,Pensioenvader' Kraaij nu zelf aan bod Vezeno- dividend I.B.W.-diploma's niiiiiiiiiiiiiii Laatste ronde afkoop van rentekaarten pagina 10 Flitsen 00 65 Zoals in landelijke dagbla den onlangs in advertenties is bekendgemaakt, is op de Vezeno-certifikaten, welke destijds ter hand gesteld werden aan verzekeringsne mers, het dividend over het boekjaar 1973 vastgesteld op 8*/.. Dit betekent dat op di vidend-bewijs nr. 8 na af trek van 25% dividendbelas ting ƒ3,- betaalbaar is gesteld. De verzilvering kan geschieden bij elk kantoor van de Nederlandse Midden- standsbank N.V. Ter verdere informatie: certifikaten of dividendbe wijzen kunnen niet door Ve- zeno noch door de Stichting Administratiekantoor Vezeno tegen betaling worden terug genomen. Mocht overwogen worden het cërtifikaat te verkopen, dan kan men zich in verbin ding stellen met de volgende kommissionairs in incouran te fondsen: D. W. Brand, Keizersgracht 215, Amsterdam-C, tel. 020 -6 41 64 Broekman's Commissie- x bank N.V. Herengracht ïwr124 -128, Amsterdam-C., _^el. 020 - 23 89 26. Ëfi^öatste gedane koers is 113% De volgende personen ztfn ge slaagd voor het examen „Ma nagement voor Middenkader", na een opleiding aan het Insti tuut voor (Bedrijfswetenschap pen (I.B.W.) te Bilthoven: de heren L. Klerks, G. Coonen en II. Dekkers. Zij behaalden het diploma door met goed gevolg tentamens af te .leggen over de onderwerpen: Management en Manager; Ma nagement en Organiseren; So ciaal beleid; Communicatie; Management technieken; Krea- tiviteit en Motivatie. Op 1 juli begon de laatste pe riode van de afkoopregeling voor de vroegere bezitters van rentekaarten. Deze keer zijn ook zij aan de beurt die in een der jaren 1925 t/m 1930 zijn geboren en wier ouderdomsrente bij het berei ken van de 65-jarige leeftijd minder dan f 60,per jaar zou bedragen. In de praktijk wil dit zeggen dat in de meeste van deze ge vallen alleen dan afkoop plaats vindt als in totaal minder dan voor f 286,is geplakt. Om het aan rentezegels ge- geplakte bedrag (vermeerderd met interest) terug te krijgen, kan men zich wenden tot de Raden van Arbeid. Aanvraag formulieren met toelichting zijn daar en op alle postkantoren te verkrijgen. De mogelijkheid tot aanvra gen geldt ook nog voor hen die -in de vorige uitbetalingsperio den aan de beurt zijn geweest, maar tot nu toe hebben ver zuimd een aanvraag in te die nen. Precies een jaar komt hij tekort om het halve eeuw feest als AH'r te vieren. Maar een dienstverband van 49 jaren is óók heel aardig en daar is onlangs dan ook uitbundig bij stil gestaan toen er node af scheid genomen werd van de heer C. Kraaij, directeur van de N.V. Pensioenfonds Albert Heijn. Hij is 65 ge worden en met pensioen ge gaan; een man die van zich zelf zegt „het is allemaal niet zo spectaculair ge weest, al zijn ei loei wat saillante punteneen man ook die in en buiten het be drijf verschillend wordt gezien. Karakteristiek er zijn er (gepensioneer den) die in hem de gulle Sinterklaas zien omdat hij toch maar voor hun pensioen zorgt; er zijn er (werkers in het bedrijf) voor wie hij de onmisbare raadgever is op financieel gebied, zo als b.v. bij een lening voor het kopen van een huis; er zijn vele ouderen die hem kennen als een brok onverzettelijkheid uit de illegaliteit; er zijn er ook velen, die het meer dan betreuren dat hij zijji activiteiten op sociaal, maatschappe lijk en kerkelijk gebied wat heeft teruggebracht. Een bonte opsomming, waar van hij glimlachend zegt: „Je rolt van het een in het ander en dan groeit het werk vanzelf uit". De eerste stap bij AH zette hij in 1925, als jochie van zestien met. mulo-diploma. Hij had graag naar zee gewild, maar werd daarvoor afgekeurd vanwege zijn ogen. „Dan ga je maar naar kantoor", zegt hij. Start Hij was jongste bediende aan de Westzijde, bleef dat maar korte tijd, want zijn aanleg voor administratieve bezighe den werd blijkbaar snel door anderen, d.w.z. zijn chef, door zien. Militaire verplichtingen riepen hem weg, maar hij kwam terug, beter gezegd hij mócht terug komen. „Het was wat anders dan tegenwoordig", zegt hij, „maar er was me ge zegd dat ik terug kon komen en tegen de nieuwe chef zei ik dan ook dat het beloofd was. Wel, het kon, maar voor min der geld". Hij werd kassier, deed reke ning-courant in het bedrijf dat toen al bezig was flink uit te dijen en in de avonduren nam hij privélessen en bezocht avondscholen. Allemaal cursus sen op administi-atief gebied. De oorlogsjaren zetten opnieuw een tijdelijk punt achter het burgerleven; hij werd opgeroe- ben ik maar blijven hangen. Het dynamische in dit bedrijf trok me trouwens wel". Als „tegenwicht" voor zijn werk werd hij aktief op kerke lijk gebied, ook op politiek ter rein o.a. als lid van de gemeen- zijn kleine jongens vergeleken bij vele anderen". Over de toekomst van de pensioenvoorziening zegt hij: „Het ideaalbeeld is dat je houdt wat je hebt, dat je na pensio nering je inkomen behoudt, maar dat zal qua kosten nooit uit te voeren zijn" En verder: „Een goede stap is dat overleg wordt gepleegd om landelijk voor alle werkgevers een pen sioenplicht in te stellen, er is een streven om over de hele li nie 70% van het eindloon uit te betalen, in grote bedrijven (waaronder AH) gebeurt dat al, en er wordt gedacht aan een stijging van het weduwenpen- sioen". Problematiek Daarnaast zijn er tal van an dere problemen, waarvan hij er enige als voorbeeld aanhaalt. Een ongehuwde man werkt en verzorgt zijn moeder, hij sterft, maai- de moeder krijgt geen pensioen. Een man en een vrouw, al of niet getrouwd. De man doet de huishouding, de vrouw werkt, zij sterft, maar de man krijgt geen pensioen. De heer Kraaij: „Extreme voor beelden zijn het niet, deze en dergelijke gevallen komen voor en zijn altijd erg triest". Toch zullen dergelijke pro blemen voor de heer Kraaij verder weg raken omdat hij sinds kort niets meer van doen heeft met de pensioenen van anderen. Wat hij in de verkre gen tijd gaat doen is nog totaal onbekend. Een uitgesproken hobby heeft hij niet, een doe- het-zelver is hij niet. Wel gaat hij veel lezen, hoopt hij ten toonstellingen op historisch ge bied te gaan bezoeken, wil hij wat meer gaan wandelen en fietsen „Voor fietsen moet ik eerst in training, want m'n kleinzoon zei laatst dat ik niet mee hoefde omdat ik zo lang zaam ging op de fiets." Bezigheden In de service-flat in Bergen waar hij sinds enige tijd woont vanwege de gezondheidstoe stand van zijn vrouw, is hij voorzitter van de flat gewor den. Hij werkt nog voor de So ciale Werkplaatsen Noord-Ken- nemerland, fungeert als vraag baak op financieel terrein voor familie en kennissen, hij heeft twee kinderen en zeven klein kinderen, van wie de laatsten bij toerbeurt een weekeinde ko men logeren. Op de valreep zegt hij nog dit: „Ik heb erg veel te danken gehad aan wijlen de heer J. W. de Vries, indertijd de financi- eel-economische - man van Al- bert Heijn, ik heb bijzonder prettige medewerkers en één van de dingen, die mij bij AH het meest hebben aangespro ken, is wel dat je de mensen verantwoording moet laten dra gen". Genoeg En tot besluit: „Ik hijg niet naar het einde toe, maar ik vind 65 wel de leeftijd dat je moet stoppen. Je levensritme wordt dan wat trager, je vaart in je werk grotendeels op erva ring, maar de echte pushing po wer ontbreekt toch". Om die reden en omdat hij zijn opvol ger kent als een uiterst be kwaam man, draagt hij, de Sin terklaas voor de gepensioneer den, staf en mijter graag over aan de 37-jarige heer J. W. Brinkhuis. "IIc heb de leeftijd om te stoppen". pen als sergeant bij de infanterie, werd de eerste dag van de oor log overgebracht naar Rotter dam en ingedeeld bij de mari niers en maakte daar o.a. het bombardement mee. Ook raak te hij meer" en meer verzeild in het illegale werk, waardoor hij enige keren moest onderdui ken. „Mijn vrouw en ik deden dat werk al een beetje maar we raakten er dieper in doordat we Slomp, beter bekend als Frits de Zwerver, nogal eens te logeren hadden." Werken bij AH in die tijd? Nou, het begon met een halve dag niet naar kantoor en in het laatste jaar praktisch geheel niet. Formeel was ik administratiecontroleur bij Albert Heijn, een functie waardoor je veel op straat moest zijn en van filiaal tot fi liaal ging. Ik had een legitima- tiekaart bij me en als ik aan gehouden zou worden kon ik die laten zien. Gelukkig ben ik nooit aangehouden". Duidelijk blijkt dat hij liever niet praat over die tijd, dat hij niet verder wil ingaan op het werk als pro vinciaal leider van de Lande lijke Organisatie van Onderdui kers. Dubbel leven „Je leidde eigenlijk een dub bel leven", zegt hij en ter ver duidelijking: „Ik was diaken in de gereformeerde kerk, het is voorgekomen dat ik na de avonddienst naar huis ging om me van m'n zwarte pak te ont doen, naar Amsterdam trok, daar de nacht doorbracht, 's morgens om vijf uur meedeed aan een overval op de Wetering schans en om half negen weer op kantoor zat." Het rustiger burgerzijn kwam pas na de oor log, toen hij chef de bureau werd bij AH. Dat hield in dat hij de hoofdboekhouding deed, office-manager was, personeels chef was („Ik heb veel men sen aangenomen") en werk deed voor het pensioenfonds. „Ja, dat was er in 1925 al, juist het jaar waarin ik in dienst trad, maar dat is louter toeval". Hij verheelt niet dat hij veel gesolliciteerd heeft. „Ik heb wat afgeschreven, maar steeds weer bleek dat ik er niet beter op zou worden» bU AH betere perspectieven had en daarom teraad van z'n geboortestad Zaandam. Na zijn verhuizing naar Heiloo werd hij bestuurs lid van de Sociale Werkplaats aldaar. Taakomschrijving Meer en meer groeide AH, meer en meer kwamen er func ties voor specialisten. De heer Kraaij werd in 1960 benoemd tot directeur van het Pensioen fonds en bleef dat tot voor kort. „Het werk deed ik al ver voor 1960, alleen is toen die functie geschapen". Wat voor werk het is? „Wij hebben de beschikking over geld en dat moeten wij be waren tot het een keer tot uit kering komt". Ter verduidelij king: „Het pensioenfonds be legt in onroerend goed, sluit, leningen af, heeft aandelen. Vanwege de beleggingen in on roerend goed moet er vooral veel gepraat worden met bou wers, verder zijn er veel tele fonische en schriftelijke kon takten. Dat is één kant van het werk, de andere kant bestaat uit de pensioenregelingen zelf. We praten met de mensen, geven voorlichting, houden dagen voor gepensioneerden en juist dit jaar hebben we veel toelichting gegeven in verband met het nieuwe pensioenreglement". „Het is rustig werk", zegt de heer Kraaij, die evenals zijn medewerkers („een geweldig team") ook adviezen geeft aan medewerkers die met financië le problemen zitten. „Voor som migen ben ik een soort van ouderwetse dorpsnotaris", zegt hij. En over het pensioenfonds zelf: „Als het overal zo was als bij AH zou er al heel wat ge wonnen zijn. Wij liggen niet voorop, maar we zijn een heel eind op de goede weg". Cijfers Ter illustratie enige cijfers over het pensioenfonds. In 1948 bedroeg het aantal verzekerden 1210, in 1960 3874 en in 1973 11239. In geldbedragen wordt de groei van het fonds aldus aangeduid: in 1948 2 miljoen, in 1960 17 miljoen, in 1973 110 miljoen. „Die laatste cijfers zijn geflatteerd door de geldont waarding", licht hij toe, „en al klinkt 110 miljoen erg veel, wij

Personeelsbladen | 1974 | | pagina 10