'Ik houd van verandering en vernieuwing' Nieuw pensioenreglement Produktieleider Vleeswarenfabriek Wijhe J. Meester Jaarverslag Studiebijdragenfonds Flitsen extra editie 15 „Toen de zaak in 1966 door Al- bert Heijn werd overgenomen, werden we geconfronteerd met een andere bedrijfsvoering dan we hier gewend waren geweest Het heeft een paar jaar geduurd voor hun manier van denken en werken hier wortel heeft gescho ten maar nu geeft dit geen we zenlijke problemen meer." Dat zegt Jan Meester (31). Hij is produktieleider van de AH Vlees warenfabriek in Wijhe (Overijssel), dat de laatste jaren een werk structuur aan het opbouwen is, waarbij voor iedereen werkzaam in de organisatie werkelijke in spraak mogelijk wordt. Vooral Meester zelf is daarvan een en thousiast voorvechter. Hij is de laatste van de Meesters, die in 1848 de zaak oprichtten Oorsprong Onder de slagzin „Meer... Meest. Meester" was de zelfstandige vleeswarenfabriek gestadig ge groeid onder leiding van steeds nieuwe generaties Meester. Toen Jans vader in 1943 stierf, kwam de eerste „vreemde" in de direc tie. Dat bleef zo tot de overname door Albert Heijn. Jan zelf was toen nog maar kort in het bedrijf. Eind 1965 was hij er gekomen als sectorleider. Een van zijn ooms had hem kort maar krachtig geïntroduceerd op zijn af deling met de woorden: „dit is jul lie nieuwe baas, als je problemen hebt vraag je het hém maar." „Ja, zo was toen de structuur van het bedrijf', zegt Jan Meester nu: „geen overbodige uitleg, het ging om de produktie en de directeu ren zorgden daarvoor. Marktgericht Albert Heijn introduceerde het marktgericht werken, waarbij de produktie ondergeschikt werd ge maakt aan de vraag uit de markt. Er werd veel systematischer ge werkt: b.v. de worsten werden niet meer gemaakt door de traditionele worstmakers maar ontwikkeld j door het laboratorium dat de vra- i gen uit de winkels wist om te zet- ten in verkoopbare produkten. Mijn ooms bleven niet lang meer in de zaak en Albert Heijn plaats te er een andere bedrijfsdirecteur in, Die man wist niets van vlees waren af, want hij kwam van Tho massen en Drijver, de blikfabriek uit Krommenie. In het begin be grepen de mensen hier slecht hoe dat kon: een directeur, die geen vakman was. Maar hij was een manager en wist veel af van het leiden van een bedrijf. Hij bracht een nieuwe mentaliteit in huis en die heeft gaandeweg hier de hele zaak omgeturnd. Instelling Ik houd zelf van veranderingen en vernieuwingen, dus mij lag dat al lemaal wel Ik heb mijn practische opleiding gehad in het buitenland in Duitsland, in Engeland en in Frankrijk in de Hallen. Dus ik had al veel veranderingen meegemaakt en ik was er dan ook helemaal op ingesteld. Je móet nu eenmaal veranderen, want de zaken om je heen veran deren óók. De belangrijkste vernieuwing, die we hier invoerden, was de in spraak van het personeel. We hebben een arbeidsstructuur ont wikkeld, waarbij van iedereen een stuk meedenken wordt gevraagd en we hebben de beloningsstruc tuur hieraan aangepast We hebben een nieuwe bedrijfsor ganisatie ontwikkeld, waarbij o.a. de zes kaderlagen van vroeger zijn teruggebracht tot nog maar drie. Het samenwerkingspatroon is hierdoor voor iedereen duidelij ker geworden en de afstand tus sen kantoren en fabriek is gelei delijk aan het verdwijnen. We zijn alle mensen hier goed en regelmatig gaan informeren over de gang van zaken en we vragen hun daarover mee te denken." „Koploper" Jan Meester (blauwe ogen. ver woed rallyerijder) leidt ca. 180 mensen in diverse produktieafde- lingen. „Je moet er zelf aan de top in geloven", zegt hij, „dan breng je je enthousiasme ook op anderen oven De man op de vloer, zoals wij dat noemen, vindt nu waardering voor zijn werk en is meêr betrokken bij het geheel, waardoor hij totaal anders tegen over het werk gaat staan. Vroeger waren de vleesbewerkers de vedetten van het bedrijf en de rest hoorde er noodzakelijkerwijs bij. Nu voelt iedereen zich bij het totaal van het werk betrokken. In projectgroepen heeft iedereen een gelijkwaardige stem. Mensen met wie vroeger geen land was te bezeilen, zijn nu enthousiast In gesprekken met de chefs wordt over hun werk gepraat en worder, bovendien taakstellende afspraken gemaakt over zaken als opleidin gen, vooruitzichten, rouleringen langs andere afdelingen e.d. Weinig zieken We hebben daardoor mensen ge kregen, die met plezier hun werk doen. Het percentage ziekteverzuim in de vleeswarenindustrie in Neder land (vroeger altijd gezien als een „vies" bedrijf) is 10 a 15 pet. Bij ons is het ruim 7 pet. Wij zijn ook het enige bedrijf in de omtrek (de IJsselstreek telt veel vleeswaren- bedrijven), dat geen personeelste kort heeft. Bij ons trekken de mensen hun neus niet op voor het werk, omdat zij zich één voelen met het gehele bedrijfsgebeuren Vernieuwing Onze marktgerichtheid brengt ook veel aantrekkelijke vernieuwingen voort. We doen nogal wat in nieuwe pro dukten, zoals vleesballetjes in di verse sausen, ragouts e.d., waarin vlees niet langer het hoofdbe standdeel is. zoals bij de traditio nele produkten Nieuwe grondstof fen en processen van tijd tot tijd en nieuwe produkten dat is leuk werken. Ons bedrijf is daar nu helemaal op ingesteld. Als we bij wijze van spreken mor gen aardbeien op sap zouden moeten gaan maken, dan hebben we daar de machines en de be reidheid voor." In 1973 werd door een werkcom- missie een concept voor een nieuw reglement opgesteld. Het oude reglement was verouderd. Reeds waren er veel verbeterin gen in de pensioenregeling inge voerd, zonder aanpassing van het bestaande reglement. Voorts is in 1973 de Pensioen- en Spaarfondswet gewijzigd. Op grond hiervan moesten pensioen reglementen op korte termijn aan gevuld worden met de in deze wet voorgeschreven bepalingen. Een algehele vernieuwing van het reglement was dus dringend noodzakelijk. Na veel besprekin gen o.a. met de Raad van Bestuur van het Pensioenfonds en een voorbereidingscommissie van de C.O.R. gingen de Raad van Be stuur van Ahold'N.V. en de C.O.R. akkoord met het concept. Met ingang van 1 januari 1974 is dit nieuwe reglement van kracht geworden. Te zijner tijd zal een exemplaar van dit nieuwe reglement aan alle deelnemers ter beschikking wor den gesteld. PENSIOENBASIS Het belangrijkste onderwerp, dat gereglementeerd moest worden, was de final-pay-regeling pen sioen op basis van laatstverdiend loon). In de praktijk werd door de jaarlijkse optrekkingen dit systeem reeds toegepast, maar thans is dit reglementair vastgelegd. Het ouderdomspensioen heeft als ba sis de pensioengrondslag en de A.O.W.-uitkering op de dag. dat een deelnemer 60 of 65 jaar wordt. Het bedrag van het ouder domspensioen is 70% van de pen sioengrondslag onder aftrek van het bedrag van de A.O.W -uitke ring aan gehuwden. Het pensioenfonds betaalt dit uit, indien men een vol dienstverband heeft, derhalve 35 of 40 dienstja ren vanaf de 25ste verjaardag Bij minder dienstjaren wordt het pen sioenbedrag verhoudingsgewijs minder. Voorts geldt dit tot een pensioen grondslagbedrag, dat gelijk is aan het W.A.O.-uitkeringsbedrag (in 1974 is dit 2810,- per 4 weken). Is de pensioengrondslag hoger. dan wordt het percentage van 70% minder. WEDUWEN-REGELING Het weduwenpensioen blijft 70% van het ouderdomspensioen. Vastgelegd is, dat op de uit te ke ren pensioenbedragen 6% Vakan tiegeld wordt gegeven. De rechten van gescheiden vrou wen zijn in overeenstemming met de Pensioen- en Spaarfondswet geregeld. Zij ontvangen een aan spraak op weduwenpensioen dat gelijk is aan hetgeen gegeven zou zijn, indien de deelnemer op de datum van echtscheiding vertrok ken zou zijn. Deze uitkering komt in mindering op hetgeen een eventuele tweede echtgenote zou ontvangen. Ingeval een weduwe hertrouwt. I wordt het weduwenpensioen te ruggebracht naar rato van de wer kelijk vervulde pensioenjaren door de overleden deelnemer. Hiermede zijn de voornaamste wij zigingen in ons reglement wel weergegeven. In alle ondernemingsraden zal het reglement besproken en toegelicht worden De subsidie die de onderne ming in 1973 beschikbaar stel de t.b.v. het studiebijdragen fonds, bedroeg 300.000.- Het totaalbedrag dat aan stu- diebijdragen werd toegekend in 1973 bedroeg 291.604 - Het bedrag dat werd uitge keerd door het fonds bedroeg 284.000.- Grofweg 3% van het toegeken de bedrag werd niet opgeno men. Doordat een aantal studiebij- dragen verrekend werden na 1 of 2 jaar, is het uitstaande geld gestegen van 387.373.53 tot 445.013.48 Het saldo van het fonds is door de verhoging van de. sub sidie gestegen van 88.915.03 naar 203.665 38 De managersopleidingen be dragen bijna 50% van de totale kosten, waaruit blijkt dat de reeds eerder aangekondigde verhouding tussen deze oplei ding en de vakopleiding onge veer 50/50 is Iets nader gespecificeerd blijkt dat uit het volgende staatje Vakdiploma's 60.000.- AVV13.000.- ISW/IBW133.000.- MAVO/HAVO'MEAO 29.000- Kantooropleidingen: Talen/Boekhouden/ Middenstandsdiploma 34.000 - Diversen: Sociale Akademie/ MO Ekonomie/ Rhetorica 15.000- 284.000 - In 1972 werd totaal toegekend 241.500 -. De belangstelling voor het fonds is dus nog steeds groeiende, hetgeen o.a. blijkt uit de aanvragen uit de werk maatschappijen SdW/Miro en de verzoeken uit de ETOS-filia- len. De kostenbewaking zal in 1974 extra aandacht krijgen door met name aan de grote werk maatschappijen, die ongeveer 90% van de totale uitgaven voor hun re.kening nemen, tus sentijdse financiële overzichten te verstrekken

Personeelsbladen | 1973 | | pagina 16