organisatie en
de mentaliteitsverandering die daar
mee gepaard moet gaan, bracht on
zekerheid voor het personeel: het voelt
zich minder beschermd.
P. v.d. Berg: A. Het groeiende kosten
bewustzijn en het duidelijker stellen van
taken en verantwoordelijkheden. Het
verkrijgen van een zelfstandige positie
binnen Ahold van Meester Wijhe B.V.,
het begin van leveranties aan derden, de
versnelde herintroductie van het Mees-
ter-merk.
B. De uitbouw van de groepsgewijze
werkorganisatie der produktie-afde-
lingen.
C. G. Bot: A. Verbetering en verduide
lijking van de organisatievorm.
B. Als gevolg hiervan een verbetering
van de werkmotivatie.
Wat zijn uw verwach
tingen/wensen voor
1976?
A. Voor uw divisie.
B. Voor het personeel.
C. Voor de consument.
J. van Meer: A. Voortzetting van het
winstherstel, uitbouw lange termijn
planning.
B. Creativiteit, inzet en collegialiteit,
opdat het werk voor een ieder bevredi
ging schenkt en besef bij een ieder om
eikaars kennis en ervaring optimaal te
gebruiken.
C. "Value for money."
F. I. Ahlqvist: A. Creativiteit en ori
ginaliteit bij de leiding om continue te
kunnen inspelen op de telkens door
gaande veranderingen in de markt.
B. Plezierig werken, zich geapprecieerd
voelen, invloed kunnen uitoefenen op de
wijze van werken in zijn/haar directe
omgeving.
C. Dat wij in staat zullen zijn de wensen
van de consument te analyseren, te ac
cepteren en er aan te voldoen ook in het
vlak van de prijzen.
C. Govers: A. Ik hoop, dat overheids
maatregelen ons werk niet teveel zal be
moeilijken.
B. Simon zal met uiterste krachtinspan
ning de gunstige resultaten kunnen
handhaven. De winst van Miro kan in
belangrijke mate toenemen.
C. Dat het vertrouwen (ook bij de over
heid) in het bedrijfsleven terugkeert en
dat de recessie (grootste gevaar van de
werkgelegenheid) gaat verdwijnen.
P. Ligtenstein: A. Economisch herstel
en een normale inflatie, waardoor het
besteedbaar inkomen weer kan ver
beteren.
B. Verdere ontwikkeling van de bijdrage
van de ondernemingsraden en geen ver
storing door teveel polarisatie.
C. Goed contact tussen de consumenten
organisaties en het bedrijfsleven, opdat
op gerichte wijze meer aan reële wensen
van de consument kan worden tegemoet
gekomen.
W. A. Scholte: A. Zowel voor de
centrale slagerijen als voor distributie en
transport wordt 1976 een jaar van aan
passingen en fundamentele verande
ringen.
B. Rust in de ontwikkeling van de
organisatie, zodat ieder- van laag tot
hoog- ingewerkt kan raken in z'n functie
en een beter inzicht kan worden ver
kregen in ieders mogelijkheden.
C. Dat wij in 1976, net als in 1975, met
onze distributiekosten in de meest ruime
zin bij de algemene stijgingspercentages
zullen achter blijven, als bijdrage in de
zo hoogst noodzakelijke inflatie-beper
king.
Drs. R. J. Stoelenga: A. Eenzelfde
gunstige ontwikkeling als in 1975 door
optimaal functioneren van de bedrijfs
onderdelen.
B. Sterke binding met het bedrijf, een
goede gezondheid en een succesvol jaar.
C. Eenzelfde groot scala van mogelijk
heden in prijs- en kwaliteitsniveau's.
Vervolg op pag. 7