Bijpraten met
Het is goed eens
terug te blikken
flitsen G0
pagina 2
Flitsen Ahold
vervolg van pag. 1
Zestien hoog boven Zaandam-by-avond, in een vrijwel uit
gestorven hoofdkantoor, praten we een beetje bij met
president Albert Heijn (46). Er komt alleen een telefoontje
uit Chicago tussendoor. „Buiten huilt de wind om het huis",
de Zaan zit bij de snorrende kachel en wij hebben het over
Lubbers en Lita, Simon en Ondernemingsraad, Etos, olie
sjeiks en paarden. Het jaar zit er bijna op, en al is dit geen
jaarverslag, op zo'n moment is het goed eens terug te
blikken.
Er is het afgelopen jaar ontzet
tend veel gebeurd, en dan vraag
je je wel eens af: kan dat
groeien in dit tempo nu zo door
gaan. De heer Heijn: „Je zult
wel moeten, want het is de
enige manier om het hoofd
boven water te houden. Ik weet
het: daar zyn grenzen aan. Maar
we hebben er nooit mee leren
leven. Neem nu die olie: of de
Arabieren die kraan dicht
draaien of niet, we weten dat
olie schaars wordt. Maar er is
wel een oorlog tussen Israël en
de Arabische landen voor nodig
om ons er toe te krijgen het
licht in de gang uit te doen om
energie te sparen".
Aanzei jes
Kan' cehconcern als Ahold
daarin "wellicht een steentje bij
dragen? „Dat kan toch maar
heel beperkt zijn. Je kan streven
naar zo Weinig mogelijk verspil
ling en zo efficiënt mogelijk
distribueren, en hier en daar kan
je een klein aanzetje geven.
Dat hebben we in het verleden
al eens gedaan. Neem de koel
kasten. Die zijn er niet alleen
om je borrel koud te zetten,
maar ook om bederf tegen te
gaan. Toen wij zo'n twaalf jaar
geleden met de PMC startten,
was in tien procent van de ge
zinnen een koelkast gewoon. Nu
is dat tachtig of misschien wel
negentig procent. Die kasten zijn
niet allemaal van ons, maar we
hebben er toch de stoot toe
gegeven".
Aulolows
Voelt de heer
Heijn zich als
verwoed auto
mobilist
gedupeerd door
de autoloze
zondag, om
nog even op de
olie terug te
komen. Dat
bljjkt niet het
geval te zijn,
Ahold N.V.
Oplaag 30.000
Verschijnt 9x per jaar
30e jaargang no. 9
December 1973
Hoofdredactie: Afd.
Public Relations
adres: Ankcrsmidplcin 2,
Zaandam
Tel. 070 - 59 30 26 en
59 22 20
Kamers 1719 en 1606
zondag toch graag thuis blijft.
„Maar ik kan me voorstellen
dat het voor de gemiddelde Ne
derlander geen pretje is. Al hou
je van wandelen, van steeds
maar straat in straat uit lopen
gaat ook de aardigheid gauw af.
Ik heb het geluk dat ik mooi
woon en er niet zo nodig op uit
hoef".
De maximum-snelheid van
honderd kilometer is bij de heer
Heijn slechter gevallen al houdt
hij zich er natuurlijk wel aan:
„Ik rij erg hard, moet ik altijd
horen, terwijl ik zelf het idee
heb dat dat al aardig is inge
toomd. Maar honderd kilometer
is wel erg langzaam. In tijd
scheelt het niet zo veel, maar ik
vind het gewoon plezierig om
hard te rijden".
Paarden
Je hoeft de heer Heijn nauwe
lijks te vragen wat hij in zijn
Vvrije tijd doet: op zijn kamer
staat een fraai stenen paard, er
staat een foto van een paard en
er hangt een groot schilderij van
een ruiter te paard. Hij is dan
ook voorzitter van de Noord
hollandse Ruitervereniging. Zijn
opvatting over de dressuur:
„Het aardige daarvan vind ik
dat je niet door de rede of door
het erin te meppen iets bereikt,
maar door aanleg en systema
tische training een paard tot de
meest ingewikkelde en moeilijke
bewegingen kan brengen. Zon
der dat het overigens in „kunst
jes" ontaardt".
als
De heer Heijn rijdt zelf geen
paard, een onmogelijkheid na de
kinderverlamming die hem in
zijn jeugd trof. Die er trouwens
ook de oorzaak van is dat er in
zijn paspoort geen „marine
officier" staat maar „president
ener NV". Heeft hij het nog wel
eens moeilijk met zijn handicap?
„Och, na 28 jaar is het schrij
nende er natuurlijk wel van af,
maar je vraagt je nog wel eens
af: als dat nou niet was ge
beurd. Dat is een vraag waar je
gelukkig nooit antwoord op
krijgt, want dan was ik mis
schien wel van een berg ge
stuiterd waar ik zo nodig op
moest klimmen".
Vrije lijd
Gedachtig aan
de „populaire"
managers
ziekte ligt de
vraag voor de
hand of de
heer Heijn wel
tyd heeft voor
vrije tijd.
„Jawel", zegt
hij daar op, „ik
begin hier om half negen, en
dan zit ik er tot half zes, zes
uur, Iaat het eens half zeven
worden. Maar dan kryg ik na
tuurlijk nog wel huiswerk
mee". Dan schiet er nog wel
eens tijd over voor een tweede
hobby: fotograferen. „Ik heb pas
nog bij de Military in Boekelo
mooie plaatjes gemaakt van
Mark Phillips, de man van prin
ses Anne. En verder fotografeer
ik de dingen die gewoon mooi
zijn om te zien". Ook in de
vakantie gaat het fototoestel
mee: „Ik zwalk doorgaans tus
sen Engeland en Zwitserland. Ik
hoef niet zo erg ver weg, en de
sfeer in die landen ligt me. Het
is er vertrouwd maar toch an
ders dan hier, en dat spreekt
my wel aan". a
Personeel
Maar komaan, we zouden het in
de eerste plaats over het werk
hebben. Heeft een president
eigenlijk veel contact jnet. het-
personeel? „Jammen-genoeg .veel
te weinig", zegt hij wat spijtig,
„ik sta soms met mensen in de
lift van wie' 'ik 'denk: gut, wie
is dat ook weer. En soms zie ik
die mensen denken: wie is die
vent. En! dat betreur ik'' töch
wel". Over het personeel ge
sproken: hóe denkt de heer
Heijn over het functioneren van
de Ondernemingsraad? „Dat is
duidelijk een zaak die moet
groeien. Want het is toch zo dat
je van die mensen iets vraagt
waar ze niet voor zijn opgeleid.
Maar die samenspraak zou ik
toch niet graag willen missen".
Inspraak
En als het inde toekomst nu
eens verder gaat dan samen
spraak, dus in de richting
van inspraak en medezeggen
schap? „Daar zou ik geen moeite
mee hebben, al hangt het er wel
vanaf hoe dat wordt gereali
seerd. Als het gaat zoals in som
mige gemeenten, waar door
inspraak de slagvaardigheid
achteruit gaat en je eigenlijk, je
werk niet meer kunt doen, dan
zou ik er veel moeite mee heb
ben. Over de planning op lan
gere termijn, die op ^zich al
moeilijk genoeg is, kan je best
overleggen. Maar om nu een
nieuwe winkelvestigipg in de
OR aan de orde te stellen; ik
kan me nauwelijks voorstellen
dat daar een zinnige discussie
uit komt. Of neem het investe
ren in machines, dat zou me ook
te ver gaan. Maar je moet wel
de mensen die met die machines
moeten werken erbij halen, dat
alsjeblieft wel. En aan de andere
kant: als wij in 1950 de overgang
naar zelfbediening in een OR
aan de orde hadden gesteld, had
het er dik in gezeten dat het
was afgestemd. Maar dan was
Albert Heijn er nu niet meer
geweest".
Roo<l bolwerk
In het land staat Zaandam be
kend als een „rood bolwerk".
Heeft de heer Heijn daar wel
eens problemen, mee gehad?
„Oh nee, lk wind het zelfs een
groot voordeel. Zaandam is van
ouds rood, dus alle scherpslijpe-
A hohl-president
A. Heijn: „Aan
groei zijn grenzen,
maar mij hebben er
nooit mee leren
leven''
rij die je elders ziet hebben wij
hier al achter de rug, dat is
passé. De klassenstrijd hebben
we hier gehad. De verstand
houding is uitstekend".
Arl icrom i lees
Nu dan toch de politiek op tafel
ligt: 1973 was het jaar van
Angola en Outspan; heeft de
heer Heijn daar enige rancune
ten opzichte van die actie-
comitees aan overgehouden?
„Rancune is een veel te sterk
woord. Ik ga er namelijk van
uit dat het merendeel der actie
voerders met de beste bedoelin
gen bezield is geweest. Over het
wapen van de boycot is echter
veel meer te zeggen, hetgeen in
dit bestek te ver zou voeren.
Wèl moet ik opmerken dat er
veel meer mensen de dupe van
worden (waarschijnlijk ook in
die landen ten gunste van welks
bevolking de actie wordt ge
voerd!) dan men zich realiseert.
Al heb ik dan geen rancune-
gevoelens jegens de actie-
comitees, de gehele gang van
zaken vind ik, gezien de demo
cratische samenleving die wij
nastreven, toch op zijn minst
zeer betreurenswaardig."
Vera I w «orde
lijkheid
Eén van de
argumenten om
aan de eisen
van de comi-
lees tegemoet
te komen was,
dat men het
AH-personeel
niet in een
moeilijke
positie wilde
brengen. Dat brengt ons tot de
vraag of de verantwoordelijk
heid voor zoveel personeels
leden niet een extra belasting is
bij het nemen van beslissingen.
„In zoverre, bij het nemen van
beslissingen heb je nooit hon
derd procent zekerheid, er blyft
altijd een onzeker element in
zitten. Aan de zware verant
woordelijkheid ben je inmiddels
wel gewend geraakt. Het is niet
zo dat ik er wakker van lig".
Wakker liggen
Zijn er wel problemen waar de
heer Heijn van wakker ligt?
„Dat gebeurt niet gauw", zegt
hij prompt," maar als er iets is
dat me dwars zit, dan is dat de
aanpassing van de jeugdlonen
aan het minimum-loon als wij
geen toestemming zouden krij
gen om de prijzen te verhogen.
Daar maak ik me echt zorgen
over. Dat optrekken van die
jeugdlonen is een sociaal goed,
en daar kan ik het wel helemaal
mee eens zijn. Maar dat moet op
de een of andere manier gecom
penseerd worden. En als het
Nederlandse volk het als een
sociaal goed beschouwt, moet
het er ook voor betalen. Daar
kan niet alleen de detailhandel
voor opdraaien". De heer Heijn
is de laatste maanden dan ook
kind aan huis bij minister Lub
bers en diens staatssecretaris
Hazekamp, want er moet een
oplossing voor komen. „Wij
worden er niet alleen door ge
troffen, met onze specifieke
leeftijdsopbouw met erg veel
jeugd, maar ook de kruidenier
op de hoek. Als dit door gaat
moeten er in de detailhandel
„koppen rollen".
Maatregelen
Dat klinkt
allemaal niet
zo opgewekt,
maar de heer
Heyn is realist
genoeg om wat
dat betreft
geen kiekeboe
te spelen:
„Dat zyn nou
dingen waar ik
echt wakker van kan liggen: als
je je realiseert wat voor akelige
gevolgen het kan hebben als je
politieke wenselijkheden niet
afweegt tegen economische wet
matigheden". Dat komt cr wat
geëmotioneerd uit, en de heer
Heijn voegt daar aan toe: „Het
afgelopen jaar is toch al niet ge
makkelijk geweest, laten we wel
wezen. Dat heeft u kunnen lezen
in ons tussentijds bericht. Er
zijn tegenvallers geweest, som
mige van tydclyke aard geluk
kig. En daar zullen we met z'n
allen iets aan moeten doen".
Volgend jaar
Hoe gaat het volgende jaar er
uit zien?
De heer Heijn: „Ook 1974 wordt
allesbehalve een makkelijk jaar.
En als ik reëel ben: er zijn na
tuurlijk nogal wat problemen Ik
noem maar de verder stijgende
kosten, de prijsmaatregelen, de
stagnerende groei in consumptie
ve bestedingen, de energie-crisis
en alle gevolgen vandien
Maar we hoeven niet somberder
te zijn dan nodig is. Er is ook
veel positiefs: de Simon-formule
slaat nu goed aan, de Miro's
draaien ook veel beter en ik
reken op minder incidentele te
genslagen dan we vorig jaar
hebben gehad. Toch zullen er
nog wel wat maatregelen geno
men moeten worden. Aan ie in
zet van alle medewerkers stuk
voor stuk hoef ik gelukkig niet
te twijfelen. Al met al heb ik het
vertrouwen, dat we er samen in
zullen slagen de koers ten.goede
te wijzigen".