LTP-commissie inventariseert Het volkomen visboek is uit Herre Leijenaar raapt 40 jaar kievitseieren REGEREN IS VOORUITZIEN" Samenstelling Jonge wetenschap Van onder af Abstrakt PAGINA 2 FLITSEN „In deze donkere maan den denk ik met verlangen aan het voorjaar. Ik leef de hele winter naar het kievits- eierzoeken toe." Dat zegt Herre Leijenaar, de 47-ja rige bedrijfsleider van de Si- mon-vestiging in de Schrans te Leeuwarden. Hij heeft een hobby, die hij maar enkele weken per jaar kan beoefe nen en waarvan hij dan ook intens geniet. Gelukkig biedt de Friese natuur ook buiten die jaarlijkse periode allerlei aantrekkelijke mogelijkhe den, en natuurvriend Leije- Herre Leijenaar wijst een nest met kievitseieren aan naar (woonachtig in 'n straat met de voor hem toepasse lijke naam Kamgras) geniet ook hartje winter volop van de buitenlucht. Al heeft de ze rasechte Fries één handi cap: hij kan niet meer schaatsenrijden sinds hij in een voetbalwedstrijd zijn en kel brak. Wél kan hij nog over brede sloten springen en dat komt hem goed van pas als hij in het voorjaar de weilanden in trekt. Een „fierljepper" (polsstok-vér springer) is hij overigens niet. Hij neemt nooit een polsstok mee; je loopt de kans dat de kieviten er door verontrust worden. Ervaring Herre Leijenaar heeft een grote ervaring van maar liefst veertig jaar als eier- zoeker. Als kind ging hij al op zoek naar de door Fries en niet-Fries zo begeerde groengespikkelde eieren. „Ik groeide op midden in het open land, op een boerderij bij Warns in de Zuidwest hoek van Friesland. Latei- woonde ik in een meer stad se omgeving, maar elk voor jaar ging ik de weiden in; die drang gaat er nooit meer uit. Elk jaar neem ik in de eierzoekperiode een paar vrije dagen en als er verder eens een paar uurtjes over schieten, waag ik ook een kansje." Het is natuurlijk prettig om zo lang mogelijk te kun nen zoeken, maar ondanks z'n enthousiasme is de heer Leijenaar ervan overtuigd dat de raaptijd van kievits eieren aan een tijdslimiet ge bonden moet zijn. „Begin maart trek ik er meestal voor het eerst op uit. Dit jaar mocht er gezocht worden tot 6 april, maar die sluitings datum vind ik te vroeg. Ik hoop dat ze er volgend jaar 12 april van maken; vroeger mocht het zelfs tot 19 april. Na half april loop je wel het risico dat de uitgebroede jon ge kieviten door de maaima- chines gedood worden. Kijk, een kievit begint steeds op nieuw te leggen als z'n broedsels geraapt zijn. Hoe langer je raapt, hoe meer de jonge vogels gevaar lopen." Redelijk Leijenaar neemt een rede lijk standpunt in in deze in Friesland omstreden kwestie. Bij rapen tot 12 april loopt het natuurlijk milieu vol gens hem bepaald geen ge vaar. Het vinden van de kie vitseieren is een kunst, die je niet gemakkelijk leert. De meest voor de hand liggende methode het systematisch afzoeken van een stuk wei land geeft weinig kans op succes. Je moet aan het ge drag van de vogels zien of er eieren zijn en waar ze liggen. „Aan de vlucht van het vrouwtje kan ik zien of ze één of drie eieren heeft. Hoe feller het op onraad rea geert, hoe meer eieren er liggen. Aan de activiteiten van het mannetje kun je be palen waar je ongeveer moet zijn." Bij het zoeken van eieren gaat het de heer Leijenaar om de sport, de spanning, het onder alle weersomstan digheden niet zelden bij gure wind en regen ver keren in het ruime, open veld. Het risico van een nat pak is ingebakken. „In een seizoen vind ik 50 a 60 eie ren, maar dit jaar, met die vroege sluitingsdatum, bleef het bij zo'n 25. „In tegenstel ling met fijnproevers die er in een restaurant speciaal naar vragen, eet de heer Leijenaar eigenlijk net zo lief een kippe-ei als een kie vitsei. „De meeste verkoop ik aan de poelier; dat levert m'n zoons een extra zakcen tje op. Maar de laatste eieren eten we altijd zelf." Zo is dus de min of meer plechtige afsluiting van een kort, maar prachtig seizoen. En hoe meer we naai- het voorjaar gaan, hoe sterker de kriebel in het bloed toe neemt. Echt toéleven naar z'n hobby, zo vergaat het Herre Leijenaar in de don kerste maanden van het jaar. „In het verleden is voor beslissingen over lange ter mijnproblemen gebruik ge maakt van min of meer glo bale meerjaren-plannen, die waren gebaseerd op de toen malige strukturen en ont wikkelingen. De laatste jaren echter is een versnelling opgetreden in de ontwikkelingen die vrijwel gestoofde rog op Chinese manier 1 l>g rog (zeewolf kan ook «orden gebruikt) zout bloem C) eetlepels olie 4 eetlepels sojasaus 2 eetlepels sherry j theelepel suiker l zeer fijn gesnipperd preitje 3 gesnipperde schijfjes(vcrse) gemberwortel zout Was dc vis zorgvuldige» droog hem met keukenpapier. Snijd met een mes aan beide kanten ondiepe inkervingen in dc vis en strooi hier zout op. Wrijf dit stevig in. Laat de vis io minuten staan. Strooi er dan aan beide kanten bloem over uit en wrijf dit ook weer stevig in. Verwarm de olie in een koekepan. Schroei de vis op hoog vuur aan beide kanten bruin van kleur. Maak ondertussen een mengsel van sojasaus, sherry, suiker, prei, gemberwortel en wal zout. Schenk dit over de bruin gebakken vis uit. Temper het vuyr. Laat de vis met het deksel op de pan nog 15 minuten in de saus gaar sloven. Draai hem tijdens liet gaar stoven een keer om zodat beide kanten van dc vis met de saus in aanrakingkomen. alle werkmaatschappijen en operationele eenheden raakte. Hierdoor ontstond een groei ende behoefte aan een meer systematische, continue, lan ge termijn planning-metho de". Ziehier een fragment uit de eerste zgn. Planbrief die de Raad van Bestuur (RvB) in maart van dit jaar verstuur de aan de direkties van alle Ahold-werkmaatschappij en en operationele eenheden. Het vormde tevens een om schrijving van de grondslag die eind 1974 leidde tot instelling van de LTP-commissie, waar van drs. H. Vreugdenhil (32) recentelijk full-time het „secre tariaat" vervult. Zelf noemt hij zich de „waterdrager" voor de commissie, texwijl hij coördi nerend en signalerend na mens die LTP-cornmissie verslag doet aan de Raad van Bestuur. Het zesde deel in de serie „Volkomen Kookboeken" (op initiatief van AH uitgegeven door Meijer Pers) is uit. Evenals de andere delen is ook Het Volkomen Visboek op gezet met als doel de huis vrouw enerzijds goede recep ten, anderzijds een grote hoe veelheid produktinformatie, warenkennis en bereidingsme- thoden te geven. Het Volkomen Visboek werd samengesteld door Marianne Stuit en Ton van Es. Schitte rende kleurenfoto's (van Henk van der Heijden) en tekeningen vullen de tekst aan. Het boek is vanaf november te koop in de filialen van Albert Heijn voor 10,95; met ingang van 1 januari 1976 bedraagt de pi'ijs 12,50. Per post kan Het Volkomen Visboek worden be steld via Librah (de AH boe- kenservice), postbus 123 te Wormerveer. Dan is de prijs 19,50, zolang de voorraad strekt! Voor de goede orde: in de commissie onder voorzitter schap van het RvB-lid, de heer J. van Meer, hebben part time de volgende Ahold- funktionarissen zitting: drs. E. de Zoete, W. A. Scholte, drs. R. J. Stoelenga, drs. P. J. van Dun en drs. H. van der Wees. De taak van deze LTP-commis sie is tweeledig: adviseren van de RvB met betrekking tot beslissingen die moeten worden geno men om de doelstellingen op lange termijn te realise ren (zowel t.a.v. bestaande als toekomstige activiteiten) coördineren van de bestaan de aktiviteiten tot één con- cernbeeld-op-lange-termijn om de vereiste adviesfunk- tie te kunnen vervullen. Met het tweede gedeelte van deze taakstelling houdt de com missie zich thans bezig Het omvat de verwachte ont wikkelingen tot 1980 ofwel een eerste vijfjarenplan dat men in december aaxxstaande aan de RvB hoopt te kuxxnen voorleggen. Planning op lange termijn werd voor het eerst toegepast in Amerika, aan het eind van de jaren vijftig. Sindsdien ma ken honderden bedrijven er gebruik van. In Nederland maakt slechts een paar dozijn bedrijven er nog maar gebruik van. Vrij naar een uitspraak van een wereldvermaard econoom schetst de heer Vreugdenhil het volgende sprekende beeld: „Men kan op twee manieren door de Amsterdamse Kalver- straat lopen: met de ogen dicht en dan zeker tegen honderden mensen op botsen, óf met open ogen waarbij men wel het risi co loopt om hindernissen te gen te komen maar die kan men dan tijdig uit de weg gaan". Zo ligt het feitelijk ook met het bedrijfsbeleid. Doet men niets, dan zullen er vroeg of laat brokken vallen. Maar door te probex-en om vooruit te kij ken, bestaat in elk geval de mogelijkheid om ze te voorko men. In dit verband is de taak van de LTP-commissie een zuiver strategische, waarbij het er om gaat aan te geven waar men kan komen. Hoe ex-gens te ko men in operationele zin blijft een taak en verantwoor delijkheid van de individuele werkmaatschappij en. „Albert Heijn zoekt men sen die cr brood in zien om met brood maken hun brood te verdienen". Laatst nog stond deze tekst, vol vin dingrijke woordspelingen, boven een aldus voor zich zelf sprekende personeels advertentie. Voor de vluch tige krantelezer die niet ver legen zit om een baan, is het misschien de gewoonste zaak van de wereld. Maar voor wie het wel aangaat, voor wie liet in deze tijden van stijgende werkloosheid een „broodnodige" zaak is ge worden om het dagelijks brood op de plank te krij gen, is zo'n tekst ineens boordevol inhoud. Maar wié zal bepalen of, hoeveel en vooral lot wanneer cr werk nemers nodig blijven. Dat geldt uiteraard voor het hele bedrijfsleven, dus ook voor Albert Heijn; maar evenzeer voor al die andere werk maatschappijen die het veel zijdige gezicht van Ahold bepalen. Met andere woor den: men dient zich tijdig af te vragen hoe dat gezicht er straks uit zal zien. Niet alleen uit het oogpunt van werkgelegenheid,, maar op basis van alle interne l'akto- ren én die van buitenaf, die het voortbestaan van het con cern kunnen beïnvloeden, dan wel waarborgen. Een kwestie van beleid, in derdaad. Maar modem on dernemerschap vereist een beleid dat visie vertoont, dat toekomstgericht is, dat zich uitstrekt op lange termijn. Deze taak berust bij de Raad van Bestuur. Alvorens beslissingen te nemen, laat deze zich bijstaan door een speciale commissie die eind vorig jaar is ingesteld. De leden van die commissie li ouden zich al bezig met het laat zich raden: lange- termijn-planning. In deze commissie, kortweg aange duid met LTP-commissie, gaat econoom drs. Vreugden hil van nu af een vaste rol vervullen. Dit brengt zoveel werkzaamheden met zich mee, dat hij in zijn jongste funktie van bedrijfsdirekteur PB-Zaandam, moest worden vervangen. Die vakalure is inmiddels vervuld door ir. W. Wachter. In begaand ar tikel probeert drs. Vreug denhil toe te lichten, waar uit zijn dagtaak voortaan be slaat. Volgens de heer Vreugdenhil is de planning op lange termijn eigenlijk ingegeven door de be hoefte van de eenheden zélf om meer inzicht te krijgen in de vraag: „Hoe zien we dat nou?" Per werkmaatschappij, maar ook in de verhoudingen onder ling. De LTP-commissie poogt hieraan te beantwoorden door al analyserend te komen tot een afstemming tussen de werkmaatschappijen onderling. Zij zet alle zaken op een rijtje. De huidige aktiviteiten wor den bekeken en zoals deze er ongeveer in 1980 zullen uitzien. Bijvoorbeeld op basis van hel produktiepakket het perso neelsbestand, het aantal win kels, enzovoort. Aldus komt de commissie tot zeer abstrakte voorstellingen, die ieder jaar zullen worden verfijnd en bijgeschaafd, om zo tenslotte over twee tot drie jaar het einddoel te kunnen af ronden: een financieel lange termijn-plan. Op grond daarvan kunnen dan investeringen wor den gedaan of mogelijk juist achterwege worden gelaten.

Personeelsbladen | 1975 | | pagina 2