SM-bedrijfsleider G. van Langeveld terug uit de Oekraïne GETROUWD MET EE\ RUSSISCHE VROUW Schaken Minirokjes Brood en zout Gezelligheid Gastvrijheid Burgemeester hielp een handje hij lossen AH-auto AH-Flitsen Pagina 8 Ook in lijden van angst en ellende kan men het ware geluk ontmoeten. Dat. is b.v. de heer G. van Langeveld, bedrijfs leider van de AH SuperMart in Voorburg overkomen. Zoals zovelen werd hij tijdens de oorlog door de bezetter naar Duits land gevoerd om daar te werken. Hij belandde met nog vijftig andere Hollanders in Berlijn, waar hij werd geplaatst in een fabriek van radio-onderdelen. Helemaal voorbereid waren de Duitsers ter plaatse blijkbaar nog niet op de komst van de nieuwe „gasten", want in het lager waarin de groep werd onder gebracht, ontbrak de eerste avond nog de afscheiding tussen de dames- en de herenafdelingen. Die paar uren waren voor de heer Van Langeveld precies genoeg om kennis te maken met een aardig Russisch meisje, dat daar al een jaar eerder was aangekomen. Hoewel iedere ontmoeting was verboden en zelfs een kort praatje in de fabriek al een boete van 70 Mark met zich bracht, bleef de relatie be staan. Direct na de oorlog trouwden zij en vertrokken naar Nederland. 24 jaar lang heeft mevrouw Van Langeveld daarna geen enkel contact meer met haar familie gehad, maar drie jaar geleden is het echtpaar dan toch naar het kleine plaatsje in het hart van de Oekraïne gereisd. Dat be zoek heeft zich sindsdien nog tweemaal herhaald en zojuist is de AH-bedrijfsleider op nieuw teruggekeerd van de tocht. Om redenen van financiële aard wordt de reis niet per vliegtuig maar per trein ge maakt. Dat is een simpele zaak, want er bestaat een di recte verbinding tussen Hoek van Holland en Moskou. Maar het is wel een onderneming, die de nodige tijd in beslag neemt: woensdag in de namid- middag vertrek, vrijdagmid dag aankomst in Moskou. De familie Van Langeveld blijft daar dan enkele dagen bij een nicht, om daarna met de nacht trein door te reizen naar de grote industriestad Charkow, die op ongeveer vijfentwintig kilometer afstand van het uit eindelijke reisdoel ligt: het dorpje Belaschi. Ook dit is weer een reis die heel wat uurtjes in beslag neemt. Vervelend is de lange rit van de Noordzee naar de hoofdstad van de Sovjet-Unie beslist niet. Omdat men tegen de avond uit Holland ver trekt, wordt al na een paar uur de kooi opgezocht en ook het laatste traject brengt men slapende door. Alleen de don derdag die daar tussen zit, duurt lang. In de trein heerst evenwel een prettige stem ming. Hij wordt bevolkt door een internationale kolonie die opgewekt dooreen krioelt. On der hen kan men zeer interes sante types aantreffen. Daar bij zijn de Russische conduc teurs gezellige mensen die me nig spelletje schaak met hun passagiers afwerken. Het eni ge dat onaangenaam is tijdens de reis, zijn de talrijke con troles op Oostduits grondge bied en vooral mevrouw Van Langeveld slaakt altijd een zucht van verlichting wanneer de laatste meters in het Reich van Walter Ulbricht achter de rug zijn. Aan de Pools-Russi- sche grens bij Brest-Litowsk neemt men de zaken heel wat minder zwaar. r^ve Voorburgse AH-bedrijfs- leider, die de Russische taal vrij behoorlijk verstaat en haar steeds beter gaat spreken, is niet zo'n grote bewonderaar van Moskou. „Wanneer je bent uitgekeken op het Rode Plein", vindt hij, „blijft er verder niet veel over dan een wat grauwe, onvriendelijke metropool. De mensen zijn er nogal stug. Zo als in elke grote stad is men erop uit geld aan je te ver dienen". Wel kan men er vele kleurrijke personages ontmoe ten, bezoekers die uit andere delen van Rusland zijn geko men om het oude historische regeringscentrum van het on metelijke Sovjet-Rijk eens te zien. Voor het overige ver schilt het straatbeeld er niet zoveel van dat bij ons. Het publiek gaat ondanks de hoge prijzen van textiel vrij behoorlijk gekleed en de heer Van Langeveld heeft in de straten van Moskou al jongelui met lange haren en meisjes in minirokjes gesignaleerd. Met extra grote belangstelling heeft hij een blik geworpen in de levensmiddelenwinkels, waar volop te koop is tegen prijzen die ongeveer op hetzelfde ni veau liggen als in ons land. Wat hem in het bijzonder is opgevallen, is de zeer slechte bediening. Wanneer een klant aan een van de mannen achter de toonbank iets vraagt dat deze niet heeft, luidt het ant woord geen lettergreep meer dan een kortaf en onvriende lijk: „Njet". In de restaurants gaat het daarentegen toe zoals dat volgens hooggestelde maat staven behoort. De heer Van Langeveld heeft echter met grote ogen zitten kijken naar het enorme aantal mensen dat is ingeschakeld voor taken, die gemakkelijk door twee of drie man zouden kunnen worden opgeknapt. woners, waar de flats als pad- 1 destoelen uit de grond schieten, j maar zodra men de laatste bui- ten wij ken achter zich heeft ge- 1 laten komt men terecht op het platteland met onafzienbare golvende akkers. De dorpen maken een sobere, maar zeker geen armoedige indruk. De huizen zijn helder wit gekalkt en er hangen fraai gekleurde, geborduurde doeken voor de I deur. Ook binnenshuis ziet al les er proper en verzorgd uit. De kamers hebben geschilder de houten vloeren en muren. Bijna overal ziet men een te levisietoestel, ook bij degenen die zover van het eigenlijke dorp afwonen dat hun huis nog niet op het elektriciteitsnet is aangesloten. Met behulp van eigen motoren wordt daar stroom opgewekt. De ramen j zijn klein want men heeft te maken met extreme weersom standigheden: 's winters kan het kwik dalen tol 30 graden I onder nul, terwijl in de zomer maanden temperaturen van 40 graden boven de streep voor komen. De mensen zijn er zeer gast vrij en spontaan, met een ster ke hang naar tradities. Toen de l familie uit Den Haag op de plaats van bestemming uit de i trein stapte, stond dan ook een zuster van mevrouw Van Lan- j geveld te wachten met brood I en zout, zoals in deze streken 1 gebruikelijk is wanneer men bezoekers welkom heet. TTeel anders is het leven in de Oekraïne. Charkow is nog een echte industriestad met ongeveer een miljoen in- De heer Van Langeveld met zijn dochter op een Russisch station. Tn de dorpen zijn de banden binnen de wijdvertakte fa- milies zeer hecht. Het komt I niet gauw voor dat een gezin naar een andere plaats ver huist. Men blijft graag waar men is en daarvoor bestaan ook praktische redenen: door- j dat de vrouwen allen werken, moeten de kinderen elders worden grootgebracht en bij wie zou dat beter kunnen dan bij Oma, die op deze wijze het centrum van het familieleven blijft. Veel vertier hebben de dor pelingen niet, maar zij ver- i staan nog de kunst het met eenvoudige middelen gezellig te maken. Men leest veel, gaat op visite en 's avonds zingt men in de huiskamers nog dikwijls I oude liederen, die of zeer me lancholiek of uiterst vrolijk klinken. En wanneer er zich een aanleiding voordoet om J feest te vieren, zal men die kans zeker niet zonder meer voorbij laten gaan. Zo'n gelegenheid deed zich in de familie Belasch voor bij de komst van de gasten uit het verre Nederland, een on begrijpelijk klein landje dat ergens in het westen moet lig- I gen, waar het oude Europa j wordt begrensd door de zee. „Er zijn ons", vertelt de heer Van i Langeveld, „wel een paar hon derd mensen op komen zoeken, van wie velen er een reis van 400 tot 500 kilometer voor over hadden". Het werd een geweldig feest, waar veel werd gezongen, ge geten en gedronken. Het mid delpunt van het gebeuren was een lange tafel die zo was vol geladen met vis, eieren, kip, soorten kwark, kaas, allerlei gebak en vele andere lekker nijen, dat „je niet wist wat je zag". Terwijl de dames zich te goed deden aan wijn, wijdden de heren zich vol overgave aan de wodka. De heer Van Langeveld onthult hoe men bij het nuttigen van dit sterke goedje toch op de been kan blijven: „Je moet de glazen in één teug naar binnen slaan. Als je nipt, word je dronken. Bovendien moet je er beslist iets bij eten". Hoewel de Rus sen zeer goed raad bleken te weten met deze nationale drank, raakte er niet één over zijn toeren. „Ik heb er niet meer dronken mensen ontmoet dan hier in Holland. Als ze te veel op hebben, verdwijnen ze", aldus de SM-bedrijfsleider. r> uitenlanders, en vooral Hollanders, worden in dit deel van Rusland met open armen ontvangen. De heer Van Langeveld kan daar diverse voorbeelden van geven: „Mijn I vrouw en ik zaten eens in de trein en hadden daar een coupé I voor ons alleen. Op een sta- 1 tionnetje stapte er een jonge man binnen, die na enige tijd j plotseling het compartiment j weer verliet. Even later kwam hij terug met een fles wodka en een hoeveelheid fruit. Hij had gehoord dat wij buiten landers waren en dat moest j worden gevierd". „Op één van onze vorige rei zen waren we eens in Kiew en omdat je op school geleerd hebt dat die stad aan de Dnjepr moet liggen, wilde ik I die rivier ook zien. Om de weg te vragen, sprak mijn vrouw een meisje aan. Het bleek een studente te zijn en toen zij hoorde dat wij Hollanders wa ren, is ze de hele dag bij ons gebleven om ons alles te laten zien". Een andere bijzondere er varing heeft de familie Van Langeveld eveneens in een trein gehad. „Er zat een moe dertje in, met een meisje van een jaar of tien. Het gesprek kwam op Nederland en daar begon dat kind opeens te pra ten over de tulpen. Ze had het over de oorsprong van deze bloem, over alle mogelijke ras sen, enzovoort. Ze wist er veel meer van dan ik. Ik kon mijn oren niet geloven. Trouwens, het valt direct op dat de kin deren hier heel wat serieuzer zijn dan bij ons wat leren be treft". Een van de redenen waarom de braderie in Steenbergen iets te laat begon was, dat er op het laatste moment een vrachtwagen van een grootwinkelbedrijf (Albert Heijn, red.) voor een winkel stopte om goederen af te levev- ren. Hij beheerste het beeld in de Kaaistraat en dat kan na tuurlijk niet de bedoeling zijn van een braderie. Er moest dan ook zo snel mogelijk worden uitgeladen zodat de wagen weg kon en o.m. de drumband van Amicitia ruim baan kreeg. Bur gemeester mr. J. M. van dei- Meer, die met het Drummar- sitia-comité stond te wachten tot de officiële opening kon be ginnen, stak zelf een handje toe bij het lossen en introdu- ceerde hiermee 'n nieuwe ma nier van gemeentebestuurlijke medewerking. Als dit nu maar I geen gewoonte wordt onder de burgemeesters van het Markie- zaat Personeelsorgaan van Albert Heijn N.V. 25e jaargang no. 10 1 augustus 1968 Verantwoordelijk eindredakteur: H. K. Engel Plv. verantwoordelijk eindredakteur: J. Ph. Ypma Adres: Westzijde 26, Zaandam Tel. 02980-27000 toestel 220 Dit is een overzicht van een van de Russische staatswarenhuizen te Moskou.

Personeelsbladen | 1968 | | pagina 8