'Export is voor Tanzania van
levensgroot belang'
STICHTING
SPAARFONDS
Dus toch verkiezingen OR
A. T. Kruft, projektleider Koclketen Tanzania:
pagina 10
Flitsen
Vlak voor mijn vertrek vanuit Nederland heeft de redak-
tie van Flitsen mij gevraagd mijn indrukken van Tanzania
en het projekt waaraan ik werk, iveer te geven om de Ahol-
ders op de hoogte te brengen van wat zich hier afspeelt. En
aan dat verzoek voldoe ik met plezierwant aan indrukken
ontbreekt het geenszins!
Tanzania is een mooi land. Het
is gelegen aan de oostkust van
Afrika aan de Indische Oceaan.
Het land heeft een oppervlakte
van 27 maal die van Nederland
en heeft een grote variëteit in
de bodemgesteldheid: eindeloze
steppegebieden afgewisseld door
stukken jungle en bush, berg
landschappen in het noorden en
zuiden met de bekende berg
„Kilimanjaro" het enige
plekje in Afrika met eeuwige
sneeuw en de even bekende
meren „Victoriameer" en „Tan-
ganyikameer", het laagste plek
je van Afrika. Tanzania heeft
ongeveer 10 reservaten, waar
allerlei wild zich in ophoudt,
zoals leeuwen, olifanten, giraf
fen, antilopen, zebra's, bisons,
apen, enz. Door sommige van
die reservaten lopen verkeersa
ders, waarlangs deze dieren zich
vrijelijk bewegen. De verkeers
borden langs de weg tonen voor
„gevaar voor overstekend wild"
geen hertje, zoals in Nederland
gebruikelijk, maar daarvoor in
de plaats een olifant. En dat is
toch wel even wennen. Het kli
maat is er geweldig. De stad
Dar es Salaam (haven van de
vrede) is erg warm en de voch
tigheidsgraad zeer hoog, onge
veer 95 graden. Landinwaarts
wordt het koeler en vooral in
de bergstreken is het klimaat
ideaal. Kortom een land bij uit
stek geschapen voor een flore
rende toeristenindustrie.
Van de 14 miljoen Tanzanianen
wonen er 500.000 in Dar es Sa
laam. Het is een zeer levendige
stad, middelpunt van alle poli
tieke en commerciële aktivitei-
ten. Een stad ook waar vele
Aziaten wonen, die zich voorna
melijk bezig houden met de
handel en het bankwezen. Door
haar ligging is de stad niet al
leen haven voor Tanzania, zij
fungeert ook als doorvoei'haven
voor andere landen die niet aan
de Oceaan iiggen: dus Rotter
dam in het klein. Het is daarom
van belang dat de infrastruk-
tuur sterk verbeterd wordt.
Daartoe hebben Amerikanen
goede asfaltwegen aangelegd
van Dar es Salaam naar het
noorden en naar het zuiden van
het land tot in Zambia toe. Ook
de Chinezen hebben zich niet
onbetuigd gelaten en hebben
een knap stuk werk geleverd
met de aanleg van een spoorlijn
van de havenstad naar Zambia,
de z.g. Tanzam-lijn.
Zoals bekend, heeft Tanzania
sterk geleden onder de droogte
van de laatste twee jaar. Dat
heeft tot gevolg gehad dat veel
voedingsprodukten moesten
worden ingevoerd, hetgeen na
genoeg een einde heeft gemaakt
aan de deviezenvoorraad van
het land. Daardoor is de invoer
van vele produkten stopgezet,
met name voor die produkten
die ook maar enigszins be
schouwd zouden kunnen wor
den als „luxe". En het is opmer
kelijk hoeveel artikelen „luxe"
zijn. Edoch, gedurende het
voorjaar is er veel regen geval
len, met als gevolg dat de voed
selsituatie aanzienlijk is verbe
terd. Er is veel mais verbouwd
en geoogst, alhoewel dit nog
niet tot verbetering van de eco
nomische toestand van het land
heeft geleid. Ook de stijging
van de olieprijzen is daaraan
debet. Zo ziet u maar dat niet
alleen Miro daar last van heeft!
Overigens wordt het voedsel
probleem door de gehele bevol
king met voortvarendheid aan
gepakt. Iedereen die een klein
stukje land heeft, verbouwt
daar iets op en op initiatief van
de President worden ook leger
en scholen daarbij betrokken.
Het is een vertrouwd beeld in
de stad om schoolkinderen in
uniformen aan het werk te zien
op het land met pikhouweel en
zaden, waardoor een ieder op
duchtige wijze in aanraking
wordt gebracht met HET pro
bleem.
Tanzania is een arm land en
daar zijn de Tanzanianen zich
van bewust. Vandaar dat met
behulp van de z.g. rijke landen
nogal wat projekten op gang
zijn gekomen, die zeer kostbaar
zijn. De infrastrukturele verbe
tering waaraan de Chinezen en
de Amerikanen werken en heb
ben gewerkt, heb ik reeds ge
noemd. Zojuist is een grote
krachtcentrale in gebruik geno
men, voornamelijk het werk
van Canadezen. In het zuiden
van het land zijn Scandinaviërs
bezig met de ontwikkeling van
de zuivelindustrie en er wordt
momenteel geëxperimenteerd
met een onlangs geopende
broodfabriek in Dar es Salaam,
gebouwd en ingericht door Ca
nada. Vervolgens zijn er een
aantal projekten die gefinan
cierd worden door de „Wereld
bank", en ook de Organisatie
van de Verenigde Naties is hier
ruim vertegenwoordigd. Daar
naast zijn nog betrekkelijk veel
andere landen bij ontwikke-
lingsprojekten betrokken. En
daarin neemt Nederland een
goede plaats in. Voor Nederland
betekent Tanzania een „concen
tratie-ontwikkelingsland", het
geen zoveel wil zeggen dat het
Nederlands ontwikkelingsbud
get besteed wordt volgens prio
riteiten, die tot stand komen op
basis van kwalifikaties zoals de
mate van armoede, politieke
stabiliteit, het gebruik van de
fondsen enz. enz.
A. T. KRUFT
Het grootste projekt in Tanza
nia, waarbij Nederland betrok
ken is, is dat van de „National
Cold Chain Operations"
(N.C.C.O.), ofwel zoals de Tan
zanianen in hun Swahili-taal
zeggen: „Chacula Barafu". Het
is een gezamenlijk projekt,
waarin Nederland deelneemt
voor 80 pet en Tanzania voor 20
pet. Bovendien levert Nederland
een management team, met de
bedoeling Tanzanianen op te
leiden. De Nederlandse General
Manager is nu opgevolgd door
een Tanzaniaan en ikzelf heb
hem opgevolgd als projektlei
der. De doelstelling van het be-
Gedurende het boekjaar
1974 zijn de bij het Spaar
fonds in het totaal ingelegde
gelden vrijwel gelijk geble
ven aan het totaal van de op
genomen gelden.
Het saldo van de spaarre
keningen per 31 december
1974 bedroeg dan ook rond
de 12 miljoen gulden, even
als in eind 1973.
Aan rente wordt per ultimo de
cember 1974 bijgeschreven:
a) de vaste rentevergoeding a
4,55 pet.;
b) depositorente a 6,08 pet. (2,26
pet. in 1973);
De depositorente wordt gegeven
jver het laagste saldo gedu
rende het boekjaar, vermin
derd met 4500.
Deze f 4500 was in 1974 nodig
voor het behalen van de maxi
mum rentetoeslag.
Het rentetarief hiervoor wordt
vastgesteld aan de hand van het
gemiddelde van het renteper
centage van de eerste vier
kwartaalweken van Amro-de-
positotarief voor f 1.000.000,- op
1 jaar vast, verminderd met de
vaste vergoeding van 4,55 pet
Aan depositorente werd in 1974
uitgekeerd 172.200 (in 1973.
f70.000);
c) rentetoeslag:
Op grond van de winstverde-
lingsregeling is per 30 juni 1974
door Ahold NV een toeslag van
240 pet. gegeven over de vaste
rentevergoeding welke per 31
december 1973 werd geboekt.
De hoogte van deze toeslag is
afhankelijk van het dividend
percentage en bedraagt maxi
maal f 500 per spaarder.
Tot een gemiddeld saldo van
f 4579 ontvangt men aan vaste
rente plus rentetoeslag een per
centage van 15,47 pet.
In 1974 werd aan rentetoeslag
uitgekeerd 792.300 (in 1973
f 755.000).
Door eventueel gebruik te ma
ken van de winstverdelings-
spaarregeling is het mogelijk de
rentetoeslag op een speciaal
hiervoor te openen rekening te
laten boeken, waardoor deze
toeslag fiscaal vrij uitgekeerd
kan worden, rekening houdend
met de hieraan verbonden voor
waarden.
drijf is een keten te bouwen
van koelhuizen, in enkele ge
vallen gekompleteerd met een
kippenslachterij en melkfa
briek. en daarin op te slaan de
„perishables" (een bekende AH-
kreet) die we van de boeren ko
pen. (groente-fruit). Deze pro
dukten worden dan weer in
koelauto's gedistribueerd in de
regio zelf en waar overschot is
gedistribueerd naar andere re
gio's. Via de detailhandel komt
het dan terecht bij de bevol
king. We hebben in Dar es Sa
laam een groot koelhuis en
zoals we dat noemen „up coun
try" drie kleinere. In de komen
de jaren zal dit aantal verder
worden uitgebreid. Daarnaast
hebben we, gerekend naar de
normen van het land, een grote
vleesverwerkingsfabriek, die we
vorig jaar gekocht hebben. Te
vens een visverwerkingsfabriek
met een aantal „fish receiving
stations". En natuurlijk be
schikken wij over een imposan
te transportvloot van koel- en
diepvriesauto's om de goederen
te vervoeren. Buiten onze ver
zorgende funktie binnen Tanza
nia houden wij ons ook bezig
met de export. Zo voeren we vis
uit en in het nabije verleden
vlees naar Zambia, alsmede
naar de Comoris, een eilanden
groep in de Indische Oceaan.
Wie weet, kunnen we AH nog
eens verleiden de heerlijke, ge
fileerde vis van het Victoria
meer in het assortiment op te
nemen! Export is voor Tanzania
daarom zo van belang, omdat
het land daarmee weer de
broodnodige deviezen kan op
bouwen. Iets wat het hard no
dig heeft om de invoer van ba-
s'sprodukten te kunnen finan
cieren. Denk in dit verband
maar eens aan de olie.
Het land ontwikkelt zich snel.
21 jaar geleden werd de politie
ke partij „Tanu" opgericht, eu
op dat moment dachten de op
richters dat het nog wel een
jaar .of twintig zou duren, voor
dat het land onafhankelijk zou
worden. Maar 7 jaar later was
het al zo ver. En dit is mis
schien wel tekenend voor de
snelheid waarmee Tanzania zich
ontworstelt aan haar marginaal
bestaan.
De maand september 1975 zal in
het teken staan van verkiezingen ten
behoeve van bestaande of nieuwe on
dernemingsraden in verschillende
werkmaatschappijen en op de hoofd
kantoren te Zaandam.
Om er een paar te noemen: aanvullende
verkiezingen voor Miro BV, Albert Heijn
Supermart BV en nieuwe verkiezingen
voor Concerndiensten, Detailhandelsgroep
en Etos.
Kandidaatstellingen voor de onderschei
dene kiesgroepen (voor georganiseerden
en ongeorganiseerden) gaan aan deze
verkiezingen vooraf. Daarna zullen de
„achterbannen" trachten via hun stem de
gewenste kollega's in de OR te krijgen.
En dat in een tijd, waarin door jonge
ren en ouderen zo verschillend gedacht
wordt over het NUT van een onderne
mingsraad.
Opmerkingen van: „Wat heb je nu aan
zo'n OR?"; „Ze hebben niets in te bren
gen"; „Je bent te veel afhankelijk van de
voorzitter"; „Je moet maar afwachten,
waar ze je in willen kennen"; enzovoort,
worden zo hier en daar opgevangen en
werken zeker niet stimulerend op de om
geving. Daarom is het wellicht nuttig aan
de vooravond van de verkiezingen even
stil te staan bij dat zogenaamd twijfel
achtige NUT.
Belangrijk is het te weten, dat de wet
onder bepaalde voorwaarden het bestaan
van een ondernemingsraad eist.
Na de recente wetswijziging moet blij
ken, wat werkgevers en werknemers er
nu van tot stand zullen brengen.
Met een aantal jaren ervaring moeten
we stellen, dat er in verschillende onder
nemingen, o.m. bij Ahold N.V. inderdaad
wel wat tot stand is gebracht, mede onder
invloed van bepaalde ontwikkelingen bin
nen het maatschappij-gebeuren, zoals de
mocratisering en inspraak. Anderzijds
menen we te mogen opmerken, dat we
er nog niet zijn.
De weg is lang en de „weggebruikers"
zijn nog geen getrainde „wandelaars", om
over de eventuele toeschouwers nog maar
te zwijgen.
En toch verkiezingen! Waarom?
Om daarna met elkaar het resterende
weggedeelte af te leggen. Met elkaar als
ondernemingsraad.
De voorzitter, geïnformeerd door zijn
achterban en de andere leden, gesteund
en geïnformeerd door hun achterban.
Om wat te doen?
Om in gemeenschappelijk overleg aan
de doelstellingen van de OR gestalte te
geven, ten dienste van de onderneming
en van allen, die daarbij werkzaam zijn.
Dat stelt aan alle leden bepaalde eisen.
Eisen die betrekking hebben op het
algemeen inzicht, op het bewustzijn ten
aanzien van de plaats in de OR, en op
kennis van doelstellingen van de onder
neming.
Daarnaast vraagt het OR-lidmaatschap
voorbereiding op de te behandelen agen
da-punten, het deelnemen aan vergade
ringen en aan gedachtewisselingen, het
volgen van bepaalde opleidingen (in- en
extern), het leggen van kontakten met de
achterban die zich dan ook niet afzijdig
kan houden.
Wie stelt zich nu nog kandidaat als je
dit zo leest?
Gelukkig zijn ze er, de medewerk(st)ers
die het belang van een dergelijk overleg
orgaan ook zonder wetgeving duide
lijk zien en bereid zijn zich in dit werk
verder te bekwamen.
Aan u, leden van de achterban, om op de
gestelde verkiezingsdata uw stem uit te
brengen binnen uw eigen kiesgroep.
Niemand is verplicht te stemmen.
Maar wannneer u inziet, dat we op de
goede weg zijn, kunt u o.i. niet achter
blijven.
En we zijn op de goede weg als er
ondernemingsraden komen, die zich
met inachtneming van hun rechten en
plichten als noodzakelijk overlegorgaan
zien en als-zodanig willen funktioneren.
Dan zal ook binnen de OR wederzijdse
steun worden gevonden bij het streven
naar het gestelde doel en zullen de leden
aan de wensen van hun achterban kun
nen tegemoetkomen.