Wat nou Albert Heijn! Op elke gulden omzet werd nog maar een dikke halve cent verdiend.... 1,08 cent (1,28 cent in 1971 en 1,49 cent in 1970). En wat zien we nou? Omzet filialen per type zaak in miljoenen guldens ■4 Flitsen'extra editiè Ja, wal zullen we nóu beleven Albert Heijn (Ahold, beter gezegd)? In het vorige personeelsjaarverslag schreven we dat er op elke In 1972 omgezette gulden maar ruim één cent werd verdiend, om precies te zijn: In het jaarverslag over 1973 lezen we, dat er vorig jaar op elke omge zette gulden nog maar een dikke halve cent is verdiend, om precies te zijn: 0,64 cent. Wat nóu toch. Aan de ene kant wordt Ahold almaar groter en aan de andere kant wordt de winst naar verhouding almaar kleiner... DIEPTEPUNT Inderdaad, het zojuist verschenen jaarverslag zegt dan ook duidelijk: ,,dit is niet anders dan 'minimaal te noemen". En verder: ,,het jaar 1973 was haar onze overtuiging een diepte punt", rriaar dan (gelukkig) wel een diepte punt "van een dal waar wij uit zullen komen" Dus wel wat optimisme op de langere termijn. Maar daarover straks meer. Het eerste, wat je je afvraagt, is natuurlijk: hoe komt het eigenlijk, dat de nettowinst maar liefst met bijna eenderde (30,2%) is teruggelopen, terwijl er toch een aanzienlijke omzetstijging was: 313 miljoen gulden of 17,8% meer dan in 1972. Wel, het jaarverslag noemt de volgende punten: 9 Drastische stijging van de grondstoffenprij- zen, met alle gevolgen van dien voor onze inkoop van handelsartikelen en verpakkings materiaal. De gevolgen van de energiecrisis, onder meer voor de transportkosten en de restau rants. Aanloop- en verbouwingskosten, startpro blemen, omzetverlies tijdens omschakelings perioden, initiale kosten. Aan de kant van Simon, van Miro, van het nieuwe produktie- bedrijf te Tilburg, van de nieuwe centrale slagerij te Zaandam, van ons nieuwe distri butiesysteem. De overname van ETOS-activiteiten met alle daaraan verbonden kosten, waaronder de moeilijkheden met de broodbakkerij Kern- penland (eerlijke erkenning in het jaarver slag: „Een duidelijke misrekening inzake de afzet onzerzijds"). Het gebrek aan vestigingsmogelijkheden voor nieuwe Miro-hypermarkten, omdat cen trale overheid en gemeenten (ten onrechte) nog steeds bang zijn dat deze nieuwe win- kelvorm de bestaande middenstand ernstig bedreigt. Er zijn nu zes hypermarkten, maar het moeten er terwille van het noodzake lijke rendement - een tiental zijn De sterk gestegen loonkosten, die vorig jaar maar eventjes opliepen tot ruim 261 mil joen: dat is 16,7% meer dan in 1972. Op I zichzelf geen bezwaar natuurlijk, maar der gelijke stijgingen zijn in een arbeidsintensie ve branche als de onze moeilijk op te van gen met een evenredige produktiviteitsstij- ging. Een uiterst beperkte mogelijkheid tot door berekening van de opeenhoping van kos tenstijgingen in de prijzen. Als gevolg van de prijspolitiek van de regering en de hevi ge concurrentie in de levensmiddelen. In het jaarverslag wordt berekend dat de con sumentenprijzen voor voeding volgens het Centraal Bureau, voor de Statistiek in de af gelopen vijf jaar gestegen zijn met 24,6%, terwijl de kruidenierswaren in de Atbert Heijn-winkels "sledhts" omhoog zijn gegaan met 21,8%. Dat laat aan duidelijkheid, dunkt ons, niets te wensen over. UIT HET DAL Ziehier de belangrijkste oorzaken van Ahold's achteruitgang in de winst in 1973. Maar, zo hebben we al eerder gesignaleerd, de leiding van ons concern is desondanks enigszins op timistisch over de vefdere vooruitziphfan. al wordt er natuurlijk tojch een flinke s 130 om de arm gehouden. De resultaten over tót eerste kwartaal 1974 zullen jintussjen zware druk zijn gezet. Door: de genoemde stijgende grondstoffenprijzen, de gevolgen van de ener giecrisis en het stringente prijsbeleid van de overheid. Bovendien door de invoering van de minimumjeugdlonen, van toepassing op rond 50% van het personeel in de filialen. En dan zijn in dit percentage nog niet eens begrepen de personeelsleden, die minder dan uur per week werken. „Niettemin", zo ..staat in het jaarverslag, „vinden wij deze maatregel op zichzelf een goede zaak". De concernleiding heeft natuurlijk maatrege len genomen. #Het jaarverslag: „Primair is de verantwoor delijkheid om de nodige acties te onderne men, om de rentabiliteit in stand te houden. Wanneer dat niet te halen valt langs de weg van de prijsverhoging, dan zal dat moeten langs de moeilijke weg van de omzetgroei, de produktiviteitsstijging en de beheersing van de inkoopprijzen. Het zijn juist deze drie aspecten, waaraan wij in 1973 grote aandacht hebben besteed" #„Het jaar 1973 hebben wij vooral gebruikt voor het scheppen van waarborgen ter ver krijging van voortgaande omzetgroei op de lange termijn. Langs de weg van vergroting van het marktaandeel. Hiervoor is in 1972, maar vooral in 1973 de basis gelegd door een verdere uitbouw van het aantal verschij ningsvormen, waarmee we op de markt opereren. De overnamen van Simon en ETOS, de verbouwing van hun filialen, de expansie van onze recreatie-activiteiten, ons zoeken naar nieuwe vestigingsplaatsen voor Miro-hypermarkten, onze entree in de reismarkt." Met andere woorden: de kosten, die vorig jaar gemoeid waren met allerlei activiteiten (zoals bijvoorbeeld de overstap op de Si- mon-formule, de overname van ETOS, de nieuwe centrale slagerij en het nieuwe pro- duktiebedrijf in Tilburg), zullen op de lange- hypermarkten inclusief drogisterijen 53 weken

Personeelsbladen | 1974 | | pagina 16