Behoefte aan grotere
materialenkennis
"Jongeren mogen
best hun
mening zeggen
Niet per se inspraak
wél een verklaring
ABL F. Andriesse Miro
Leeuwarden:
pagina 12
Flitsen
SgEBBÏTHB
l|||illllllll!lilll!ll!llilllllllilllllllll!i llllllllll)!llll!lllillllllllllllllllillllillilllillllllll!lllllflllilllllll!l!lllliillilil!l!lllillltllllllllllllllillll!llllllllllllllllillll!llillllllllill!illllilll!lilllflllllll!!!llllllllliliHllil!ll
Het gebrek aan voldoende materiaalkennis is nóg' zo'n heet hangijzer dat een
aantal jongere medewerkers en medewerksters van de Miro in Leeuwarden bezig
houdt. Ze voelen het zelf aan als een gemis, wanneer zij met de mond vol tanden
staan op het moment dat een klant wat informatie over een of ander artikel wil
hebben.
Of het tot de verantwoordelijkheid hoort van de werkgever of van de werknemer
om daaraan iets te doen is een vraag waar geen van de jongeren een duidelijk ant
woord op heeft.
De 17-jarige Froukje
Kimsma (verkoopster)
konfektie-afdeling) zegt:
„Ik ben hier in de Miro in
kontakt gekomen met het
konfektievak en dat bevalt
me best. Ik wil er graag in
doorgaan. Daarom volg
ik nu in mijn vrije tijd
een naaicursus. Daarmee
kan ik alle kanten op.
Karst Pieters, een 17-ja-
rige verkoper op de cam
ping-, speelgoed- en huis-
houdafdeling studeert ook
voor een betere toekomst.
Hij volgt een middenstands
cursus en één dag in de
week een cursus voor
beroepsbegeleidend onder
wijs.
Pieter Wiersma (19),
medewerker van de afdeling
kruidenierswaren-vers, wil
ook verder gaan in zijn
huidige vak. Hij heeft het
voorbeeld gevolgd van zijn
kollega's en hij volgt nu
een driejarige kruideniers
cursus.
Theo Hoekstra vindt dat
nieuwelingen beter opge
vangen en wegwijs gemaakt
moeten worden. „Toen ik
hier kwam wist ik van
toeten noch blazen, maar ik
werd wél meteen op de
schoenenafdeling gezet".
Theo heeft de detail
handelsschool gevolgd, maar
zelf vindt hij dat lang niet
voldoende.
Na de zomervakantie gaat
er ook intern iets gebeuren
om wat te doen aan wat
de jongeren zelf ervaren
als hun gebrekkige vak
kennis. Alle medewerkers
en medewerksters gaan dan
ééns in de week bij elkaar
zitten om met elkaar te
praten over nieuwe artike
len die zijn binnengeko
men, over materiaalkennis,
enz. Want aan hen zal het
niet liggen. Ze hebben echt
wel hart voor de zaak.
„Ik geloof dat we hier eigenlijk best een goed sfeertje
hebben," zegt ABL F. Andriesse van de Miro in
Leeuwarden. „Ik heb het gevoel dat ik hier goed
kan opschieten met fle mensen met wie ik dagelijks
samenwerk. Zo'n goede sfeer is natuurlijk erg be
langrijk, óók voor het werk. Vooral voor jongeren
is een aantrekkelijke sfeer de motivatie om een
goed stuk werk te leveren".
Voor de heer Andriesse
met z'n 35 jaren eigenlijk
zélf nog een jongere is
dat een erg gelukkig ge
geven. Want de vijfduizend
vierkante meters verkoop
ruimte van zijn Miro wor
den bevolkt door zo'n
negentig vaste medewerkers
en medewerksters (van
wie er tenminste zestig
jonger zijn dan twintig jaar)
en ook nog zo'n 170 part
timers (van wie ongeveer
de helft scholieren).
Verantwoordelijk
heidsgevoel
Daarbij komt dat ook de
klantenkring van de
Leeuwarder Miro allesbe
halve oud genoemd kan
worden: vijftig procent van
de klanten is tussen de
achttien en vijfendertig jaar.
„Ik vind het verschrik
kelijk fijn om met jonge
mensen samen te kunnen
werken", zegt de heer
Andriesse. „Ik werk liever
met jongeren dan met
ouderen.
„Ik geef m'n mensen in
de zaak altijd zoveel mo
gelijk verantwoordelijkheid,
óók de jongeren. M'n
afdelingschefs zijn bijna
allemaal tussen de twintig
en dertig jaar. Maar ook
nóg jongere mensen mogen
in deze Miro best hun
eigen terreintje beheren,
„Ik laat hier bijvoorbeeld
een meisje van zeventien
jaar de in- en verkoop van
overhemden beheren. Haar
afdelingschef houdt na
tuurlijk wel een oogje in
het zeil, maar zij doet het!
prachtig.
lijk nog wel andere voor
beelden te noemen."
„Goed, jongeren kankeren
misschien wat meer. Maar
wat geeft dat? Dat be
schouw ik vaak als een
kwestie van openhartigheid.
Mógen ze asjeblieft voor
hun mening uitkomen
Dat de heer Andriesse
met zijn bewering dat
jongeren het best goed doen
wellicht gelijk heeft be
wijzen de cijfers.
De Miro Leeuwarden zet
ieder jaar zo'n zeventien
of achttien procent méér om.
„Kotnm un ikatie-
kwartiertje"
Hij werkt ook bewust aan
het kweken van een goede
interne sfeer. Iedere ochtend
vooi'dat de klanten komen
houden de afdelingschefs
samen met hun discipelen
een „kommunikatiekwar-
tiertje". Er wordt dan over
van alles en nog wat ge
praat: Over de werkplan-
ning van die dag, over de
voetbalwedstrijd van de
vorige avond, er wordt wat
gepraat over en zo nodig
wat geschaafd/aan de
artikelenkennis van het
pei-soneel.
Er wordt een eigen per
soneelsblad uitgegeven.
Er is ook een personeels-
kontalctcommissie.
„Vroeger", zegt de heer
Andriesse, „kwamen er in
die raad nog wel eens
zinnige dingen aan de orde.
Tegenwoordig komt er
weinig uit de bus."
Voelt hij zich vertrou
wensman van de jongeren
die bij hem werken?
Andriesse: „Nee, ik zelf
niet. Het personeel komt
zelden met bijvoorbeeld
persoonlijke problemen bij
mij. Ik streef er naar dat de
afdelingschefs wél zoveel
mogelijk het vertrouwen
hebben van hun mensen.
Ik heb het gevoel dat dat
vrij aax'dig lukt".
KIMSMA PIETERS HOEKSTRA FLEUR BOUMA
„Jongeren kankeren misschien wat meer", zei de
heer Andriesse elders op deze pagina. Hij heeft het
gevoel dat dat vooral zijn benoemingsbeleid betreft.
Hij benoemt afdelingschefs en eerste assistente^
zonder de rest van het personeel daarbij een stem
in het kapittel te geven.
„Ik vraag me af", aldus
de heer Andriesse, „of de
jongeren die hier werken
er al rijp voor zijn om over
dergelijke dingen mee te
praten. Ze hebben immers
nog nooit geleerd óók
niet op school om groeps-
verantwoordelijkheid te
dragen. Hoe kan bovendien
iemand van vijftien of
zestien jaar de capaciteit
beoordelen van iemand die
ik afdelingschef wil maken?"
Praten over dit onder
werp met een aantal
jongere medewerkers en
medewerksters van de
Leeuwarder Miro levert
inderdaad een aantal inte
ressante gedachten en uit
spraken op. Vooral het
gesprekje met Theo Hoekstra
(20 verkoper op de
hobby- en op de radio-tv-
afdeling), Titus Fleur (19
medewerker op de groen-
tenafdeling), Grietje de
Haan (17 verkoopster op
de huishoudafdeling) en
de 16-jarige caissière Alie
Bouma.
Karaktertrekken
Theo Hoekstra zegt zich er
inderdaad nogal vaak aan
te ergeren dat er mensen
tot afdelingschef worden
benoemd van wie hij zich
afvraagt: Waarom hij? „Niet
dat ik' per se inspraak wil
hebben", zet Theo de zaken
meteen recht. „Ik heb er
toch te weinig verstand van
en de bedrijfsleiding zal
het heus wel het beste
weten. Maar ik zou zo graag
willen weten op grond
waarvan iemand wordt
benoemd".
Titus Fleur: „Dat is het
nou precies! Als de baas
nou alleen maar zou zeggexx
welke punten belangrijk
zijn bij zo'n benoeming.
Nu worden
we onwetend gehouden. Dat
wekt spanning".
Grietje de Haan zit er
wat zwijgzaam bij. Ze doet
of het gesprek haar niet
aangaat. Dat zégt ze even
later ook. Promotie maken
vindt ze niet belangrijk
voor een meisje. „Ik ben
hier niet komen werken om
promotie te maken".
Theo en Titus stuiven ge-
h-riteerd omhoog. „Wat
een onzin", roept Theo.
„Daar héb je er weer een
met het afgekloven cliché
dat het maken van promotie
voor vrouwen niet belang
rijk zou zijn, omdat ze
later tóch zouden gaan
trouwen
Alie Bouma komt haar
sexegenote te hulp: „Pro
motie maken hangt toch
niet van jezelf af? Zeker
niet bij de kassa, waar ik
zit. Ik zie trouwens niet zo
erg goed wat voot spek-
takulaire promoties ik daar
zou kunnen maken!"
„Als mijn chef 'n
vrouw zou zijn
Theo: „Allemaal onzin.
Als jij als caissière werke
lijk steengoed in je werk
bent dan geeft de bedrijfs
leider je heus wel verant
woordelij ker werk.
Titus: „Raar toch dat
vrouwen het promotie
maken voor zichzelf als iets
geks beschouwen Als
mijn afdelingschef een
vrouw zou zijix dan zou ik
daar helemaal geen moeite
mee hebben.
Ik ben indertijd hier toch
ook aangenomen door een
vrouwelijke personeelschef!"
illl!lllllllllUIIII!lllllllllllil!lllllllllllll!llllll!ll!!llllllllllll!l!lllll!IIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIi!ll!lll!lllllllllllllll!llllll!lll!llltlllllHI!!llllllllllllllll!llll!l!llllllll!llll!lll!llllllll!llinillllll!lllll!lllllllll!lllllllllllll