'Wij doen ons uiterste best'
Albert Heijn beantwoordt vragen
van Ralph Nader
'Jungle'
Twaalf vragen
AH-Flitsen
5
Ralph Nader. Iedereen in de Verenigde Staten kan
zonder aarzelen antwoorden op de vraag wie dat is.
Zij zullen bijvoorbeeld zeggen: 'Oh, dat is de grootste
consumenten-voorvechter die er is. Hij waakt en
strijdt voor onze belangen en deinst er niet voor terug
om producenten, die een slecht produkt op de markt
brengen, tot het uiterste te vervolgen. Net zo lang tot
dat produkt niet meer bestaat en misschien ook de
producent niet...'
Ja, dat is Ralph Nader, wiens naam
ook in Europa meer en meer be
kendheid begint te krijgen. Onlangs
was hij in Nederland om een in
leiding te houden over zijn denk
beelden en aktiviteiten. Deze le
zing werd gevolgd door een panel
discussie, waaraan ook werd deel
genomen door de heer J. van Meer,
president-directeur van Albert
Heijn Supermart nv en lid van de
raad van bestuur van Albert Heijn
nv.
In het volgende nummer van Aller-
Hande kunt u een vraaggesprek
met de heer Van Meer lezen over
een aantal van Nader's opvattingen
die ook de levensmiddelenindustrie
en -handel niet ongemoeid laat.
Waar het ons in Flitsen nu speciaal
om gaat is een artikel, dat Ralph
Nader enige tijd geleden geschre
ven heeft in het blad 'Supermarke-
ting'. Daarin noemt hij de super-
mart een 'jungle van levensmidde
len' en hij schrijft dan o.m.
'Het beste bewijs dat een bepaald
artikel een goed produkt is, is
- zoals mensen uit de levensmidde
lenbranche zelf zeggen - succes
op de markt; de consumenten zullen
uw deur platlopen en uw bedrijf
miljoenen guldens per jaar op
brengenVerkoop, verkoop en
nogmaals verkoop! Als de klanten
het artikel kopen moet het een
goed produkt zijn. Elk onderscheid
tussen goede en slechte levensmid
delen, elk onafhankelijk oordeel
omtrent de kwaliteit van de ver
kochte levensmiddelen wordt over
gelaten aan de kassa. In het licht
van deze situatiealdus Nader,
'zijn er een aantal belangrijke
vragen die elke exploitant van zelf
bedieningszaken zal moeten be
antwoorden voor zichzelf, voor zijn
klanten en voor het gehele volk, als
hij tenminste werkelijk wil handelen
'in het algemeen belang'. En hier
op stelt de 38-jarige Ameri
kaanse jurist een reeks vragen, die
wij hieronder allemaal laten vol
gen. De heer Van Meer zorgde
ervoor, dat ze meteen ook maar
werden beantwoord.
1RALPH NADERHoe beslissen
u en uw bedrijf in zaken die
van belang zijn op het gebied van de
levensmiddelen-voorziening? Wat
heeft u gedaan om het peil van het
vaderlandse levensmiddelenpakket
te verbeteren?
ALBERT HEIJN: Wij lopen voor
uit op de vraag van de markt. Wij
streven naar het opvoeren van zo
wel de kwaliteit alsook de voedings
waarde.
2. RN: Stelt u ruimte in uw zaak
en verkoopbevorderende middelen
alleen maar beschikbaar voor die
artikelen die onmiddellijk winst
opleveren of die een grote omloop
snelheid hebben? Zo ja, waarom?
Zo nee, welke andere overwegingen
spelen dan bij de besluitvorming
nog een rol?
AH: Het al of niet beschikbaar
stellen van ruimte in onze zaak wordt
grotendeels bepaald door de vraag
naar een artikel, die natuurlijk van
invloed is op de omzet. Het al of
niet beschikbaar stellen van ruimte
wordt bijgevolg in de eerste plaats
bepaald door de klant. Wij moeten
natuurlijk ook letten op de invloed
van de bruto winst en van verkoop
bevorderende artikelen.
3. RN: Hebt u ook winkels in wij
ken waar mensen met lage inkomens
wonen? Zo ja, hoeveel? Hoe ver
houden de bedrijfsresultaten in deze
zaken zich tot de resultaten in de
winkels, die gevestigd zijn in wijken
waar mensen met hogere inkomens
wonen? Wanneer u geen zelf
bedieningszaken hebt in wijken
waar mensen met lagere inkomens
wonen, waarom dan niet?
AH: Wij hebben winkels in wijken
waar mensen met lage inkomens
wonen en houden daar dezelfde
prijsopbouw aan die in al onze win
kels over het gehele land wordt ge
bruikt. De winstgevendheid van deze
zelfbedieningszaken ligt aanzienlijk
lager dan in andere streken.
4. RN: Bent u van mening dat de
advertenties in supermart-vakbladen
informatief zijn? Of misleidend?
Verschaffen zij u de informatie
die u wenst? De informatie die u
moet hebben?
AH: Wij zijn van mening dat de
advertenties in vakbladen ons niet
veel helpen bij het uitzoeken van
nieuwe artikelendaarvoor zijn ze te
vaag. De fabrikanten benaderen
ons rechtstreeks. Op die manier
krijgen wij de informatie die nodig is.
5. RN: Op welke wijze worden
klachten bij u behandeld? En kunt u
voorbeelden geven van de manier
waarop u aan wensen van klanten
bent tegemoetgekomen?
AH: Wij hebben een bepaalde werk
wijze om klachten te behandelen.
Enige voorbeelden van de manier
waarop wij aan wensen van klanten
tegemoetgekomen zijn:
- er kwamen klachten binnen over
ons goedkoopste soort toiletpa
pier. Wij vonden de fabrikant be
reid zijn produkt te veranderen.
- we kregen enige klachten over
een type fles dat we gebruikten.
Wij namen toen voor niet alco
holische dranken een ander soort
fles.
6. RN: Verschaft u de klant (en)
alle informatie die u geven kunt?
Verschaft u de klant alle informatie
die hij nodig heeft, en alle informatie
waar hij om vraagt? Hebt u zo
danige informatie aan de klanten
verstrekt dat zij daardoor in staat
zijn de gegevens, die op de levens
middelen vermeld zijn, te begrijpen?
Wélke informatie verschaft u de
klanten met name en hoe verschaft
u die?
AH: Wij zijn bezig leesbare codes
aan te brengen op de meeste van
onze artikelen, waar zulks technisch
mogelijk is. Zo plaatsen wij voor de
klant leesbare codes op vlees. Zo
hanteren wij duidelijk leesbare open
codes o.m. voor eieren, vleeswaren
en vlees voorlopig in die filialen waar
centraal geleverd wordt en op een
groeiend aantal kruidenierswaren-
artikelen.
7. RN: Verhoogt of verlaagt de
concurrentie de kwaliteit van de
voedingswaarde van levensmiddelen
in supermarkten en hun nut voor
de gezondheid?
AHAls leiders van de markt stre
ven wij naar hoge kwaliteit. Uitein
delijk bepaalt de prijzenconcurrentie
de mate, waarin wij deze praktijk
kunnen doorzetten.
8. RN: Wat hebt u gedaan 'ten
bate van het vaderland' op het ge
bied van milieuverontreiniging? Hoe
komt u erachter of er gevaarlijke
stoffen in de geleverde levensmid
delen zitten, met name kwik of
pesticides? Doet u zelf aan waren-
keuring of vertrouwt u op kranten
verslagen van de lastige gevallen?
Ziet u zichzelf als het klachten
bureau voor de consumenten op dit
gebied van de besmette levens
middelen?
AH: Wij zijn op dit gebied bezig.
Wij zijn bijvoorbeeld verschillende
soorten verpakking aan het beproeven
en we zijn begonnen met het beproe
ven van flessenbakken. Wij keuren
zowel levensmiddelen als non-food
produkten op veiligheid. Bureaus
van derden onderzoeken voor ons
produkten op het aanwezig zijn van
kwik en schadelijke pesticides (che
mische middelen ter bestrijding
van plantenziekten en plagen).
9. RNHeeft u iets gedaan aan de
verbetering van de hygiënische
verzorging, welke verzorging mo
menteel in veel levensmiddelen
zaken ontbreekt? En waaruit heeft
dan uw poging tot verbetering
bestaan?
AH: Wij hebben al jaren strenge
regels voor de hygiënische ver
zorging. (Zo ontvangen wij bijv. het
vlees in onze winkels bij een tem
peratuur van maximum 7°C, het
geen uniek is voor Nederland).
Desalniettemin zijn we begonnen
het programma te verbeteren over
eenkomstig de SMI-regels voor
hygiëne, in de winkels bekend als
ons projekt 'goed huishouden'. Hier
toe zijn programmeringen opge
steld voor onze fabrieken, voor de
exploitatie van onze winkels en voor
onze centrale vleesverpakking.
10. RN: Heeft uw maatschappij
een afdeling waar artikelen worden
gekeurd? Zo ja, wat doet die afdeling
dan precies? En op wie valt u hier
voor - in het ontkennende geval -
terug? En waarom hebt u dan niet
zo'n afdeling? Hoeveel geeft u
jaarlijks uit voor het keuren van
levensmiddelen? Welk ander weten
schappelijk onderzoek wordt door
uw maatschappij verricht en hoe
veel besteedt zij in totaal aan weten
schappelijk onderzoek?
AH: Ja, de afdeling 'technologie
en kwaliteitsverzekering' onder
zoekt levensmiddelen en non-food
produkten op hun werking en op
veiligheid. Zij geeft ook precies de
AH-kwaliteit op aan leveranciers.
Het budget van deze afdeling is
ongeveer f 800.000.-.
11RNWelke methode volgt u om
andere sektoren van de levensmid
delenindustrie te beïnvloeden Oefent
u druk uit op fabrikanten van
levensmiddelen om hun produkten
op het gebied van de voedingswaar
de te verbeteren? Wat heeft u ge
daan om uw eigen sektor en andere
sektoren van het vaderlandse
systeem van levering van levens
middelen te helpen verbeteren?
AH: Als er leveranciers zijn die
geen kwaliteitscontrole-afdeling
hebben, dan helpen wij hen zo'n af
deling op te richten of wij dwingen
hen zich onder controle te stellen
van een bureau van derden.
12. RN: Bent u van mening dat de
verkoper èn de fabrikant van le
vensmiddelen hun taak thans zo
goed verrichten dat het niet beter
kan? Zo niet, wat zou nog kunnen
worden verbeterd?
AH: Op voorwaarde dat je con
currerend moet blijven geloven wij
dat wij ons uiterste best doen. Wij
zijn van mening dat wij onze taak
in het kwaliteitsgedeelte van onze
verkoopaktiviteiten goed verrichten.
De voorzitter van de Ideeënbuskommissie heeft aan een afdelingsploeg van
de broodbakkerij het tot nu toe hoogst uitgekeerde bedrag inP.B. Zwanen
burg kunnen overhandigen. Dit naar aanleiding van een idee, betreffende
een eenvoudiger produktie-methode voor Allinsonbrood.
Op 17 oktober j.l. was de heer D. A. Meeuse, bedrijfsleider in Nunspeet,
40 jaren bij ons werkzaam. Onze gelukwensen!