Op elke gulden omzet werd nog geen 'halfje' verdiend Dankzij versterking organisatie zal 1975 beter zijn In 1974 kwam alles tegelijk Flits«n extra editie Plussen en minnen moeten we allemaal wel eens op onze tijd. Dat geldt voor moeder-de-vrouw die met het huishoudgeld moet zien rond te komen, evenzeer als voor een onderneming. Beide moeten de eindjes aan elkaar knopen en daarbij ook nog wat overhouden voor grote uitgaven en plotselinge tegenslagen. Wel, dat is Ahold vorig jaar niet zo heel best gelukt. U ziet op het onderstaand staatje nogal wat minnen. NOG GEEN HALFJE Vooral de derde min spreekt duidelijke taais opnieuw een forse daling van wat er van elke omgezette gulden uiteindelijk overbleef. Werd er in 1972 nog ruim 1 cent op elke gulden verdiend, in 1973 was dat nog slechts een dikke halve cent (om precies te zijn: 0,64 cent) en nu in 1974 bleef er van elke gulden verkochte produkten niet meer over dan 0,43 cent, minder dan een halfje dus! En dat in een tijd, waarin het in de Tweede Kamer zoals onlangs tot een debat kan komen over een voorstel om de cent maar af te schaffen, omdat dit muntstuk nauweKjks nog een functie zou hebben VERGEET HET MAAR Nou, vergeet het maar. In de levensmiddelendetail handel speelt de cent nog steeds een belangrijke rol, zoals we dagelijks kunnen zien aan de concur rerende prijzen, die vaker op centen zijn 'afgerond' dan op stuivers of dubbeltjes.. De voortgaande hevige concurrentie brengt mee, dat de winstmarges nog steeds klein zijn, tè klein om de voortdurend stijgende kosten en aller lei andere nadelige invloeden goed te kunnen opvangen. Nou, en die zijn er in 1974 zo blijkt uit het jaarverslag in ruime mate geweest. Er was sprake van een cumulatie van allerlei nadelige factoren, van alles en nog wat kwam tegelijk: ALLES TEGELIJK de staart van de energiecrisis in 1973; verscherpte prijs- en margebeschikking; de drastische verhoging van de jeugdlonen (zie tweede plus); f stagnerende economie met een fors doorgaande atie, als gevolg waarvan de consument prijs gevoeliger werd en de concurrentie heviger. En bij dit alles kwam dan ook nog, dat onze on derneming midden in de reorganisatie zat: de uitvoering van een ingrijpende structurele moder nisering, noodzakelijk om de veelheid van nieuwe activiteiten beter en efficiënter op elkaar af te stemmen. Al met al: de (bewust gekozen) aanpak van de interne problematiek plus de (onverwacht)" grote hoeveelheid externe problemen hadden met elkaar tot gevolg, dat in het eerst» halfjaar van 1974 de winst niet minder dan 45% achter bleef fen opzichte van het winstcijfer over de eerste helft van 19731 BETER Dat het in de tweed» helft van 1974 weer beter ging en daardoor de winstdaling over het gehele jaar beperkt kon blijven tot ruim 21% (zie tweede min), is zowel aan de verbetering van de interne organisatie als aan die van de externe omstandig heden te danken. De vernieuwde organisatie (Ahold en de diverse werkmaatschappijen) begon 'op toeren' te komen en medio 1974 was ook de crisissfeer verdwenen; de overheid liet de prijzen van eetbare waar vrij, de consument volgde in zijn koopgedrag weer iets meer het patroon van voorheen. Alleen de kostenstijgingen op zich al zorgelijk genoeg, mede gezien de concurrentie bleven over. Maar, gezien het resultaat over het gehele jaar in vergelijking met dat over het eerste halfjaar, toont de Raad van Bestuur zich 'al met al niet ontevreden over 1974', hoewel het samenvallen van zoveel interne en externe factoren 'ons toch wel door een dieper dal gevoerd heeft dan waar mee wij rekening hadden gehouden'. STEVIGER GEWAPEND Maar intussen is het concern steviger gewapend, zo zegt het jaarverslag verder. 'Sinds 1972/1973 zijn we bewust en versneld de weg van de grotere verscheidenheid ingeslagen, omdat de Nederlandse consument zich in steeds sterkere mate in ver schillende typen ging onderscheiden. We hebben tijdig het gevaar van slechts één wijze van klanten benadering onderkend. Tijdig de illusie verworpen dat de Albert Heijn-formule als enige aantrek kelijk genoeg zou zijn voor af die verschillende consumentengroepen. Immers, de een wenst een zeer ruim assortiment; de ander neemt met minder keuze genoegen; sommigen willen een gezellig interieur; anderen hebben uitsluitend belangstelling voor een lage prijs. We beschikken nu over een ruime verscheidenheid van winkelvormen in de levensmiddelensector. Daarenboven treden we de consument nu ook tegemoet in verschillende non food-sectoren en onze nieuwe verschijningsvormen ontwikkelen zich hoopgevend. Hoewel we de pro blemen nog niet in aHe opzichten te boven zijn, kunnen we wel verklaren dat we op de goede weg zijn", aldus het jaarverslag. VERSTERKTE ORGANISATIE De aanzienlijke verbetering van de resultaten in de tweede helft van 1974 laat dat ook zien en ze zijn - mede te danken aan het beleid om allerlei minder geslaagde activiteiten te kappen, zoals de reis afdeling, de samenwerking met McDonald's en een aantal 'dubbele taken'. De detaifhandelsfilialen werden grondig doorge licht om tot besparing van arbeidsplaatsen te ko men door een betere afstemming van de personele bezetting op het werk (hetgeen geleid heeft tot een behoorlijke stijging van de arbeidsproduktivi- teit). Ook had een uitgebreid onderzoek plaats om na te gaan in hoeverre verbeteringen mogelijk zijn in de werkorganisatie van het indirecte, dienstver lenende en administratieve personeel (hetgeen uiteindelijk zal resulteren in besparingen van enke le miljoenen guldens). Het jaarverslag: "Om de grote verscheidenheid zo goed en doelmatig mogelijk te laten functioneren, zijn alle detallhandeisactiviteiten nu gebundeld onder een eigen nieuw geformeerde directie. De besluitvorming zal slagvaardiger verlopen. De afstemming van het beleid tussen de verschillende winkelvormen en de optimale aanwending van het vestigingspotentieel zullen nu gemakkelijker kunnen worden verwezenlijkt". En verder: "1974 was een jaar waarin met de grootste inspanning het fundament van onze onderneming is verstevigd. De interne organisatie is versterkt. We zijn op de goede weg, maar nog lang niet waar we zijn moeten. Een woord van dank aan onze mensen die zich zo bewonderens- waard hebben ingezet, is dan ook volledig op zijn plaats". 60 MILJOEN Zo zijn we dus het jaar 1975 ingegaan vanuit een heel wat gunstiger uitgangspositie dan in 1974 het geval was. Dat de Ahold-leiding daarbij blijft streven naar verdere groei, blijkt uit het feit dat er voor Investeringen in 1975 een bedrag van ca. 60 miljoen gulden is uitgetrokken. Deze zullen, naast de noodzakelijke vervangingsinvesteringen vooral worden gestoken in de sectoren met de meeste groeikansen: forse uitbreiding van Alberto's, S. Discounts, wegrestaurants en Etos discount drogiste rijen. Ook het aantal A.H. Supermarts en Lita's zal worden uitgebreid. Terwijl er ook diverse remode- lingen op het programma staan. Verder zal de aandacht uiteraard gericht blijven op verdere kwaliteitsverbetering van de organisatie, o.m. door intensivering van de kadertraining en uitbreiding van de lange termijn planning. CONCLUSIE "Wij verwachten, dat de stijging van de koop kracht beperkt zal blijven, gepaard aan een voor zichtiger bestedingspatroon. De concurrentie strijd om de consumentengulden zal niet minder worden. De kosten zullen blijven stijgen. Maar, naar onze huidige inzichten, zal het jaar 1975 beslist betere resultaten te zien geven dan 1974 en zal de winst minstens op het niveau 1973 komen. Gezien het dal waar we uit hebben moeten komen, verwachten we pas over 1976 weer betere winstcijfers". Stijging) \pi vbcnnivra stijging) 1. Omzet 2.067 miljoen 2.431 miljoen 364 miljoen 17,6 2, Loonkosten 261 miljoen 318 miljoen 57 miljoen 21.5 1973 1974 (feitelijke daling) (procentuele daling) 1. Brutowinst 24.911.000 18.844.000 6.067.000 24,4 2. Netto winst (na belasting) 13.274.000 10.471.000 2.803.000 21,1 3. Netto winst in van de omzet 0.64% 0,43% 0,21 32,8 4. Exploitatiesaldo na afschrijvingen 30.873.000 28.423.000 2.450.000 7,9 5. Opbrengst eigen vermogen 7% 5,4% 1,6% 22,9 6. Opbrengst tot. vermogen 6% 5.2% 0,8%. 13,3 7. Winst per aandeel 20 8.48 6.83 1,65 19,5

Personeelsbladen | 1975 | | pagina 6