Proeven met vleesverkoop
Centrale inkoop vergroot
keuzemogelij klieden
P. Ligtenstein: Voortdurend inspelen
op verschillende verkoopbelangen
-rit
W. A. Scholte: Klant is nog altijd koning
pagina 8
Flitsen
„Als je voor meerdere marketing-concepties moet inkopen,
geeft dat voor alle sectoren! aanmerkelijk meer moge
lijkheden. Je wordt bijvoorbeeld geconfronteerd met een
breder scala van aan produkten te stellen eisen. Tot op
zekere hoogte 'overlappen' deze elkaar natuurlijk wel, maar
dat is geen nadeel. Integendeel, het vergroot niet alleen je
keuzemogelijkheid, maar ook je inkoopkracht."
Dit is naar de mening van de
heer P. Ligtenstein, directeur
van de Detailhandelsgroep
Aliold BV en binnen de groeps
directie speciaal belast met de
Centrale Inkoop (alle levens
middelen, behalve vlees), hèt
grote voordeel van de samen
bundeling van de detailhandels
activiteiten onder één directie
en de daarin verdisconteerde
bundeling van verreweg het
grootste deel van de inkoop.
Speciale instelling
De Centrale Inkooporganisatie
van Ahold's Detailhandelsgroep
is wat het totale pakket be
treft de grootste op het ge
bied van de levensmiddelende
tailhandel in Nederland. Dat op
zichzelf al brengt natuurlijk een
groot stuk „inkoopkracht" mee.
Maar daar komt, aldus de
heer Ligtenstein, nog eens het
grote voordeel bij van het bre
dere „inkoopterrein", dat voor
de diverse winkel vormen (ieder
met haar eigen, specifieke fqr-
mulèj nu eenmaal nodig is.
„Dat levert geen grote prin
cipiële problemen op, al vergt
het uiteraard wel een heel dui
delijke en voortdurende afwe
ging van, wat je zou kunnen
noemen de verkoopbelangen
van alle winkelsectoren".
Alle mogelijkheden
aandragen
„Onze inkopers hebben de taak
uil het hele scala van leveran
cierscontacten en goedex-en-
markten alle mogelijkheden
aan te dragen, die in px'incipe
interessant kunnen zijn voor
alle winkelvormen welke bin
nen het Ahold-concern opere
ren. De eigenlijke inkoopbeslis
singen worden genomen op ba
sis van zorgvuldig overleg met
de verkoopafdelingen van de
verschillende detailhandelssek-
toren. Dat kan natuurlijk al
leen maar, indien met de ver
schillende vèrkoopbelangen
voortdurend rekening wordt
gehouden, daarop telkens weer
goed wordt „ingespeeld". Wel,
als dat goed werkt, kan een
centrale inkoop voor alle win
kelvormen alleen maar ten
voox'dele zijn".
Het klink allemaal zo simpel,
maar wie er goed over nadenkt
die moet wel tot de conclusie
komen, dat dit voor een zo om
vangrijk en gevarieerd assor
timent als binnen de Detail
handelsgroep Ahold wordt ge
voerd, bepaald geen sinecure is.
De heer Ligtenstein is echter
een „doorgewinterde" inkoper:
hij is bij AH altijd bij het in
koopapparaat betrokken ge
weest en hij heeft dan ook alle
organisatorische wijzigingen op
dit terrein meegemaakt. Dat
waren er wezenlijk maar zeer
weinig, doch de meest groot
scheepse wijziging is vindt
hij zelf toch wel de integratie
van de inkooporganisaties van
Albert Heijn en Simon de Wit,
zulks in samenhang met de uit-
deze fusie voortgevloeide ver
koopformules.
Nauw samenspel
„Ik kan niet anders dan con-
stateren, dat het gelukt is", zo
zegt de heer Ligtenstein, „al zal
er natuurlijk nog wel enige tijd
overheen gaan voor de nieuwe
inkooporganisatie optimaal
draait. Een voordeel daarbij is
evenwel, dat we binnen deze or
ganisatie zeer geconcentreerd
kunnen werken aan het doel
dat ons voor ogen staat. Er is
in de praktijk veel meer en veel
nauwer samenspel mogelijk dan
in een situatie, waarbij twee of
meer inkoopfilosofieën naast
elkaar werken".
Nauw samenspel tussen de
diverse inkoopsegmenten dus.
Met de afdelingen van de ver
koopvoorbereiding is echter, zo
drukt de heer Ligtenstein het
uit, een „verschrikkelijk nauw
samenspel" nodig.
Beide groeperingen moeten
voortdurend nauw contact on
derhouden en de Centrale In
koop moet nauwkeurige infor
matie hebben over de samen
stelling (en de ontwikkelingen
daarin) van de verschillende
assortimenten, het kwaliteits
niveau, de prijsstelling, de pro-
motion-acties enzovoorts.
„Alles is voortdurend in be
weging en dat maakt het hoofd
stuk Centrale Inkoop extra
boeiend", aldus de heer Ligten
stein, die er overigens tenslotte
nog op wijst, dat de veranderin
gen in de grondstoffenmarkt in
de nabije toekomst nog wel eens
grote problemen kunnen gaan
opleveren. „Onze generatie is
opgegroeid met de constante
aanwezigheid van grote buffer
voorraden: tarwe in de VS, kof
fie in Brazilië enz. De laatste
jaren is in die situatie een op
vallende wijziging gekomen, en
wel in de richting van schaar-
stesituaties. Het is vanzelfspre
kend onze taak die ontwikke
lingen nauwlettend gade te
slaan, om er adequaat op te
kunnen inspelen".
De consumenten blijken in het algemeen minder warm
gelopen te zijn voor voorverpakt vlees dan een aantal jaren
geleden wel werd verwacht: de voorkeur van de meesten van
hen gaat nog steeds uit naar persoonlijke bediening door de
slager, ook al is het vlees dan wat duurder. Om deze reden
heeft de Detailhandelsgroep Ahold BV besloten in enkele
supermarts proeven te nemen met een combinatie van de
twee verkoopmethoden: een deel van het vlees via bediening,
de rest op de bestaande (voorverpakte) manier.
Dit vex-nam Flitsen van direc
teur W. A Scholte, die in de
groepsdirectie speciaal belast
is met Personeelszaken, Orga
nisatie, Prospecting van nieuwe
vestigingen, distributie en
transport, de vers vleesverwer-
ving, centrale slagerijen en tot
eind 1974 met de leiding over
de Etos discountdrogisterijen.
Een stukje terugkeer van de
oude bedieningssfeer dus en
dat zou als de proefnemin
gen goed verlopen wel eens
kunnen uitdraaien op het be
sluit om de vleessoorten die in
dit opzicht het meest gevoelig
zijn, in filialen, waar dit mo
gelijk is, uit het voorverpak-
kingsproces terug te nemen. En
dat zou er op zijn beurt wel
eens toe kunnen leiden, dat het
aantal centrale slagerijen (er
zijn er nu Vijf) niet verder zal
worden uitgebreid en op den
duur zelfs worden samenge
voegd.
Koning
D.e centrale slagerijensector
heeft de laatste jaren overigens
een geweldige groei doorge
maakt met als hoogtepunt de
opening (in 1973) van de grote
centrale slagerij in Zaandam,
een voor Nedex-land uniek be
drijf.
Bij de invoering van voor
verpakt vlees liep Albert Heijn
index-tijd voorop, mede, omdat
men zag aankomen dat het
steeds moeilijker zou worden
voldoende vakbekwaam sla-
gex-spersoneel aan te trekken.
Een verwachting die bewaar
heid werd, maar zo zegt de
heer Scholte als veel con
sumenten de voorkeur blijven
geven aan persoonlijke bedie
ning bij de aankoop van bepaal
de soorten vlees, wel, dan zul
len we alles moeten doen om
hen daarin tegemoet te komen.
De klant is tenslotte altijd nog
koning, nietwaar?"
Herwaardering
van arbeid
De heer Scholte heeft zo
als uit onze zoëven gegeven op
somming blijkt een groot
aantal verschillende taken bin
nen de groepsdirectie van de
Detailhandelsgroep en hij had
ons dan ook bijzonder veel te
vertellen. De beschikbare
ruimte legt ons echter aan ban
den en daarom moeten we vol
staan met hier en daar een
(overigens welovex-wogen)
greep te doen. Nu derhalve snel
over naar Personeelszaken.
Ook hier blijkt men met
proeven bezig te zijn in het
DC Tilburg en wel met een zo
danige herverdeling van een
aantal min of meer „eentonige"
werkzaamheden, dat deze bij
toerbeurt door vei-schillende
mensen wordt verricht, bij voor
keur uiteraard mensen van de
zelfde afdeling of in hetzelfde
bedrijf. De bedoeling hiervan is
dat deze medewex-k(st)ers niet
meer dag-in-dag-uit precies het
zelfde werk doen. maar daaren
tegen een grotere variatie in
hun werkzaamheden krijgen,
waardoor zij naar waar
schijnlijk mag worden aangeno
men ook meer bevrediging in
het wérk zullen vinden. „Dit
heeft", aldus de heer Scholte,
„direct te maken met de vrij al
gemeen gewijzigde gedachten
over de waardering van (vooral
eenvoudige) arbeid. Er zal op
dit terrein een herwaardering
gaan plaatsvinden, opwaarde
ring eigenlijk, en dat is ook mo
gelijk door een aantal functies
met name in de uitvoerende
sector een bredere, meer ge
varieerde inhoud te geven. In
het distributiecentrum te Til
burg zijn daarmee de eerste
proefnemingen gehouden: een
vrij groot aantal medewerkers
vervult diverse functies, die
zij voorheen ieder voor zich uit
oefenden, nu met elkaar. De
eerste ex'varingen met het „on
derling uitwisselen van taken"
zijn erg gunstig en in 1975 gaan
we die weg dan ook in sneller
tempo verder vei'kennen.
Personeelsbeleid
Vraag: „Gaat clat ook in de
winkels gebeuren?"
DE HEER SCHOLTE: „Ja, ook
in de grotere filialen zullen we
waarschijnlijk „wisselfuncties"
invoeren, al is daar natuurlijk
niet zoveel specialisatie vereist
als in bijvoorbeeld een groot
distributiecentrum. Men ver
richt daarom toch al vaak ver
schillende taken, al naar ge
lang het op een gegeven mo
ment uitkomt". Overigens, zo
vertelt de heer Scholte tenslot
te: We zullen in 1975 o.m.
door onderzoekingen onder het
personeel zelf nagaan in hoe
verre het personeelsbeleid nog
beantwoordt aan de behoeften
en verlangens van de werkne
mers zélf. Ook in sociaal op
zicht willen we graag een mo
derne onderneming zijn en blij
ven."