ACHTSTE AH-KOOKBOEK
WERD EEN UNIEK
VOLKOMEN GROENTEBOEK
De zeven scheve
schaatsen van
de Overheid
Als we het nou
AH-Flitsen
ZO DOEN WE DRAÓEN
HET BEDRIJF OVER AAN
DE WERKNEMERS, vvi)
SEVEN ELKAAR EEN
ÖOUDEN HANDDRUK,
VLOEIEN AF, EN GAAN
VISSEN iy
AH heeft zijn achtste kookboek in successie geïntrodu
ceerd. Het Volkomen Groenteboek. De eerste reakties
zijn zonder uitzondering juichend. Omdat er eindelijk
eens een echt Nederlands kookboek is, dat uitsluitend en
alleen handelt over groenten, toch altijd het belangrijkste
gedeelte van vrijwel iedere warme maaltijd in ons land.
Want laten we wel wezen: als
een man thuiskomt en zijn
vrouw vraagt 'wat eten we van
daagdan wordt prompt de
groente genoemd., terwijl in
vrijwel alle andere landen het
vlees- of visgerecht wordt ge
noemd. Bovendien is Nederland
van oudsher groenteland bij uit
stek; het Westland wordt ten
slotte niet voor niets de tuin
van Europa genoemd. Deson
danks is er nooit eerder een
kompleet groenteboek versche
nen, maar die leemte is nu dan
opgevuld. En hoe.
Op 208 pagina's, met 32 kleuren
platen, staan ongeveer 400 recep
ten, die onderverdeeld zijn in
hoofdstukken en per groente steeds
beginnen met een zgn. basisrecept
en dan via iets minder gemakkelijk
naar moeilijk gaan. Maar hoe
moeilijkzo'n recept soms lijkt, nooit
worden er ingrediënten toegepast
die slechts zelden te koop zijn.
De variatie in de receptuur is zo
danig dat er gemakkelijk tweemaal
per week eenzelfde groente op tafel
Het inmiddels in alle filia
len aanwezige Volkomen
Groenteboek is een uitgave
van Meijer Pers N.V. te
Amsterdam. De oplage is
40.000 exemplaren. De prijs
bedraagt f. 9,95. De recep
ten en de gegevens over de
produkten zijn van Ans
Verheul, medewerkster af
deling voorlichting van het
Centraal Bureau Tuinbouw
veilingen in Den Haag. Zij
is de vrouw die o.a. de
actie 'snoep verstandig, eet
een appel' heeft opgezet.
De teksten werden geschre
ven door Ton van Es,
free-lance journalist op culi
nair gebied en een groot
kenner van iedere goede
keuken. De kleurenfoto's
zijn van Henk van der
Heijden, de tekeningen van
Els Hogendoorn en Joop
de Nijs zorgde voor de
lay-out.
gebracht kan worden, maar op een
totaal andere manier klaargemaakt.
Naast kookboek is Het Volkomen
Groenteboek ook leesboek. Er
wordt uitbundig verteld over her
komst, teelt, distributie, bewaring
en bewerking van al die groenten.
Dat niet in dor-droge stijl, maar
doorspekt met anekdotes en sail
lante bijzonderheden. Over ra
barber wordt verteld dat zij in
1750 als curiositeit in de hortus
van Leiden te zien was, over prei
dat het vroeger een probaat hoest
middel was en tevens voorkwam
op de dieetlijsten van keizer Nero,
over de tomaat, die vroeger een
sierplant was in Spaanse tuinen.
Dit zijn nog maar enkele voor
beelden uit vele frappante ver
halen.
Opvallend is dat veel van die
doodgewone en oer-Hollandse
groenten van origine uit verre,
exotische landen stammen. Vooral
uit Zuid-Oost Azië en Zuid-Ameri-
ka. Aardig te weten is ook dat heel
veel groenten al bekend waren bij
de Oude Grieken en Romeinen.
Deze informatie over lang vergle
den eeuwen, wordt steeds logisch
afgerond met gegevens die voor
deze tijd belangrijk zijn. Via o.a
een voedingstabel, combinatie
mogelijkheden met vlees en niet te
vergeten vele tips als het om kopen,
bewaren, bewerken en bereiden
gaat.
vervolg van pag. 1
daarvoor in aanmerking komende
bestemmingsplannen 'ook dc nodige
aandacht te besteden aan vraag
stukken rond de detailhandel', met
let wel als enkel advies: 'Gaarne
willen wij u in dit verband wijzen op
de grote deskundigheid, waarmee
het Centraal Instituut voor het
Midden- en Kleinbedrijf u op dit
terrein van dienst kan zijn'
Mr. J. Kollen, AH's Hoofd Dienst
Onroerende Goederen, blijkt zeer
verbaasd over deze brief te zijn als
Flitsen hem om een reaktie vraagt.
'De heren Udink en Oostenbrink
zijn hiermee volgens mij een vol
komen scheve schaats gaan rijden',
zegt hij. Maar als mr. Kollen er
dieper op ingaat, blijken het zeven
scheve schaatsen te zijn inplaats
van één
Eerste scheve schaats. Minister
en staatssecretaris lopen met hun
brief vooruit op het nog uit te
brengen advies van de interdeparte
mentale werkgroep. Onbegrijpelijk,
aldus, mr. Kollen, temeer omdat
deze commissie thans immers met
grote voortvarendheid aan haar
rapport werkt. Met de brief wordt
bovendien het advies van de
werkgroep duidelijk beïnvloed.
Tweede scheve schaats. Met het
aandringen op herziening van de
stedebouwkundige voorschriften
'naar de inzichten van thans' wordt
niet alleen de klok van de ont
wikkeling stilgezet (regeren is
immers vooruitzien en er zou dan
ook best ingespeeld mogen worden
op 'inzichten van morgen'), ook
doen de bewindslieden hiermee een
greep naar de gemeentelijke auto
nomie elke gemeente moet mondig
en voldoende bevoegd worden ge
acht tot het beoordelen van de
ontwikkelingen, die het best in haar
structuur passen.
Derde scheve schaats. De heren
Udink en Oostenbrink gaan er
aan voorbij dat de wet op de
ruimtelijke ordening (zoals bij de
totstandkoming uitdrukkelijk is
besproken en vastgelegd) ervan uit
gaat dat bestemmingsplannen die
nen om richtlijnen t.a.v. het gebruik
van de grond te geven, maar niet
om concurrentieverhoudingen vast
te leggen en derhalve nieuwe ont
wikkelingen in de weg te staan.
Mr. Kollen wijst ook op de wets
interpretatie van prof. mr. R.
Crince Le Roy, die zegt dat op
aandrang van de Tweede Kamer
tot uitdrukking is gebracht 'dat
detaillering van de plannen niet
verder mag gaan dan ten behoeve
van een goede ruimtelijke ordening
nodig is'.
Vierde scheve schaats. Het verzoek
tot toetsing van de bedoelde detail
handelsvestigingen (waarbij, zoals
u allang duidelijk zal zijn, kenne
lijk met name ook de Miro hyper-
markten worden bedoeld) is discri
minerend voor de gehele detail
handel. Om een voorbeeld te noe
men: de bewindslieden doelen dui
delijk op detailhandelsvormen op
industrieterreinen buiten de be
bouwde kom; de cash-and-carry-
bedrijven, discounters, 'witte schu
ren' e.d. die zich reeds jaren geves
tigd hebben in oude fabriekscom
plexen hoofdzakelijk binnen maar
ook buiten de bebouwde kom,
waaraan toen kennelijk niet zo
zwaar werd getild. Bovendien gaat
men te ver door er op aan te
dringen dat de desbetreffende ste
debouwkundige voorschriften wor
den herzien.
Vijfde scheve schaats. Minister en
staatssecretaris hebben onvol
doende oog voor de taak van het
dienstverlenend bedrijf en aan zijn
mogelijkheden ook voor de werk
gelegenheid. Uit de recente econo
mische verkenningen van het Cen
traal Planbureau blijkt duidelijk
dat het aantal arbeidsplaatsen in
industrie en nijverheid sterk ver
mindert en dat alleen in de dien
stensectoren de werkgelegenheid
blijft toenemen. Mr. Kollen'Uit
breiding van de werkgelegenheid
d.m.v. industrievestiging wordt ken
nelijk nog steeds als de alleenzalig
makende heilige koe beschouwd.
Voor vestiging van nieuwe indus
trieën en voor kantoorgebouwen e.d.
w orden bestemmingsplannen met het
grootste gemak aangepast. Waarom
zou de dienstensector (veel werk
gelegenheid en minder conjunctuur
gevoelig!) daarop een uitzondering
moeten maken?'
Zesde scheve schaats. In hun brief
durven drs. Udink en drs. Oosten
brink het aan, om de aandacht te
vestigen op de diensten van het
Centraal Tnstituutvoor het Midden-
en Kleinbedrijf. Mr. Kollen: 'Deze
eenzijdige aanbeveling zou dienaren
van de Kroon onwaardig moeten
zijn. Waarom ook bijvoorbeeld niet
de Raad voor het Grootwinkelbe
drijf en andere op dit terrein des
kundige instanties zoals de consu
mentenorganisaties, aanbevolen?'
Zevende scheve schaats. De be
windslieden gaan geheelvoorbij aan
het consumentenbelang, integen
deel, zij hebben alleen oog voor het
belang van het midden- en klein
bedrijf. 'Alsof de Miro's dat belang
zouden schaden!', aldus mr. Kollen.
'Het is met de zelfbedieningswaren
huizen al net als voorheen met
de supermarts: de middenstand
huilt tweemaal, nl. als ze komen
en als ze gaan. In Leeuwarden bijv.
heeft de middenstand in de 'be
bouwde kom' groot profijt van de
Miro buiten de 'bebouwde kom',
want zeker de helft van de Miro-
klanten komt van buiten en be
zoekt veelal ook het stadscentrum.
Het beste bewijs van de eenzijdige
visie van drs. Udink en drs. Oosten
brink vind ik, dat nu al uit de prak
tijk blijkt dat tegenstanders van
M iro-vestigingen later voorstanders
worden.