'Goed rendement op geïnvesteerd
vermogen is primair criterium'
netmamRHT
'HET GAAT
UITSTEKEND'
Vp
WIJ KOPEN
LOS EN r\
VERBRUMAR-DIRECTEURJ. BULTHUIS:
Inkoper
J. G. Rijke Osdorp)
dl^l
pagina 6
Flitsen
In het wereldje van werkmaatschappijen van
Ahold N.V. neemt Verbrumar B.V. zonder
twijfel een aparte plaats in. De eerlijkheid ge
biedt te zeggen, dat men bij andere concern
onderdelen misschien wel eens verbaasd staat
te kijken hoe men bij Verbrumar waarvan
de winkels onder de naam „Nettomarkt" bij
het kopend publiek bekend staan bepaalde
problemen weet op te lossen.
„Het kan best zijn, dat men dan terécht ver
baasd is," zegt directeur J. Bulthuis. „Maar, bij
Verbrumar is een van de voornaamste criteria,
dat er een goed rendement op het geïnvesteerde
vermogen wordt behaald. Ik kan wel zeggen, dat
we daar telkenjare weer zéér behoorlijk in sla
gen."
Definitie Nettomarkt
Wat is nu eigenlijk een Nettomarkt? Er zijn
er 13 in ons land, met Verbrumar als hoofd
kantoor (met een zeer kleine bezetting!). De
heer Bulthuis komt tot de volgende definitie
van een Nettomarkt: „Een verbruikersmarkt
met een breed, maar niet diep assortiment food
en nonfood, waarvan een groot gedeelte wordt
verkocht door concessionairs. Investeringen en
huisvestingskosten zijn laag. De prijsstelling, ook
van de partners, moet herkenbaar zijn: Door
indeling en presentatie een marktsfeer bena
deren."
Uitgaugss telling
In oppervlakte lopen de Nettomarkten uiteen
van 1000 tot 8000 m2. Verbrumar huurt steeds
de totale ruimte; bestemt een deel voor een
eigen Nettomarkt (met assortiment vair „droge"
kruidenierswaren) en verhuurt het resterende
gedeelte door aan concessionairs. Dit laatste
gebeurt met enige opslag voor algemene kosten
en voor het management van het totaal.
Er zit meestal nog wel een winstmarge tussen
ook en dat is dan een van de twee bestanddelen
van de Verbrumar-winst. Het andere wordt ge
haald uit de opbrengst van de eigen Netto
markt.
„Alle handel die problemen geeft, stoten we
af aan concessionairs," vertelt de heer Bulthuis.
„De groente-afdeling, de slagerij, de drogisterij
enz. worden door zelfstandige middenstanders
gerund. Deze huren van ons verkoopoppervlakte
tegen de laatste tijd meestal een prijs per m2.
Door de afwezigheid van „probleem-artikelen"
voor de behandeling waarvan speciale vakken
nis nodig is, kunnen wij volstaan met relatief
niet-duur personeel. Onze loonsom blijft bene
den 6% van de omzet en dat is toch wel zeer
laag."
Overdekte „markt"
Door de wat Bulthuis noemt „plezierige sa
menwerking met de concessionairs", de zelfstan
dige middenstanders, ontstaat er toch een geheel
met een zeer uiteenlopend assortiment, een soort
overdekte markt.
De ingekochte goederen lopen maar voor een
deel via de distributiecentra van Ahold, name
lijk voor slechts 21%. Verder gaat 39% recht
streeks van leverancier naar Nettomarkt, 20%
bestaat uit „special deals" en de bedrijfsleiders
kopen lokaal circa 20% van het assortiment in.
De heer J. G. Rijke heeft ruim drieën
eenhalf jaar de leiding van de Nettomarkt
in Osdorp. Hij heeft het er best naar zijn
zin: „Ik ben bij Simon de Wit in Den Haag
begonnen en daar heb ik ongeveer 20 jaar
gewerkt. Daarna ging ik naar de nu opge
heven Nettomarkt in Beverwijk en van
daar naar Osdorp. Ik geef de voorkeur aan
het werken in een Nettomarkt, omdat dan
zoveel mogelijkheden openblijven voor ei
gen initiatief. Dat maakt het werken, voor
mij althans, erg plezierig. De Nettomarkt
in Osdorp is eigenlijk een typische buurt-
winkel. Ongeveer 70 procent van de men
sen komt uit de directe omgeving. De
klanten van wat verderaf gelegen plaat
sen komen in hoofdzaak, op de koopavond
en de zaterdag. Merkwaardig is wel, dat
men soms van vrij ver komt, zeker voor
een zaak als een Nettomarkt: uit Zuid en
zelfs uit de Zaanstreek enz. Dal de mees
te mensen uit de buurt zelf komen heeft
wel tot gevolg, dat er behoorlijk gespreid
wordt verkocht over de gehele week. De
toppen op bijv. de zaterdag liggen bij ons
minder hoog dan elders veelal het geval
is. Een ander gevolg is echter, dat het op
maandagmiddag meteen al druk is. Je hebt
weinig tijd om even „bij te komen". Maar
desondanks gaat het uitstekënd. De zaak is
een kleine 1000 m2 groot in een totale ves
tiging van 2000 m2 We hebben pas een in
terne verbouwing achter de rug. Het is el
ke week weer een toer om alles op zijn
plaats te krijgen. We hebben maar de be
schikking over zeven palletplaatsen. Maar
omdat het niet anders kan lukt het toch
altijd weer!"
Door weinig van de DC's gebruik te maken
ontloopt Verbrumar de „opslag" die deze DC's
in rekening brengen voor de verwerkte goede
ren. „Een welkome besparing," vindt de Ver-
brumar-directeur.
Simpel systeem
Het systeem volgens hetwelk bij de inkoop
wordt gewerkt (of het nu gaat via Verbrumar
of rechtstreeks door de bedrijfsleider) is vrij
eenvoudig: er zijn bepaalde minimum-winst
marges voorgeschreven en wanneer men meent,
dat die kunnen worden gehaald, kan men zijn
gang gaan. „De bedrijfsleiders van de Netto-
markten hebben in dit opzicht dan ook een vrij
grote vrijheid," zegt de heer Bulthuis.
Hij zegt weinig aan marketing te doen:
„Ons scherpste wapen is de prijsstelling. We
mikken op prijsbewuste consumenten. Toen vorig
jaar de „Prijswijzer" regelmatig werd gepubli
ceerd kwamen wij steeds als goedkoopste levens
middelenzaak uit de bus. Daar hebben we natuur
lijk in onze reclame gebruik van gemaakt. In
haken op de actualiteit. We moeten, dat is mijn
mening, met onze prijzen zo laag zijn, dat dit
een schokeffect geeft. Dat doen we bijvoorbeeld
met benzine. Twee centen goedkoper zijn zegt
niemand iets. Maar we zitten zo ver beneden de
gangbare prijs, dat men het er voor over heeft
een stukje om te rijden om bij ons te tanken. En
door mondreclame gaat dat wel verder."
In de advertenties van de Nettomarkten werkt
Verbrumar wekelijks met: weekaanbiedingen,
vaste lage prijzen en speciale koopjes. Bulthuis:
„Wij zijn daarbij erg flexibel, ook al omdat er
betrekkelijk weinig (13) objecten zijn."
De contacten met de concessionairs zijn veler
lei, onder meer bij wijzigingen in een Netto
markt. Wanneer men wil verbouwen is het niet
altijd gemakkelijk alle belanghebbenden onder
één noemer te krijgen, maar toch lukt het
meestal wel.
Binding
Met sommige concessionairs worden al jaren
lang banden onderhouden, die soms tot vriend
schapsbanden zijn uitgegroeid. Enkelen hebben
een vestiging in verscheidene Nettomarkten. De
heer Bulthuis meent, dat het in verbruikers-
markten eigenlijk nergens elders in de wereld
is gelukt tot een dergelijke samenwerking te
komen tussen zelfstandige winkeliers en een
filiaalbedrijf. Maar met de Nettomarkten en de
concessionairs loopt dit uitstekend, zo zegt hij.
Overigens komt ook het grootwinkelbedrijf
Ahold voor als concessionair bij Verbrumar, n.l.
met de hobbywinkel Jobby, Etos-discount en
radio- en TV-afdelingen.
Wanneer de heer Bulthuis de stelregels van
Verbrumar nog eens samenvat dan komt hij
tot het volgende:
„Bij alles wat je doet moet je je afvragen: kan
het anders en kan het goedkoper. Het is opvallend
hoe veel geld je dan uitspaart. En in ons gehele
beleid speelt het koopmanschap een verschrikke
lijk belangrijke rol. Dat onderscheidt Verbrumar
van andere concerndelen. Ik kan wél zeggen: men
is bij Ahold toch wel blij met onsl".
Verbrumar werkt mU ger
halve kan deze werkmaa;
De heer H. van Ree tooit zich hij Verbru
mar nog met de wat hij noemt goed-Hol-
l'andse aanduiding van „inkoper". Een spe
cialiteit heeft hij op dit gebied niet: „We
kopen als het ware alles wat los en vast is.
Maar de inkoop staat daarbij eigenlijk toch
niet centraal. Bij alles wat je inkoopt moet
je de verkoopprijs al in gedachten hebben.
Anders kun je eigenlijk niet goed inkopen".
Wanneer hij zich al specialist zou willen
noemen dan zou dat zijn op het gebied van
het inkopen van speciale partijen. Daax-bij
gaat het volgens hem wel om „agressief in
kopen". Van Ree: „Wanneer je een verkoop
prijs voor ogen hebt dan moet je je tegenpartij
zien te overtuigen dat je in de inkoop niet
hoger kan gaan dan tot een bepaalde hoogte."
Functie-eisen
Wanneer de heer Van Ree de noodzakelijke
eigenschappen van een inkoper zou moeten
omschrijven dan zou hij een betrekkelijk kort
maar wel belangrijk lijstje opstellen:
bezit van geestelijke flexibiliteit (snel
kunnen omschakelen naar ander terrein of
artikel)
goede contactuele eigenschappen;
veel handelsgeest hebben, en:
zo min mogelijk administratief werk zelf
verrichten.
„Veel inkopers besteden een groot deel van
hun tijd aan administratieve rompslomp," zegt
hij, „Ik doe dat niet. Dat moet men hier op
kantoor maar doen. Natuurlijk ben ik wel een
aantal ochtenden op kantoor (ook voor de
offertemorgen), maar verder ga ik eens per
twee weken naar de beurs en werk ik diverse
afspraken af."
De voorkeur voor dc plaai
ken gaat bij de heer Van I
traal terrein". Bijvoorbeelc
restaurant. Zijn menij „I
ontspannen dan op je^, gen
van je relatie. Daar k^nt
foon tussendoor enz. Op
word je niet gestoord en
drankje is meer ontspag ïen
kantoor". De heer Va| Re-
afspraken drie vaste punten
met mensen" trekt hij veel