NADER BEKEKEN „Steeds meer nadruk op verkoopsector" Verkoper moet zich kunnen identificeren met winkeltype Diverse groepen tot één AH-filosofie brengen" H. C. POLLMANN: E. DE GROOTE: K. DORSMAN: Fiita&rt pagina 3 Aangezien alles wat met de reorganisatie samenhangt, totnogtoe eigenlijk slechts sche matisch aan de medewerkers is voorgehou den, zal „Flitsen" er naar streven om voortaan de zaak successievelijk wat nader te bekijken. Om te beginnen, worden hierbij de verkoop afdelingen van AHSM en Simon/Miro onder de loep genomen. Via de respectievelijke hoofden van dienst wordt aldus een inzicht gegeven in de taak, organisatie e.d. van deze afdelingen in de nieuwe opzet. Inkoop en verkoop liggen in eikaars verlengde en horen by elkaar." Dat was een aantal jaren geleden de gedachten- gang bij Albert Heijn en hierin paste het samenvoegen van beide sectoren tot het onderdeel "merchandising". In de nieuwe organisatievorm, waarbij alle detailhandelsactiviteiten zijn ondergebracht in de Retail-groep, zijn deze inkoopfuncties en verkooptaken weer voor het grootste deel gescheiden. De heer E. de Groote is als hoofd verkoop food Miro en hoofd verkoop Simon ingepast in de nieuwe organi satie van de Retail-groep. Ook de winkels van de sector S-discount als onderdeel van Simon vallen onder zijn verantwoordelijkheid. „Een verkoper moet zich kun nen identificeren met zijn winkeltype," aldus de heer De Groote. In de praktijk bleek het wel inkoopman als ver- dan ook moeilijk om voor koopman te zijn, wat toch alle distributiekanalen zo- eigenlijk het wezen is van „De nadruk is steeds meer op de verkoopsector komen te liggen," zegt de heer H. C. Poll- mann, Senior Merchandiser Non Foods van de Retail-groep. „Het was daarom niet onlogisch te komen tot een organisatie- vorm, waarbij de vroegere mer chandising grotendeels is omge zet in een inkoopcentrale voor de detailhandelssector." Non-foods Bij de inkoopcentrale komen de opdrachten tot inkoop van de verkooporganisaties, waar bij met name Albert Heijn Supermart B.V. een belang rijke plaats inneemt, zeker voor wat betreft de non foods. Deze nemen in de winkels van Si mon, S-discount en Verbrumar een minder belangrijke plaats in door het daar anders getinte assortiment. „Wij zijn eigenlijk nog al leen merchandising voor de filialen van Miro en Lita," zegt de heer Pollmann. „Deze heb ben een uitgebreid assortiment, ook in non foods. Probleemartikelen Daarin zitten ook wat wij wel noemen „probleemartike len". In onze terminologie zijn dat artikelen, die bij de ver koop een zekere specialistische begeleiding nodig hebben. Het zijn geen echte toonbank-arti kelen. Voor een plastic emmer is geen begeleiding nodig. Voor zo'n artikel zijn wij inkoopcen- ti-ale. Bij de verkoop van een kleurentelevisietoestel is wel een zekere nazorg en begelei ding vereist. Dan zijn wij weer echt „merchandising", omdat wij bij de inkoop al met deze verkoopeisen worden gecon fronteerd." In de Miro-zaken met een assortiment van 13.000 artikelen alleen al in de non foods, komt dit veel voor. Ook bij de Lita's is dat het geval. De heer Pollmann maakt on derscheid tussen verbruiksarti- kelen (probleemloos) en ge bruiksartikelen (vereisen spe cialistische kennis en behan deling). Verschuiving Er is echter wel een voort durende verschuiving aan de gang van „probleem" naar „probleemloos" artikel. De heer Pollmann schat dat de laatste categorie in tien jaar wellicht in omvang is vertwin- tigvoudigd. De nieuwe opzet heeft tot gevolg gehad, dat de super- martsector van Albert Heijn nu een eigen verkoopstaf non foods heeft gevormd. De vroe- „Alle activiteiten die niet di rect het eigen gezicht van een winkel type bepalen zijn thans gebundeld. Dat kon bijvoorbeeld met de inkoopafdeling. Voor de verkoop was dat uiteraard niet te doen, want juist de manier van verkopen bepaalt het on derscheid tussen de diverse winkeltypen van Ahold". Twee secties Elke winkelvorm heeft een „topman"; voor A.H.S.M. is dat de heer Ahlqvist. Onder hem ressorteren twee secties; ver koop (de heer Dorsman) en operations (verdeeld in S.M. onder de heer Beijers en Z.B. onder de heer Zwarts). De heer Dorsman licht toe, dat deze sectoren vroeger onder verschillende „directoraten" vielen wat in de dagelijkse praktijk niet altijd even vlot werkte. Nu men onder één leiding werkt kan vooral het contact met de winkels beter tot zijn recht komen, vindt hij. De verkoopafdeling is ge splitst in een aantal groepen: Kruidenierswaren houdbaar, gere merchandising treedt op als inkoopcentrale voor Simon, AH Supermart-bedrijven, S- discount, Toko en Verbrumar. De heer Pollmann: „Er kwam van de verkooptaak van de merchandisers voorheen toch niet al te veel terecht, omdat men meer op pad was om de inkoop te verzorgen dan aan wezig was bij de oplossing van verkoopproblemen. Om een en ander voor de Miro's (en Lita's) te coördineren zijn Miro-ver koopleiders binnen de mer chandising non foods organi satie gebracht. Dat loopt nu uitstekend." Kruidenierswaren vers, Groen te/Fruit/Bloemen: Vlees en Verse kip; Landelijk Non Food/ Drogmetica; Groot Non Food. Verschillende steundiensten staan daarnaast de verkoopaf deling terzijde. Als hoofdtaak ziet de heer Dorsman: het tot één A.H.-filo sofie brengen van de diverse groepen, het duidelijk maken in welke richting men wil gaan en hoe de doelstellingen het best kunnen worden verwezenlijkt. Na een aarzelend begin (in augustus) is de algemene indruk dat men nu redelijk op de goede weg is, aldus de heer Dorsman. De „filosofie" van A.H. om schrijft hij als volgt: Het bren gen van een groot assortiment levensmiddelen, aangevuld met non food. Daarbij een duidelijk onderscheid met discounters door grote aandacht aan de „vers"-groepen, zonder uiter aard de „droge" kruideniers waren te vergeten. Het prijspeil zal daarbij niet te veel af mo gen wijken van dat van de dis counters. Juist die extra grote aandacht voor de „vers"-groepen geeft een mogelijkheid zich met een ruim assortiment te onderschei den van een discounter. Daarom zal dit in de toekomst nog ver der worden uitgewerkt. Als een belangrijk punt ziet de heer Dorsman in de ver- kooppolitiek van A.H.S.M. dat men het „onestopshopping" mo gelijk maakt. Men moet alles onder één dak kunnen krijgen wat men aan levensmiddelen in huis wil halen. Voorop Albert Heijn moet daarbij voorop lopen bij produktver- nieuwing, bij speciale promo ties in de winkel en met een voor de klant zo aantrekkelijk mogelijk assortiment. „Ik geloof, dat wij dat voorop lopen beter kunnen bereiken in de organisatie zoals wij die nu kennen, dan voor heen het geval was „zo zegt hij. Bfj communicatie tussen ver koopleiding en de filialen be merkt men er nu al duidelijk de voordelen van. de merchandisersfunctie. Naarmate het aantal va riaties in winkeltypen toenam werd het logi scher om de verkoopfunc tie te specialiseren. Dat is nu gebeurd en de heer De Groote be vindt zich er na 5 maan den wel bij. Uit een oog punt van organisatie was het mogelijk de verkoop van Simon (plus S-dis count) en Miro-food wel bij elkaar onder te bren gen. Praktisch geeft dat geen moeilijkheden, om dat er voor deze winkel typen voor wat betreft assortiment, prijs, promo tie en presentatie, onder leiding van de heer De Groote afzonderlijke ver koop organisaties gefor meerd zijn. De voornaam ste verschillen van de de drie winkeltypen zit ten in de omvang van het assortiment, dat bij S- discount uit circa 600, bij Simon uit ongeveer 1000 en bij Miro uit meer dan 2000 food-artikelen be staat. Bij de assortiments- opbouw van deze assorti menten is de identificatie van de verkoopman met de consument van het grootste belang. Snel inhaken Een groot deel van de agenda van de heer De Groote is gevuld met be sprekingen met verkoop functionarissen en de in koopafdelingen. Met de inkoop bespreekt men on der meer het „optimali seren van het assorti ment", alsook het snel inhaken op ontwikkelin gen in de markt die voor een bepaalde filiaalsec tor van belang kunnen zyn. Het verkoopapparaat Vervolg op pagina 2 Ook in de filialen is men met de nieuwe gang van zaken ken nelijk zeer gelukkig. Dat valt bijvoorbeeld niet alleen af te leiden uit de wijze waarop de gegeven adviezen worden opge volgd, maar ook uit de vele reacties en goede ideeën die vanuit de filialen naar ons toe komen. In de nieuwe organisatie van de Detailhandelsgroep be kleedt de heer K. Dorsman de functie van adjunct-directeur verkoop A.H.S.M. Ook hij meent, dat het een logische ont wikkeling is geweest over te gaan tot enerzijds een scheiding van werkzaamheden en anderzijds een bundeling van activi teiten. Voorheen had elke winkelsector een eigen inkoop afdeling gecombineerd met de verkoopafdeling.

Personeelsbladen | 1975 | | pagina 3