Vijf-weekse expeditie
naar Nepal (2)
Land en volk maakte op de deelnemers
de meeste indruk
PV naar
zeehonden
reservaat
Ch flitsen
Inspraak
Aprilgrap
Kassier in I1
maanden b*<
Tijgerjacht
Verlatenheid
Het weer
Ijsmassa's
Mystiek
AH-Fli'tsen
2
De groep van 11 Nederlanders, 9
sherpa's en 28 dragers, die onder
leiding van de heer J. Mijnders
door de bergwereld van Nepal in
de richting van de Tibetaanse grens
trok, zag zich al na vijf dagen voor
problemen geplaatst. Een dame uit
het gezelschap liep bij een val een
knieblessure op en dit heeft vooral
voor de man van AH een duidelijk
stempel op het verdere verloop
van de onderneming gedrukt.
Aanvankelijk sleepte het slachtoffer
zich nog voort, daartoe in staat ge
steld door 1 injektie van de mee
trekkende dokter, en het laatste
trajekt van de acht dagen durende
tippel naar de grensplaats Jomsom
hing zij op een paard. Het was
echter duidelijk, dat voor haar de
reis hiermee geëindigd moest zijn.
'Wij bevonden ons in streken', ver
telt de heer Mijnders, 'waar het
wiel nog uitgevonden moet worden.
Het transport speelt zich voor
namelijk af met behulp van ezeltjes
en anders sjouwen de mensen hun
vracht zelf op rug of hoofd. In
Jomsom stond echter een defekt
Zaterdag 30 mei a.s. organiseert
de Personeelsvereniging een tocht
naar het Zeehondenreservaat bij
Texel. Naar Den Helder rijden we
met een bus. Vanuit Texel gaat de
reis per boot naar het reservaat
tussen Vlieland en Texel. Per lid is
slechts één introducé toegestaan.
Nadere bijzonderheden zullen nog
worden bekend gemaakt op de
publikatieborden.
Personeelsblad van
Al ert Heijn NV
27e jaargang nr. 5
16 mei 1970
Verantwoordelijk eind-
redakteur: H. K. Engel
Plv. verantwoordelijk
eindredakteur: J. Ph. Ypma
Adres: Westzijde 26, Zaandam
Tel. 02980-27000, toestel 220
In het blad 'Nederlandse On
derneming' in de rubriek'kant
lijnen' lazen we het volgende:
'Hoezeer de demokratisering
in ons land voortschrijdt, lazen
we onlangs in een overlijdens
advertentie. Daarin stond:
- In overleg met de overledene
heeft de teraardebestelling in
stilte plaats gevonden -
Wij juichen dit overleg toe,
maar vragen ons af of de de-
mokratie niet enigszins over
dreven wordt.'
In het kader van de OPW moet men
klanten trekken. Filiaal Sneek vond
woensdag 1 april daarvoor een bij
zonder gunstige dag, vandaar dat
men onderstaand stukje in de
Sneker krant liet opnemen.
Als eerste is Albert Heijn
NV erin geslaagd een flesje
i maanstof naar Europa te
j krijgen.
De maanstof is na de ge-
slaagde landing van de
Apolli 9 op 20 juli 1969 door
de astronauten Armstrong,
Collins en Aldrin meege-
nomen naar de aarde.
Na eerst te zijn tentoon-
gesteld in Amerika komt
een van de flesjes nu naar
Nederland. Woensdag a.s.
is het te bezichtigen in de
Albert Heijn SuperMart te
Sneek.
Er worden uitgebreide vei-
ligheidsmaatregelen ge-
troffen, o.a. door middel
van een gesloten televisie-
circuit.
vliegtuig van de Nepalse koning en
wij wisten dat er weldra een heli
kopter uit Kathmandu moest komen
om onderdelen te brengen. Daar
mee zou onze vriendin dan naar
Pokhara reizen, om van daar, later,
met de groep te kunnen terugkeren!
De dagen verstreken echter en het
werd al gauw tijd om het kamp op
breken, wilde men de terugtocht
volgens plan volvoeren. De heer
Mijnders en een ander manlijk lid
van de expeditie boden aan de ge
velde vriendin gezelschap te blijven
houden. Zonnen kwamen op en
gingen weer onder, en vele malen
per etmaal tuurde het drietal ver
geefs in de strak blauwe lucht. De
spanning steeg nog meer, toen be
kend werd dat de koning met zijn
wentelwiek op de tijgerjacht was
gegaan, want niemand wist precies
hoe lang dat evenement kon duren.
Na een week was de tijd zo gaan
dringen, dat de heer Mijnders be
sloot zijn metgezel de anderen
achterna te sturen. En toen na
negen dagen de dame met de ge
kwetste knie eindelijk in de ma
chine kon worden gedragen, om
over de bergen naar een vorstelijk
hotel in Pokhara te worden ver
voerd, maakte zich van AH's ver
zekeringsman een gevoel van grote
verlatenheid meester. 'Daar stond
ik, helemaal alleen aan het eind
van de wereld. Geen hond waarmee
ik een woord kon spreken. Geladen
door de spanningen waaraan ik
was blootgesteld, heb ik met twee
sherpa's en enkele dragers de
groep in tweeeneenhalve dag in
gehaald. Ik heb op mijn tandvlees
gelopen.'
Het programma dat tevoren was
opgesteld, is niet helemaal uitge
voerd. Enkele klimpartijen naar
grotere hoogtes werden achter
wege gelaten, vooral omdat de
wege gelaten, vooral omdat daar
nog te veel sneeuw lag. Vanuit
Jomsom had men wel iets willen
ondernemen, maar toen bleek het
technisch erg bezwaarlijk het kamp
in tweeën te splitsen, hetgeen met
het oog op de patiënt noodzakelijk
zou zijn geweest.
Over het weer heeft het onder
nemende gezelschap nauwelijks te
klagen gehad. Pas na drieeneen-
halve week brak een dag aan,
waarop de regen onophoudelijk uit
de hemel viel en overnacht werd
in een stal, waaruit eerst de mest
moest worden weggeschept. En
daarna gebeurde het nog een
keer dat de groep door een vrese
lijk noodweer uit het kamp werd
weggespoeld, maar gelukkig was
er toen een hotel in de buurt, waar
de slaapzakken op de vloer werden
uitgestrekt.
'Hoewel wij om die enorme berg
wereld te zien naar Nepal waren
gegaan', zegt de heer Mijnders,
'hebben toch eigenlijk het land en
de bevolking de meeste indruk op
ons gemaakt. Onze tocht voerde
overwegend door een vriendelijk
aandoende omgeving, waar bana
nen, sinaasappels en citroenen
groeiden en ook aan het eind van
de winter de rhododendrons, de
bougainville en vele andere bloe
men in bloei stonden. Naarmate wij
Tibet naderden en boven de 3000
meter kwamen, werd het landschap
kaal, dor en dreigend, met daar
boven enorme witte ijsmassa's, die
in deze omvang in Europa niet
voorkomen.'
Kathmandu, m«t zijn hindoe
tempels, stupa's en monumenten
uit lang vervlogen beschavings
tijden, leerden de bezoekers uit het
verre Nederland kennen als een
stad vol mystiek, waar men zich bij
iedere voetstap realiseerde in een
geheel andere hoek van de aarde
te zijn. 'Maar', zegt onze gastheer,
'ook in de vele dorpen, die aan de
karavaanroute tussen India en
Tibet zijn gelegen, hebben wij de
sfeer van het oosten volop kunnen
proeven. Mandenvlechters en ande
re ambachtslieden gaan in de open
lucht onverstoorbaar hun gange
tje. Vele neringdoenden wachten
de hele lieve dag geduldig op
klandizie. Ezeltjes staan gedwee
bij de schamele huizen of stappen
zwaarbelast voort. Het wemelt in
de gehuchten werkelijk van de
mensen, die heel arm zijn. Aan onze
dragers, kleine pezige mannen die
op blote voeten liepen en zo'n 30
a 35 kilo op hun nek droegen, be
taalden wij ƒ1,75 per dag en dat
werd door hen als een ruime be
loning beschouwd.'