,Raad van
Bestuur
is een
Actiegroep'
IR. H. GLAZENBURG (25 JAAR BIJ ALBERT HEIJN):
pagina 2
Flitsen
Hij trekt bedachtzaam aan z'n onafscheidelijke pijp
stopt haar zo nu en dan zorgvuldig wat bij. Beide in een
stijldie rust uitstraalteen weldadige rust, die wat in
strijd lijkt met wat hij zegt: Een Raad. van Bestuur is
een actiegroep.
In dit pand aan de Over
toom in Amsterdam was
het hoofdkantoor van Stero-
vita gevestigd. Achter dat
raam had ik van 1949-1960
mijn kantoor", zegt ir. Gla-
zenburg. sjDan werken de
jongeren van vandaag onder
heel wat plezieriger om
standigheden"
Geen gezelschap wyze na-
velkqkerSj maar vooroplo
pers, die geen moment hun
inspanning mogen verlie
zen".
De tegenstrijdigheid is
echter slechts schijn, want
goed en weloverwogen be
sturen (en dat geldt zeker
ook het leiding geven aan
een dynamische onderne
ming als Ahold) is alleen
maar mogelijk, indien daar
mee een zekere innerlijke
rust, een stuk stabiliteit, ge
paard gaan. Als èrgens in
het bedrijf geen paniek of
verwarring mogen uitbre
ken, dan is het wel in de
Raad van Bestuur. En daar
mee hoeven energie en dy
namiek geenszins in strijd te
zijn.
Flitsen zocht ir. H. Glazen -
burg op voor een praatje, om,dat
hij op 1 maart j.l. 25 jaar in
dienst bij Albert Heijn was,
waarvan sinds 1962 als lid van
de Raad van Bestuur, het
hoogste bestuurlijke orgaan van
onze onderneming, thans Ahold
NV. En als we zo samen nog
eens wat terugblikken, blijkt al
gauw dat zijn levensloop aller
minst rustig" is geweest. Inte
gendeel, de heer Glazenburg
heeft een uitermate „druistige"
carrière achter de rug. „Een 'fij
ne carrière, met boeiend werk
in een prachtige onderneming;
ik zie op die 25 jaren terug als
een zeer rijke tijd, ik had geen
betere levensloop kunnen heb
ben", zegt hij er zelf ]van.
~k Beslissende periode
Een carrière die daarvan is
de heer Glazenburg overtuigd
in feite begon in de vier ja
ren van zijn gevangenschap ge
durende de Tweede Wereldoor
log- «Ik was ter dood veroor
deeld, maar het vonnis is later
omgezet in levenslange gevan
genisstraf. Men beschouwde mij
evenwel als een zgn. NN
Ahold N.V.
Oplaag 30.000
Verschijnt 9x per jaar
31e jaargang no. 2
Maart 1974
Hoofdredactie: Afd.
Public Relations
adres: Ankersmidpleir. 2,
Zaandam
Tel. 075 - 59 30 26 en
59 22 20
Kamers 1719 en 1606
(Nacht - und - Nebel) - gevange
ne wat er op neerkwam, dat Jk
voor hun part zo snel mogelijk
onder de zoden mocht verdwij
nen. Op een gegeven moment
kreeg ik echter de leiding over
een machinefabriekje, waar on
der anderen dominees, pastoors
en Jehovagetuigen werkten, en
dat deed ik blijkbaar zo goed,
dat men mij de zoden bespaard
heeft.
Die periode werd beslissend
voor m'n verdere leven: niet al
leen leerde ik daar met m'n
handen werken, ook leerde ik
er leiding geven en omgaan met
mensen van allerlei slag. Vooral
ook ervoer ik hoeveel ellende
mensen elkaar kunnen aandoen
en (met het uitzicht op „Nacht
und Nebel") hoe betrekkelijk
veel dingen zijn. Toen ik er
door kwam, besloot ik dan ook
dat ik geen constructie-inge
nieur zou worden, maar dat ik
de kant van de bedrijfsleiding
op zou gaan. En daar heb ik
geen spi'jt van gehad: ik ben in
m'n werk altijd gedreven door
het creëren van een optimaal
samenwerkingspatroon tussen
mensen, met het doel een be
paald resultaat te bereiken."
In de melk
Nadat de heer Glazenburg
zijn studie aan de TH te Delft
als werktuigkundig ingenieur
had voltooid, werd hij assistent
van de bedrijfsleiding bij
Stork-Hengelo, vervolgens di
rectie-assistent bij Conrad
Stork in Haarlem.
Daarna (op 1 maart 1949 dus)
ging hij „in de melk" als ad
junct-directeur van AH's melk-
produktiebedrijf Sterovita. Dat
was in ee,n periode, dat de hele
consumptiemelkstroom zich
drastisch aan het wijzigen was:
de veehouders gingen hun melk
steeds minder rechtstreeks aan
melkboeren en particulieren, en
steeds meer aan melkfabrieken
leveren.
Ir. Glazenburg: „AH was één
van de allereersten die op dit
nu volledig ingeburgerde
systeem was voorbereid en ik
kreeg de taak de bestaande pro-
duktiebedrijven (zo'n negen in
getal) te moderniseren. In het
begin een moeilijke tijd, niet in
het minst door de schaarste aan
grondstoffen, maar in 1950/1951
waren we toch zo ver, dat we
niet alleen volledig op de bin
nenlandse consumptiemarkt
waren ingespeeld, maar boven
dien konden deelnemen aan de
levering van melk en melkpro-
dukten aan de Amerikaanse
troepen in West-Duitsland, een
contract, dat we nog steeds heb
ben. De leveranties varieerden
van 20.000 tot 1.000.000 liter pér
week en omvatten thans nog
wekelijks zo'n 500.000 liter."
Afrikaans avontuur
Die contacten met de Ameri
kanen (ir. Glazenburg maakte
er ook een studiereis naar de
VS voor) leverden nog een
„Afrikaans avontuur" op ook,
waaraan de huidige jubilaris
met genoegen terugdenkt. „We
stonden bij de Amerikanen
blijkbaar in zo'n goed blaadje,
dat we de opdracht kregen ('t
zal omstreeks 1956 geweest zijn)
ook de Amerikaanse legerbases
in Marokko en Libië van melk
te voorzien. Daartoe vestigden
we melkbedrijven in Casablan
ca (in enkele maanden tijds,
omdat het toenmalige Franse
regime in Marokko eerst na
veel moeite onzerzijds bereid
was een vergunning te geven)
en in Tripolis (hier kregen we
een onderkomen op de lucht
machtbasis).
In die periode forensde ik
tussen Amsterdam en Casablan
ca. 'k Zat dan tot vijf uur 's
middags op het Sterovita-
tuur" en de jarenlange leveran
ties naar West-Duitsland wil ir.
Glazenburg nog even benadruk
ken: „AH is dus geen vreemde
in het buitenland. Er blijkt uit,
dat wij er niet tegen opzagen
onze activiteiten tot (desnoods
ver) over de grenzen te ont
plooien. En dat is nog zo. Door
allerlei oorzaken, niet in het
minst ook door de vele activi
teiten van de laatste jaren in
eigen land, kan er echter op dit
moment nog niet op andere
concrete zaken gewezen worden.
Maar de juiste instelling ervoor
is er nog steeds..."
Ja, we moeten het verhaal „in
opdracht" van ir. Glazenburg
„bescheiden" houden, ook in
omvang, en daarom slaan we
dat hele hoofdstuk van de ver-
de vloeren. Verder ontwikkel
den we een geprogrammeerde
standaardisatie van melk, van
afstand te besturen kranen, een
roterende continuesterilisator
(dit fn samenwerking met
Stork, die er later een wereld
naam mee opgebouwd heeft) en
een kamemelkmachine, die we
naar de beroemde tinbaggermo
len. Karimata van Conrad Stork
hebben genoemd. Nee, ik kon
het toch niet laten ook nog in
genieur te zijn."
Moeilijker
hoofdkantoor aan de Overtoom,
pakte daarna het nachtvliegtuig
en zat de volgende morgen om
acht uur weer in Casablanca
achter het bureau. Ja, dat deed
je op die leeftijd, hè? In Tripo
lis heb ik nog persoonlijk het
hele melkleidingnet gemonteerd
en daarbij heb ik nog vaak aan
het machinefabri'ekje in het
concentratiekamp terugge
dacht..."
Vrijgekocht
De melkbedrijven in Casa
blanca en Tripolis hebben beide
zo'n zes a zeven jaar gedraaid,
toen gingen de Amerikanen er
weg. „Bij de ontmanteling van
het bedrijf in Tripolis hebben
we nog heel wat ellende be
leefd. De fabriek werd door de
regering geconfisceerd en daar
bij werd de bedrijfsleider, de
heer J. Huizing, gegijzeld. We
hebben -heel wat moeite gedaan
om hem weer vrij te krijgen,
maar ten slotte kon Albert Heijn
de heer Huizing vrijkopen. Hij
is nu chef-vervoer van ons dis
tributiecentrum in Tilburg."
Eén aspect van dit „avon-
dere ontwikkeling „in de melk"
(met de daaraan verbonden
concentraties e.d.) maar over.
Wel willen we nog graag weten
of de heer Glazenburg werke
lijk alleen maar „bestuurd"
heeft of toch ook nog wel „in de
constructie" heeft gepraktizeerd.
Diverse vindingen
Dat blijkt inderdaad het ge
val te zijci. Hij heeft zelfs
samen met zijn vroegere mede
werker G. de Wal, die thans
niet meer in leven is diverse
vindingen gedaan. „Die De Wal
was een uitstekende medewer
ker; hij had geen hogere oplei
ding, maar wat z'n denken en
rekentechnieken betreft, dacht
hij op ingenieursniveau. Met
hem en ook met andere mede
werkers hebben we verschillen
de nieuwe technieken bedacht
en uitgewerkt. Zoals bijv. een
water-, energie- en warmtebe-
sparingssysteem, waarbij het
warme water in een zodanige
stroom langs de diverse punten
werd geleid, dat het optimaal
werd benut, in laatste instantie
nog voor het schoonmaken van
Nog even terug naar zijn car
rière. Op 1 januari 1960 werd de
heer Glazenburg adjunct-lid
van de Raad van Bestuur van
Albert Heijn NV met als spe
ciale taak de zorg voor alle pro-
duktiebedrijven en daar zijn,
toen hij in 1962 lid van deze
Raad werd, nog de technische
dienst en de huisvesting bijge
komen.
De wezenlijke taak van de
Raad van Bestuur ziet hij als:
het voortdurend bouwen aan
het raamwerk van de activitei
ten van de onderneming; het
bepalen van de grenzen van de
taken; ervoor zorgen dat de
verschillende werkgebieden el
kaar zo mi'n mogelijk overlap
pen (en waar dat toch gebeurt,
conflicten voorkomen); voortdu
rend uit zijn op vernieuwing en
aangezien besturen vooruit
zien is wéten welke ontwik
kelingen op handen zijn. Dat
betekent: de signalen „van bui
ten" en „van onderen op" tijdig
opvangen, dagelijks geibfor-
meerd zijn (want ontwikkelin
gen kondigen zich altijd aan)
om het beleid op tijd te kunnen
uitstippelen.
Geen eenvoudige taak. De
heer Glazenburg vindt, dat het
leiding geven aan een onderne
ming in deze ti'jd veel moeilij
ker is dam vroeger, omdat er
zich vandaag veel meer onver
wachte dingen voordoen. Vroe
ger was er meer sprake van een
„natuurlijk verloop der din
gen"; thans moet je niet zelden
sneller en drastischer reageren.
Dat vraagt, aldus ir. Glazen
burg, een andere instelling. „Je
moet zou ik haast zeggen
nu leiding geven met een over
maat aan niet-gekanaliseerde
inspraak. Dat vergt heel veel
van de mensen aan de top en
daarom vind ik, dat je op vroe
gere leeftijd dan weleer plaats
moet ruimen voor jongeren."
De heer Glazenburg is 58 en
die tijd is voor hem dus niet
ver meer af. Maar gelukkig de
man, die ook buiten zijn werk
kring ehige interessen heeft. Ir.
Glazenburg houdt van tuinie
ren, is een erkend expert in het
kweken van geraniums („in m'n
tuin staat een warm kasje en
daarin breng ik alle zieke
plantjes van m'n vrouw weer
tot leven..."), hij heeft daarnaast
een grote liefde voor vogels
(vanuit z'n huisje op Texel loopt
of kruipt hij graag met zijn kij
ker door de duinen om ze te
bestuderen en onlangs ook
maakte hij deel uit van een vo
gelsafari naar Ethiopië) en ver
der fotografeert hij bijzonder
graag (vooral ook vogels err
planten en verder contrasten,
zoals New York in vergelijking
met een Arabisch dorp bijvoor
beeld). De contrasten binnen
onze onderneming zijn daarbij
tot dusver nog altijd „buiten
schot" gebleven, maar kan je
anders verwachten van een
man, die zich hier al 25 jaar
vooral heeft ingezet voor een
harmonieus samenwerkingspa
troon?