H. K. Engel na 28 Albert jaren: ,Ik ben het omgekeerde van 'n solitair' pagina 6 Flitsen Geschreven portretten van meer of minder bekende medewerkers binnen ons concern hebben vooral de laatste tijd met een zekere regelmaat enige kolommen van dit personeelsblad ge vuld. De pagina die ditmaal voor u ligt, springt eigenlijk een beetje uit de geijkte reeks, waarbij het er veelal om ging, iemand wat meer „uit de verf' te laten ko men, dan wel om het beleid van een bepaalde persoon te helpen toelichten of diens visie op sommige zaken te verduidelijken. Deze keer zijn de woor den bewust opgetekend bij een afscheid. Afscheid van de heer H. K. Engel, die Het mocht zo'n 65 jaar gele den geen "Hein" worden, maar dat het leven van Hendrik Klaas Engel tenslotte geduren de 28 jaar toch wel is bestem peld door die andere „Heijn", is een schoolvoorbeeld van een toevallige samenloop van om standigheden. Nu breekt in augustus voor hem het ogenblik aan, waarop de „pensioengerechtigde" jaren beginnen. Aanleiding voor „Flitsen" om deze ras-Albert Heyner eens terug te doen blik ken in de tijd. Meubel Een periode, waarin hij bin nen ons bedrijf een soort „meu bel" werd. Makkelijk verplaats baar dat heeft zijn loopbaan bij AH wel bewezen maar misschien wel daardoor moeilijk weg te denken uit ons „inte rieur". Want, wie kent H. K. E. niet? De inmiddels zilvergrijze heer, wiens uiterlijk doet den ken aan dat van een Britse Lord, maar met de zwierige charme van een Maurice Che valier. Terug naar '46 H. K. E.: „Ik kwam uit Indië en zocht een job. Wat het moest worden; daar had ik aanvan kelijk geen idee van. Ik was voor de oorlog planter geweest". Wat doet men in zo'n geval van twijfels? „Ik koos voor een psychotechnische test. De uitslag was: personeelschef". „Het was een vermakelijke situatie", herinnert H. K. E. zich, terwijl hij van zestien hoog m de H.K.-toren over het Zaan- se land staart. Routine „Bij die test gaven ze een aardige opdracht; die luidde al dus: „Stel u voor dat u burge meester bent van een dorp van 3000 zielen. Er is een overstro ming en u moet binnen 24 uur in totaal 10.000 mensen uit omliggende dorpen aan on derdak helpen. U krijgt een half uur om een oplossing te be denken". Dat halve uur bleek H. K. E. niet nodig te hebben. Na tien binnenkort wordt gepensio neerd. Het is grof geschetst het verhaal van diens werkzame leven. Geen por tret zozeer, al is hij degene geweest die Flitsen als hoofdredacteur een gezicht hielp geven. Van het eerste nummer af aanvankelijk als schrijver en door de ja ren heen als supervisor. Het is alleen al om die reden dat de Flitsen-redactie aan bijgaande tekst gaarne ruimte wijdt. Dankbaar voor hetgeen de heer Engel door en door Albert Heijner als hij is tot stand heeft gebracht. Wat dat zoal was, laten wij hierbij de revue nog eens passeren. minuten had hij het karwei-in- theorie geklaard en zat hij al rustig een Egyptische sigaret te roken. Later, bij de bespreking van de test. vroeg een verbaas de onderzoekleider, hoe het mo gelijk was, dat hij zo'n nogal ongewone opdracht zo snel had kunnen uitwerken. „Ja", aldus H. K. E., „zij kon den niet weten dat ik indertijd als reserve-officier in Padang op Sumatra voor het feit heb gestaan om acuut 30.000 eva cués uit Singapore onder dak te brengen. Hotels, scholen, ca fetaria's, stro, alles letterlijk heb ik toen moeten confisceren. En bij die bewuste test wist ik de checklist voor die operatie zo ongeveer nog uit het hoofd. Vandaar!! Waarmee zich plotseling een heel andere Engel openbaart, dan de man, zoals velen van ons hem hebben leren kennen. Geboren Zaankanter, die hij van huis uit al was, besloot hij in 1930 naar het toenmalige Ne- derlandsch-Indië te gaan. Het was midden in de crisisjaren. Uitzichtloos voor het opbouwen van een goede toekomst in Europa. Indië bood uitkomst, zeker voor iemand die was ver knocht aan het buitenleven. Al leen; hij had niet slechts met zichzelf rekening te- houden. H. K. E.: „Ik ging toen al ze ven jaar om met een meisje van het-Gym met wie ik inmid dels overigens al 44 jaar ge trouwd ben dus ik had wel behoefte aan enige vooruitzich ten". „Wat stel je je voor", vroeg mijn aanstaande schoonvader logischerwijs. Nou, ik wilde dan manager worden. Om in elk ge val iéts te hebben haalde ik een boekhouddiploma via een stoomcursus in twee maanden tijd. En uiteindelijk werd het dus theeplanter bij de H.V.A. op Sumatra. Het was een pracht tijd, tót dat de Japanners de grote over steek naar de Archipel maak ten. Mobilisatie H. K. E. werd gemobiliseerd als reserve-eerste-iuitenant op Sumatra. „Totdat we eruit wer den gebombardeerd". Toen werd het Birma. Van n?ei 1942 tot augustus 1945 ploe teren aan een spoorlijn. Dwang arbeid, die later miljoenen over de gehele wereld via het film doek in beroering zou brengen. Niets is ook hem in die perio de bespaard gebleven en toch ,,Ik had Birma nooit willen mis sen. Ik heb er veel vriendschap ondervonden. Dat gaf je geloof in het mensdom. Ik geloof dat die episode goed voor ons aan passingsvermogen is geweest". Repatriëring In maart 1946 keerde het ge zin Engel in Nederland terugi" Zo werd het weer de Zaan streek. Als personeelschef in de fabriek bij Albert Heijn in Zaandam, waar destijds in het totale concern nog maar zo'n 3000 man werkten. Ik had er niet zoveel moeite mee, want ik geloof dat ik het omgekeerde ben van een solitair. En boven dien: Bij Albert Heijn krijg je meteen de ruimte. „Ja, eigenlijk zit ik er van te kijken, wat we toen in het be gin al meteen hebben uitge dacht", mijmert H. K. E. zonder een vleug eigendunk. „We gin gen extra voeding en fietsban den organiseren" voor het per soneel een nawee van de oor log. Maar achteraf blijken we toen op andere fronten onze tijd ver vooruit gêweest te zijn. We werkten al met een gekozen personeelsvertegenwoordiging met mogelijkheid tot inspraak bij eventuele ontslagen. Er werd gedokterd aan bedrijfskader- training; een personeelsblad kreeg vorm, ef kwam een per soneelsvereniging en een perso- neelfonds; we deden aan werk- classificatie, personeelsbeoorde ling, introductie van nieuwko mers." Het zijn maar wat punten, die de open bedrijfsvoering hielpen bevorderen. Karakter Verdienstelijk? „Ach, managers zijn niets an ders dan een groep wat beter betaalde loonslaven", relativeert hij. „Voor een goed management is karakter een eerste vereiste; dan pas kennis". Karakter, ja, dat werd getoond tijdens een staking in 1951. Het ging om door de overheid op gelegde lonen. H. K. E.: „Allen die eraan meededen waren vrienden van de bedrijfsdirekteur, ir. Daamen en mij". Het feit dat een sta kingsorder kennelijk boven die samenwerking werd gesteld; dat heeft ons erg aangegrepen. Stel u voor: tijdens de staking kwa men de mensen bij ons thuis om te vragen, hoé ze moesten staken. Zó goed bleef de onder linge verhouding. Alles waarin je had geloofd: van onderlinge verbondenheid, van open en eerlijk overleg, van het ontbre ken van scheidslijnen; alles lag ^plotseling aan scherven. En toch: we hebben genade vóór recht laten gelden. De stakers die weg moesten, hebben we getracht elders te plaatsen. Zon der rancunes". In 1954 werd hij personeelschef filialen. Een nieuw terrein om personele ac tiviteiten te ontplooien. Organisatie H. K. E. ontpopte zich als enthousiast organisator: 1956 twaalf symposia met 360 be drijfsleiders in Woudschoten om ze wegwijs te maken in de grond slagen van het personeelsbeleid. '62 het 75-]arig bestaan van AH, waarvoor hij samen met de heer Valk zeven feesten organi seerde met 12.000 gasten. Een evenement waar nu nog met genoegen aan wordt terugge dacht. De ruimte laat niet toe, «illes op te sommen, hetgeen mede door zijn toedoen elk jaar dat hij bij AH werkte, zoal is voorgevallen, met de morele steun van zijn secretaresse, me vrouw Rompies en de heer A. Heijn, nu wijlen de heer J. W. de Vries, de heer Legerstee en de collega's waar hij 20 jaar mee samenwerkte de heren J. Ph. Ypma en F. Brandsma. O.a. in 1967 een Birma-reünie, waarvoor 4400 Nederlanders uit 21 landen zich meldden, wel ke reünie overigens thans jaar lijks plaats vindt en in 1970 een reis met 67 vrienden naar Thailand en Indonesië, zijn ge liefde Tobameer. Maar om zijn hoofdtaak ge durende tien jaar (1957-1967) als hoofd personeelszaken, kunnen we niet heen, Honderden perso neelsleden, die nu uitstekende posities bekleden, zijn er in die tijd „door zijn handen" gegaan en nóg ziet hij het slechts als „een bijdrage aan het opleiden en vormen van personeel op moderne wijze". Maar, wat hij heeft gedaan staat hem helder voor de geest. Voor zichzelf onderscheidt hij het hele complex van het per soneelsbeleid zoals hij het heeft ervaren, in vier tijdfasen: 40-er jaren: wellfare, waarbij het mate rialistische aspect voorop stond. 50-er jaren: menselijke verhoudingen, centraal in de totale bedrijfsstructuur. 60-er jaren: interne integratie, waarbij dus iedereen zoveel mogelijk bij de zaken werd betrokken. 70-er jaren: in- en externe motivatie, of wel een antwoord vinden op de vraag: „waarvoor werken wij in deze maatschappij?" Al met al stelt H. K. E. nu dat zijn generatie een interessant tijdvak heeft mogen beleven, dat echter wel de nodige aan passing heeft gevergd. Nog even het rijtje langs: Eerste Wereldoorlog; koloniaal tijdperk: the roaring twenties; werkeloosheid in de jaren '30; Tweede Wereldoorlog, wederop bouw; het provo-fenomeen en de inspraak van nu. Met dit laatste vooral heeft H. K. E. sedert 1968 te maken in zijn hoedanigheid o.a. van COR-secretaris. Alle ervaring brengt hem tot de slotsom dat het personeels beleid langzamerhand volwassen is geworden. Mag hij het mis- - schien weten? Straks stopt hij. Kan hij'gaan lezen, zeilen, skiën, reizen vooral bij voorkeur per schip, zoals we allen van deze cruise passagier-bij-uitstek hebben er varen en luisteren naar de ge niale arrangementen van Rogier van Otterloo en de Singers Un limited. Afscheid Eén ding staat hem nog te wachten voor het zóver is: „Mijn afscheid zou ik graag genoeglijk houden. Altijd moest ik stijlvol ceremonie-meester zijn voor an deren. Dit geval zou ik nu wat informeler willen aanlopen". Wat het wordt? ,Zet dat er maar niet in. Maar wel dat ik bij AH altijd met veel plezier heb gewerkt. En bedankt voor alle samenwerking, dat moet er wel in". Hierbij een plaatje dat laat zien, hoe mensen uiterlijk kunnen veranderen, maar in wezen de zelfde zwervers blijven. Gelukkig maar!

Personeelsbladen | 1974 | | pagina 6