'Totaal nieuwe functie' 'Omscholen' is een verouderd principe' Concern-controller drs. J. Kleiterp: Hoofd Opleidingen ir. W. J. Bleys: 8 Flitsen extra editie Een bedrijfsopleiding is méér dan alleen maar mensen geschikt ma ken voor hun funktie. Immers: de tijden veranderen snel, de mensen veranderen en de funkties en hun inhoud veran deren voortdurend. Dus is een louter op de funktie gerichte opleiding uit de tijd. Het gaat er om, de mensen een geestelijke souplesse te bezorgen en een algemene vaardigheid om te funktioneren in wisselende om standigheden. Zo is ook „omscholen" van de ene funktie naar de andere een verouderd principe. In de oplei ding dient de mensen al geleerd te worden, zich aan veranderende omstandigheden aan te passen. Zo valt ongeveer de filosofie sa men te vatten, die tegenwoordig geldt voor de opleidingsaktiviteiten van Albert Heijn. Dat op 1 augus tus 1972 ir. W. J. Bleys bij AH binnenkwam als Hoofd Opleidin gen, voor de werkmaatschappij Al- bert Heijn Supermart B.V., wel te verstaan, is daar niet vreemd aan. „Ir.-af" „Dat versiersel voor mijn naam heeft hier eigenlijk niet veel bete kenis", begint hij. „Ik heb in Delft gestudeerd ik koos na de HBS voor de techniek maar eigenlijk ben ik geen technicus in hart en nieren gewor den. Ik heb wel vijf jaar bij Philips in Apeldoorn in de computerindus trie gewerkt aan de ontwikkeling van een geheugen, maar toen dat klaar was, ben ik gaan zoeken naar mogelijkheden buiten de ty pisch technische sfeer. Zo kwam ik in de opleiding van technici terecht en dat vond ik veel aantrekkelijker. De mens stond centraier in je werk. Een aantal in- en externe oorza ken leidde ertoe, dat ik solliciteer de naar een oplejdingsfunktie deze bij AH en ik werd aange nomen." Hoofdtaak. Willem Jan Bleys (36) is sedert dien verantwoordelijk voor de aan passing van het midden- en hoger kader in de supermarktsektor aan de veranderende weréld om hen heen. Hij doét dat aan het hoofd van het Opleidingen Service Buro, dat momenteel uit zeven medewerkers bestaat. „We hebben ondermeer een voortgezette kaderopleiding, die de mensen een bredere basis geeft, die hen geschikt maakt voor een verzwaring van hun funktie of voor een andere, zwaar dere, funktie. We laten aan deze, en andere, opleidingen graag ex terne docenten meewerken om de mensen ook een beetje buiten AH te laten kijken, al is het maar om bedrijfsblindheid te voorkomen. Een manager van de N.S. hebben we bijvoorbeeld eens gehad, maar ook een vakbondsvertegenwoordi ger en een wetenschappelijk me dewerker van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Op bepaalde niveaus ik denk nu met name aan de bedrijfslei ders en sektorchefs (de medewer kers die direkt onder de bedrijfs leiders funktioneren) omvat de opleiding ondermeer een training waar samenwerkingsvormen wor den behandeld en beleefd. Outward Bound De sektorchefs gaan daarvoor twee weken intern, inklusief het weekend, naar de Outward Bound School. Vroeger stond die in Re- nesse en was vooral bekend om de drastische aanpak door oud- militairen. Dankzij steun van het bedrijfsle ven met name van Hoogovens en Albert Heijn is zij nu geves- tigd op het landgoed Anneville in Ulvenhout. En gaat het nu niet meer om de lichamelijke „har ding", maar om het groepsproces. Er wordt nog wel in bomen ge klommen en met kano's gevaren, maar het gaat daarbij om de be spreking achteraf van het gedrag. Doe-methode De doe-situaties vinden we be langrijk omdat een sektorchef in zijn werk ook voortdurend met doe-situaties te maken heeft, zoals Zaanzending lossen en schappen vullen. De mensen leren in Ulven hout ook zonder terughouding te spreken over zwakke en sterke eigenschappen, van henzelf en van anderen. En dat komt ze in een leidinggevende funktie enorm te pas. Funktie-eisen Mensen te leren funktioneren in wisselende omstandigheden is een belangrijke opleidingstaak. Maar natuurlijk is dat niet het eni ge waar we ons op richten. Ook kennis en technische vaardighe den komen nog steeds in onze programma's voor. We hebben deze zaken echter op een heel nieuwe manier gegroe peerd om minder star en dus slagvaardiger te kunnen werken. Vroeger was de puur funktiege- richte opleiding opgebouwd uit elementen, die een stijgende funktie-ontwikkeling volgden: steeds een trapje verder op de ladder naar een hogere funktie. We doen het nu anders. Wij gaan uit van de fuekiie-eisen. Daaruit leiden we leervakken af, of onder delen daarvan. We ontleden zo de i opleiding in units (eenheden). Selektief Tegenwoordig bekijken we meer persoonlijk wie voor welke funktie geschikt is. Dan bekijken we ook welke units iemand nog nodig heeft voor de funktie die hij gaat bezetten, en alleen die hoeft hij te volgen. Het kan heel goed zijn, dat hij daarbij een heel andere funktiona- ris naast zich treft, die in zijn be- kwaamhedenpakket juist ook die units miste, die hij evenzeer nodig heeft. Het is praktischer maar ook de- mokratischer, want een sektorchef kan heel goed een delikatessen- verkoopster naast zich in de bank bij wijze van spreken treffen. Zo haalt dit systeem meteen een beetje de status van zo'n manage- ment-funktie af. Dat we in toenemende mate met audiovisuele middelen gaan wer ken, is natuurlijk ook een veran dering, maar dat is techniek. Teletrip Techniek, die uitstekend voldoet overigens. We werken met de zo genaamde Teletrip, dat is een sys teem voor het weergeven van dia's met geluid via een cassette in een zeer eenvoudig te bedie nen apparaat. De restaurantsektor heeft er suc- ces mee; wij gaan ze nu ook ge bruiken in de Supermarts." Overigens wil Bleys wel kwijt, dat de sfeer bij AH hem heel goed bevalt. Open en met veel aan dacht voor de mens en zijn kwali- teften, vindt hij. Achter een geheel schoon bureau op de vijftiende étage van het Ahold-hoofdkantoor zit drs. J. Kleiterp (40). Achter hem een be scheiden schoolbord met wat cij fers en grafieken er op getekend. Hij is „concern-controller." De functie van controller heeft zich het eerst in Amerika ontwikkeld vanuit de administra tieve functie. Vroeger hield de ad ministratieve functie zich uitslui tend bezig met het optekenen van dingen die al gebeurd waren. Met de toenemende ingewikkeldheid van bedrijven door groei, ver breding van aktiviteiten, over heidsingrijpen op lonen en prij zen, etc. kwam er meer be hoefte aan vooruitzien. Bovendien had de leiding van een grote on derneming niet de tijd meer om door alle details van de boekhou ding heen te kijken, zodat er ook een grote behoefte kwam aan een overzichtelijke wijze van informa tie. Een informatie bijvoorbeeld waaruit dingen waar de leiding niets aan behoeft te doen, worden weggelaten en waarin de aan dacht wordt gericht op die zaken waar de leiding wel een beslis sing over moet nemen. Een en ander is zo belangrijk geworden dat er nu specialisten zijn die zich hierop toeleggen en die noe men zich „controllers." Planning Met andere woorden: een control ler is een bedrijfseconoom die zich vooral met planning bezig houdt. Op basis van de gegevens uit de administratie probeert de controller vooruit te kijken: hij analyseert en interpreteert en doet op basis daarvan aanbevelingen aan de leiding. Hij bereidt ook be slissingen voor eri laat de conse quenties zien van die beslissingen, voor wat betFeft resultaten en geïnvesteerd vermogen. Het woord controller dekt in de praktijk nog wel wat meer en ook andere ladingen. Dat laatste is niet zo erg, tenzij men in hem een ..controleur" of een „be moeial" gaat zien. Het negatieve image, dat van die woorden uit gaat, mag niet van toepassing verklaard worden op de control lersfunctie. Vorige baan Tot midden vorig jaar deed drs Kleiterp dit werk voor een andere baas, Enka Glanzstoff in Wupper- tal. Enka Glanzstoff behoort tot het Akzo-concern. Dertien jaar in een merendeels chemisch indus trieel imperium en nu sedert juni 1973 bij Ahold. „Een enorm ver schil, vindt hij. ,'t Is totaal anders. Vroeger zat ik in een produktie-ondernemmg die halffabrikaten maakt voor de (tex tielindustrie, nu in een handels onderneming die rechtstreeks aan de consument levert. Dat roept volstrekt andere problemen op. Binnen Ahold waren al langer controllers werkzaam in de werk maatschappijen. Op de vraag, waarom Ahold nu ook een controller voor het con cern heeft aangesteld, zegt hij: „De concern-controller adviseert de RvB in bedrijfseconomische aangelegenheden. Hij moet onder andere de plannen van de werk maatschappijen bekijken met Ahold-ogen. Voorbeeld Bijvoorbeeld door werkmaatschap pijen voorgestelde investeringspro jecten kunnen in het belang zijn van die bepaalde werkmaatschap pij. maar zijn ze het ook voor het concern? Misschien kunnen wij met eenzelfde investeringsbedrag elders wel een beter rendement behalen of past een andere inves tering wel beter in de totale koers, Van de concern-controller mag voorts worden verwacht, dat hij een bijdrage levert in een meer analytische en zo veel mogelijk in cijfers vertaalde wijze van koers bepaling welke voor het besturen en bijsturen van het totale onder- nemings-gebeuren in toenemende mate noodzakelijk wordt. Voorts eist in een onderneming die is opgesplitst in zelfstandige werkmaatschappijen de zorg voor de eenheid in de systemen, ge reedschappen voor de leiding, steeds meer aandacht. Niet schokkend Dat zijn natuurlijk geen van alle zaken die voor Ahold schokkende veranderingen betekenen. Integen deel: het zijn onderwerpen die bij Ahold ook voordien aandacht kre gen, maar waarvoor de leiding het nu nuttig heeft geoordeeld een speciale functionaris aan te el len. Zulke veranderingen lopen ook niet zo'n vaart. Want ik heb geleerd dat je er met de techniekjes van de instrumen ten van mijn vak alléén niet komt. Je moet de „business" kennen: de markt en de wijze waarop op die markt zaken moeten worden gedaan. Dat duurt enige tijd voor dat je daar gevoel voor krijgt. Het liefst zou je het eigenlijk zelf ge daan hebben. Dan wéét je waar over je praat." iiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiifliiiiiniififiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiniiiiiii^

Personeelsbladen | 1974 | | pagina 20