Albert Heijn
gaat oploskoffie
importeren
Werken in een
fabriek had ik me
anders voorgesteld
Wijnafdeling en
bandoven naar
Tilburg
Olgica Petrov:
AH stopt
besch uit
proef uktie
Oh flitsen
SAH002000334
Flitsen Landelijk september 1970
personeelsblad albert heijn nv
oplaag 18.000
verschijnt 12 x per jaar
27e jaargang nr. 8, 7 september 1970
hier komt
een albert heijn
zelfbedienings
warenhuis
Albert Heijn N.V. gaat met
ingang van dit jaar oplos
koffie importeren uit de ont
wikkelingslanden, zoals o.m.
Brazilië, Kenya, Colombia en
Tanzania. In Zaandam zal dit
kant en klare produkt wor
den gemengd en verpakt.
Hiertoe zal het bedrijf bin
nenkort de beschikking krij
gen over een meng- en ver
pakkingsinstallatie, waarmee
een investering van ca. een
kwart miljoen is gemoeid.
Het direkt importeren van
oploskoffie is een gevolg van
de overproduktie van koffie
bonen in de producerende
landen, die t.a.v. hun uitvoer
gebonden zijn aan export
quota. Daarom is men ertoe
overgegaan de bonen te
verwerken tot koffiepoeder,
dat wel geëxporteerd mag
worden boven de gestelde
quota.
Tot dusver betrok Albert
Heijn z'n oploskoffie, dat
20% van de totale koffie-
markt in Nederland be-
bedraagt, uit verschillende
landen, onder andere Duits
land en Israël.
Albert Heijn gaat een deel van zijn
produktiebedrijf verplaatsen van
Zaandam naar Tilburg. Het betreft
hier de wijnbottel- en de bandoven-
afdeling. Voor beide produktie-
sektoren zal de kapaciteit binnen
kort ontoereikend zijn en is uit
breiding ofwel niet mogelijk ofwel
te kostbaar.
Men verwacht in de loop van 1973.
in Tilburg bedrijfsklaar te zijn.
De geheel nieuwe vestiging in
Tilburg, waar eveneens het tweede
distributiecentrum van Albert Heijn
zal verrijzen, biedt voldoende
mogelijkheden om een vergaande
mechanisatie door te voeren. Hier
door zullen ook de werkomstandig
heden kunnen worden verbeterd.
Albert Heijn verwacht ook in de
toekomst tot een verdere uitbouw
van eigen produktie in Tilburg te
komen, hetgeen belangrijk is voor
de kontinuïteit van de werk
gelegenheid.
Rektificatie
In het augustusnummer van
Flitsen staat in de kop op de
1e bladzijde, dat DC Tilburg
in 1974 wordt opgeleverd.
Uit de tekst zult u begrepen
hebben, dat dit oktober 1971
moet zijn.
Onze verontschuldigingen.
Verica Popovic, Lijana Petrowitz, Stana Iwankow, Zlatica Cirlc,
Mirana, Olica, Radmila en Vesna, ze hebben allemaal één ding
gemeen. Ze willen voorlopig blijven waar ze zijn, in Holland. Om
geld te verdienen. Maar ook om straks misschien te trouwen en
gelukkig te worden.
Verica, Stana, Olica en al die twee
ëndertig anderen woonden zeven
weken geleden nog in het Joego
slavische Servië. Als ze elkaar toen
in de straten van Pirot waren
tegengekomen hadden ze elkaar
niet gegroet. Niet omdat Olica,
De sfeer bij Albert Heijn is goed.
Alleen de taalbarrière is hoog. Veel
te hoog om je onafhankelijk te
kunnen voelen, om een te kunnen
zijn met de mensen om je heen.
Dat is eigenlijk het eerste waaraan
ik veel moet gaan doen.'
De 35 meisjes in 'De Noordwachter'
zijn volkomen self-supporting. Hun
zes flats liggen pal bij elkaar ge
formeerd rond het trappenhuis op
de zesde, zevende en achtste
etage. Ze kijken uit op het door
weekte Zaanse landschap. Een
slechtere remedie tegen heimwee
naar het glooiende zongestoofde
zomerservië is in heel Holland niet
te krijgen.
Olgica Petrov verwachtte in Holland
hard te moeten werken. Maar wat
deerde haar hard werken. Op het
schamele land van haar vader was
ze het gewend, maar ook dat ze er
niet veel mee verdiende. Daarom
ging ze naar Pirot om zich aan
te melden als arbeidskracht voor
Holland. Om nu eindelijk met hard
werken geld te kunnen verdienen.
Wat is er van Olgica's verwachtin
gen overgebleven?
'Werken in een fabriek had ik me
totaal anders voorgesteld. Ik dacht
dat het veel zwaarder zou zijn. Dat
is, dacht ik, wel de mening van
het merendeel van de meisjes.
Wat ik met mijn geld ga doen?
Aan sparen kom ik voorlopig niet
toe. Dat betekent dan ook dat ik
het ga uitgeven. Ik heb genoeg
nodig.
Wat me hier in Holland opvalt?
De behulpzaamheid van de man
jegens de vrouw. Vooral in het
huishouden. De man hier wast af.
In Joegoslavië is dit ondenkbaar.
Daar gaat een man na zijn werk
zitten en wordt bediend, zonder dat
het bij hem opkomt dat een vrouw
er ook wel eens naar verlangt ver
wend te worden. Ik generaliseer
natuurlijk. Er moeten in Holland
Vervolg op pagina 2
De Raad van Bestuur van Albert
Heijn heeft besloten de beschuit-
produktie in 1971 te stoppen. Dit
besluit vloeit voort uit het feit, dat
er in Nederland een overschot is
aan produktiekapaciteit, hetgeen
een investering in een noodzake
lijke vernieuwing van de beschuit
installatie onverantwoord maakt.
Bovendien is gebleken dat door
derden AH-beschuit geleverd kan
worden van dezelfde hoge kwaliteit
en tegen een aanvaardbare prijs.
Gezien de grote vraag naar per
soneel in de produktiebedrijven zal
deze maatregel geen enkele kon-
sekwentie hebben voor het betrok
ken personeel.
Ons eerste ZBW in Vlissingen
begint gestalte te krijgen. Op
26 januari '70 werd met de werk
zaamheden begonnen. In oktober
1970 moet het gebouw, 6000 m2
oppervlakte, worden opgeleverd.
In navolging van Michiel de Ruyter,
die de ketting in de Theems bij
Chatham kliefde, is een dragline
druk doende het parkeerterrein
van 15.000 m2 te egaliseren.
Radmila, Verica, Stana en Zlatica
elkaar niet mochten, maar omdat
ze elkaar niet kenden. Nu, ruim
anderhalve maand later, delen ze
elkaar lief en leed op zes-, zeven
en achthoog in een Zaandamse
nieuwbouwflat die luistert naar de
weerbarstige naam 'De Noord-
wachter'.
Van de aarzeling, de onwennigheid,
de afwachting waarmee ze toen de
produktiebedrijven van Albert Heijn
Zaandam kwamen binnenlopen is
weinig meer over. Ze zijn tevreden.
Het werk kunnen ze aan, hun chef
is begrijpend, de sfeer vriendelijk.
Wat hadden ze eigenlijk verwacht?
Wat waren hun eerste indrukken,
wat waren de reakties van hun Hol
landse kollega's? Wat deden ze in
Joegoslavië?
Verica Popovic, lang, blond, blau
we ogen, zegt: 'Ik heb in Servië de
lagere landbouwschool afgelopen.
Ik zou gaan werken, maar werk is
in ons land schaars. En wat er is
wordt slecht betaald. Ik hoorde van
een vriendin dat er een kans was
om naar Holland te kunnen gaan.
In Pirot zou ik me moeten aan
melden. Ik moest deelnemen aan
een selektietest en werd geschikt
bevonden.
Wat wist ik van Holland? Dat het
een vriendelijk landje was, piep
klein, ergens aan zee, nog voorbij
Duitsland. Ik wist dat er een goed
soort koeien grazen, dat Hollanders
behulpzame, vriendelijke mensen
zijn. Ik wist dat het me niet tegen
zou vallen.
Mijn plannen? De taal leren, zoveel
mogelijk zien, mensen leren ken
nen, zorgen dat ik straks een baan
met meer mogelijkheden krijg.