'Dank zij nieuwe vertrouwensrelatie kunnen we veel veranderingen aan' 'Op zater dag naar hartelust uitbenen' 'De directie is nu eindelijk om advies bij de OR's' gekomen Herman Heere, Zaandam: Herman Janssen, ZM Alkmaar: Jan Belier, Zaandam: Flitsen extra editie 7 Sinds de vijf jaren, dat Herman Janssen (32) als zönemanager nu vanuit Alkmaar opereert (vroeger heette dat nog groeps leider) heeft hij nauwelijks iets anders meegemaakt dan verandering. „In 1971 begonnen we met de voorbereiding van het project SMBL 75: de vijf fasen, waarin Van rijn 31 Jaren werkt Jan Belier er bijna 14 bij Albert Heijn. Hij is nu 5 Jaar lid van de ondernemingsraad van Albert Heijn Supermart. „De ontwikkelingen daarin rijn positief', vindt hij. „Het afgelopen jaar heeft de leiding artikel 25 van de wet op de ondernemingsraden nageleefd en de OR's om advies gevraagd bij reorganisatie-ontwikkelingen. Om dat wettelijk voorgeschre ven advies kwamen ze tot dusver nog niet ro hard. Een kritische opstelling van o.a. mijn OR heeft daar gelukkig verbetering in gebracht. Alleen blijkt nu, dat de mensen in de OR's beter opgeleid moeten worden om tot een behoorlijk advies te kunnen komen. Daar behoort het bedrijf nog wat aan te doen." In zijn werk heeft Jan Belier vorig jaar een leuk persoonlijk succes geboekt en dat betrof een verandering bij uitstek. „Ik ben redacteur van de handboeken en handleidingen voor de winkels van Albert Heijn Supermart. Nu had het OWA-onderzoek, dat we hier op het filialenbureau vorig jaar hebben gehad, een bepaalde aanbeveling gedaan over die handboeken en handleidingen. Mijn collega Ger de Vries en Ik hebben toen een tegen- rapport geschreven, waarin we adviseerden om de theore tische en vrij algemene hand boeken. die we tot dusver moesten maken, te vervangen door o.a. populaire hand leidingen, die meer zijn gericht op de filiaalmedewerker, die met deze handleiding moet werken: veel praktischer en duidelijker door populaire teksten en meer Illustraties, fotomateriaal enz. We hadden er ai één zo gemaakt voor de afd. Delicatessen en die hadden we bij het rapport gevoegd. Uit ons rapport, dat ook een procedure bevatte voor de totstandkoming van de nieuwe verkoopgerichte handleidingen, bleek bovendien dat de werkzaamheden aan de hand boeken/handleidingen moesten blijven worden verricht door de afdeling handboeken/ handleidingen van het filialen- bureau. De inhoud van ons rapport is toen meteen overgenomen en nu zijn we op ons systeem overgestapt. we de bedrijfsleiders voor supermarts zouden opleiden, zoals die in 1975 nodig zouden zijn. Maar midden in die ontwikke ling bleek dat we de bakens al weer moesten verzetten omdat externe factoren ons daartoe dwongen. De concurrentie zat niet stil en dwong ons tot sneller actie en tegelijkertijd gingen de ontwikkelingen op het loonfront veel sneller dan we hadden voorzien: denk maar aan de invoering van het minimum jeugdloon. We waren net bezig die bedrijfsleiders tot een afstandelijker soort van leiding geven te brengen, meer onderlinge hulpverlening en meer nadruk op sociale vaardigheden. Maar toen moesten we midden in dat programma overstag: de SMBL's moesten terug naar hun eigen werkvloer en daar veel meer rechtstreeks op de verkoop gericht werken. We hadden de groepen van vroeger omgevormd naar zónes; een groepsleider had 12 filialen onder zich, een zónemanager kreeg er nu 18/24. Je kwam eens in de 4 6 weken in een filiaal op bezoek omdat het er juist om ging de bedrijfsleiders te trainen meer zelf op te lossen en vooral ook onderling elkaar bij te staan. Steun zoeken bij elkaar Een van de meest essentiële punten van het vernieuwingsproject SMBL 75 was, dat de SMBL's de gaten in hun kennis en vaardigheid zouden erkennen en bij elkaar steun zouden zoeken, in tal van teambesprekingen „in het bos" we gingen daarvoor naar Lunteren of Garderen leerden ze elkaar echt beter kennen en schiepen onderling een vertrouwensbasis: wat jij kunt kan Ik niet en we kunnen altijd bij elkaar terecht om van eikaars kundigheden te profiteren. Een bedrijfsleider was oiet alleen meer verantwoordelijk voor zijn eigen filiaal maar mede voor de gang van zaken in de hele zóne. En toen moest opeens de hele boel weer om. De bedrijfsleiders moesten zich meer met hun eigen zaak bezig houden en de zóne manager kreeg een zwaardere taak. De structuur werd weer veranderd: wat tot dusver 2 districten waren geweest werden nu 3 area's In één operations- gebled (het hele land). Areamanagers rapporteren aan het hoofd operations en in elk van de 3 area's opereren 7 zóne managers, elk weer met 12 filialen onder zich (afgezien van de nieuwe ZM'a, die 8 filialen kregen). We kunnen veel frequenter bij de filialen op bezoek: eena In de 4 6 weken wordt nu 2 3 keor per vier weken. We kunnen de vinger veel steviger op de pols houden. „En toen pfukten we de vruchten" En toen plukten we de vruchten van de vertrouwensrelatie, die was gegroeid, ook tussen de BL's en de ZM's. Want, tja, we moesten nu wel eens met wat meer nadruk tegen de bedrijfsleiders praten en als we elkaar tevoren niet zo goed hadden leren kennen dat veel meer moeilijkheden kunnen geven. De onderlinge hulpverlening is overigens hejemaal niet gestopt. Wat iedereen van elkaar heeft geleerd kan hij in de nieuwe, hardere omstandigheden goed gebruiken en nog steeds kan iedereen binnen dezelfde zóne bij elkaar terecht met problemen." Onvermoeibaar gaat Janssen door met uitleggen hoe de strategie is verfijnd en aangepast. Hij praat over de verkoopvergaderingen, die nu eens in de 14 dagen worden gehouden en waar de zóne managers met de verkoopmensen acties op korte en op langere termijn doornemen. Zijn dynamische manier van vertellen met toch voldoende zorg voor een duidelijke communicatie laat zien met hoeveel enthousiasme hij bij het werk is betrokken. Jagen al die veranderingen hem niet op, maken ze hem niet onzeker of ongedurig? „Nee, helemaal niet. De maatschappij verandert snel en wij moeten ons daarbij aanpassen. Dat behoedt je voor inslapen en je bouwt toch voort op wat je eerder hebt gedaan. Die veranderingen horen bij het werk als je ze maar tijdig kunt zien aankomen. Misschien dat we over twee jaar de boel wel. weer moeten omgooien. Misschien gaan we dan wel weer terug naar de oude zónestructuur met meer filialen per zönemanager en met een nieuwe verhouding in de aandacht voor het beleid en voor het uitvoerende werk, de executie. Vroeger, tot we door concurrentie en loonpolitiek werden gedwongen tot nieuwe maatregelen, lag die verhouding ongeveer fifty-fifty. Nu houden we ons voor 80 procent met de executie bezig en nog maar voor 20 procent met het beleid. Misschien weer veranderen We zjjn rationeler gaan werken. Vroeger had elke zónemanager vier specialisten ter beschikking: voor opleiding, voor administratie, voor verse en voor houdbare Wat heeft Herman Heere (44), voorman In de Centrale Slagerij te Zaandam, alzo In de OR bereikt? „Ik zit In de commissie o.a. voor de jongeren en die jongens hebben zo hun eigen problemen. Zo kwamen ze er maar nooit aan toe om vlees uit te benen omdat wij daar specialisten voor In de slagerij hebben. Maar ze zitten op school en voor de school moeten ze kunnen uitbenen. Dat Ieren ze wel daar maar uitbenen is nou echt iets wat je in de praktijk moet doen om het echt onder de knie te krijgen. Ik heb dat in de OR ter sprake gebracht en toen is er een regeling ontworpen, waarbij die jongens op zaterdag konden leren uitbenen onder toezicht van een slager, die daar een paar uurtjes voor wilde opofferen. Maar ja, je hebt niet altijd succes. Er wordt b.v. al zo lang door de slagers gevraagd of ze 's morgens niet wat vroeger kunnen beginnen om 's avonds eerder thuis te zijn. Ze willen graag om vijf uur '8 middags ophouden in plaats van half zes en willen daarvoor graag eerder beginnen dan kwart over acht zoals nu. Maar Ja, het sluit nu precies aan met de nachtdienst en dat wil de leiding niet veranderen. Het lukt je niet altijd In de OR." Bij de Heere's zijn ze slager van vader op zoon: grootvader en vader Heere waren ook slagers met zaken in de Albert Cuyp in Amsterdam en in de Jordaan. „Maar ja, dat is niet te vergelijken met wat ik nou doe: ik werk in een fabriek dat is wel wat anders." goederen. Nu zijn die specialisten toegevoegd aan de area-manager en kunnen de zönemanagers van hun diensten gebruik maken Indien nodig. Dat scheelt een hoop mensen en een hoop auto's. Bovendien zijn de voormalige twee districtskantoren opgeheven: dat scheelt ook aanzienlijk. Maar wat gaan we in de toekomst doen? Misschien weer veranderen het zal wel. Maar we hebben veel goeds overgehouden uit de voorgaande periode.' De bedrijfsleiders hebben gedurfd hun zwakke plekken kenbaar te maken en durven bij elkaar te rade te gaan. Nu ze de hete adem in de nek voeten van de ex)eme drukvergrotende factoren komt hun die vertrouwensrelatie goed te pas. Er is aldus een nieuwe organisatie ontstaan, waarmee we de uitdagingen van nu goed aan kunnen."

Personeelsbladen | 1975 | | pagina 7