H lüoegoslavische collega kunnen bedienen. Het mag ons er nooit lom gaan zoveel mogelijk AH-produkten ■via de filialen te 'slijten', maar voorop moet staan, dat de klanten uit I een to uitgebreid mogelijk assortiment ■kunnen kiezen en daarbij hebben de leigen produktiebedrijven een duidelijk ondersteunende taak. Daarbij moet je je voortdurend opnieuw [afvragen welke produkten je in het Ikader van het grote, zich steeds I vernieuwende geheel wel of niet zelf Lmoet blijven cq. gaan maken. En bij die I overwegingen spelen economische motieven zowel als exclusiviteits- redenen een doorslaggevende rol.' De heer Vink maakt duidelijk dat Idaarom niet vaststaat, dat AH alle "eigen produkten, die nu gemaakt worden, 'eeuwig' zal blijven fabriceren. I Vast staat wèl. dat AH altijd eigen I produkten zal blijven maken, maar daarbij is zowel verschuiving binnen het produktieraam mogelijk als het afstoten I van 'oude' en het vervaardigen van I 'nieuwe' produkten. Tegen de achter grond van deze beleidsfilisofie wordt ook de voorgenomen afstoting van de I beschuitfabricage (midden van dit I jaar) begrijpelijk. Vooral economische motieven hebben hier de doorslag I gegeven: zou de produktie van I beschuit worden voortgezet dan zouden er grote investeringen nodig zijn voor een geheel nieuwe fabriek. 'Wij achten dat niet verantwoord, omdat er in Nederland al voldoende produktiecapaciteit beschikbaar is. Daarom kunnen we ons eigen merk straks beter elders laten maken. Uiteraard met het eigen, exclusieve AH-recept', zo zegt de heer Vink. OOK GROEI Hoog tijd nu, om ook wat andere geluiden te laten horen, want er was wel degelijk tevens sprake van groei. In het produktiebedrijf te Zaandam is de chocoladefabricage enigszins in omvang toegenomen, terwijl de brood- en banketfabriek in Zwanenburg een niet onaanzienlijke produktietoename liet zien. Ook in 1970 werden nieuwe produktieverhogende investeringen gedaan: in de brood- en banketfabriek werd een f 1.3 miljoen kostende moderne kleinbroodlijn geïnstalleerd, die in staat is 10 a 20.000 broodjes per uur af te leveren. In Wijhe werden (en worden) aanzienlijke bedragen besteed aan verdere modernisering en in Zaandam zal medio 1971 een meng- en verpakkingsinstallatie voor oploskoffie in gebruik worden genomen. De heer Vink spreekt dan ook de verwachting uit dat de vertraagde groei van tijdelijke aard zal blijken geweest te zijn, al zullen spectaculaire produktiestijgingen zich in de toekomst waarschijnlijk wel niet meer voordoen, afgezien dan wellicht in de kleinbrood- sector en gebak, dus voornamelijk in de 'verse' sector. Het bedrijf in Zwanenburg (ca. 200 werknemers) kampt echter met een vrij groot tekort aan personeel. In Wijhe is dat geen probleem (hier werken ca 500 man), maar ook de fabrieken in Zaandam (ca. 600 werk nemers) kunnen wel nieuwe mede werkers gebruiken. Hier zijn reeds ruim 200 buitenlandse werkkrachten in dienst, vooral Turken en Portugezen en verder Spanjaarden (mannen en vrouwen), Marokkanen, Italianen en Joegoslavische meisjes. Dat gaat uitstekend, zegt de heer Vink. 'Een bewijs daarvan is wel, dat steeds meer mannen (vooral Span jaarden en Portugezen) hun gezinnen laten overkomen en dan een dienstverband van vijf jaar tekenen. Ook de interne onderlinge ver houdingen zijn goed, al zijn er natuurlijk wel eens taalmoeilijkheden. Maar heel wat buitenlanders doen al mee aan de ideeënbus (in Zaandam leverde dat de inzenders vorig jaar zo'n f 12.000 op) en daaruit blijkt, dat ook zij zich niet alleen met de handen, maar ook met inventiviteit voor het bedrijf willen inzetten.'

Personeelsbladen | 1971 | | pagina 15