Vijf-weekse expeditie naar Nepal (1) AH-J. Mijnders leidde een boeiende tocht naar uitdagend bergland Idee van f 500,- in Wijhe Werving Joegoslavische meisjes deze zomer Een nieuwe pindakaasafdeling Oost-Europa Oude bekenden Naar 8000 m Steun van kolonel Ongeluk Mooiste vliegtocht Geen mensen handen meer AH-Flitsen 5 Van foto's, films en televisie ken nen wij het beeld van de onver schrokken bergbeklimmers, die zich tegen loodrecht oplopende wanden omhoog werken, met een schijnbare minachting voor de gapende diepte beneden hen. Tot deze kategorie van klauteraars behoort de heer Mijnders zeer nadrukkelijk niet. 'Reken mij maar tot de berg wandelaars', zegt hij, 'die af en toe een bestijging in hun tochten opnemen. Touwen en pickels be horen echter wel degelijk tot onze uitrusting en zonder ervaring en een flink uithoudings- en door zettingsvermogen brengt men het ook in onze gelederen niet ver. Het gaat ons evenwel niet om het trotseren van gevaren, maar om de stilte, de grootsheid van het berglandschap en om de vol doening die het geeft wanneer je jezelf bewijst 'n behoorlijke pres tatie te kunnen leveren. Als alpi nist neem ik een heel bescheiden plaats in. Je leest wel over de grote expedities, maar je weet, dat je op grond van je matige technische vaardigheden nooit voor deelneming zult worden uit genodigd. Onze groep is dan ook niet de bergen van Nepal ingetrokken met de bedoeling daar huzaren stukjes op te voeren. Het ging ons erom nu eens met eigen ogen achtduizenders te zien en ik moet zeggen dat het aan schouwen van die onvoorstelbaar hoge witte toppen een fantas tische ervaring is'. Een paar jaar na de oorlog hebben de heer en mevrouw Mijnders in Noorwegen de aantrekkingskracht van de bergen leren kennen, waar na elders in Europa, maar vooral in Zwitserland, heel wat impone rende tochten zijn afgewerkt. Vaak was het tweetal tien uren achtereen opgenomen in uiterst onherberg zame oorden, vanwaar geen enkel kontakt met de buitenwereld mo gelijk was, en onder die omstandig heden kon een simpele verstuikte enkel al grote problemen veroor zaken. Vandaar dat het echtpaar aansluiting zocht bij de Sektie Holland van de Oostenrijkse Alpen vereniging, die de heer Mijnders later in kontakt bracht met de NRV. Voor deze reisorganisatie heeft hij geruime tijd vele reizen naar de bergen geleid. Zijn pioniersgeest was echter te sterk om persoon lijke initiatieven nu zo maar terzijde te kunnen schuiven. In de jaren zestig, toen Oost-Europa voor be zoekers uit het westen een nog zo goed als ontoegankelijk gebied was, organiseerde hij privé de eer ste Nederlandse expeditie naar de Hohe Tatra in Polen. In Joegoslavië werd de Grote Transverzala van Maribor (ten zuiden van Graz aan de Oostenrijkse grens) naar Koper (vlakbij Triest) gelopen, een 800 kilometer lange tocht, waaraan vier vakanties van drie weken werden besteed. Tijdens al deze ondernemingen zijn vele vriendschappen gesloten en de in totaal elf personen tellende groep die nu naar Nepal is ge weest, bestond dan ook voor een deel uit goede oude bekenden. De anderen zijn 'geworven' via adver tenties in de bladen waarop de echte Alpinisten geabonneerd ple gen te zijn. Het gezelschap werd tenslotte gevormd uit vier dames (onder wie een sekretaresse, een apothekers-assistente en het hoofd huishouding van een ziekenhuis) en zeven heren: een arts, een tand arts, een fysicus, een chemicus, een timmerman-aannemer, de direktie- sekretaris van een scheepvaart onderneming en dan natuurlijk de heer Mijnders zelf. Zijn echtgenote was deze keer niet van de partij. Een bezoek aan Nepal was altijd al een wensdroom van de aan bergen verknochte AH-funktionaris. 'Ook hier in Europa raak je natuurlijk nooit uitgekeken', legt hij uit, 'maar ik wilde altijd zo graag eens een berg met een hoogte van 8000 meter zien. Er zijn er maar veertien in de hele wereld en acht daarvan bevinden zich in Nepal.' De heer J. Mijnders, hoofd van AH's afdeling verzeke ringen, is opgetreden als leider van een expeditie die vier weken lang het bergland van Nepal heeft doorkruist. Intussen is hij, vele onver getelijke indrukken en een Hemmingway-baardje rijker, weer teruggekeerd op zijn stoel in het hoofdkantoor, huis, in Koog aan de Zaan, werd ons, met kaarten, gid sen, foto's en meegebrach te souveniers als illustratie materiaal, uitgebreid verslag gedaan. en dragers, het inslaan van voe dingsmiddelen en het lospeuteren van de nodige vergunningen bij de Nepalese overheid viel er ter plaat se heel wat te doen. De kolonel verzorgde dit alles (in uitvoerig schriftelijk overleg met de heer Mijnders) met typisch Britse nauw gezetheid en geruggesteund door een enorme ervaring, opgedaan als deelnemer aan 9 grote Himalaya- expedities. Het elftal dat tenslotte uit Neder land vertrok, had dan ook alleen maar wat persoonlijke bagage bij zich. Alle verdere benodigdheden plus de afgehuurde manschappen stonden keurig op de afgesproken plaats te wachten. Tot voor enkele jaren heeft het er echter naar uitgezien, dat een der gelijke reis wel altijd een illusie zou moeten blijven, totdat er in 1968 plotseling konkrete mogelijk heden aan de horizon opdoemden. Via het blad Alpinismus kwam de heer Mijnders in kontakt met kolo nel Roberts, een gepensioneerd Engels officier, die als attaché ver bonden was geweest aan de Britse ambassade in de Nepalese hoofd stad Kathmandu. Hij wilde daar blijven wonen en stelde zich be schikbaar om, tegen betaling, voor groepen uit Europa en de USA de nodige voorbereidingen te treffen. Dit aanbod was van grote bete kenis, want alle plannen hadden tot dusver voornamelijk schipbreuk geleden omdat het eenvoudig niet te doen was alles vanuit Nederland te regelen. Er moesten in Nepal tenten en velerlei materialen wor den gehuurd, om de transport kosten door de lucht zoveel moge lijk te drukken, en ook wat betreft het werven van sherpa's (gidsen) Onze heer Mijnders overhandigt aan kolonel Roberts een vaantje van de Alpen-vereniging. De vliegreis leidde via Beyroet en Bombay naar New Delhi, waar het gezelschap aan boord stapte van een Fokker-Friendship van de Ne palese luchtvaartmaatschappij voor de vlucht naar Kathmandu. Er ging een huivering door de groep, toen enkele uren na aankomst bekend werd, dat het toestel op de terug reis naar de Indiase hoofdstad was verongelukt. De volgende dag bracht een oude en daarom laagvliegende DC 3 de expeditie langs de gehele keten van de Himalaya naar Pokhara. 'Dat is', zegt de heer Mijnders, 'de mooiste vliegtocht die je ter wereld kunt maken.' Het beginpunt was be reikt. Elf Nederlanders, een sherpa staf van negen man en achten twintig dragers zouden kort daarop van start gaan voor een 30-daagse tocht, die niet zonder tegenslagen is verlopen. (wordt vervolgd) Bij het nader bestuderen van de positie van buitenlandse werk nemers in het bedrijf kwam men tot de konklusie dat een deel van hen werk doet dat eigenlijk door meis jes verricht zou moeten worden. De groei van het personeels bestand is, voor mannen zowel als voor vrouwen, zodanig, dat de Nederlandse arbeidsmarkt niet voor voldoende aanvulling kan zorgen. Daarom is men gaan informeren naar de ervaring van bedrijven met buitenlandse werkneemsters. Bij Danlon in Emmen werken al ge ruime tijd Joegoslavische meisjes, die zich uitstekend aan het Neder landse werk- en leefklimaat blijken aan te passen. Bij AH werken wel al Spaanse en Turkse vrouwen en meisjes die als vrouw of verloofde mee naar Holland zijn gekomen en zelf gesolliciteerd hebben, maar men heeft nog niet eerder perso neel geworven. Het ligt nu in de bedoeling dat in de zomer 72 meisjes uit Joego slavië bij AH worden aangenomen. Absolute voorwaarde voor het wer ven van vrouwelijk personeel in het buitenland is dat de werkgever voor woongelegenheid zorgt. Bij AH denkt men daarbij aan een aan tal flats, waarin een groep meisjes kan samenwonen. In het kader van de gebruikelijke aktivitelten op het gebied van de huisvesting (ook ten bate van de Nederlandse werk nemers!) is er kontakt geweest met een woningbouwvereniging en met B en W van Zaandam. Ook hierbij heeft men weer de Stichting Bege leiding Buitenlandse Werknemers in de arm genomen, het VNO en de Joegoslavische ambassade. Iedere groep Joegoslavische meis jes die naar Nederland komt heeft een eigen begeleidster, die op kos ten van het bedrijf meekomt, maar er verder niet werkzaam zal zijn. Een Joegoslavische, die met een Nederlander is getrouwd en hier woont, is als tolk en raadsvrouwe ingeschakeld. Het aantrekken van buitenlands personeel verkeert bij AH nog in een proefstadium. Aan de hand van de ervaringen die men binnenkort opdoet zal een verder beleid worden uitgebouwd. In produktiebedrijf Wijhe ontvingen de heren B. Wisnieuwski en H. J. Bosch 500,voor hun idee een voorziening aan de vleesbreker in de worstmakerij te treffen, waar door een belangrijke besparing ontstond op vleesafval. De heer F. ten Bulte ontving 70,voor een idee met betrekking tot het koken van apparaathammen en de heer G. Kollenstart kreeg 25,voor een voorgestelde verbetering van de plastic rekken. Het produktiebedrijf Zaandam is thans een nieuwe pindakaasafdeling rijk. Een afdeling, die gezien mag worden en iri moderne stijl en frisse kleuren is uitgevoerd. De pindapittenbranderij, ook geheel vernieuwd, is naast de tapafdeling gelegen. Vanuit de branderij worden de pit ten in een voorraadkamer geblazen boven de ovens. Van hieruit vallen de pitten in de molen om vermalen te worden en een gestadige stroom van pindakaas loopt naar de vul- machine. Deze vulmachine vult de potten met een kapaciteit van bijna 2000 stuks per uur. Ook de etiket tering en het deksels-vastschroeven gebeurt automatisch. De potten worden hierna verpakt en zijn gereed voor verzending. Mensenhanden raken het produkt op geen enkele wijze aan, zodat ook deze produktie ruimschoots de toets der kritiek kan doorstaan.

Personeelsbladen | 1970 | | pagina 5