(let waarom Van de wereld handelsconferentie 'Unctad Personeelsvertegenwoordiging (Einnaars kruiswoordraadsel januari 72 Redaktie-adres FLFTZ-IN: Jan Belier (HK), afd. 810 In de loop der tijden is er in de wereld een situatie ge groeid waarin Va van de wereldbevolking de beschikking heeft over niet minder dan 85% van het wereldinkomen. De rest moet het doen met 15%. Van dit arme deel moet ongeveer de helft het stellen met 5% van het wereldinko men. Door de steeds betere communicatie zijn de ontwik kelingslanden zich na de Tweede Wereldoorlog bewust geworden van de diepe kloof tussen arm en rijk. En dat leidde er toe dat er geleidelijk een denkproces in de we reld is gekomen over de wegen waarlangs de dichting van deze kloof zou moeten worden aangepakt. uit religieus standpunt ('Zo gij er twee hebt, geef er één aan uw naaste) of uit humanitair standpunt ('Gelijkwaardigheid van alle mensen, ontplooiingskansen voor elk menselijk wezen op aarde') of uit een toekomstvisie voor een leefbare wereld, teneinde toekomstige uitbarstingen te voorkomen, of uit eigen belang (het cree- ren van koopkracht elders, om een verdere afzetmogelijkheid te vinden voor de nu al door ons geproduceerde industriële produkten, waarvoor de eigen markt reeds verzadigd is). De groei van de wereldhandel komt vooral op naam van de industriële produkten. Echter, 85% van de export van de ont wikkelingslanden bestaat uit primaire produkten (grondstof fen, landbouwprodukten e.d.). En juist in die sector zit niet zoveel groei, omdat de vraag niet erg stijgt en de rijke lan den bovendien allerlei substi tuten als bietsuiker en synthe tische produkten ontwikkelen. Daar komt nog bij dat de rijke landen allerlei handelsbelem meringen hebben ingesteld om hun eigen economie te be schermen. De arme landen ruilen hun primaire produkten tegen in dustriële produkten uit de rij ke landen. Nu wil het geval dat de prijs van die primaire produkten daalt ten opzichte dat wil zeggen de goederen ruilvoet verslechtert voor de arme landen. Dat betekent dus dat de arme landen voor een bepaalde hoeveelheid export goederen steeds minder im portgoederen kunnen krijgen. In de prijzen van primaire produkten treden soms grote fluctuaties op. Dat betekent: fluctuaties in de ontvangsten en dan wordt het moeilijk om een ontwikkelingsplanning met eigen middelen te finan cieren. Als één van de middelen om tot zo'n ontwikkelingsstrategie te komen is op aandrang van de ontwikkelingslanden de UNCTAD in het leven geroe pen. United Nations Conferen ce on Trade and Development, of te wel Conferentie van de Verenigde Naties over de Han del en Ontwikkeling. De rijke landen zagen er niet zoveel in, maar de ontwikke lingslanden trokken één lijn en slaagden erin van de UNC TAD een permanent orgaan van de Verenigde Naties te maken. Deze UNCTAD houdt éénmaal in de vier jaar een bijeenkomst (1e keer in 1964 te Genève), waar men dan moeizaam poogt zo'n ontwik kelingsstrategie op te bouwen. De eerstvolgende bijeenkomst van de UNCTAD is in april/ mei in Santiago in Chili. Henk Brinkman, Hoofdkantoor, afdeling Organi satie Filialen. Duidelijk is dat er een groei van het inkomen nodig is in de arme landen of met andere woorden de arme landen moeten zich kunnen ontwikkelen. Om de ontwikkeling in arme lan den op gang te brengen, zijn in vesteringen nodig voor: het onder wijs, het aanleggen van wegen, havens en spoorwegen, het kopen van machines, de verbetering van de landbouwtechnieken, de op bouw van de industrie enz. Het inkomen in deze landen is echter zo laag dat men bijna al het geld consumeert. Men heeft geen geld om te sparen voor de ontwikke ling. Toch is die ontwikkeling noodzakelijk. En als de arme lan den er geen geld voor hebben, moeten wij, in de rijke landen, dat geld beschikbaar stellen. Dat wil zeggen dat wij onze investeringen moeten verminderen of onze con sumpties beperken. En dat kost nogal pijn. Immers er is nog zo veel in eigen land te doen. Dat dat in geen enkele verhouding staat tot de situatie in de arme landen, vergeten wij maar al te vaak. Onze, vaal luxueuze, con sumpties verminderen valt ook niet mee. Maar goed, met veel pijn en moeite gaat er dan wat van ons vele geld naar de arme landen. Met de technische hulp en de overdracht van kennis zou den we deze financiële hulp 'kor- te-termijn-hulp' kunnen noemen. Naast deze vorm van hulp is er een zaak op langere termijn, die een noodzakelijke voorwaarde is voor de ontwikkeling van de arme landen. En dat is de handel, of be ter, de vergroting van de handel en de vergroting van de exportop brengsten. Want voor de ontwik keling zijn importen nodig en die moeten uiteindelijk worden be taald met de ontvangsten uit de export. De meeste middelen om die ontwikkeling te bevorderen en de kennis om ze te produceren, bezit men namelijk niet. Men moet ze dus importeren. Nu is de handel in de wereld het gevolg van de onderlinge produktie- en consumptiepatronen. En het pro- duktiepatroon van de arme landen is zodanig dat het hun handel niet bepaald bevordert in de huidige si tuatie. Het aandeel van de arme landen in het totaal van de we reldhandel is van 31,2% in 1950 gedaald tot 19,1% in 1966. Ondanks enig kruimelwerk in EEG verband bestaat er nog steeds een geweldige tolmuur voor elk produkt dat in bewerkte toestand door de ontwikkelings landen wordt aangeboden. Zodat datgene wat ze na veel inspanning hebben kunnen creëren niet kan worden afgezet. Bovendien speelt met betrekking tot de grondstof fen nog het volgende: Willen de arme landen hogere en regelmatiger opbrengst uit hun exportsector hebben om zelf hun ontwikkeling te kunnen financie ren, dan moet de handel in pri maire produkten op korte termijn verbeteren ten gunste van de ar me landen. En op langere termijn moeten de ontwikkelingslanden in staat gesteld worden industriële goederen te gaan exporteren. Maar daartoe moet de produk- tiestruktuur zowel in de rijke lan den als in de arme landen aange past worden. Om dat te bereiken is een ontwik kelingsstrategie nodig: een coör dinatie van het produktie- en con sumptiepatroon in de verschillen de delen van de wereld. Gericht op het gemeenschappelijk belang. Over het hierboven behandelde onderwerp is vrij veel objectief materiaal voor handen. Loop eens bij de wereldwinkel in je woon- of werkplaats langs óf stel je in ver binding met DE VORK 2, Odijk (tel. 03405-2804) of met de NO VIB, Blankenburgstraat 6, Den Haag (tel. 070-325850). Combo 10 Te kijk op deze pagina ditmaal de formatie COMBO '70. Een en ander op verzoek van alle medewerkers van AH's supermart in Goes. Zij schreven FLITZ-IN: 'Onze kruidenierswarenchef, de heer J. van Loon, speelt en zingt in een band genaamd COMBO '70. En daar is hij reuze trots op. COMBO 70 is een zeer goede groep, die al met groot succes heeft op getreden op de personeelsavond van onze supermart én op die van filiaal 1034. Ze zijn ook bereid om voor andere zaken te spelen tegen een redelijke prijs.' COMBO '70 bestaat uit: P. Mous (gitaar-zang), J. van Loon (gitaar-zang), H. Stoop (saxofoon) en J. van den Burgt (accordeon-zang). Het correspondentie-adres van de groep is: J. van Loon, p/a filiaal 1062, Goes. Op de introduktiedagen voor de nieuwe medewerkers van ons hoofdkantoor te Zaandam komt ook de personeelsvertegenwoordi ging ter sprake. Dat gebeurt door een lid van de OR-HK, die de or ganisatie, de taak en de bevoegd heden van de ondernemingsraad uit de doeken doet en tevens ver telt hoe wij onze inspraak bij Al- bert Heijn zichtbaar kunnen ma ken. Ook voor de nieuwelingen in AH's winkels zijn er introduktiedagen. Op die dagen wordt het zo belang rijke onderwerp personeelsverte genwoordiging echter niet behan deld. Winnaars kruiswoordraadsel ja nuari '72 Dit zijn: B. Boulengier (fil. 1105), A. Sjouerman (fil. 1098) en J. Noorl ander. Zij ontvangen een platenbon ter waarde van 10,—.

Personeelsbladen | 1972 | | pagina 8