Sinaasappel-import model voor werkwijze Met leverancier „pakket" opbouwen Inkoopdir. kruidenierswaren M. de Boer: Inkoopdirectt ur groenten en fruit A. de Jong: SA-U SPEL Organisat\g Procedure Transport pagina 4 Flitsen Samenwerking tussen leverancier en detailhandel speelt zich soms ver buiten de landsgrenzen af. De heer A. de Jong, hoofd afd. groente/fruit van de Centrale Inkoop van Ahold Detailhandelsgroep B.V., kan daarvan een fraai voorbeeld geven: Spaanse sinaasappelen. Het sinaasappelseizoen in Spanje loopt van ongeveer half november tot begin mei. In die periode haalt Ahold circa 13 miljoen kg (13.000 ton) van de ze oranjekleurige vruchten uit dat land, die per treinwagons naar Nederland worden ver voerd. Per seizoen komen er vpor Ahold 600 wagons sinaas appelen uit Spanje, die achter elkaar gezet een trein van 9 km lengte zouden vormen. „Bij dergelijke hoeveelheden is hét voor een bedrijf als Ahold Oiidöenlijk om zich tot de af zónderlijke telers te wenden," aldus de heer De Jong, „Want het gaat niet alleen om het aan tal kilogrammen, maar ook om de constante kwaliteit en de le vering op tijdstippen, die door ons nodig worden geacht voor een goede bediening van de consument." De heer F. Bruin, inkoper, houdt zich onder meer bezig met de Spaanse citruslijn, waar veel planning aan vastzit. „In nog geen tien dagen moet de si naasappel van de boom op de tafel van de consument kunnen liggen," aldus de heer Bruin. Ahold werkt samen met het exportbedrijf Martinavarro, dat nog enkele grote afnemers in andere landen bedient. „Wij hebben voor de Benelux het al- leenverkooprecht voor het si- naasappelmerk Chico," vertelt de heer De Jong, „Dat gebeurt op basis van een jaarplan, dat wij opstellen met onze Spaanse partners. Die hebben op hun beurt de contacten met de te lers." Er is een hele organisatie op poten gezet om te komen tot een juiste bepaling van tijdstip van de pluk en de vaststelling van de aantallen. Er zijn spe ciale veldcontroleurs, die bij de kwekers nagaan wat en wan neer er kan worden geplukt. Deze veldcontroleurs worden „overkoepeld" door enkele in koper-controleurs, die met steekproeven de juistheid van de genomen beslissingen na- De heer De Jong: „Als alles dan oké is kan de pluk begin nen. Van de telers er zijn kleine, maar ook vrij grote gaan de vruchten naar de in- pakstations. Er zijn er drie, t.w. te Almozaro, Sollana en Jaraco, alle in de omgeving van Valen cia." Ahold bestrijkt hiermee vrijwel het gehele gebied. In de pakstations worden de vruch ten gewassen, gesorteèrd, schoongespoten en gestempeld met het merk „Chico". In de pakstations werken circa 50-75 vrouwen en 25 mannen (voor het zwaardere werk). Het sor teren geschiedt machinaal via transportbanden. Toch komt er ook nog „hand werk" aan te pas en om de si naasappels voor beschadiging te behoeden dienen de Spaanse dames veelal handschoenen te dragen vanwege hun lange na gels! De sinaasappels gaan meteen in netjes (diverse gewichten), dan in kratten, de kratten in de wagons. De gehele operatie vanaf de pluk tot uit het pak- station vergt twee tot drie da gen. Met de wagons is ook nog een probleempje. Het betreft Trans- fesa-wagons, die aan de Franse grens op een ander stel wielen worden overgezet, omdat de breedte van de spoórlijn in Spanje afwijkt van die in an- deré Europese landen. Dat overzetten1 is echter een zodani ge automatische operatie, dat het vrijwel geen tijd kost, zegt de heer Bruin. Het transport van Spanje naar Zaandam vergt circa drie dagen, zodat men na vijf tot maximaal acht dagen de Spaan se sinaasappelen in het DC heeft, 's Nachts gaan ze dan naar de filialen, waar ze ook niet lang blijven liggen! De heer De Jong: „Deze ge hele lijn is een van de meest georganiseerde samenwerkin- gen tussen produktie en detail handel in het belang van de consument. Wij maken op jaar basis een raming van wat er nodig is en aan de hand van deze vraag wordt er geoogst. In feite zijn er dan twee rege lingen: geen aanvoer als er geen vraag is en geen vraag zonder aanvoer. Wat voor sinaasappelen geldt is evenzeer van kracht voor verscheidene andere artikelen, die Ahold uit het buitenland haalt en die men zo vers mo gelijk op de tafel van de con sument wil brengen. De heer De Jong noemt voorbeelden: de „luchtbrug" aardbeien uit Italië, bonen uit Egypte (waar „Pedro" Haagsma mee bezig is), perziken uit Italië (over de weg )enz. Hij besluit: „Wij zijn doorlo pend bezig met nationale en in ternationale operaties om door overleg de gewenste hoeveelhe den en in de gewenste kwali teiten op de gewenste tijdstip pen in de winkels te hebben. Deze overlegsituaties met de le veranciers zijn vaak zo van zelfsprekend geworden, dat wij er bijna niet meer over spre ken. Maar het blijft altijd in teressant, te zien hoe alles in elkaar kan worden gepast." stein: „Daardoor kwam je als winkelbedrijf in aanraking met de agrarische sector. Daar was nog geen sprake van enige schaalvergroting. De afzet van b.v. groente en fruit was altijd, via de veilingen, gericht op kleine afnemers. Ook in de vei lingsector heeft zich echter in de laatste jaren een concentra tie voltrokken." De heer Ligtenstein kent de angst in de agrarische sector, dat een grootwinkelbedrijf als afnemer gevaarlijk is voor de kleine agrarische producent. Hij vindt dat volkomen onge grond: „Wij willen in het ge heel niet vanuit een machtspo sitie de kleine leverancier be naderen. Wat wij zoeken is, dat in de agrarische bedrijfstak door bundeling van goed georgani seerde krachten sterke leveran ciers van deze tijd ontstaan. Waarbij opgepast moet worden, dat het geen al te logge licha men worden. Soms wordt ge tracht de totale hoeveelheid van een produkt vanuit één or ganisatie af te zetten. Wat men dan gaat missen is juist het samenspel tussen le verancier en afnemer. Als alle afnemers slechts één bron heb ben gaan alle voordelen van het individuele contact verlo ren." De heer Ligtenstein merkt op, dat een winkelbedrijf als afnemer niet alle problemen van de produktiekant kan op lossen. Maar men heeft dezelf de belangen: „Als er een te groot aanbod van een produkt is, wordt het voor zowel pro ducent als detailhandel moei lijk om winst te maken. Wel is het soms mogelijk, om door een gezamenlijke actie in een be paald seizoen een artikel wat extra onder de verkoopaan dacht te brengen. Met industri ële leveranciers is regelmatig overleg over dat soort onder werpen." De heer Ligtenstein legt er nogmaals de nadruk op, dat het doel van Ahold is ook met de leveranciers van agrarische produkten een duurzame rela tie op te bouwen. De organisa tie van de agrarische produktie leent zich in het buitenland daar soms meer voor dan die in Nederland, vindt hij. Daarbij stelt hij duidelijk, dat het in de relatie leverancier-af nemer om méér gaat dan alleen de prijs van het produkt. „Sa men met leveranciex's streven wij er naar de totale kosten op de weg van producent naar consument zo laag mogelijk te houden. Het is b.v. dan nodig overleg te plegen over het ver pakken van een produkt, waar bij je als A.H. toch graag je eigen gezicht wilt tonen." Het op elkaar afstemmen van distributieproblemen is hoogst belangrijk. Een voorbeeld van een op-elkaar-afstemmen van administratieve zaken is de fac tuur, die vaak in de vorm van een ponskaart wordt verzon den door de leverancier waar door Ahold deze zonder meer in het eigen administratieve systeem kan verwerken. „Het overleg met de leveran ciers gaat dus nog wel wat ver der dan een „handjeklap" over de prijs," besluit de heer Lig tenstein. „Met veel leveranciers is daar door een basis van continuïteit bereikt die door alle organisa torische wijzigingen in onze in koopsector is blijven bestaan." De heer M. de Boer zwaait op de Centrale Inkoop de scepter over vijf inkopers „kruidenierswaren houdbaar". Hy heeft wel een aantal voorbeelden bij de hand om aan te geven hoe men in de praktijk met een leverancier in een bepaalde sector een „pakket" kan opbouwen. Een goede il lustratie daarvan is te vinden in de wasmiddelen, zo zegt hij. Daarin kwam Albert Heijn in 1967, toen de verticale prijsbinding nog stevig in haar schoenen stond bij dit pro dukt, met de eigen merken Albimatic en Albinet. „De gehele onwikkeling van de wasmiddelenmarkt hebben wij doorgemaakt met dezelf de leverancier," vertelt de heer De Boei'. „En er is veel veranderd." Oppervlakkig be schouwd lijkt al die TV-recla me voor wasmiddelen over dreven, maar men moet niet vergeten dat er zich heel wat wijzigingen hebben voorge daan in de wasmachines en de textiel. Men droeg een aantal jaren geleden meestal een wit overhemd, nu is een gekleurd overhemd schering en inslag. Hetzelfde geldt voor wasma chines. Nu staan in veel hui zen wasautomaten." Aanpassing Een en ander schiep volgens de heer De Boer behoefte aan „aangepaste" wasmiddelen. Albert Heijn heeft aan de wensen van de consument in dit opzicht steeds volledig kunnen voldoen. Het assorti ment bestaat nu ook uit Al- bitex (voor voorwas), Albito- taal (voor voorwas en hoofd was), Albifijn (voor fijne was) en Albibont (voor bonte was). Daarbij is de verticale prijs binding voor wasmiddelen verdwenen, merkt de heer De Boer op, maar desondanks heeft het „eigen merk" een eigen plaats veroverd naast het merkartikel. In eigen laboratorium en ook bij internationaal erkend des kundige instituten heeft Al- bert Heijn „proefwassen" la ten verrichten om te komen tot een optimale kwaliteit van het eigen artikel. De heer De Boer: „Dat was dan echter toch niet volledig gelukt, wanneer wij niet tot een uitstekende samen werking met onze, leverancier waren gekomen. Die was en is ge woon nodig om geen proble men te krijgen. Met onze le verancier hebben wij een to taal-pakket wasmiddelen kun nen opbouwen. Ik geloof ze ker, dat wij daar niet op de zelfde manier in waren ge slaagd wanneer wij ons voor ieder deeltje van dit wasmid delen-assortiment tot een an dere leverancier hadden ge wend, om welke reden dan ook." Daarbij, zo benadrukt de heer De Boer, heeft ook de le verancier zich altijd reëel op gesteld ten aanzien van prijs en kwaliteit: „Van twee kan ten, zowel van onze zijde als die van de leverancier, is be seft, dat het in wederzijds be lang is om de samenwerking steeds zo goed mogelijk te la ten verlopen." Voor elk artikel kan men natuurlijk niet precies dezeix- de handelwijze volgen. Voor koffie bijvoorbeeld stelt de inkoper in Zaandam vast wel ke types hij wil aankopen. Op basis daarvan verricht hij in de koffielanden (vooral Bra zilië, Columbia, Costa Rica, Kenya) in directe contacten met planters en handelaren de inkooptransacties. Op sherrygebied heeft Al bert Heijn (Ahold) zelf in Spanje een type sherry ont wikkeld, dat volgens de heer De Boer bepalend is gewor den voor de Nederlandse smaak op sherrygebied. Ook hierover onderhield Ahold uiteraard veel contacten met leveranciers. Soms wordt er een andere oplossing gezocht (en gevon den!) om aan speciale Ahold- wensen te voldoen. De heer De Boer stipt het geval aan van het zoeken naar een „eigen merk" in de cosmetica. Dit is echter zo'n gespeciali seerde sector, dat het moeilijk is er tussen te komen. Ahold verwierf echter de rechten voor Nederland van de Engel se fabrikant Noxell voor het merk Covergirl. De heer De Boer: „Wij laten aan deze fa brikant in feite de bepaling van het assortiment voor een groot deel over. Modegevoelig De cosmetica is sterk mode- gevoelig. Je moet goed op de hoogte zijn van op een zeker moment gewilde kleuren voor lipsticks, ogenschaduw enz. Een bedrijf als Noxell volgt deze trend op de voet en A- hold laat dit in goed vertrou wen aan hem over." Er zijn ook gevallen waarin delen van een assortiment wel bij ver schillende leveranciers van daan komen. De heer de Boer verklaart dit als volgt: „Wij zoeken dan naar een bedrijf dat voor ons „eigen merk" de beste knowhow bezit en waar de verkrijgbaarheid van grondstoffen het best is ge waarborgd." Zo komt het kattevoedsel waarin vis is verwerkt uit Noord-Duitsland, de brokjes puur vlees voor hond en kat komen uit Antwerpen (aan- voerhaven voor bijv. vlees uit Argentinië), kattebakvulling komt uit Noord-Amerika en het diner en de vleesbrokjes voor de hond komen uit Ne derland. Simon/Miro Mede omdat het voor eigen merken van Simon en Miro vaak om wat kleinere partijen gaat (deze winkeltypen om vatten minder filialen dan Albert Heijn) kan men zich voor deze onderdelen van Ahold wat flexibeler opstel len, zegt de heer De Boer.

Personeelsbladen | 1975 | | pagina 4