Th. van Duimen: 'Opleidingsterk
op de praktijk gericht'
„Aan ééndagsvliegen hebben we niets"
'Rekening houden
met product-mix'
Inkoper „Blikgoed" R. Versloot:
Inkoopdirecteur kruideniers
waren J. A. van Brakel:
Eerste examens bedrijfsleider
supermarktbij Simon aigenomen
Flitsen
pagina S
De heer J. A. van Brakel is in de nieuwe organisatie
hoofd van de afd. Kruidenierswaren vers (melk, brood,
zuivel, diepvries e.d.) van de Centrale Inkoop. Voor
heen behartigde hij de inkoop voor de sector Simon
de Wit.
"Elke detaïlhandélsvorm van
Ahold heeft zijn eigen filosofie
en die komt mede tot uiting in
de product-mix", aldus de heer
Van Brakel. "Daar moet je hij
de inkoop uiteraard terdege
rekening mee houden".
Komende uit een middelgroot
bedrijf is het hem opgevallen,
dat men bij een organisatie als
Ahold toch op een andere
grotere schaal werkzaam is,
ook bij de inkoop. Hij. zegt:
„Door die grotere omvang ben
je misschien wat minder flexi
bel, in die zin, dat er een veel
nauwere samenwerking nodig
is met de leveranciers teneinde
continuïteit in de levering van
constante kwaliteit te garande
ren.
Door de hoeveelheden waar het
om gaat ben je wat beperkter
in het aantal bronnen waaruit
je kunt putten: er zijn nu een
maal niet zo veel leveranciers
die zonder veèl problemen
kunnen voldoen aan de wensen
van een concern als Ahold,
gezien ook de hoeveelheden
waar het om gaat. Bij kleinere
hoeveelheden zijn er meer
leveranciers die aan de wensen
kunnen voldoen.",.
Als voorbeelden^ van^ goede
samenwerking met leveranciers
noemt de heer Van Brakel het
voorverpakken van kaas, zoals
dat gebeurt bij de Z.N.Z. (Zuid
Nederlandse Zuivelproducten
B.V.) en de „eigen lijn" in de
melkvoorziening via de N.M.U.
(Ned. Melk Unie). Dat zijn twee
gevallen waarin producent en
afnemer door gezamenlijke in
breng bepaalde zaken rond heb
ben gekregen," zegt hij.
Voor het eerst in de ge
schiedenis zijn in de Simon-
organisatie examens afgeno-
men voor bedrijfsleider
supermarkt". Er waren twee
kandidatendie beiden over
ruim voldoende kennis ble
ken te beschikken om het
predikaat geslaagdte ver-
Veel samenwerking en over
leg is er ook met de productie
bedrijven van Ahold op het ge
bied van brood en gebak.
Verder merkt hij op: „Er
komt ook steeds meer import
bij, zoals de delicatessenspecia-
Ijteiten (-voorbeelden: patésoor
ten, Franse kaas). Deze artike
len kun je volgens de heer Van
Brakel echter meestal brengen
in de vorm zoals zij in het bui
tenland bekend zijn geworden.
Soms is het zelfs vereist om het
artikel hier in ongewijzigde
vorm in de winkel te brengen,
omdat de consument die on
danks alle problemen toch
steeds meer naar het buitenland
lijkt te gaan het dan eerder
„herkent".
Wanneer de heer Van Brakel
de veranderingen als gevolg
van het instellen van een cen
trale inkooporganisatie nog
eens samenvat, dan is zijn slot
conclusie: "De onderhandelin
gen met leveranciers vergen
meer tijd en er is meer be
hoefte aan samenwerking tus
sen de twee partijen. Wanneer
je echter met elkaar "rond"
bent dan geldt een contact
echter ook meestal voor een
lange periode. Voor beide par
tijen is dit gewenst. Een pro
ducent is verzekerd van zijn
afzetAhold weet zich verze
kerd van levering."
werven. Deze geslaagden wa
ren de heren P. Weerkamp
te Krommenie (werkzaam in
het filiaal te Den Helder) en
A. Nowee; werkzaam in
filiaal Frederik Hendrïklaan
te Den Haag.
De heer Th. van Duimen, filia
len-directeur Simon, vindt het
een plezierige ontwikkeling,
dat men nu ook bij Simon
een examen voor bedrijfsleider
supermarkt kan afleggen. Bij
A.H.S.M. was dit al langer mo
gelijk. De opleiding van de twee
bedrijfsleiders nam ruim een
jaar in beslag. Eind 1973 werd
er mee begonnen, tegen het
einde van 1974 werd het exa
men afgelegd.
De heer van Duimen zegt
over de opleiding: „Die was ge
heel op de praktijk afgestemd.
Tijdens de opleiding moest
P. J. WEERKAMP
De heer R. Versloot is bij de Centrale Inkoop belast met
de inkoop van „blikgoed" in de ruimste zin van het woord.
Hier vallen onder: groente- en fruitconserven, visconserven,
zuidvruchten (ook gedroogde) enz. De heer Versloot
bezoekt ook regelmatig „het buitenland", want Ahold
haalt ook het blikgoed uit vele delen van de wereld.
„De gesprekken met leve
ranciers gaan beslist niet uit
sluitend over prijs en hoeveel
heid," vertelt de heer Ver
sloot. „Er komen heel wat
meer punten aan de orde.
Etikettering
Bijvoorbeeld, de grootte van
een blik, de verpakking, hét
etiket. Het gebeurt heel vaak,
dat Ahold de werktekening le
vert voor een eigen etiket, dat
dan in het land van herkomst
van het artikel wordt gedrukt.
Die etiketten moeten onder
andere voldoen aan de eisen
van de Warenwet, omdat het
artikel uiteindelijk in Neder
land wordt verkocht. Daarom
kunnen we de verpakking e.d.
niet zonder meer overlaten
aan een buitenlandse leve
rancier."
Ahold hecht veel waarde
aan een blijvende - of in elk
geval een wat langer duren
de - relatie met een leveran
cier. „Aan eendagsvliegen heb
ben we niets," betoogt de heer
Versloot, „Je zou dan wel eens
een keer voordelig uit kunnen
zijn, maar als zo'n man na kor
te tijd failliet is ben je verder
van huis, want dan is de con
tinuïteit in de levering zoek."
Een langdurig contact heeft
Ahold bijv. met het Franse
bedrijf Bonduelle, dat dop
erwten en sperciebonen in
blik levert. Wij controleren
deze groenten en zoeken de
produktiedagen uit die aan
onze eisen voldoen.
Deze worden via een „slag-
merk" in het blik vastgelegd,
zodat er bij een eventueel pro
bleem precies kan worden na
gegaan, wanneer het produkt
is ingeblikt. Een en ander is
zo geregeld om de kwaliteit
zo nauwkeurig mogelijk in de
gaten te kunnen houden.
Bonduelle behoort al zo'n
jaar of acht tot de vaste le
veranciers van Ahold. Met het
Belgisch bedrijf Marie Thu-
mas (doperwten) dateert de
relatie al van kort na de
Tweede Wereldoorlog.
Het komt natuurlijk wel
eens voor, zo zegt de heer Ver
sloot, dat er een andere leve
rancier wordt gekozen. Dat ge
beurt echter niet dan na rijp
beraad. Vaak probeert men in
overleg alsnog tot overeen
stemming te komen op het
punt waar het probleem ligt.
Soms lukt dit niet en daaj'
kunnen soms noch Ahold, noch
de leverancier, iets aan doen.
De heer Versloot herinnert
zich, dat een aantal jaren ge
leden in Frankrijk steunmaat
regelen van kracht werden,
waar ook de conservenindus-
trie van kon profiteren bij de
export. „Het Franse prijspeil
kwam toen zo veel gunstiger
te liggen dan dat in andere
landen, dat het uit een oog
punt van consumentenbelan
gen onjuist zou zijn geweest
daar geen gebruik van te ma
ken," zegt de heer Versloot,
„Ahold moet het tenslotte heb
ben van een goede bediening
van de consument en daar be
hoortnaast de kwaliteit
ook een lage prijs bij."
Puntsgewijs
Wanneer de heer Versloot
de punten waaraan een inko
per aandacht moet schenken
op een rijtje zet, dan komt hij
tot de volgende opmerkingen:
de markt volgen (als een
oogst groot is kan en zal
dat ook wel de prijs da
len).
tijdstip van aankoop bepa
len.
-ït kennis hebben van de voor-
raadpositie van de leveran
cier (bij een grote voorraad
zal hij wat „williger" zijn
om te verkopen).
kennis hebben van het pro
dukt.
de internationale prijsbe
wegingen volgen.
Hij zegt over dit laatste: „De
inkoopmarkt is veel interna-
tionaler geworden. Vroeger
kwam de ananas uit Hawaii.
Nu zijn Ivoorkust, Zuid-Afrika
en Thailand ook belangrijke
leveranciers van ananas. Man
darijnen in blik kwamen al
tijd uit Japan, maar nu levert
Spanje ze ook. Vis idem dito:
komt uit Canada, Alaska, Ja
pan enz." Daarenboven, aldus
de heer Versloot, moet de in
koper toch altijd de inkoop
bezien door de bril van de ver
koop:
„Het moet een verkoopbaar
artikel zijn, terwijl rekening
moet worden gehouden met
de specifieke eisen, die elke
winkel vorm van Ahold stelt.
Er is dan ook frequent contact
met de verkoopafdelingen, die
ook met hun wensen bij ons
komen. Aan de andere kant
attenderen wij de verkoop op
bepaalde mogelijkheden.
Uit die onmisbare wissel
werking ontstaat het uiteinde
lijke inkooppatroon, zoals dat
verder in overleg met de le
veranciers de telex „ratelt"
soms dag en nacht en de in
koopmensen zijn regelmatig
over de grens gestalte
krijgt."
men in het filiaal zelf afdelin
gen beheren en runnen. Men
werd volledig ingeschakeld in
het normale patroon van de
werkzaamheden."
In zijn verdere woorden komt
tot uiting, dat dit „op de prak
tijk afgestemd zijn" een wezen
lijk kenmerk is van de bedrijfs
leidersopleiding bij Simon. (Om
misverstanden te voorkomen
licht hij nog toe, dat ook in
het verleden bij Simon wel be
drijfsleiders werden opgeleid,
maar er werden nooit examens
afgelegd).
Examencommissie
Toen de twee heren de op
leiding achter de rug hadden
werd er een examencommissie
benoemd, waarin een perso
neelsfunctionaris en twee dis
trictsleiders zitting hadden.
Deze nam het examen (mon
deling en schriftelijk) af aan
de hand van hetgeen er dage
lijks van een bedrijfsleider in
het filiaal kan worden ge
vraagd; bij het examen mocht
normaal worden gebruik ge
maakt van de interne hand
boeken voor bedrijfsleiders.
De heer Van Duimen acht
dit laatste ook een vrij norma
le zaak. Hij stelt: „In het fili
aal hebben de mensen deze
handboeken tot hun beschik
king. Het gaat er niet om pre
cies te weten wat er in staat.
Het belangrijkste is, dat iemand
in deze boeken kan vinden wat
hij denkt nodig te hebben."
"Bedrijfsleider"
Het examen nam vrijwel een
hele dag in beslag en, zoals
reeds opgemerkt, de twee kan
didaten konden na het beraad
van de examencommissie de
gelukwensen in ontvangst ne
men. Het was nog niet moge
lijk hen meteen een filiaal in
beheer te geven, maar dat zal
toch wel op vrij korte termijn
gebeuren, verwacht de heer
Van Duimen. De heren Nowee
en Weerkamp mogen zich ove
rigens wel reeds tooien met de
titel „bedrijfsleider".
Het examen was sterk geënt
op de dagelijkse gang van za
ken in een filiaal. Een van de
opdrachten was bijv. het opstel
len van een weekprogramma
en het daaruit weer afleiden
van een dagprogramma.
„Ons examen is evenals
trouwens de opleiding sterk
praktisch gericht," aldus de
heer Van Duimen. „Daarin ver
schillen wij misschien wel iets
van andere soortgelijke oplei
dingen. Wij vinden het echter
erg belangrijk de mensen juist
met dat praktij k-werk ver
trouwd te maken."
Bij Simon gaat men dan ook
op de ingeslagen weg voort. Er
zijn momenteel zeven bedrijfs-
leiders-in-opleiding.
A. NOWEE